Hyundai Azera 2009 Handleiding (in Dutch)
Page 251 of 288
6EENVOUDIG ONDERHOUD
26WERKING VAN ELEKTRISCHE KOELVENTILATOR CONTROLEREN
SG220A1-FX
WAARSCHUWING:
Het in werking treden van de
koelventilator is afhankelijk van de koelvloeistoftemperatuur, waardoor de ventilator ook bijuitgeschakelde ontsteking soms kan blijven draaien. Raak de venti- lator niet aan tot hij volledig totstilstand is gekomen. Zodra de koelvloeistoftemperatuur
daalt wordt de ventilator automatischuitgeschakeld.
!
G220B01NF-GXT
Koelventilator controleren
De koelventilator moet automatisch
gaan draaien als de koelvloeistoftemperatuur hoog wordtof als de airconditioning werkt.
o Als een accu met een
kunststofbehuizing wordtopgetild, dan kan een te grotedruk leiden tot lekkage van accuzuur. Hierdoor kunnen verwondingen ontstaan. Til eenaccu met geschikt gereedschap of met de handen op schuin tegenover elkaar gelegen hoekenop.
o Laad een accu nooit op als de
accukabels nog zijn aangesloten.
o De ontsteking werkt met hoge
spanningen. Raak de betreffendecomponenten nooit aan bij een draaiende motor of als het contactslot in de stand "ON" staat.
Zorg ervoor dat accuzuur niet in aanraking komt metde huid, ogen, kleding of de lak van de auto. Als elektrolyt in de ogen komt, de ogen ten minste 15 minuten met schoon water spoelen en directmedische hulp inroepen. Indien mogelijk blijven spoelen met een spons ofeen doek totdat medische hulp is gearriveerd. Als elektrolyt op de huid komt, de betreffende plek grondig spoelen.Als u pijn of een brandendgevoel hebt, directmedische hulp inroepen.Draag oogbescherming bijhet opladen van of hetwerken bij een accu.Zorg altijd voor voldoendeventilatie als in een gesloten ruimte wordt gewerkt.
Page 252 of 288
6
EENVOUDIG ONDERHOUD
27
N.B.: Als een koude motor (beneden -
20°C) wordt gestart kan de stuurbekrachtigingspomp een schurend geluid veroorzaken. Als dit geluid verdwijnt naarmate demotor warmer wordt is dat een normaal verschijnsel. Dit komt door de eigenschappen van destuurbekrachtigingsvloeistof onder extreem koude omstandigheden. Aanbevolen vloeistof
Gebruik PSF-4 vloeistof. N.B.: Start de motor niet als het vloeistofreservoir droog staat. G240A01A-AXT SLANGEN VAN STUURBEKRACHTIGING Het is aan te bevelen de slangen van de stuurbekrachtiging regelmatig op vloeistoflekkage te controleren. De slangen moeten worden vervangenals ze sporen van scheurtjes, vervorming of beschadiging vertonen. Hierdoor kan de stuurbekrachtiginguitvallen.
VLOEISTOFPEIL STUURBEKRACHTIGING
G230A01TG-GXT Het vloeistofpeil van de stuurbekrachtiging moet regelmatig worden gecontroleerd. Hierbij moethet contact zijn afgezet.Controleer of het vloeistofpeil tussende merktekens "MAX" en "MIN" op het vloeistofreservoir ligt.
OTG078005
Page 253 of 288
6EENVOUDIG ONDERHOUD
28KOPLAMPAFSTELLING CONTROLEREN
G290A01TG-GXT
G290A01NF
Bij het afstellen van de koplampen moet de volgende procedure worden aangehouden.
1. Controleer of de spanning van alle banden correct is.
2. Plaats de auto op een vlakke vloer
en druk de voorbumper en de achterbumper enkele malen naar beneden. Plaats de auto op een afstand van 3 meter van de muur.Verticale afstelling Horizontale afstelling
!WAARSCHUWING:
Verwijder zorgvuldig alle water dat
uit het filter is afgetapt, omdat de brandstof in het water tot ontbranding zou kunnen komen.
