CITROEN C3 PICASSO 2012 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 61 of 245

3
59
COMFORT

Verstellen


)
Stel de spiegel af als deze in de
dagstand staat.

Stel de spiegels om veiligheids-
redenen zo af, dat de dode hoek
minimaal is.






De binnenspiegel is voorzien van een
nachtstand (antiverblinding).

Dag-/nachtstand


)
Trek aan het hendeltje om de spie-
gel in de nachtstand te zetten.

)
Duw het hendeltje naar voren om
de spiegel terug te zetten in de dag-
stand.
Binnenspiegel

Verstelbare spiegel voor het zicht recht
achter de auto.
STUURWIELVERSTELLING




)
Zorg dat de auto stilstaat
en trek
aan de hendel om het stuurwiel te
ontgrendelen.

)
Verstel het stuurwiel in hoogte en
diepte voor een optimale zithouding.

)
Druk de hendel goed vast om het
stuurwiel te vergrendelen.
Voer deze handelingen om vei-
ligheidsredenen uitsluitend uit
bij stilstaande auto.

Page 62 of 245

4
60
TOEGANG TOT DE AUTO
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
U kunt om de auto te ontgrendelen of ver-
grendelen de centrale vergrendeling be-
dienen met de sleutel in het portierslot of
met de afstandsbediening. De sleutel met
afstandsbediening dient tevens voor de
lokalisering en het starten van de auto en
maakt deel uit van de diefstalbeveiliging.

Uitklappen van de sleutel


)
Druk op deze knop om de sleutel uit
te klappen.



Openen van de auto



)
Druk op het geopende
hangslot om de auto te
ontgrendelen.

Ontgrendelen met de sleutel


)
Draai de sleutel linksom in het slot
van het bestuurdersportier om de
auto te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2 seconden
snel knipperen van de richtingaanwij-
zers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering van de auto, de buitenspie-
gels uitgeklapt.


Ontgrendelen met de
afstandsbediening
Afsluiten van de auto


)
Druk op het symbooltje van
het gesloten hangslot om
de auto te vergrendelen.


Vergrendelen met de sleutel


)
Draai de sleutel rechtsom in het slot
van het bestuurdersportier om de
auto te vergrendelen.
Het vergrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2 seconden
branden van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering van de auto, de buitenspie-
gels ingeklapt.
Vergrendelen met de
afstandsbediening Als een van de portieren of de
achterklep geopend is, werkt de
centrale vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zon-
der dat binnen 30 seconden een
van de portieren of de achterklep
wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.
Het in- en uitklappen van de
buitenspiegels met de afstands-
bediening kan worden uitgescha-
keld door het CITROËN-netwerk
of door een gekwalifi ceerde
werkplaats.

Page 63 of 245

4
61
TOEGANG TOT DE AUTO
Lokaliseren van de auto


)
Druk op het symbooltje van het ge-
sloten hangslot om de eerder ver-
grendelde auto te lokaliseren op
een parkeerplaats.
De plafonniers gaan branden en de
richtingaanwijzers knipperen geduren-
de enkele seconden.
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht
die over een specifi eke code beschikt.
Om te kunnen starten, moet bij het aan-
zetten van het contact de code van de
sleutel worden herkend door de start-
blokkering.
Deze elektronische startblokkering
blokkeert het motormanagementsy-
steem zodra het contact wordt afgezet
en voorkomt zo het starten van de mo-
tor bij een inbraak.
Diefstalbeveiliging

Bij een storing in het systeem
wordt u gewaarschuwd door
dit verklikkerlampje in com-
binatie met een geluidssig-
naal en een melding op het
display.
De auto kan dan niet gestart wor-
den. Raadpleeg zo snel mogelijk het
CITROËN-netwerk.
Bewaar zorgvuldig de sticker die u bij
de afl evering van uw auto samen met
de sleutels is overhandigd.


Inklappen van de sleutel


)
Druk op deze knop om de sleutel in
te klappen.
Wanneer u deze knop niet indrukt bij
het inklappen van de sleutel, kan het
mechanisme beschadigd raken.

Contact



- Stand 1 : Stuurslot


- Stand 2 : Contact


- Stand 3 : Motor starten





Starten van de motor





)
Steek de sleutel in het contactslot.
Het systeem herkent de code van
de startblokkering.

