CITROEN JUMPER SPACETOURER 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 41 of 400

39
Met de afstandsbediening,
uitvoeringen met elektrisch
bedienbare schuifdeur(en)
F Druk op deze knop en houd de knop ingedrukt
tot de schuifdeur
opengaat om zowel de
auto te ontgrendelen als
de schuifdeur te openen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden
gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt.
Vergrendelen
Met de sleutel
F Draai om de auto volledig te ontgrendelen de sleutel in de richting van de achterzijde van de auto.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
ingeschakeld.
Met de afstandsbediening
F Druk op deze knop om de auto volledig te vergrendelen.
Let erop dat niets of niemand het correcte
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze
zich tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren. Als een portier of deur, of de achterklep
niet goed is gesloten (behalve de
rechter achterdeur):
-
g

aat, bij stilstaande auto
en draaiende motor, dit
verklikkerlampje branden
in combinatie met een
waarschuwingsmelding die enkele
seconden wordt weergegeven,
-

g
aat, als de auto rijdt (rijsnelheid
hoger dan 10
km/h), dit
verklikkerlampje branden in
combinatie met een geluidssignaal
en een waarschuwingsmelding
die enkele seconden wordt
weergegeven. Het rijden met vergrendelde portieren kan
in noodgevallen de toegang tot het interieur
voor de hulpdiensten bemoeilijken.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen in
de auto) de auto nooit, zelfs niet voor een
korte tijd, zonder de sleutel mee te nemen.
Als uw auto niet is uitgerust met een
alarmsysteem, wordt het vergrendelen
bevestigd door het gedurende ongeveer
twee seconden blijven branden van de
richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van de auto,
worden de buitenspiegels tegelijkertijd ingeklapt.
Als een van de deuren of de achterklep nog
geopend is, werkt de centrale vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk
wordt ontgrendeld zonder dat binnen ongeveer
30
seconden een van de portieren wordt
geopend, wordt de auto automatisch weer
vergrendeld.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt
in dat geval weer ingeschakeld (inclusief
de interieurbeveiliging, zelfs als u deze had
uitgeschakeld).
Het automatisch in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
2
Toegang tot de auto

Page 42 of 400

40
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
werken de binnen- en buitenportiergrepen
niet.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
is ook de vergrendelingsschakelaar in het
interieur buiten werking.
Schakel daarom nooit de supervergrendeling
in als er zich iemand in de auto bevindt.
Met de afstandsbediening
F Druk op deze toets.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering, de buitenspiegels elektrisch
ingeklapt.
F
Druk binnen vijf seconden na
het vergrendelen nogmaals op
deze knop.
Als uw auto niet is uitgerust met
het alarmsysteem, wordt de
supervergrendeling bevestigd door het
gedurende ongeveer 2


seconden branden
van de richtingaanwijzers.
Zorg er voor dat het sluiten van de ruiten niet
gehinderd wordt door voorwerpen of personen.
Zorg er met name voor dat kinderen zich
tijdens het bedienen van de ruiten niet kunnen
bezeren.
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig
licht. De auto moet minimaal 5
seconden
vergrendeld zijn.
Verlichting inschakelen met de
afstandsbediening
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto.
Druk kort op deze knop om de
verlichting via de afstandsbediening
in te schakelen (inschakelen van
het parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door deze knop een tweede keer
in te drukken ter wijl de verlichting
nog brandt, wordt de verlichting
via de afstandsbediening weer
uitgeschakeld.
Met de sleutel
Inschakelen van de supervergrendeling van de
auto:
F

D
raai de sleutel richting de achterzijde van
de auto.
F

D
raai binnen vijf seconden de sleutel
nogmaals in de richting van de achterzijde. Vergrendelen van de auto:
Inschakelen van de supervergrendeling van de
auto:
F
D
ruk op deze knop.
Hierna zullen gedurende ongeveer tien
seconden de plafonniers gaan branden en de
richtingaanwijzers gaan knipperen.
Toegang tot de auto

