CITROEN C3 PICASSO 2014 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2014, Model line: C3 PICASSO, Model: CITROEN C3 PICASSO 2014Pages: 290, PDF Size: 9.67 MB
Page 31 of 290
1
Controle tijdens het rijden
29
Laagbrandstofniveau
permanent. Als het lampje gaat branden zit er nog ongeveer 5 literrbrandstofinfde tank.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat umet een lege tank strandt. Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolang er niet voldoende
brandsto
f getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 50 liter (benzine)
of 48 liter (diesel); (Afhankelijk van de uitvoering:
on
geveer 30 liter (benzine of diesel)).
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het injectiesysteem beschadigd raken.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Te hogekoelvloeistoftemperatuur
permanent rood. De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld. Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleegdan het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerdepj pg
werkplaats.
Motoroliedrukk
permanent.Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg hetCITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Laadstroomaccu
per manent. Er is een storing in het laadstroomcircuit
van de accu (ver vuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
ontspannen of gebroken...). Het lamp
je moet bij het starten van de motor uitgaan.Parkeer de auto op een veilige plek.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Page 32 of 290
Controle tijdens het rijden
30
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Airbagstijdelijk.Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact
wordt aangezet.
Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storin
g in een van de airbags of de pyrotechnische gordelspanners.Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk o
f een gekwalificeerde werkplaats.
Veiligheidsgordel
vóór niet
vastgemaakt /
losgemaakt
permanent, en knippert
vervolgens in combinatie
met een in volume
toenemend geluidssignaal. De bestuurder en/of de voorpassagier heeft zijn veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt. Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de gesp-
houder.
Veiligheidsgordel
achter niet
vastgemaakt /
losgemaakt
permanent, en knippert
vervolgens in combinatie
met een in volume
toenemend geluidssignaal.
Eén of meerdere achterpassagiers
hebben de veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt.
Stuurbekrachtigingpermanent. Er is een storing met betrekking totde stuurbekrachtiging. Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem nakijken door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Een of meer
portier
e
n
geopend
permanent, bij een
snelheid lager dan 10 km/h.
Een portier of de achterklep is niet
goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent in combinatie
met een geluidssignaal,
bij een snelheid hoger
dan 10 km/h.
Page 33 of 290
1
Controle tijdens het rijden
31
Onderhoudsintervalindicator
Enkele seconden na het aanzetten van hetcontact verdwijnt de sleutel; de teller geeft weer de kilometerstand en de stand van de dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgendeonderhoudscontrole bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
Enkele seconden na het aanzetten van hetcontact treedt de kilometerteller weer in werking en blijft de sleutel brandenom aan te gevendat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.
De afstand tot de eerstvolgendebeurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaatgedurende enkele seconden de
onderhoudssleutel branden. De kilometerteller geeft de resterende kilometers tot de
eerstvolgende onderhoudscontrole aan.Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft hetdisplay een paar seconden het volgende aan:
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er geen onderhoudsinformatie op het display. De onderhoudsintervalindicator
geeft aanhoeveel kilometer u nog ver wijderd bent van deeerstvolgende onderhoudscontrole volgens hetschema van de fabrikant.
D
eze afstand wordt berekend vanaf de laatste nulstelling van de onderhoudsintervalindicator
op basis van twee parameters:
- het aantal afgelegde kilometers,
- de verstreken ti
jd sinds de laatsteonderhoudscontrole.