)
Draai de sleutel van u af in de stand
3 (Starten)
.

)
Laat zodra de motor draait de sleu-
tel los.

Page 64 of 245

4
62
TOEGANG TOT DE AUTO
Storing afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten
van de accukabels, het vervangen van
de batterij van de afstandsbediening
of een storing in de afstandsbediening
kan de auto niet meer met de afstands-
bediening ontgrendeld, vergrendeld en
gelokaliseerd worden.


)
Ontgrendel of vergrendel de auto
eerst met de sleutel in het slot.

)
Synchroniseer vervolgens de af-
standsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk het
CITROËN-netwerk als de storing niet is
verholpen.
Batterij vervangen
Batterij ref.: CR1620 / 3 V.

Synchroniseren


)
Zet het contact af.

)
Zet de sleutel in de stand 2
(Contact)
.

)
Druk zo snel mogelijk gedurende
enkele seconden op de vergrendel-
knop (gesloten hangslot) van de af-
standsbediening.

)
Zet het contact af en verwijder de
sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Als de batterij van de af-
standsbediening leeg is,
wordt u gewaarschuwd door
dit verklikkerlampje, een ge-
luidssignaal en een melding
op het multifunctionele dis-
play.
Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl de sleutel nog in
het contact zit, klinkt er een ge-
luidssignaal.



Afzetten van de motor



)
Zet de auto stil.

)
Draai de sleutel linksom in de stand 1
(Stop)
.

)
Verwijder de sleutel uit het contact-
slot.
Bevestig geen zware objecten
aan de sleutel waardoor deze -
als hij in het contact steekt - naar
beneden wordt getrokken, waar-
door storingen kunnen ontstaan.


)
Wip het huis met een muntstuk bij
het oog los.

)
Verwijder de lege batterij.

)
Schuif de nieuwe batterij in de juiste
richting op zijn plaats.

)
Klik het huis vast.

)
Synchroniseer de afstandsbedie-
ning.

Page 65 of 245

4
63
TOEGANG TOT DE AUTO
Sleutels verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw legitimatiebewijs en indien mo-
gelijk de sticker met de sleutelcode naar het CITROËN-netwerk.
Het CITROËN-netwerk kan de speciale code van de sleutel en de trans-
ponder opzoeken en voor nieuwe sleutels zorgen.







Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze
bevatten metalen die schadelijk
zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een
speciaal verzamelpunt.

Afstandsbediening

De radiografi sche afstandsbediening is een systeem met een groot bereik.
Het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening te spelen,
om te voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik en
het zicht van uw auto. De afstandsbediening kan dan onbruikbaar worden
en moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.
De afstandsbediening kan niet functioneren als de sleutel in het contactslot
zit, zelfs als het contact uitstaat, behalve voor het synchroniseren.

Vergrendelen van de auto

Het rijden met vergrendelde portieren kan in geval van nood de toegang tot
het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen in de auto) de sleutel met af-
standsbediening mee als u de auto verlaat, zelfs al is dit voor korte duur.


Diefstalbeveiliging

Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering; dit kan tot
storingen leiden.


Bij het aanschaffen van een gebruikte auto

Laat door het CITROËN-netwerk controleren of alle in uw bezit zijnde sleu-
tels met uw auto zijn gelinkt, zodat u er zeker van kunt zijn dat deze sleutels
de enige zijn waarmee uw auto ontgrendeld en gestart kan worden.

Page 66 of 245

4
64
TOEGANG TOT DE AUTO
RUITBEDIENING
U kunt de ruiten handmatig of automa-
tisch volledig openen en sluiten. De
ruiten met eentrapsbediening zijn voor-
zien van een antiklemvoorziening en de
elektrisch bedienbare ruiten achter kun-
nen bij alle uitvoeringen worden geblok-
keerd voor de veiligheid van kinderen
op de achterbank.


