CITROEN JUMPER SPACETOURER 2018 Instructieboekjes (in Dutch)
Manufacturer: CITROEN, Model Year: 2018, Model line: JUMPER SPACETOURER, Model: CITROEN JUMPER SPACETOURER 2018Pages: 400, PDF Size: 17.17 MB
Page 11 of 400
9
Beperk de oorzaken van een
hoger brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de
auto: plaats de zwaarste voor werpen in
de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de
achterbank.
Beperk de belading en de luchtweerstand
(dakdragers, imperiaal, fietsendrager,
aanhanger enz.) van uw auto. Gebruik bij
voorkeur een dakkoffer.
Ver wijder na gebruik de dakdragers en het
imperiaal.
Ver vang na de winter zo snel mogelijk de
winterbanden door zomerbanden.
Houd u aan de
onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning
(bij koude banden), houd u daarbij aan
de bandenspanning die staat vermeld
op de sticker op de portiersponning aan
bestuurderszijde.
Controleer de bandenspanning met name:
-
v
oorafgaand aan een lange rit,
-
b
ij de wisseling van de seizoenen,
-
a
ls de auto gedurende langere tijd niet is
gebruikt.
Vergeet niet het reser vewiel en de banden van
een aanhanger of caravan. Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie
verversen, oliefilter, lucht- en interieurfilter
ver vangen enz.) en houd u daarbij aan het
in het onderhoudsschema van de fabrikant
voorgeschreven interval.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan
drie
keer afslaan; zo voorkomt u dat brandstof
uit de tank stroomt.
U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na
3.000
km het gemiddelde brandstofverbruik
zich stabiliseert. Uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor:
bij een storing in het SCR-systeem stoot de
auto schadelijke stoffen uit. Ga zo spoedig
mogelijk naar het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om de uitstoot van
stikstofoxiden terug te brengen tot onder de
wettelijke normen.
.
Eco-rijden
Page 12 of 400
10
Instrumentenpaneel
Snelheidsmeter
Analoge snelheidsmeter (km/h of mph).
Meters met
instrumentenpaneel met
LCD-tekst- of matrixdisplay
1.Brandstofniveaumeter.
2. Koelvloeistoftemperatuurmeter.
Display
Voor reizen in het buitenland kan de
eenheid van snelheid/afstand worden
aangepast: de snelheid moet namelijk
worden weergegeven in de officiële eenheid
van het land (km of mijl). De eenheid kan bij
stilstaande auto worden gewijzigd via het
configuratiemenu van het display.
Met instrumentenpaneel met LCD-tekstdisplay
1.Instellingen van de snelheidsbegrenzer of
snelheidsregelaar.
2. Digitale snelheidsmeter (km/h of mph).
3. Schakelindicator.
Ingeschakelde versnelling automatische
transmissie of elektronisch gestuurde
versnellingsbak.
4 Onderhoudsindicator, vervolgens
kilometerteller (km of miles), dagteller
(km of miles), weergave van meldingen,
enz.
Instrumentenpaneel
Page 13 of 400
11
Met instrumentenpaneel met matrixdisplay
1.Instellingen van de snelheidsbegrenzer of
snelheidsregelaar.
2. Schakelindicator.
Ingeschakelde versnelling automatische
transmissie of elektronisch gestuurde
versnellingsbak.
3. Weergavezone: waarschuwingen of
meldingen over de status van functies,
boordcomputer, digitale snelheidsmeter
(km/h of mph), enz.
4 Onderhoudsindicator en vervolgens
kilometerteller (km of miles).
Deze functies worden na het aanzetten
van het contact achter elkaar
weergegeven.
5 Dagteller (km of miles).
Bedieningsknoppen
Met instrumentenpaneel met LCD-tekstdisplay
A.Nulstelling onderhoudsindicator.
Herinnering onderhoudsinformatie of
de actieradius met de AdBlue
® van het
SCR-systeem.
Afhankelijk van de uitvoering: terugkeren
naar bovenliggend niveau of annuleren
van huidige bewerking.
B. Dimmer verlichting.
Afhankelijk van de uitvoering: navigeren
in een menu, een lijst; een waarde
wijzigen.
C. Resetten van de dagteller.
Afhankelijk van de uitvoering: toegang
tot het configuratiemenu (lang ingedrukt
houden), valideren van een keuze
(kort indrukken).
Met instrumentenpaneel met matrixdisplay
A. Nulstelling onderhoudsindicator.
Herinnering onderhoudsinformatie of
de actieradius met de AdBlue
® van het
SCR-systeem.
Afhankelijk van de uitvoering: terugkeren
naar bovenliggend niveau of annuleren
van huidige bewerking.
B. Dimmer verlichting.
Afhankelijk van de uitvoering: navigeren
in een menu, een lijst; een waarde
wijzigen.
C. Resetten van de dagteller.
Afhankelijk van de uitvoering: toegang
tot het configuratiemenu (lang ingedrukt
houden), valideren van een keuze (kort
indrukken).
U kunt de dimmer van de
dashboardverlichting ook via het
touchscreen aanpassen.
1
Instrumentenpaneel
Page 14 of 400
12
Toerenteller
Toerenteller (x 1.000 t /min).
Instrumentenpaneel
Page 15 of 400
13
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes op het
instrumentenpaneel en/of op het display van
het instrumentenpaneel geven aan dat de
desbetreffende functie is ingeschakeld.
Verklikkerlampjes
uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan
dat de desbetreffende functie handmatig is
uitgeschakeld.