Page 43 of 400

41
Noodbediening(en)
Vergrendelen van het
bestuurdersportier
F Steek de sleutel in het portierslot en draai deze rechtsom.
Ontgrendelen
F Steek de sleutel in het portierslot en draai deze linksom. Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt
niet uit-/ingeschakeld als u de auto met de
sleutel opent/sluit.
Het alarm wordt geactiveerd als een portier
wordt geopend en kan worden uitgeschakeld
door het contact aan te zetten.
Vergrendelen van het
voorpassagiersportier
F Open het portier.
F

V
er wijder de dop op de zijkant van de deur.
F

S
teek de sleutel (zonder te forceren) in het
vergrendelingssysteem en draai het geheel.
F

V
er wijder de sleutel en plaats de dop terug.
F

S
luit het portier en controleer van buitenaf
of de auto correct is vergrendeld.
Hiermee kunt u de portieren mechanisch
vergrendelen en ontgrendelen in het geval van
een storing in de centrale vergrendeling of van
de accu.
Diefstalbeveiliging
Elektronische startblokkering
In de afstandsbediening is een chip aangebracht
die over een geheime code beschikt. Om te kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact deze
code worden herkend door de startblokkering.
Een aantal seconden na het afzetten van het contact
blokkeert dit systeem het motormanagementsysteem
zodat bij een eventuele inbraak de motor niet kan
worden gestart.
Bij een storing in het systeem wordt
u gewaarschuwd door dit lampje in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display.
Uw auto kan dan niet gestart worden. Neem
zo snel mogelijk contact op met het CITROËN-
netwerk.
2
Toegang tot de auto

Page 44 of 400

42
Ontgrendelen
Gebruik de binnenportiergreep.
Vergrendelen van de
schuifdeur
F Controleer of de elektrische kinderbeveiliging (indien aanwezig) niet is
ingeschakeld.
F

O
pen de deur.
F

V
er wijder de dop op de zijkant van de deur.
F

S
teek de sleutel (zonder te forceren) in het
vergrendelingssysteem en draai het geheel.
F

V
er wijder de sleutel en plaats de dop terug.
F

S
luit het portier en controleer van buitenaf
of de auto correct is vergrendeld.
Ontgrendelen
F Gebruik de binnenportiergreep.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de kinderbeveiliging.
Vergrendelen van de
achterdeuren
F Controleer of de elektrische kinderbeveiliging (indien aanwezig) niet is
ingeschakeld.
F

O
pen de linker achterdeur.
Ontgrendelen
F Gebruik de binnenportiergreep.
Probleem met de
afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het ver vangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening worden ontgrendeld,
vergrendeld en gelokaliseerd.
F

O
ntgrendel of vergrendel de auto eerst met
de sleutel in het slot.
F

S
ynchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-
netwerk als de storing niet is verholpen.
Synchroniseren
F Ontgrendel het bestuurdersportier met de sleutel.
F

D
ruk op een van de knoppen van
de afstandsbediening.
F

S

teek de sleutel (zonder te forceren) in het
vergrendelingssysteem op de zijkant van de
deur en schuif het geheel omhoog.
F

V

erwijder de sleutel.
F

S

luit de deur en controleer van buitenaf of
de auto correct is vergrendeld.
Toegang tot de auto

Page 45 of 400

43
F Zet de sleutel in de stand 2 (Contact).
F Z et het contact uit en ver wijder de sleutel uit
het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig.
De batterij vervangen
Als de batterij van de
afstandsbediening leeg is, wordt u
gewaarschuwd door dit lampje op het
dashboard, een geluidssignaal, en
een melding op het display.
Batterij ref.: CR1620
/ 3 V.
Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
F

W
ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
er wijder de lege batterij uit de houder.
F
P
laats de nieuwe batterij in de juiste richting
in de houder.
F
K
lik het deksel op de afstandbediening vast.
"Keyless entry and start"
Afstandsbediening
Ontgrendelen
Met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
F Druk op deze knop en
houd de knop ingedrukt
tot de schuifdeur
opengaat om zowel de
auto te ontgrendelen als
de schuifdeur te openen.
F

D

ruk op deze knop om de auto te
ontgrendelen.
Met de afstandsbediening kunt u de centrale
vergrendeling bedienen om de auto op afstand
te ontgrendelen of vergrendelen.
De afstandsbediening dient tevens voor de
lokalisatie en het starten van de auto en maakt
deel uit van de diefstalbeveiliging.
2
Toegang tot de auto

Page 46 of 400

44
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden
gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt.
Vergrendelen
F Druk op deze knop om de auto volledig te vergrendelen.
Als u deze knop ingedrukt
houdt, worden de ruiten
gesloten (afhankelijk van de
uitvoering). Als u de knop
loslaat, stopt de beweging van
de ruit.
Let erop dat niets of niemand het correcte
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze
zich tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
Als een portier of deur, of de achterklep
niet goed is gesloten (behalve de rechter
achterdeur):
-
g
aat, bij stilstaande auto en
draaiende motor, dit lampje
branden in combinatie met een
waarschuwingsmelding die enkele
seconden wordt weergegeven,
-

g
aat, als de auto rijdt (rijsnelheid hoger
dan 10
km/h), dit lampje branden in
combinatie met een geluidssignaal
en een waarschuwingsmelding die
enkele seconden wordt weergegeven.
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
werken de binnen- en buitenportiergrepen
niet.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
is ook de vergrendelingsschakelaar in het
interieur buiten werking.
Schakel daarom nooit de supervergrendeling
in als er zich iemand in de auto bevindt.
Het rijden met vergrendelde portieren kan
in noodgevallen de toegang tot het interieur
voor de hulpdiensten bemoeilijken.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen in
de auto) de auto nooit, zelfs niet voor een
korte tijd, zonder de afstandsbediening mee
te nemen.Als uw auto niet is uitgerust met een
alarmsysteem, wordt het vergrendelen
bevestigd door het gedurende ongeveer
twee seconden blijven branden van de
richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van de auto,
worden de buitenspiegels tegelijkertijd ingeklapt.
Als een van de deuren of de achterklep
nog geopend is, werkt de centrale
vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk
wordt ontgrendeld zonder dat binnen
ongeveer 30
seconden een van de
portieren wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt
in dat geval weer ingeschakeld (inclusief
de interieurbeveiliging, zelfs als u deze
had uitgeschakeld).
Het automatisch in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Toegang tot de auto

Page 47 of 400

45
Als u deze knop ingedrukt
houdt, worden de ruiten
gesloten (afhankelijk van de
uitvoering). Als u de knop
loslaat, stopt de beweging van
de ruit.Let erop dat niets of niemand het correcte
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze
zich tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
"
Keyless entry and start"
met de elektronische
sleutel op zak
Met dit systeem kunt u de auto ontgrendelen en
vergrendelen en de motor starten ter wijl u de
afstandsbediening op zak houdt. De functie handsfree-toegang werkt niet
als het contact A AN (stand Accessoires) is
gezet met de knop "START/STOP".
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het star ten en
afzetten van de motor, Keyless entr y
and star t en in het bijzonder de stand
A AN van het contact.
De centrale vergrendeling/ontgrendeling en
supervergrendeling werken niet:
-

a
ls het contact is aangezet,
-
a
ls een van de te openen
carrosseriedelen nog geopend is,
-
a
ls een sleutel van het Keyless entry and
start-systeem zich nog in de auto bevindt.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk
wordt ontgrendeld (met de afstandsbediening
of via het Keyless entry and start-systeem),
wordt de auto binnen 30 seconden
automatisch weer vergrendeld tenzij binnen
deze tijd een portier wordt geopend.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt
in dat geval weer ingeschakeld (inclusief
de interieurbeveiliging, zelfs als u deze had
uitgeschakeld).
F

D

ruk op deze knop.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering van de auto, de buitenspiegels
elektrisch ingeklapt. F