1.
Schakelaar ruitbediening bestuur-
derszijde.

2.
Schakelaar ruitbediening passa-
gierszijde.


3.
Schakelaar ruitbediening rechts
achter.


4.
Schakelaar ruitbediening links
achter.


5.
Blokkeerschakelaar elektrisch be-
dienbare ruiten en portieren achter.

Als de ruit bijvoorbeeld bij vorst
niet wil sluiten:


)
druk dan op de schakelaar
om de ruit helemaal te ope-
nen,

)
trek vervolgens de schake-
laar omhoog tot de ruit vol-
ledig is gesloten,

)
houd de schakelaar na het
sluiten nog ongeveer 1 se-
conde vast.

Tijdens deze handelingen is
de antiklemvoorziening uitge-
schakeld.


Antiklemvoorziening
De eentraps elektrische ruitbediening is
voorzien van een antiklemvoorziening.
Als de ruit wordt gesloten en tegen een
obstakel stuit, stopt de ruit en gaat deze
gedeeltelijk weer open. De schakelaars van de ruitbe-
diening kunnen na het afzetten
van het contact nog gedurende
ongeveer 45 seconden of totdat
een van de voorportieren ge-
opend wordt, worden bediend.
Elektrische ruitbediening



)
Druk op of trek aan de scha-
kelaar. De ruit stopt zodra u
de schakelaar loslaat.
Eentraps elektrischeruitbediening

U hebt twee mogelijk-
heden:


- handmatige bediening



)
Duw of trek de schakelaar tot het
zware punt. De ruit stopt zodra u
de schakelaar loslaat.

- automatische bediening



)
Duw of trek de schakelaar voorbij
het zware punt. Als u de schake-
laar hebt losgelaten, opent of sluit
de ruit volledig.

)
Bedien de schakelaar opnieuw om
het openen of sluiten te stoppen.
Nadat de sleutel uit het contact is
genomen, kunnen de ruiten nog
ongeveer 45 seconden, of tot
een voorportier wordt geopend,
worden bediend.

Page 67 of 245

4
65
TOEGANG TOT DE AUTO

Blokkering van de bediening van de
ruiten en portieren achter Neem bij het verlaten van de
auto, zelfs voor een korte peri-
ode, altijd de sleutel uit het con-
tact.
Wanneer tijdens het bedienen
van de ruit iets tussen de ruit en
de sponning bekneld raakt, moet
de ruit weer worden geopend.
Druk daarvoor op de desbetref-
fende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit
aan passagierszijde bedient, moet
deze ervan verzekerd zijn dat niets
het correcte sluiten van de ruit ver-
hindert.
De bestuurder moet ervan verze-
kerd zijn dat de passagiers op de
juiste manier gebruik maken van
de elektrische ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich
tijdens het bedienen van de ruit
niet kunnen bezeren. Resetten

Na een storing moet de ruitbediening
worden gereset:


)
laat de schakelaar los en trek hem
opnieuw omhoog totdat de ruit vol-
ledig is gesloten,

)
houd de schakelaar na het sluiten
nog ongeveer 1 seconde vast,

)
druk op de schakelaar om de ruit
automatisch te openen.

Tijdens deze handelingen is de anti-
klemvoorziening uitgeschakeld.



)
Druk, voor de veiligheid van uw kin-
deren, op de schakelaar 5
om de
ruitbediening achter, ongeacht de
stand van de ruiten, te blokkeren.
Als het lampje brandt, is de ruitbedie-
ning achter geblokkeerd.
Als het lampje gedoofd is, is de ruitbe-
diening achter niet geblokkeerd.
Wanneer deze functie actief is,
brandt dit lampje op het instru-
mentenpaneel enkele seconden.
Tevens worden de bedienings-
organen van de portieren ach-
terin geblokkeerd (zie hoofdstuk
"Veiligheid van kinderen - §
Elektrische kinderbeveiliging").

Page 68 of 245

4
66
TOEGANG TOT DE AUTO
PORTIEREN


)
Ontgrendel de auto met de afstands-
bediening of de sleutel en trek aan
de portiergreep.



Van binnenuit


)
Trek aan de portiergreep van het
voorportier om het te openen; de
auto wordt dan volledig ontgren-
deld.

)
Trek aan de portiergreep van het
achterportier om het te openen;
alleen het desbetreffende portier
wordt ontgrendeld.



