CITROEN JUMPER 2015 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 131 of 248

Brandstof

129
7
ONDERHOUD
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP07_VERIFICATIONS_ED01-2014
Te laag brandstofniveau
Als het brandstofniveau E
(Empty) is bereikt, gaat dit
verklikkerlampje branden.
Afhankelijk van de inhoud van
de brandstoftank, de motoruitvoering, de
rijomstandigheden en het profiel van de weg
bevat de tank nog ongeveer 10 of 12 liter
brandstof. Tank bij de eerstvolgende
gelegenheid om een lege brandstoftank te
voorkomen.
De inhoud van de brandstoftank bedraagt
ongeveer 90 liter .
Er zijn ook brandstoftanks leverbaar met een
inhoud van 60 en 125 liter.
BRANDSTOF TANKEN
Bij lage temperaturen
In bergachtige en/of koude gebieden wordt
aanbevolen zogenaamde "winter" brandstof
te tanken die speciaal geschikt is voor (zeer)
lage temperaturen. Tank nooit als de motor door het
Stop & Start-systeem is afgezet; zet in
dat geval altijd het contact af met de sleutel. Het tanken dient met
afgezette motor te
geschieden.
- Open de brandstofvulklep.
- Houd de tankdop met één hand vast.
- Steek met de andere hand de sleutel in het slot en draai deze naar links.
- Trek de tankdop uit de vulopening en bevestig deze aan de haak aan de
binnenzijde van de vulklep.
Op een label aan de binnenzijde van de
brandstofvulklep staat de voorgeschreven
soort brandstof aangegeven.
Laat het vulpistool bij het aftanken van de
auto nooit meer dan 3 keer automatisch
uitspringen. Indien dit wel gebeurt kunnen er
storingen optreden.
- Vergrendel na het tanken de vuldop en sluit de vulklep.

Page 132 of 248

Brandstof
130
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP07_VERIFICATIONS_ED01-2014
ONDERBREKING
BRANDSTOFTOEVOER
Controleer om brand te voorkomen
voordat u na de aanrijding de
brandstoftoevoer en elektrische voeding
herstelt of er geen brandstof lekt en of er
geen vonken zichtbaar zijn. Bij een aanrijding worden de
brandstoftoevoer en de elektrische voeding
van de auto automatisch onderbroken.
Bovendien worden de alarmknipperlichten
en de plafonniers ingeschakeld en worden
de portieren ontgrendeld. Herstel de brandstoftoevoer door op de
eerste knop onder het dashboardkastje te
drukken.
Druk vervolgens op de tweede knop in
het accucompartiment onder de vloer aan
bestuurderszijde (minibus) om de elektrische
voeding te herstellen.
Bij de andere uitvoeringen is de tweede
knop vervangen door een zekering.
Neem in dat geval contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.

Page 133 of 248

131
Lege accu
SNEL WEER OP WEG
8
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
A. Metalen pluspool van uw auto
B. Hulpaccu
C. Massapunt van uw auto
Starten met een hulpaccu
- Sluit de rode kabel eerst aan op de metalen pluspool A en vervolgens op
de (+) pool van de hulpaccu B .
- Sluit de groene of zwarte kabel aan op de (-) pool van de hulpaccu B .
- Sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op het massapunt C
van uw auto.
- Stel de startmotor in werking en laat de motor draaien.
- Wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los.
Laden met behulp van een acculader
- Zorg ervoor dat de accu, die onder
de vloer links voor is gemonteerd,
bereikbaar is.
- Maak de accukabels los.
- Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.
- Sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (-) kabel.
- Controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze
bedekt zijn met een (witte of groene)
oxidatielaag, neem dan de accukabels
los en reinig de polen en de klemmen.
ACCU