AFTAPPEN VAN WATER IN HET BRANDSTOFFILTER
G300A01MC-GXT
(DIESELMOTOR)
Als de waarschuwingslamp voor het
brandstoffilter tijdens het rijden gaat branden, betekent dit dat zich water in het brandstoffilter heeft verzameld. Indat geval moet het water als volgt worden afgetapt.
N.B.: Het wordt aanbevolen water
verzameld in het brandstoffilter te laten verwijderen door een Hyundai- dealer.
ONF055004
Page 254 of 288
6
EENVOUDIG ONDERHOUD
29
3. Zorg ervoor dat de auto niet is beladen (het peil van de koelvloeistof en de motorolie moet correct zijn en de brandstoftank gevuld; reservewiel, krik engereedschap moeten zich op hun plaats bevinden).
4. Reinig de koplampglazen en schakel de koplampen in (dim- of grootlicht)
5. Open de motorkap.
6. Teken op een lichte wand verticale lijnen (door het midden van elke koplamp) en een horizontale lijn(door het midden van beide koplampen). Trek vervolgens een lijn 30 mm onder de eerder getrokken horizontale lijn.
7. Stel m.b.v. een kruiskopschroevendraaier dehorizontale begrenzing van hetdimlicht van elke koplamp zodanig af dat deze gelijk ligt met de onderste getrokken lijn. -VERTICALE AFSTELLING 8. Stel m.b.v. een
kruiskopschroevendraaier het puntwaar de schuine begrenzing begint zodanig af dat deze op de verticale lijn - HORIZONTALEAFSTELLING. G290B01TG-GXT
Koplamp na vervanging afstellen
Als de auto aan de voorzijde is
gerepareerd en de koplampunit isvervangen, dan moet dekoplampafstelling worden gecontroleerd
G290B01TG
Dimlicht
G290B02TG
L
W
H
H Begrenzingsljn
Basislijn"P"
Horizontale lijn
30 mm
L
H 90 mm
H45 mm
30 mm
Verticale lijn
Verticale lijn
Horizontale lijn
Grootlicht
Basislijn
W
Page 255 of 288
6EENVOUDIG ONDERHOUD
30
G270A02TG-GXT
KOPLAMPEN EN MISTLAMPEN VOOR
! LET OP:
o De stand van de koplampen moet door een Hyundai dealer worden gecontroleerd als de lampen zijnvervangen.
o Als uw auto is voorzien van HID koplampen (High Intensity Dis-charge; gasontladingslampen),dan mag u de koplampen nietcontroleren of vervangen. Hierdoor zou een elektrische schok kunnen ontstaan. Als dekoplamp niet werkt, laat de auto dan controleren door een Hyundai dealer.
o Na zware regenval tijdens de rit of na het wassen, kunnen deglazen van de koplamp- enachterlichtunits beslagen zijn. Ditwordt veroorzaakt door het temperatuurverschil in en buiten de lamp. Dit is hetzelfde proceswaardoor de ruiten aan debinnenzijde beslaan tijdensregenval. Dit betekent niet dat er een probleem met de auto is.
GLOEILAMP VERVANGEN
m.b.v. een scherm, zoals in de afbeelding is aangegeven. Schakel dekoplampen m.b.v. de lichtschakelaar in (dim- of grootlicht).
1. Stel de koplampen zodanig af dat de horizontale lijn van de lichtbundel parallel is met de hartlijn van de auto en dat het hoekpuntovereenkomt met het punt "P" in de afbeelding.
2. De streeplijnen in de afbeelding geven het midden van de koplampen aan. "H" Horizontale hartlijn van de koplamp vanaf de vloer : Dimlicht : 691 mm Grootlicht : 680 mm "W" Hartafstand tussen de koplampen : Dimlicht : 1.350 mm Grootlicht : 1.080 mm "L" Afstand tussen de koplampen en dewand waarop de lichtbundels wordengeprojecteerd : 3.000 mm G260A01TG-GXT Voor het vervangen van de gloeilamp moet de schakelaar in de "OFF" stand staan. In de navolgende paragraaf is aangegeven op welke wijze de gloeilampen bereikbaar zijn. Dedefecte lamp moet worden vervangen door een lamp van hetzelfde type en hetzelfde vermogen.Zie pagina 6-39 voor het vermogen.