Als een portier niet goed is gesloten:


- bij draaiende motor
gaat
dit lampje branden in com-
binatie met een melding
die enkele seconden op
het multifunctionele display
verschijnt,

- tijdens het rijden
(snelheid ho-
ger dan 10 km/h) gaat dit lampje
branden in combinatie met een ge-
luidssignaal en een melding die ge-
durende enkele seconden op het
multifunctionele display verschijnt.


Openen


Van buitenaf

Page 69 of 245

4
67
TOEGANG TOT DE AUTO
Als de auto van buitenaf is ver-
grendeld, knippert het rode
lampje en is de knop A
inactief.


)
Gebruik in dat geval de af-
standsbediening of de sleutel
om de auto te ontgrendelen.


De automatische centrale ver-
grendeling werkt niet als een
van de portieren is geopend.
Als de achterklep is geopend, is
de automatische centrale ver-
grendeling van de portieren ac-
tief. vergrendeling

Deze functie biedt de mogelijkheid de
portieren en de achterklep van binnen-
uit handmatig en volledig te vergrende-
len of te ontgrendelen.

Vergrendelen


)
Druk op de knop A
om de auto te
vergrendelen.
Het rode lampje van de knop gaat bran-
den.
Automatische centrale
vergrendeling
Deze functie zorgt ervoor dat de portieren
en de achterklep tijdens het rijden auto-
matisch en volledig worden vergrendeld.
U kunt de functie desgewenst inschake-
len of uitschakelen.
Inschakelen


)
Druk langer dan 2 seconden op de
knop A
.
Op het multifunctionele display ver-
schijnt een melding ter bevestiging, in
combinatie met een geluidssignaal.

Ontgrendelen


)
Druk als sneller wordt gereden dan
10 km/h op de knop A
om de portie-
ren en de achterklep tijdelijk te ont-
grendelen.
Als een van de portieren is ge-
opend, werkt de centrale ver-
grendeling van het interieur
niet.

Ontgrendelen


)
Druk nogmaals op de knop A
om de
auto te ontgrendelen.
Het rode lampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen
Zodra sneller wordt gereden dan 10 km/h,
worden de portieren en de achterklep
automatisch vergrendeld.

Uitschakelen


)
Druk nogmaals langer dan 2 secon-
den op de knop A
.
Op het multifunctionele display ver-
schijnt een melding ter bevestiging, in
combinatie met een geluidssignaal.

Page 70 of 245

4
68
TOEGANG TOT DE AUTO
Noodbediening
Functie die het mogelijk maakt om de por-
tieren mechanisch te vergrendelen of te ont-
grendelen bij een lege accu of in het geval
van een storing in de centrale vergrendeling.


)
Steek de sleutel in de slotplaat in de
zijkant van het portier en draai de
sleutel een achtste omwenteling
.

Openen



)
Ontgrendel de auto met de afstands-
bediening of de sleutel, trek aan de
handgreep en trek de achterklep
omhoog.

ACHTERKLEP



- bij draaiende motor
gaat het
verklikkerlampje branden in
combinatie met een melding
op het multifunctionele display
gedurende enkele seconden,

- tijdens het rijden
(snelheid hoger
dan 10 km/h) gaat het verklikker-
lampje branden in combinatie met
een geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display ge-
durende enkele seconden.

Noodbediening

Hiermee kan bij een lege accu of een
eventuele storing in de centrale ver-
grendeling de achterklep mechanisch
ontgrendeld worden.

Ontgrendelen


)
Klap de achterbank naar voren om
bij het slot in de bagageruimte te ko-
men,

)
Steek een kleine schroevendraaier
in de opening A
van het slot om de
achterklep te ontgrendelen.




Vergrendelen van het bestuurdersportier



)
Steek de sleutel in het slot en draai
deze rechtsom.


Ontgrendelen van het
bestuurdersportier


)
Steek de sleutel in het slot en draai
deze linksom.


Vergrendelen van de overige
portieren
Ontgrendelen van de overige
portieren


)
Trek aan de portiergreep aan de
binnenzijde.


Sluiten



)
Trek de achterklep omlaag met be-
hulp van de handgreep aan de bin-
nenzijde. Als de achterklep niet goed is gesloten:
Mocht de centrale vergrendling
defect zijn, dan moet u de accu-
polen losnemen om de koffer te
vergrendelen, waarna u de com-
plete auto kunt vergrendelen.

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 250 next >