Het lampje kan branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het display.
Verklikkerlampjes
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
lampjes enkele seconden branden.
Zodra de motor draait, moeten deze lampjes
weer uitgaan.
Als ze blijven branden, controleer dan voordat
u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Een aantal lampjes kan op twee manieren
oplichten: permanent of knipperend.
Of het permanent branden of knipperen van
een lampje duidt op een storing, is afhankelijk
van de werkingsfase van de auto.
Bij een storing kan het lampje gaan branden in
combinatie met een geluidssignaal en/of een
melding.
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de
volgende lampjes gaat branden, wijst dit op een storing in
het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie
ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een
waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende
informatie, die via een bijbehorende melding wordt
weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Deze lampjes geven de bestuurder
informatie over de werking van een
systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of
waarschuwen de bestuurder in het geval van
een storing.
1
Instrumentenpaneel
Page 16 of 400
14
Waarschuwings- resp. verklikkerlampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
STOP Permanent, in
combinatie met een
ander lampje, een
geluidssignaal en een
melding. Dit waarschuwingslampje
gaat branden in het geval van
een ernstige storing van de
motor, het remsysteem, de
stuurbekrachtiging enz. of een
ernstige elektrische storing. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Parkeerrem Permanent. De parkeerrem is aangetrokken
of niet goed vrijgezet. Zet de parkeerrem vrij zodat het lampje uitgaat; trap
het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de parkeerrem
.
Remsysteem Permanent. Het remvloeistofniveau is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een
artikelnummer van CITROËN.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het CITROËN-netwerk of door
een gekwalificeerde werkplaats.
Permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS. Er is een storing in de
elektronische remdrukregelaar
(REF).
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 17 of 400
15
Waarschuwings- resp. verklikkerlampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Veiligheidsgordel(s)
losgemaakt/niet
vastgemaaktPermanent of knippert
in combinatie met een
geluidssignaal.Een van de veiligheidsgordels
is niet vastgemaakt of weer
losgemaakt. Trek aan de gordel en steek de gesp in de
gordelsluiting.
Laadstroom
accu Permanent.
Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem
dynamo niet correct gespannen
of gebroken...). Het lampje moet doven als de motor wordt gestart.
Laat uw auto controleren door het CITROËN-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats als het lampje
niet dooft na het starten van de motor.
Motoroliedruk Permanent. Er is een probleem met de
motorsmering. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Te h o g e
koelvloeistoftemperatuurPermanent, met de
naald in het rode
gebied.De temperatuur van de
koelvloeistof is te hoog.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 18 of 400
16
Waarschuwings- resp. verklikkerlampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Portier(en)
geopend
Permanent, in combinatie
met een melding die
het desbetreffende
carrosseriedeel aangeeft,
bij een snelheid lager dan
10
km/h.Een voorportier, een schuifdeur
of de linker achterdeur/de
achterklep is niet goed gesloten.
De ruit van de achterklep (indien
aanwezig) is niet goed gesloten. Sluit het portier of de achterklep.
Dit lampje gaat niet branden als de rechter achterdeur
(indien aanwezig) niet goed is gesloten.
Permanent, in combinatie
met een melding die
het desbetreffende
carrosseriedeel aangeeft
en een geluidssignaal, bij
een snelheid hoger dan
10
km/h.
Laag
brandstofniveau Permanent, met de
naald in het rode
gebied. Als het lampje gaat branden, zit
er minder dan 8
liter brandstof
in de tank. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
zonder brandstof komt te staan.
Dit lampje gaat elke keer na het aanzetten van het
contact branden zolang er niet voldoende brandstof
getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 69
liter.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Instrumentenpaneel
Page 19 of 400
17
Waarschuwings- resp. verklikkerlampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Zelfdiagnose
motor Permanent.
Er is een storing in de
emissieregeling. Het lampje moet doven als de motor draait.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Knippert. Er is een storing in het
motormanagementsysteem. De kans is aanwezig dat de katalysator onherstelbaar
beschadigd raakt.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Permanent, in
combinatie met het
lampje SERVICE. Er is sprake van een kleine
motorstoring.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Zelfdiagnose
motor Permanent, in
combinatie met het
lampje STOP. Er is sprake van een ernstig
defect.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en neem contact
op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 400
18
Waarschuwings- resp. verklikkerlampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Voorgloeien
dieselmotor Permanent.
Het contact staat in de 2
e stand
(contact).
of
De knop " START/STOP " is
ingedrukt.Wacht met starten tot het lampje uitgaat.
Wanneer het lampje uitgaat, wordt de motor onmiddellijk gestart, op
voorwaarde dat:
-
h
et koppelingspedaal volledig wordt ingetrapt bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak,
-
h
et rempedaal ingetrapt wordt gehouden bij een auto met een
automatische transmissie of een elektronisch gestuurde versnellingsbak.
De wachttijd is afhankelijk van de weersomstandigheden (in extreme gevallen
30
seconden).
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af. Zet het contact
ver volgens weer aan en wacht opnieuw tot het lampje uitgaat voordat u de
motor start.
Te l a g e
bandenspanning Permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Deze controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
Elke keer nadat u een of meer banden op spanning
hebt gebracht en na het ver wisselen van een of meer
wielen, moet u het systeem resetten.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem
.
Knipperend
en vervolgens
permanent, in
combinatie met het
verklikkerlampje
SERVICE. Er is een storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Laat uw auto controleren door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel