CITROEN C3 PICASSO 2014 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 61 of 290

3
Comfort
59








Vo or stoelen
De zitting, de rugleuning en de hoofdsteun zijn verstelbaar voor een optimale zitpositie.


Hoogteverstelling
bestuurdersstoel
Rugleuningverstelling





Verstelling in lengterichting



)
Til de beugel op en schuif de stoel in de
gewenste stand.


)
Trek de hendel omhoog of duw deze
omlaag tot de gewenste stand bereikt is.
)
Duw de handgreep naar achteren.

Page 62 of 290

Comfort
60

Afstellen van de armsteun
)Druk op de knop onder het uiteinde van dearmsteun om deze te ontgrendelen. )Zet de armsteun in de laagste stand. )Trek de armsteun stapsgewijs omhoog tot
u de gewenste stand heeft bereikt.
Voor het opklappen van de hoofdsteun licht
u deze op en duwt u hem naar achteren tot
voorbij het weerstandspunt.
Hoogteverstelling hoofdsteun
)Trek de hoofdsteun naar boven om deze hoger te zetten. )Druk op de pal A
en trek de hoofdsteun
omhoog om hem te ver wijderen.)Steek om de hoofdsteun terug te zetten
de pennen van de hoofdsteun recht in de openingen van de rugleuning tot de hoofdsteun op zijn plaats blijft. )Druk gelijktijdig op de pal Aen op deAhoofdsteun om deze lager te zetten.
Aanvullende instellingen
Voor de veiligheid is het frame van de hoofdsteun gekarteld om te voorkomen dat de hoofdsteun zakt in het geval vaneen aanrijding.De juiste stand van de hoofdsteun isals de bovenzijde van de hoofdsteunzich ter hoogte van de bovenzijdevan het hoofd bevindt.Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn ver wijderd. De hoofdsteunen moetenzijn geplaatst en correct zijn afgesteld.

Page 63 of 290

3
Comfort
61
Tafelstand van de passagiersstoel vóór
Als deze stoel net als de achterbank in detafelstand staat, kunnen lange voor werpen
vervoerd worden.
) Duw de hendel naar boven en houd de rugleuning vast ter wijl u deze neerklapt
op het zitgedeelte.Klap de hendel van derugleuningverstelling om om de rugleuningvolledig neer te klappen.
) Te r ugplaatsen van de rugleuning: zet de rugleuning omhoog en druk hem in de
vergrendelde stand. Bij draaiende motor is de stoelver warming voor
beide voorstoelen afzonderlijk regelbaar.


)
Met de draaiknop naast de voorstoel kan
de stoelverwarming ingeschakeld worden
en kan een ver warmingsstand worden
geselecteerd:

0
: Uit.

1
: Laag.

2
: Gemiddeld.

3
: Hoog.












Bediening stoelverwarming

Vergeet niet, alvorens u deze handelingenuitvoer t, het opklaptafeltje aan deachterzijde van de rugleuning in te klappen.
In verband met de veiligheid mag deachterpassagier zijn voeten niet op de in de tafelstand geplaatste voorstoelleggen.

Page 64 of 290

Comfort
62











Achterbank Elk achterbankdeel (1/3 - 2/3) is afzonderlijk verstelbaar.
Verstelling in lengterichting
Verstelling van de
ru
gleuning
)Trek aan de hendel en schuif de achterbank naar voren of naar achteren.

Er zijn twee standen:


- rechtop,

- comfortstand (naar achteren).
Verstellen van de rugleuning:)
Trek de hendel naar voren.


Verstellen van de
hoofdsteunen
De deelbare achterbank (1/3 - 2/3) is voorzien
van kommavormige hoofdsteunen.
Ze zijn verstelbaar in een hoge stand(comfor t en veiligheid) en in een lage stand(zicht naar achteren). Ze zijn bovendien verwijderbaar; ga als volgt te werk:)trek de hoofdsteun omhoog tot de aanslag,)druk ver volgens tegen de nok A.