Page 134 of 248

132
Lege accu
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
Laad om explosie- en brandgevaar te
voorkomen de accu alleen op in een
goed geventileerde ruimte en uit de buurt
van vonken of open vuur.
Probeer nooit een bevroren accu op te
laden: laat de accu eerst ontdooien om
explosiegevaar te voorkomen. Breng een
accu nadat deze bevroren is geweest bij
een specialist die controleert of de accu
inwendig niet is beschadigd en of er geen
scheuren in de wanden zitten, waardoor
het giftige en bijtende accuzuur kan gaan
lekken.
Laad de accu langzaam met een lage
stroomsterkte op gedurende maximaal
24 uur; op deze manier wordt voorkomen
dat de accu beschadigd raakt. Accu's bevatten stoffen die schadelijk
zijn voor de gezondheid, zoals
zwavelzuur en lood. Accu's moeten volgens
de wettelijke voorschriften worden afgevoerd
en mogen in geen geval bij het huisvuil
terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bij een
erkend verzamelpunt.
Wacht 2 minuten na het uitzetten van het
contact alvorens de accu los te koppelen.
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de accukabels
los te nemen.
Sluit de ruiten en de portieren voordat de
accupoolklemmen worden losgemaakt.
Wacht na het opnieuw aansluiten van de
accu en het aanzetten van het contact
1 minuut voor u de auto start, hierdoor
kunnen de elektrische systemen
geïnitialiseerd worden. Raadpleeg, wanneer
hierna toch storingen optreden, het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Draai de 6 bevestigingsbouten van de
afdekklep los.
Til de afdekklep op of verwijder deze
volledig.
Kantel de hendel
1 omlaag om de
accupoolklemmen los te maken.
Verwijder de accupoolklemmen 2 van de
minpool (-).
Toegang tot de accu

Page 135 of 248

133
Lege accu
SNEL WEER OP WEG
8
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014

Deze sticker hoort bij het
Stop & Start-systeem en geeft aan dat
er een speciale 12V-loodaccu is gebruikt die
alleen losgekoppeld en/of vervangen mag
worden door een dealer van het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Het negeren van deze aanwijzing kan
ertoe leiden dat de accu vroegtijdig aan
vervanging toe is.
Na het monteren van de accu door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats duurt het even
voordat het Stop & Start-systeem weer zal
werken, hoe lang dit duurt is afhankelijk
van klimatologische omstandigheden en de
laadtoestand van de accu (kan tot ongeveer
8 uur duren).
Koppel de accu niet los om deze op te
laden.
Het is raadzaam de minpool (-) van de
accu los te koppelen als uw auto langer
dan een maand buiten gebruik is.
De beschrijving van de laadprocedure van
de accu dient slechts ter informatie.
Nadat de accu langdurig losgekoppeld is
geweest, moeten de volgende functies
geïnitialiseerd worden:
- instellingen van het display (datum, tijd, taal, afstandseenheid en temperatuur),
- voorkeuzezenders autoradio,
- centrale vergrendeling.
Raadpleeg, als bepaalde instellingen van de
auto zijn gewist, het CITROËN-netwerk om
deze opnieuw in te stellen.
Als uw auto van een tachograaf of een alarm
is voorzien en de auto meer dan 5 dagen
niet gebruikt wordt, is het raadzaam de
minpool (-) van de accu (aan de linkerzijde
onder de vloer, in de cabine) los te
koppelen.

Page 136 of 248

Defecte zekering
134
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
De drie zekeringkasten bevinden zich in het
dashboard aan bestuurderszijde, in de stijl
aan passagierszijde en in de motorruimte.
De weergegeven zekeringen betreffen
alleen de zekeringen die door de gebruiker
kunnen worden vervangen. Raadpleeg voor
alle overige werkzaamheden het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Vervangen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient u eerst de
oorzaak van de storing op te sporen en te (laten)
verhelpen. De nummers van de zekeringen zijn
aangegeven op de zekeringkast.
Vervang een defecte zekering altijd door
een zekering met dezelfde stroomsterkte.
ZEKERINGEN VERVANGEN CITROËN is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het monteren van extra
accessoires die niet door CITROËN
aanbevolen en geleverd worden, of
door voorzieningen die niet volgens de
voorschriften van het merk zijn gemonteerd.
Dit geldt met name voor apparatuur met een
totaal stroomverbruik van meer dan
10 milliampère.
Goed
Defect
Voor professionele autobedrijven:
raadpleeg voor een compleet overzicht
van de zekeringen en relais de schema's
van de "Methodes" via het CITROËN-
netwerk.
Zekeringen dashboard (bestuurderszijde)
Verwijder de schroeven en kantel de zekeringkast
omlaag om bij de zekeringen te komen.

