BMW MOTORRAD K 1200 GT 2007 Handleiding (in Dutch)
Page 61 of 173
Grootlicht uitgeschakeld.
Grootlichtschakelaar1aan on-
derzijde bedienen.
Zolang de schakelaar wordt
bediend, is het grootlicht inge-
schakeld (lichtsignaal).Parkeerlicht inschakelenContact uitschakelen.
Direct na het afzetten van het
contact de richtingaanwijzer-
schakelaar links 1bediend
houden.
Het parkeerlicht wordt inge-
schakeld.
Parkeerlicht uitschakelenContact in- en weer uitschake-
len.
Parkeerlicht uitgeschakeldRichtingaanwijzersRichtingaanwijzers links
inschakelenContact inschakelen.
Na circa 10 seconden
rijden of een afstand
van circa 200 m worden de
richtingaanwijzers automatisch
uitgeschakeld. Richtingaanwijzerschakelaar
links
1bedienen.
Richtingaanwijzers links inge-
schakeld.
Controlelamp richtingaanwijzers
links knippert.
Richtingaanwijzers rechts
inschakelenContact inschakelen.
Na circa 10 seconden
rijden of een afstand
van circa 200 m worden de
richtingaanwijzers automatisch
uitgeschakeld.
459zBediening
Page 62 of 173
Richtingaanwijzerschakelaar
rechts2bedienen.
Richtingaanwijzers rechts inge-
schakeld.
Controlelamp richtingaanwijzers
rechts knippert.
Richtingaanwijzers
uitschakelenToets richtingaanwijzers uit 3
bedienen.
Richtingaanwijzers uitgescha-
keld
Controlelampen richtingaanwij-
zers uit.Waarschuwingsknip-
perlichtinstallatieWaarschuwingsknipper-
lichtinstallatie inschakelenContact inschakelen. De waarschuwingsknip-
perlichtinstallatie belast de
accu. De waarschuwingsknipper-
lichten slechts voor een beperkte
tijdsduur inschakelen.
Als met ingeschakeld con-
tact een richtingaanwijzer-
toets wordt ingedrukt, dan ver-
vangt de richtingaanwijzerfunc-
tie gedurende het indrukken de
waarschuwingsknipperlichtfunc-
tie. Als de richtingaanwijzertoets
niet meer wordt bediend, is de
waarschuwingsknipperlichtfunctie
weer actief.
460zBediening
Page 63 of 173
Richtingaanwijzerschakelaars
links1en rechts 2gelijktijdig
bedienen.
Waarschuwingsknipperlichtin-
stallatie ingeschakeld.
Controlelampen richtingaanwij-
zers links en rechts knipperen.
Contact uitschakelen.
Waarschuwingsknipperlichtin-
stallatie blijft ingeschakeld.
Controlelampen richtingaanwij-
zers links en rechts uit.
Waarschuwingsknipper-
lichtinstallatie uitschake-
lenToets richtingaanwijzers uit 3
bedienen.
Waarschuwingsknipperlichtin-
stallatie uitgeschakeld
Noodstopschakelaar1 Noodstopschakelaar
Bediening van de nood-
stopschakelaar tijdens het
rijden kan een blokkerend ach-
terwiel en daardoor een val tot
gevolg hebben.
De noodstopschakelaar nooit tij-
dens het rijden bedienen.
Met behulp van de noodstop-
schakelaar kan de motor op een-
voudige wijze snel worden afge-
zet.
461zBediening
Page 64 of 173
ABedrijfsstand
B Motor uitgeschakeld.
De motor kan alleen in
de bedrijfsstand worden
gestart.
Handvatverwarming
SU
1 Schakelaar handgreepver-
warming
De stuurgrepen kunnen in twee
fasen worden verwarmd. De
handvatverwarming is alleen bij
draaiende motor mogelijk. Het door de handgreep-
verwarming veroorzaakte
hogere stroomverbruik kan bij
ritten met lage toerentallen tot
ontlading van de accu leiden. Bij
een te lage accuspanning wordt
ter behoud van de startcapaci- teit de handgreepverwarming
uitgeschakeld.
2
Verwarming uit.
3 50% verwarming (één stip
zichtbaar).
4 100% verwarming (drie stip-
pen zichtbaar).
462zBediening
Page 65 of 173
Buddyseatverwar-
ming
SU
Verwarming berijders-
buddyseat1Schakelaar verwarming
berijders-buddyseat
De berijders-buddyseat kan in
twee standen worden verwarmd.
De buddyseatverwarming kan al-
leen bij draaiende motor worden
ingeschakeld. Het door de buddyseat-
verwarming veroorzaakte
hogere stroomverbruik kan bij ritten met lage toerentallen tot
ontlading van de accu leiden. Bij
een te lage accuspanning wordt
ter behoud van de startcapa-
citeit de buddyseatverwarming
uitgeschakeld.
2
Verwarming uit.
3 50% verwarming.
4 100% verwarming.
Verwarming
passagiersbuddyseat1Schakelaar verwarming pas-
sagiersbuddyseat
De buddyseat van de duopas-
sagier kan in twee standen wor-
den verwarmd. De buddyseatver-
warming kan alleen bij draaiende
motor worden ingeschakeld. Het door de buddyseat-
verwarming veroorzaakte
hogere stroomverbruik kan bij
ritten met lage toerentallen tot
ontlading van de accu leiden. Bij
een te lage accuspanning wordt
463zBediening
Page 66 of 173
ter behoud van de startcapa-
citeit de buddyseatverwarming
uitgeschakeld.
