BMW MOTORRAD K 1200 GT 2006 Handleiding (in Dutch)
Page 111 of 174
Remblokdikte door middel
van visuele controle vanaf
rechterzijde controleren.Remblokdikte, achter
1 mm (Slijtagegrens, al-
leen voeringmateriaal zon-
der draagplaat)
De remschijf mag via de
boring van het binnen-
ste remblok niet zichtbaar
zijn.
Als de remschijf zichtbaar is: Remblokken door een spe-
cialist laten vervangen, bij
voorkeur door een BMW
Motorrad dealer.
RemvloeistofRemvloeistofpeil, voor,
controleren
Bij een te laag remvloei-
stofpeil kan lucht het
remsysteem binnendringen.
Dat leidt tot een sterk vermin-
derde remwerking.
Het remvloeistofpeil regelma-
tig controleren.
De motorfiets op de mid-
denstandaard plaatsen en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Stuur in rechtuitstand zet-
ten.
7109zOnderhoud
Page 112 of 174
Vloeistofpeil op remvloei-
stofreservoir1aflezen.
Bij slijtage van de
remblokken daalt
het remvloeistofpeil in het
remvloeistofreservoir. Remvloeistofpeil, voor
Remvloeistof DOT4
Het remvloeistofpeil
mag niet onder de
MIN-markering komen.
(Remvloeistofreservoir
horizontaal)
Als het remvloeistofpeil tot
onder het toegestane peil
daalt: Het defect zo snel mogelijk
door een specialist laten verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad dealer.
Remvloeistofpeil, achter,
controleren
Bij een te laag remvloei-
stofpeil kan lucht het
remsysteem binnendringen.
Dat leidt tot een sterk vermin-
derde remwerking.
Het remvloeistofpeil regelma-
tig controleren.
De motorfiets op de mid-
denstandaard plaatsen en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
7110zOnderhoud
Page 113 of 174
Vloeistofpeil op remvloei-
stofreservoir1aflezen.
Bij slijtage van de
remblokken daalt
het remvloeistofpeil in het
remvloeistofreservoir. Remvloeistofpeil, ach-
ter
Remvloeistof DOT4
Het remvloeistofpeil
mag niet onder de
MIN-markering komen.
(Remvloeistofreservoir
horizontaal)
Als het remvloeistofpeil tot
onder het toegestane peil
daalt: Het defect zo snel mogelijk
door een specialist laten verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad dealer.
KoppelingWerking koppeling
controlerenKoppelingshendel bedienen.
Er moet een duidelijk druk-
punt voelbaar zijn.
Er is geen duidelijk drukpunt
voelbaar: De koppeling door een spe-
cialist laten controleren, bij
voorkeur door een BMW
Motorrad dealer.BandenBandenprofieldiepte
controleren
Het rijgedrag van uw
motorfiets kan zich reeds
vóór het bereiken van de wet-
telijke voorgeschreven mini-
7111zOnderhoud
Page 114 of 174
mum profieldiepte negatief
wijzigen.
De banden daarom reeds
vóór het bereiken van de mi-
nimum profieldiepte laten
vervangen.De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Bandenprofieldiepte in de
hoofdprofielgroeven met
slijtage-indicatoren meten. Op elke band bevinden
zich slijtagemarkeringen
die in het hoofdprofiel zijn ge-
ïntegreerd. Indien de slijta-
gemarkeringen zichtbaar zijn,
is de band volledig versleten.
De posities van de slijtage-
markeringen zijn op de zijkant
van de band aangegeven,
bijv. door de letters TI, TWI
of door een pijl. Als de minimale profieldiepte
is bereikt:
Betreffende band(en) ver-
vangen.
VelgenVelgen controlerenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Velgen visueel op defecten
controleren.
Beschadigde velgen door
een officiële werkplaats la-
ten controleren en zo nodig
laten vervangen, bij voor-
keur door een BMW Motor-
rad dealer.
