BMW MOTORRAD K 1200 S 2006 Handleiding (in Dutch)
Page 101 of 161
In uitgebouwde toestand
kunnen de remblokken
zo ver naar elkaar toe worden
gedrukt, dat ze bij de mon-
tage niet over de remschijf
passen.
De remhendel bij uitge-
bouwde remklauwen niet
bedienen.
Bevestigingsbouten 3van
de remklauwen links en
rechts verwijderen. Remblokken in remklauw
4
door draaiende bewegin-
gen Ategen de remschij-
ven 5iets uit elkaar druk-
ken.
De gedeelten van de velg
afplakken die bij het verwij-
deren van de remklauwen
kunnen worden beschadigd.
Remklauwen naar achteren
en naar buiten toe voorzich-
tig van de remschijven trek-
ken.
Bij het verwijderen van de
linker remklauw erop letten
dat de ABS-sensordraad
niet wordt beschadigd. De motorfiets aan de voor-
zijde optillen, tot het voor-
wiel vrij kan ronddraaien.
Voor het omhoog bren-
gen van de motorfiets ad-
viseert BMW Motorrad de
BMW Motorrad voorwiel-
standaard.
Voorwielstandaard monte-
ren ( 105)
De linker asklembout
klemt de draadbus vast
in de voorwielgeleiding. Een
slecht uitgelijnde draadbus
heeft een onjuiste afstand
tussen ABS-sensorring en
799zOnderhoud
Page 102 of 161
ABS-sensor tot gevolg en
leidt daardoor tot functiesto-
ringen van het ABS-systeem
of tot onherstelbare beschadi-
ging van de ABS-sensor.
Om de correcte uitlijning van
de draadbus te garanderen,
moet de linker asklembout
niet worden losgedraaid of
uitgebouwd.Rechter asklembout 6los-
draaien.
Steekas 7verwijderen; hier-
bij het wiel ondersteunen.
Voorwiel in de voorwielgelei-
ding op de grond zetten.
Bij het wegrollen van het
voorwiel kan de ABS-
sensor worden beschadigd.
Bij het wegrollen van het
voorwiel op de ABS-sensor
letten.
Voorwiel naar voren rollen
en verwijderen.
Voorwiel inbouwen
ABS-functiestoringen
door een onjuist toeren-
talsignaal.
Er zijn verschillende geseg-
menteerde sensorringen, die
niet mogen worden verwis-
seld. Alleen de voor het be-
treffende model bestemde
sensorring monteren.
Boutbevestigingen die
met een onjuist aantrek-
koppel zijn vastgezet kunnen
losraken of de boutbevesti-
gingen kunnen beschadigd
raken.
Aanhaalmomenten altijd laten
controleren door een speci-
alist, bij voorkeur een BMW
Motorrad dealer.
Het voorwiel moet in
draairichting worden in-
gebouwd.
Op de draairichtingspijlen op
de band of de velg letten. Bij de volgende werk-
zaamheden kunnen on-
derdelen van de voorwielrem,
vooral het BMW Motorrad In-
tegral ABS worden bescha-
digd.
Erop letten dat geen onder-
delen van het remsysteem
worden beschadigd, vooral
de ABS-sensor met draad en
de ABS-sensorring.
Bij het terugrollen
van het voorwiel kan
de ABS-sensor worden
beschadigd.
Bij het terugrollen van het
voorwiel op de ABS-sensor
letten.
Voorwiel in de voorwielgelei-
ding rollen.
7100zOnderhoud
Page 103 of 161
Voorwiel optillen, steekas7
aanbrengen en met
het voorgeschreven
aantrekkoppel vastzetten.
Steekas in draadbus
50 Nm
Rechter asklembout 6met
het voorgeschreven aan-
trekkoppel vastzetten.
Klembout steekas in
naafstuk
19 Nm Voorwielstandaard verwijde-
ren.
Remklauwen over de rem-
schijven schuiven.
De draad van de ABS-
sensor kan doorslijten
als deze tegen de remschijf
aanligt.
Op een correcte ligging van
de ABS-sensorkabel letten.
ABS-sensorkabel zorgvul-
dig aanbrengen. Hierbij
erop letten dat de ABS-
sensorkabel in de beves- tigingsklemmen
8aange-
bracht is.
Bevestigingsbouten 3links
en rechts aanbrengen en
met het voorgeschreven
aantrekkoppel vastzetten.
Remklauw, voor, aan
naafstuk
30 Nm
Bescherming op de velg
verwijderen.