D

ruk binnen vijf seconden na het
vergrendelen nogmaals op deze
knop.
Als uw auto niet is uitgerust met het
alarmsysteem, wordt de supervergrendeling
bevestigd door het gedurende ongeveer
2


seconden branden van de richtingaanwijzers.
Vergrendelen van de auto:
Inschakelen van de supervergrendeling van de auto:
2
Toegang tot de auto

Page 48 of 400

46
Het in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld
door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen
in de auto) de auto nooit, zelfs niet voor
een korte tijd, zonder de Keyless entry
and start-afstandsbediening mee te
nemen.
Wees bedacht op diefstal als de Keyless
entry and start-afstandsbediening zich
binnen het detectiebereik bevindt terwijl
uw auto ontgrendeld is.
Om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel ontladen raakt, gaan
de "Keyless entry"-functies over in de
waakfase als de auto langer dan 21 dagen
niet is gebruikt.
Om de functies weer te activeren,
dient u op een van de knoppen van de
afstandsbediening te drukken of de motor
te starten ter wijl u de afstandsbediening
tegen de noodlezer houdt.Ontgrendeling
F Plaats, om de auto te ontgrendelen, terwijl
u de afstandsbediening op zak hebt binnen
de detectiezone A , uw hand achter een van
de handgrepen (voorportier, handbediende
schuifdeur).
F

T
rek aan de handgreep om de
desbetreffende deur te openen.
Met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
F Trek, om de auto te ontgrendelen, ter wijl u de afstandsbediening op zak hebt binnen
de detectiezone A , aan de handgreep en
laat deze weer los om de desbetreffende
elektrisch bedienbare schuifdeur in
beweging te zetten.
Toegang tot de auto

Page 49 of 400

47
Met achterdeurenMet achterklep
Het ontgrendelen wordt aangegeven door
het gedurende enkele seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt en wordt het
alarmsysteem uitgeschakeld.
F
P

laats, om de auto
te ontgrendelen, met de
afstandsbediening binnen de detectiezone A ,
uw hand achter de handgreep van de
achterdeur.
F

T

rek ver volgens aan de handgreep om de
achterdeur te openen. F

T
rek, om de auto te ontgrendelen, ter wijl u
de afstandsbediening op zak hebt binnen de
detectiezone A , aan de handgreep van de
achterklep.
F

O
pen de achterklep.
Met te openen achterruit (achterklep)
F Druk, ter wijl u de afstandsbediening op
zak hebt binnen de detectiezone A , op de
ontgrendelknop van de te openen achterruit.
De achterruit wordt op een kier gezet.
Het ontgrendelen wordt aangegeven door
het gedurende enkele seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering die u heeft,
worden de buitenspiegels uitgeklapt en
wordt het alarmsysteem uitgeschakeld.
2
Toegang tot de auto

Page 50 of 400

48
Vergrendelen
F Druk, als de afstandsbediening zich binnen het detectiegebied A bevindt, met uw
vinger op de merktekens van een van de
portiergrepen (voorportier(en), handmatig
bedienbare schuifdeur(en)) om de auto
volledig te vergrendelen.
Als een portier of deur, of de achterklep
niet goed is gesloten (behalve de rechter
achterdeur):
-

g
aat, bij stilstaande auto en draaiende
motor, dit lampje branden in combinatie
met een waarschuwingsmelding die
enkele seconden wordt weergegeven,
-

g
aat, als de auto rijdt (rijsnelheid hoger
dan 10
km/h), dit lampje branden in
combinatie met een geluidssignaal en
een waarschuwingsmelding die enkele
seconden wordt weergegeven.
Met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
F Druk, als de afstandsbediening zich binnen het detectiegebied A bevindt, met uw
vinger op de merktekens van een van de
voorportiergrepen om de auto volledig te
vergrendelen.
Met achterdeuren
F Druk, als de afstandsbediening zich binnen het detectiegebied A bevindt, op de
vergrendelknop van de linker achterdeur om
de auto te vergrendelen.
Toegang tot de auto

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 400 next >