WielenGoedgekeurde wielen en
bandenVoor elke bandenmaat zijn
bepaalde bandenmerken door
BMW Motorrad getest, als
verkeersveilig beoordeeld
en goedgekeurd. Bij niet-
vrijgeven wielen en banden
kan BMW Motorrad de ge-
schiktheid van het product
niet beoordelen en daarom
niet instaan voor de rijveilig-
heid.
Alleen wielen en banden ge-
bruiken die door BMW Motor-
rad voor de betreffende mo-
torfiets zijn goedgekeurd.
Uitvoerige informatie krijgt
u bij uw BMW Motorrad
dealer of via internet onder
"www.bmw-motorrad.com".
7112zOnderhoud
Page 115 of 174
RDC-sticker
SU
De RDC-sensoren kun-
nen bij ondeskundige
banddemontage worden be-
schadigd.
De BMW Motorrad dealer of
de specialist melden dat het
wiel van een RDC-sensor is
voorzien.
Bij motorfietsen met RDC be-
vindt zich op de velg op de
plaats van de RDC-sensor
een overeenkomstige stic-
ker. Bij vervanging van de
band ervoor zorgen dat de
RDC-sensor niet wordt be- schadigd. De BMW Motor-
rad dealer of de specialist op
de RDC-sensor opmerkzaam
maken.
Voorwiel uitbouwenOp de middenstandaard
zetten ( 85)
De bouten
1, links en
rechts, losdraaien.
Voorspatbord naar voren
lostrekken. In uitgebouwde toestand
kunnen de remblokken
zo ver naar elkaar toe worden
gedrukt, dat ze bij de mon-
tage niet over de remschijf
passen.
De remhendel bij uitge-
bouwde remklauwen niet
bedienen.
Bevestigingsbouten 2van
de remklauwen links en
rechts verwijderen.
7113zOnderhoud
Page 116 of 174
Remblokken in remklauw3
door draaiende bewegin-
gen Ategen de remschijf 4
iets uit elkaar drukken.
De gedeelten van de velg
afplakken die bij het verwij-
deren van de remklauwen
kunnen worden beschadigd.
De remklauwen voorzich-
tig naar achteren en naar
buiten van de remschijven
trekken.
Bij het verwijderen van de
linker remklauw erop letten
dat de ABS-sensorkabel
niet wordt beschadigd. Bij het verwijderen van de
rechter remklauw erop
letten dat de ligging van
de sensorkabel van de
remblokslijtage-aanduiding
niet wordt gewijzigd.
De motorfiets aan de voor-
zijde optillen, tot het voor-
wiel vrij kan ronddraaien.
Voor het omhoog bren-
gen van de motorfiets ad-
viseert BMW Motorrad de
BMW Motorrad voorwiel-
standaard.
Voorwielstandaard monte-
ren ( 120)
Rechter asklembout
5los-
draaien.
De linker asklembout
klemt de draadbus vast
in de voorwielgeleiding. Een
slecht uitgelijnde draadbus
heeft een onjuiste afstand
tussen ABS-sensorring en
ABS-sensor tot gevolg en
leidt daardoor tot functiesto-
ringen van het ABS-systeem
of tot onherstelbare beschadi-
ging van de ABS-sensor.
Om de correcte uitlijning van
de draadbus te garanderen,
moet de linker asklembout
7114zOnderhoud
Page 117 of 174
niet worden losgedraaid of
uitgebouwd.Steekas 6uitbouwen, hierbij
het wiel ondersteunen.
Voorwiel in de voorwielgelei-
ding op de grond zetten.
Bij het wegrollen van het
voorwiel kan de ABS-
sensor worden beschadigd.
Bij het wegrollen van het
voorwiel op de ABS-sensor
letten.
Voorwiel naar voren rollen
en verwijderen.Voorwiel inbouwen
ABS-functiestoringen
door een onjuist toeren-
talsignaal.