7101zOnderhoud
Page 104 of 161
Voorspatbord aanbrengen
en bouten1links en rechts
aanbrengen.
Remhendel enkele malen
krachtig bedienen tot het
drukpunt voelbaar is.Achterwiel uitbouwenDe motorfiets op de hulp-
standaard zetten; BMW Mo-
torrad adviseert de BMW
Motorrad achterwielstan-
daard.
Achterwielstandaard monte-
ren ( 107) met OA Middenbok:
De motorfiets op de mid-
denstandaard plaatsen en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Bout 1van de uitlaatafdek-
king 2verwijderen.
Afdekking naar achteren
trekken. Bevestigingsklem
3bij de
uitlaatdemper losmaken.
Het afdichtvet op de beves-
tigingsklem niet verwijderen.
Bout 4van de uitlaatdem-
persteun aan de voetsteun
7102zOnderhoud
Page 105 of 161
van de passagier verwijde-
ren.
Uitlaatdemper naar buiten
draaien.
De eerste versnelling in-
schakelen.
Bevestigingsbouten5van
het achterwiel verwijderen;
hierbij het wiel ondersteu-
nen.
Bij gebruik van de BMW
Motorrad achterwielstan-
daard: de borgring verwij-
deren.
Achterwiel op de grond zet-
ten. Achterwiel naar achteren
wegrollen.
Bij gebruik van de BMW
Motorrad achterwielstan-
daard: de borgring weer
aanbrengen.
Achterwiel inbouwen
Boutbevestigingen die
met een onjuist aantrek-
koppel zijn vastgezet kunnen
losraken of de boutbevesti-
gingen kunnen beschadigd
raken.
Aanhaalmomenten altijd laten
controleren door een speci-
alist, bij voorkeur een BMW
Motorrad dealer.
Bij gebruik van de BMW
Motorrad achterwielstan-
daard: de borgring verwij-
deren.
Achterwiel in de achterwiel-
ophanging rollen. Achterwiel op de achterwiel-
standaard aanbrengen.
Bij gebruik van de BMW
Motorrad achterwielstan-
daard: de borgring weer
aanbrengen.
Wielbouten
5aanbrengen
en kruiselings met het be-
treffende aantrekkoppel
vastzetten.
Achterwiel aan wiel-
flens
Aanhaalvolgorde: Kruise-
lings aandraaien
7103zOnderhoud
Page 106 of 161
Achterwiel aan wiel-
flens
60 Nm
Aanhaalvolgorde: Kruise-
lings aandraaien
60 Nm
Uitlaatdemper in de uit-
gangspositie draaien.
Bout 4van de uitlaatdem-
persteun aan de voetsteun
van de passagier aanbren-
gen, maar nog niet vastzet-
ten. Klem
3op de einddemper
met de markering A(pijl) op
de lambdasonde Buitrich-
ten.
Klem 3met het voorge-
schreven aantrekkoppel aan
de einddemper vastzetten.
Uitlaatdemper aan
spruitstuk
35 Nm Bij te weinig afstand tus-
sen achterwiel en uitlaat-
demper kan het achterwiel
oververhit raken.
De afstand tussen achterwiel
en uitlaatdemper moet ten
minste 10 mm bedragen.
Bout 4van de bevestiging
van de einddemper op de
voetsteun voor de duopas-
sagier met het voorgeschre-
ven aantrekkoppel vastzet-
ten.
7104zOnderhoud
Page 107 of 161
Uitlaatdemper aan
voetsteun passagier,
rechts
16 Nm
Uitlaatdemperafdekking 2
met de geleiders Ain de
beugels Bschuiven. Bout
1van de uitlaatafdek-
king 2aanbrengen.
Een eventueel gemonteerde
hulpstandaard verwijderen.
VoorwielstandaardVoorwielstandaardVoor het eenvoudig en
veilig vervangen van
het voorwiel biedt BMW
Motorrad een voorwielsteun
aan. Deze voorwielsteun
met het BMW speciaal-
gereedschapnummer
36 3 971 is verkrijgbaar bij
uw BMW Motorrad dealer. Tevens zijn de adapters
met het BMW speciaal
gereedschap nummer
36 3 973 nodig.
De BMW Motorrad voor-
wielsteun is er niet voor
bedoeld om een motorfiets
zonder midden- of eventuele
andere hulpstandaard rechtop
te houden. Een motorfiets die
alleen op de voorwielsteun
en op het achterwiel rust kan
omvallen.