Rijd nooit met ver wijderde hoofdsteunen wanneer zich passagiers op deachterbank bevinden. Zorg ervoor dat zegeplaatst zijn en in de hoge stand staan.

Page 65 of 290

3
Comfort
63

Ingeklapte stand
)Verplaats, indien nodig, de voorstoel naar
voren.)Verplaats de zitting van de bank zo ver mogelijk naar achteren.)Schuif de hoofdsteunen in. )Trek aan hendel Aom de rugleuning te
ontgrendelen, waarna deze neerklapt op de
zitting.
De bank verdwijnt in de vloer, waarna u over een vlakke doorlopende vloer beschikt.
De rugleuning terugplaatsen:)Kantel de rugleuning naar achteren totdat deze blokkeert.)Zet het zitgedeelte in de gewenste stand.
Let er bij het terugplaatsen op dat degordels niet klem komen te zitten.

Page 66 of 290

Comfort
64





Spiegels

De buitenspiegel is elektrisch verstelbaar.
Aan de onderkant van het spiegelhuis is een
in- en uitstapverlichting geïntegreerd.
Deze verlichting gaat branden bij het openen
of sluiten van een portier. De verlichting werkt
volgens een tijdschakeling.


Inklappen
)Van buitenaf: vergrendel de auto met de
afstandsbediening of de sleutel. )Vanuit het interieur: trek bij aangezetcontact de schakelaar Avanuit de middelste stand naar achteren.


Uitklappen
)Van buitenaf: ontgrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel. )Vanuit het interieur: trek bij aangezetcontact de schakelaar Avanuit de middelste stand naar achteren.


Verstellen



)
Zet de knop A
naar links of rechts om de
desbetreffende spiegel te selecteren.

)
Duw de knop B
in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen.

)
Zet de knop A
weer in het midden.
van de schakelaar A
, worden ze niet automatischuitgeklapt als de auto wordt ontgrendeld. Treknogmaals de schakelaar A
naar achteren om de Abuitenspiegels uit te klappen.

Het automatisch in- en uitklappen van de buitenspiegels kan wordengedeactiveerd door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerdewerkplaats. Klap de elektrisch bediende spiegels nooit handmatig in of uit.
De weergegeven objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden gehouden om
de afstand ten opzichte van achteropkomend
verkeer goed in te schatten.
Buitenspiegels

Page 67 of 290

3
Comfort
65
Verstellen
)Stel de spiegel af als deze in de dagstandstaat.



Binnenspiegel met handbediende dag-/nachtstand


Dag-/nachtstand
)Trek aan het hendeltje om de spiegel in denachtstand te zetten. )Duw het hendeltje naar voren om de spiegel terug te zetten in de dagstand.






Binnenspiegel

Ver stelbare spiegel voor het zicht recht achter de auto.
De binnenspiegel is voorzien van een nachtstand waardoor de spiegel donkerder wordt en de bestuurder minder hinder onder vindt van de zon en van koplampverlichting van achteropkomend verkeer ...









Stuurwielverstelling




)
Zorg dat de auto stilstaat
en trek aan de
hendel om het stuurwiel te ontgrendelen.

)
Verstel het stuur wiel in hoogte en diepte
voor een optimale zithouding.

)
Druk de hendel goed vast om het stuur wiel
te vergrendelen.
spiegels zo zijn ingesteld dat de "dode hoek" zo klein mogelijk is.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Automatisch dimmende binnenspiegel
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en automatisch over van de dag- in de nachtstand.
Zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld, wordt de spiegel in de dagstand gezet voor een maximaalzicht naar achteren.

Page 68 of 290

Toegang tot de auto
66















Sleutel met afstandsbediening

U kunt om de auto te ontgrendelen of vergrendelen de centrale vergrendeling bedienen met de sleutel in het portierslot of met de afstandsbediening. De sleutel
met afstandsbediening dient tevens voor de lokalisering en het starten van de auto en maakt deel uit van de diefstalbeveiliging.


Uitklappen van de sleutel



)
Druk op deze knop om de sleutel uit te
klappen.

Openen van de auto



)
Druk op het geopende hangslot
om de auto te ontgrendelen.