2Schakelaar in de middelste
stand: verwarming uit.
3 Schakelaar naar rechts ge-
drukt: 50% verwarming.
4 Schakelaar naar links ge-
drukt: 100% verwarming.Weergave op
multifunctioneel displayBuddyseatverwarming berijder
of duopassagier inschakelen. Afhankelijk van de gekozen ver-
warmingsstand worden de vol-
gende symbolen weergegeven:
De berijders-buddyseat
50% verwarmingscapaci-
teit
De berijders-buddyseat
100% verwarming
Passagiersbuddyseat 50%
verwarmingscapaciteit
Passagiersbuddyseat 100%
verwarming
Automatische
stabiliteitsregeling
ASC
SU
ASC-functie uitschakelenContact inschakelen.De ASC-functie kan ook
tijdens het rijden worden
uitgeschakeld.
ASC-schakelaar 1ingedrukt
houden.
Waarschuwingslamp ASC
gaat branden.
464zBediening
Page 67 of 173
De ASC-toets binnen 3 secon-
den na het gaan branden van
het symbool ASC loslaten.Waarschuwingslamp ASC
blijft branden
ASC-functie uitgeschakeld.ASC-functie inschakelenASC-schakelaar 1ingedrukt
houden.
Waarschuwingslamp ASC
dooft, bij een niet afgeslo-
ten zelfdiagnose begint de waar-
schuwingslamp ASC te knippe-
ren. De ASC-toets binnen 3 se-
conden na het doven van het
symbool ASC loslaten.
Waarschuwingslamp ASC
blijft uit resp. knippert ver-
der.
ASC-functie ingeschakeld.
Als alternatief voor het bedie-
nen van de ASC-toets kan
ook het contact worden uit-
en weer ingeschakeld. Als de ASC-waarschu-
wingslamp nog steeds
brandt nadat het contact is
uit- en ingeschakeld en daarna
nog meer dan 10 km/h is
gereden, dan is een ASC-storing
aanwezig.
ZithoogteZithoogte instellenDe berijders-buddyseat verwij-
deren ( 77) Hoogteverstelling buddyseat
1
in de eindstand trekken.
Hoogteverstelling buddy-
seat tot de aanslag naar voren
en naar boven of naar voren en
naar beneden drukken.
465zBediening
Page 68 of 173
EindstandA: hoge zitpositie.
Eindstand B: lage zitpositie.
De berijders-buddyseat aan-
brengen ( 78)KuipruitKuipruit instellenContact inschakelen.
Toets 1aan bovenzijde bedie-
nen.
De kuipruit schuift omhoog
Toets 1aan onderzijde bedie-
nen.
De kuipruit schuif omlaag
Snelheidsregeling
SU
Snelheidsregeling
inschakelenSchakelaar 1op ON zetten.
Controlelamp 2in de schake-
laar gaat rood branden.
Snelheid in geheugen
opslaanSchakelaar 3kort in de richting
SET drukken.
De snelheidsregeling kan
binnen een snelheidsbereik
van 50 km/h tot 180 km/h wor-
den ingeschakeld.
Controlelamp voor snel-
heidsregeling brandt.
De actuele snelheid wordt aan-
gehouden en in het geheugen
opgeslagen.
466zBediening
Page 69 of 173
Trapsgewijs accelererenSchakelaar3kort in de richting
SET drukken.
De snelheid wordt bij iedere
bediening met circa 2 km/h
verhoogd en opgeslagen.
Traploos accelererenSchakelaar 3in de richting
SET ingedrukt houden.
De snelheid wordt traploos ver-
hoogd.
Schakelaar 3loslaten.
De bereikte snelheid wordt
aangehouden en in het geheu-
gen opgeslagen.
Trapsgewijs snelheid
verminderenSchakelaar 3kort in de richting
RES drukken.
De snelheid wordt bij iedere
selectie met circa 2 km/h ver-
minderd en opgeslagen.
Schakelaar 3loslaten.
De bereikte snelheid wordt
aangehouden en in het geheu-
gen opgeslagen.
467zBediening
Page 70 of 173
Traploos snelheid
verminderenSchakelaar3in de richting
RES ingedrukt houden.
De snelheid wordt traploos ver-
laagd.
Schakelaar 3loslaten.
De bereikte snelheid wordt
aangehouden en in het geheu-
gen opgeslagen.Snelheidsregeling
uitschakelenRemmen of koppeling of gas-
hendel (gas tot voorbij de rust-
stand terugnemen) bedienen. De snelheidsregeling is uitge-
schakeld.
Controlelamp snelheidsregeling
dooft.
Controlelamp in de schakelaar
blijft branden.
Eerdere snelheid weer
aannemenSchakelaar
3in de richting
RES drukken.
Bij gas geven wordt de
snelheidsregeling niet uit-
geschakeld. Als de gashendel
wordt losgelaten loopt de snel-
heid slechts terug tot de opge- slagen waarde, ook als eigen-
lijk een verdere verlaging van de
snelheid de bedoeling was.
Controlelamp voor snel-
heidsregeling brandt.
De opgeslagen snelheid wordt
weer aangenomen.
Snelheidsregeling
uitschakelenSchakelaar 1op OFF zetten.
Systeem uitgeschakeld.
Schakelaar 3geblokkeerd.
468zBediening