De motorfiets vóór het optillen
met de BMW Motorrad voor-
wielsteun op de middenstan-
daard of een hulpstandaard
zetten.
Voorwielstandaard
monterenDe motorfiets op de hulp-
standaard zetten; BMW Mo-
torrad adviseert de BMW
7105zOnderhoud
Page 108 of 161
Motorrad achterwielstan-
daard.
Achterwielstandaard monte-
ren ( 107)
met OA Middenbok:
De motorfiets op de mid-
denstandaard plaatsen en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Afstelbouten 1losdraaien.
De beide pennen 2zo ver
naar buiten schuiven, dat de
voorwielgeleiding ertussen
past. De gewenste hoogte van de
voorwielstandaard m.b.v.
de fixeerpennen
3instellen.
Voorwielstandaard in het
midden van het voorwiel
plaatsen en naar de voor-
as schuiven.
De beide pennen 2door de
driehoek van de remklauw-
bevestiging zo ver naar bin-
nen schuiven dat het voor-
wiel er nog tussendoor past.
Bij het BMW Integral
ABS kan de ABS-sen-
sorring worden beschadigd.
Pennen slechts zo ver naar binnen schuiven dat geen
contact ontstaat met de sen-
sorring van het BMW Integral
ABS.
Afstelbouten 1vastzetten.
Als de motorfiets op de
middenstandaard staat,
en de motorfiets aan de voor-
zijde te ver wordt opgetild,
komt de middenstandaard los
van de grond en kan de mo-
torfiets opzij vallen.
Erop letten dat de midden-
standaard bij het optillen op
de grond blijft.
7106zOnderhoud
Page 109 of 161
De voorwielstandaard gelijk-
matig naar beneden druk-
ken om de motorfiets op te
tillen.AchterwielstandaardAchterwielstandaardOm ook aan motorfietsen
zonder middenstandaard
veilig te kunnen werken,
biedt BMW Motorrad een
achterwielstandaard aan.
Deze achterwielstandaard
met het BMW speciaal-
gereedschapnummer
36 3 980 is verkrijgbaar bij uw
BMW Motorrad dealer.
Achterwielstandaard
monterenDe gewenste hoogte van de
achterwielstandaard m.b.v.
de bouten1instellen.
De borgring 2verwijde-
ren, hiertoe ontgrendelings-
knop 3indrukken. De achterwielstandaard
vanaf de linkerzijde in de
achteras schuiven.
De borgring vanaf de rech-
terzijde aanbrengen, hiertoe
de ontgrendelingsknop in-
drukken.
Met de linkerhand de linker
handgreep van de motor-
fiets
4vasthouden, met de
rechter hand de hendel van
de achterwielstandaard 5.
7107zOnderhoud
Page 110 of 161
De motorfiets optillen, tege-
lijkertijd de hendel naar be-
neden drukken tot de mo-
torfiets loodrecht staat.
De hendel op de bodem
drukken.
LampenAlgemene aanwijzingenEen defect van een gloei-
lamp wordt op het display
door het symbool lampde-
fect aangeduid. Bij een de-
fect aan het rem- of het ach-
terlicht brandt bovendien de
waarschuwingslamp alge-
meen geel. Bij het uitvallen
van het achterlicht wordt als
vervanging het remlicht ge-
bruikt door de lichtsterkte
van de tweede gloeispiraal
tot achterlichtniveau terug te
brengen. Het uitvallen van het
achterlicht wordt bovendien
op het display aangegeven.Een defecte lamp bij een
motorfiets vormt een vei-
ligheidsrisico, omdat berijder
en machine door andere ver-
keersdeelnemers sneller over
het hoofd worden gezien.
Defecte gloeilampen zo snel mogelijk vervangen; bij voor-
keur altijd een set geschikte
reservelampen meenemen.
Gloeilampen staan onder
druk, beschadigingen
kunnen tot verwondingen lei-
den.
Bij het verwisselen van lam-
pen bescherming voor ogen
en handen dragen.
In het hoofdstuk
"Technische gegevens"
vindt u een overzicht van de
op uw motorfiets aanwezige
lampen.
Het glas van de nieuwe
gloeilamp niet met de
blote vingers aanraken. Voor
het aanbrengen een schone
droge doek gebruiken. Vuilaf-
zettingen, vooral olie en vet-
ten, beïnvloeden de warmte-
afvoer. Oververhitting en een
kortere levensduur van de
7108zOnderhoud