Ontgrendelen met de sleutel



)
Draai de sleutel linksom in het slot van
het bestuurderspor tier om de auto te
ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2 seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering van de auto, de buitenspiegels
uitgeklapt.



Ontgrendelen met de
afstandsbediening )Druk op het symbooltje van het gesloten hangslot om de auto te
vergrendelen.


Vergrendelen met de sleutel
)
Draai de sleutel rechtsom in het slot van
het bestuurderspor tier om de auto te
ver
grendelen.
Vergrendelen met de
afstandsbediening
Als een van de portieren of deachterklep geopend is, werkt de centrale vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat binnen 30 seconden een vande portieren of de achterklep wordt geopend, wordt de auto automatischweer vergrendeld.

Het in- en uitklappen van de buitenspiegels met de afstandsbedieningkan worden uitgeschakeld door het CITROËN-netwerk of door eengekwalificeerde werkplaats. Het ver
grendelen wordt bevestigd door hetgedurende ongeveer 2 seconden branden vande richtingaanwijzers.
Tegelijker tijd worden, afhankelijk van de
uitvoering van de auto, de buitenspiegels
in
geklapt.

Page 69 of 290

4
Toegang tot de auto
67
Lokaliseren van de auto


)
Druk op het symbooltje van het gesloten
hangslot om de eerder vergrendelde auto
te lokaliseren op een parkeerplaats.
De plafonniers gaan branden en de
richtingaanwijzers knipperen gedurende enkele
seconden.
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht die over
een specifieke code beschikt. Om te kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact de code van de sleutel worden herkend door de
startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blokkeert het motormanagementsysteem zodra hetcontact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
Diefstalbeveiliging
Bij een storing in het systeem
wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje in combinatie met een geluidssignaal en eenmelding op het display.

Inklappen van de sleutel
)Druk op deze knop om de sleutel in teklappen.
Wanneer u deze knop niet indrukt bij het
inklappen van de sleutel, kan het mechanisme
beschadigd raken.

Contact



- Stand 1 : Stuurslot

- Stand 2 : Contact

- Stand 3 : Motor starten


Starten van de motor

)
Steek de sleutel in het contactslot.
Het systeem herkent de code van destartblokkering. ) Draai de sleutel van u af in de stand3 (Starten).)
Laat zodra de motor draait de sleutel los.

De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg zo snel mogelijk het
CITROËN-netwerk.
Bewaar zor
gvuldig de sticker die u bij de aflevering van uw auto samen met de sleutels is overhandigd.

Page 70 of 290

Toegang tot de auto
68
Storing afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het vervangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld en gelokaliseerd worden.) Ontgrendel of vergrendel de auto eerst metde sleutel in het slot.)
Synchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-
netwerk als de storing niet is verholpen.

Batterij ver vangen

Batterij ref.: CR1620 / 3 V.

Synchroniseren
)
Zet het contact af. )
Zet de sleutel in de stand 2 (Contact).)
Druk zo snel mogelijk gedurende enkeleseconden op de vergrendelknop (gesloten
hangslot) van de afstandsbediening. ) Zet het contact af en verwijder de sleutel uit
het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Als de batterij van de
a
fstandsbediening leeg is,
wordt u
gewaarschuwd door
dit verklikkerlampje, eengeluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display.
Waarschuwingssignaal sleutel
Afzetten van de motor
)Zet de auto stil.)Draai de sleutel linksom in de stand 1(Stop) . )Ver wijder de sleutel uit het contactslot.
)Wip het huis met een muntstuk bij het oog los. )Ver wijder de lege batterij.)Schuif de nieuwe batterij in de juiste richting op zijn plaats. )Klik het huis vast.)Synchroniseer de afstandsbediening.
Bevestig geen zware objecten aan desleutel waardoor deze - als hij in het contact steekt - naar beneden wordtgetrokken, waardoor storingen kunnenontstaan.
Als het bestuurderspor tier wordt geopend terwijl de sleutel nog in het contact zit, klinkt er een geluidssignaal.

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 290 next >