Er zijn verschillende geseg-
menteerde sensorringen, die
niet mogen worden verwis-
seld. Alleen de voor het be-
treffende model bestemde
sensorring monteren. Boutbevestigingen die
met een onjuist aantrek-
koppel zijn vastgezet kunnen
losraken of de boutbevesti-
gingen kunnen beschadigd
raken.
Aanhaalmomenten altijd laten
controleren door een speci-
alist, bij voorkeur een BMW
Motorrad dealer.
Het voorwiel moet in
draairichting worden in-
gebouwd.
Op de draairichtingspijlen op
de band of de velg letten.
Bij de volgende werk-
zaamheden kunnen on-
derdelen van de voorwielrem,
vooral het BMW Motorrad In-
tegral ABS worden bescha-
digd.
Erop letten dat geen onder-
delen van het remsysteem
worden beschadigd, vooral de ABS-sensor met draad en
de ABS-sensorring.
Bij het terugrollen
van het voorwiel kan
de ABS-sensor worden
beschadigd.
Bij het terugrollen van het
voorwiel op de ABS-sensor
letten.
Voorwiel in de voorwielgelei-
ding rollen.
Voorwiel optillen, steekas 6
aanbrengen en met
het voorgeschreven
aantrekkoppel vastzetten.
7115zOnderhoud
Page 118 of 174
Steekas in draadbus
50 Nm
Rechter asklembout 5met
het voorgeschreven aan-
trekkoppel vastzetten.
Klembout steekas in
naafstuk
19 Nm
Voorwielstandaard verwijde-
ren.
Bevestigingsbouten 2links
en rechts aanbrengen en met het voorgeschreven
aantrekkoppel vastzetten.
Remklauw, voor, aan
naafstuk
30 Nm
De draad van de ABS-
sensor kan doorslijten
als deze tegen de remschijf
aanligt.
Op een correcte ligging van
de ABS-sensorkabel letten.
De ABS-sensorkabel in de
3 bevestigingsklemmen 3
aanbrengen. De ABS-sensorkabel aan-
brengen tussen remklauw
en voorwielophanging, zoals
aangegeven in de afbeel-
ding.
Bescherming op de velg
verwijderen.
7116zOnderhoud
Page 119 of 174
Voorspatbord aanbrengen
en bouten1links en rechts
aanbrengen.
Remhendel enkele malen
krachtig bedienen tot het
drukpunt voelbaar is.Achterwiel uitbouwenOp de middenstandaard
zetten ( 85) Bout
1van de uitlaatafdek-
king 2verwijderen.
Afdekking naar achteren
trekken.
Bevestigingsklem 3bij de
uitlaatdemper losmaken. Het afdichtvet op de beves-
tigingsklem niet verwijderen.
Bout
4van de uitlaatdem-
persteun aan de voetsteun
van de passagier verwijde-
ren.
Uitlaatdemper naar beneden
draaien.
De eerste versnelling in-
schakelen.
7117zOnderhoud
Page 120 of 174
Bevestigingsbouten5van
het achterwiel verwijderen;
hierbij het wiel ondersteu-
nen.
Achterwiel op de grond zet-
ten.
Achterwiel naar achteren
wegrollen.Achterwiel inbouwen
Boutbevestigingen die
met een onjuist aantrek-
koppel zijn vastgezet kunnen
losraken of de boutbevesti-
gingen kunnen beschadigd
raken.
Aanhaalmomenten altijd laten controleren door een speci-
alist, bij voorkeur een BMW
Motorrad dealer.
Achterwiel naar de achter-
wielstandaard rollen.
Achterwiel op de achterwiel-
standaard aanbrengen.
Wielbouten 5aanbrengen
en kruiselings met het be-
treffende aantrekkoppel
vastzetten. Achterwiel aan wiel-
flens
Aanhaalvolgorde: Kruise-
lings aandraaien
60 Nm
Uitlaatdemper in de uit-
gangspositie draaien.
Bout 4van de uitlaatdem-
persteun aan de voetsteun
van de passagier aanbren-
gen, maar nog niet vastzet-
ten.
7118zOnderhoud