Page 137 of 248

Defecte zekering
135
SNEL WEER OP WEG
8
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
Zekering A (Ampère) Functie
12 7,5 Dimlicht rechts
13 7,5 Dimlicht links
31 7,5 Voeding relais
32 10 Interieurverlichting
33 15 12V-aansluiting achter
34 - Niet gebruikt
35 7,5 Achteruitrijlichten - Sensor water in brandstof
36 15 Bediening centrale vergrendeling - Accu
37 7,5 Remlichtschakelaar - Derde remlicht - Instrumentenpaneel
38 10 Voeding relais
39 10 Autoradio - Diagnoseaansluiting - Sirene alarm - Bediening programmeerba\
re standkachel -
Bediening airconditioning - Tachograaf - Accu
40 15 Achterruitverwarming (links) - Spiegelverwarming bestuurderszijde
41 15 Achterruitverwarming (rechts) - Spiegelverwarming passagierszijde
42 7,5 Elektronische eenheid en sensor ABS - Sensor ASR - Sensor CDS - Remlichtschakelaar
43 30 Motor ruitenwissers vóór
44 20 Aansteker - 12V-aansluiting vóór
45 7,5 Bediening portieren
46 - Niet gebruikt
47 20 Motor ruitbediening bestuurderszijde
48 20 Motor ruitbediening passagierszijde
49 7,5 Autoradio - Schakelaars cockpit - Ruitbediening bestuurderszijde
50 7,5 Elektronische eenheid airbags en gordelspanners
51 7,5 Tachograaf - Snelheidsregelaar - Bediening airconditioning
52 7,5 Optionele voeding relais
53 7,5 Instrumentenpaneel - Mistachterlicht

Page 138 of 248

Defecte zekering
136
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
Zekering A (Ampère) Functie
54 - Niet gebruikt
55 15 Stoelverwarming
56 15 12V-aansluiting achterpassagiers
57 10 Programmeerbare standkachel
58 10 Contourverlichting
59 7,5 Luchtvering
60 - Niet gebruikt
61 - Niet gebruikt
62 - Niet gebruikt
63 10 Schakelaar programmeerbare standkachel
64 - Niet gebruikt
65 30 Aanjager programmeerbare standkachel
Zekeringen stijl passagierszijde
Maak het deksel los.
Sluit het deksel na de werkzaamheden
zorgvuldig.

Page 139 of 248

Defecte zekering
137
SNEL WEER OP WEG
8
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
Zekeringen motorruimte
Verwijder de schroeven en kantel de
zekeringkast omlaag om bij de zekeringen
te komen. Zekering
A (Ampère) Functie
1 40 Voeding ABS-pomp
2 50 Elektronische eenheid voorgloeien (diesel)
3 30 Contactslot
4 20 Programmeerbare standkachel
5 20 Ventilatie interieur met programmeerbare
standkachel
6 40/60 Motorventilateurgroep interieur hoge snelheid
7 40/50 Motorventilateurgroep interieur lage snelheid
8 40 Motorventilateurgroep interieur
9 20 Ruitensproeierpomp
10 15 Claxon
14 7,5 Grootlicht rechts
15 7,5 Grootlicht links
18 7,5 Motormanagement
19 7,5 Aircocompressor
20 30 Pomp koplampsproeiers
21 15 Voeding brandstofpomp
23 30 ABS-elektrokleppen
30 15 Mistlampen vóór

Page 140 of 248

Defecte lamp
138
JUMPER-PAPIER_NL_CHAP08_AIDE RAPIDE_ED01-2014
Probeer hardnekkig vuil niet van de
koplampen, achterlichten en omgeving
te verwijderen met een hogedrukreiniger,
om te voorkomen dat de vernislaag en de
afdichting beschadigd raken.
LAMPEN VERVANGEN
Typen lampen
Uw auto is voorzien van verschillende typen
lampen.
Verwijder ze als volgt:
Type A
Volledig glazen gloeilamp: de lamp is
gemonteerd met een drukbevestiging.
Trek de lamp daarom voorzichtig los.

Type B Gloeilamp met bajonetsluiting: druk de lamp iets in en draai
hem linksom.
Type C Cilindrische gloeilamp: druk de contacten uit elkaar. Gebruik de schroevendraaier in
de gereedschapskist onder de
voorpassagiersstoel om de bouten te
verwijderen en vast te zetten.
Voer het monteren uit in omgekeerde
volgorde.
Type D - E Halogeenlamp: duw de borgveer open en verwijder
de lamp uit de lamphouder.
Vervang een defecte lamp altijd door
een lamp met dezelfde specificaties.

Page:   < prev 1-10 ... 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 ... 250 next >