LET OP:
o Let erop dat de lampen niet in contact komen met petroleum-houdende producten zoals motorolie, benzine etc.
o Erop letten dat lampen van lichtdioden altijd als geheel worden vervangen.
o Als u niet beschikt over de benodigde gereedschappen, dejuiste lampen en/of kennis, neemdan contact op met de Hyundai dealer.
!
Page 256 of 288
6
EENVOUDIG ONDERHOUD
31
Koplamp
Instructies voor vervanging:
1. Laat de gloeilamp afkoelen. Draag een veiligheidsbril.
2. Open de motorkap en maak de minpool (-) van de accu los.
3. Pak de gloeilamp altijd beet aan zijn kunststof voet; raak het glas niet aan. G270A02TG
4. Verwijder m.b.v. een sleutel met de juiste maat de bevestigingsboutenen -moer van de koplampunit. G270A03TG
Grootlicht
Dimlicht
G270A01TG
5. Maak de kabel aan de achterzijde
van de koplamp los.
Mistlampen voor
Als water lekt in het circuit van de lamp, dan moet de auto door eenHyundai dealer worden gecontroleerd.
6. Draai de kunststof afdekking linksom en verwijder deze.
HTG5024
Page 257 of 288
6EENVOUDIG ONDERHOUD
32
HTG5026
!
9. Verwijder de beschermkap van de
nieuwe gloeilamp en breng de nieuwe lamp aan. Let erop dat dekunststof voet aansluit op de uitsparing in de koplamp. Zet de lampveer vast en sluit devoedingsdraad aan.
10. Gebruik de beschermkap en de verpakking om de oude gloeilampdirect op te ruimen.
11. Controleer of de koplamp juist is afgesteld. WAARSCHUWING:
o Raak bij het verwijderen/ vervangen van halogeenlampenalleen de metalen voet aan enniet het glas.
o Deze halogeen gloeilamp bevat
gas onder druk en kan onder invloed van schokken uit elkaar spatten. Draag daarom eenveiligheidsbril als een dergelijke gloeilamp wordt vervangen. Let erop dat geen krassen ofschuurplekken op de lamp kunnen ontstaan en dat de lamp niet met vloeistoffen in aanraking komt alshij wordt ontstoken.
G270A03OHTG5025
7. Maak de voedingsdraad los van de lampvoet in de achterzijde van de koplamp.
8. Druk de lampveer in en verwijder de gloeilamp.
Page 258 of 288
6
EENVOUDIG ONDERHOUD
33
G275A01TG-GXT
RICHTINGAANWIJZER VOOR
1. Open de motorkap en maak de
minpool (-) van de accu los.
HTG5045
2. Draai het wiel naar binnen, totdat de wielkuip zichtbaar is.
3. Verwijder de bevestigingsschroeven van het deksel met een Phillips schroevendraaier en open hetdeksel.
HTG5046
4. Draai de gloeilamp linksom en verwijder de lamp uit de lampvoet.
5. Monteer de nieuwe gloeilamp.
De lamp mag alleen in werking worden gesteld als hij zich in de reflector bevindt. Vervang dekoplamp als deze is beschadigd of scheurtjes vertoont. Houd de lamp buiten bereik van kinderenen lever de oude gloeilamp in bij de daarvoor bestemde adressen.Mistlampen voor
N.B.: Het verdient aanbeveling om de gloeilamp van de mistlampen voor te laten vervangen door een Hyundai dealer.
Page 259 of 288
6EENVOUDIG ONDERHOUD
34
Richtingaanwijzer
1. Open het kofferdeksel.
2. Verwijder het deksel door hem uit te trekken. G270D04TG G270D05TG
3. Neem, voor het vervangen van de gloeilampen van de richtingaan- wijzer, de lamp uit de houder en breng een nieuwe gloeilamp aan.G270D02TG-GXT
ACHTERLICHTUNIT
Rem- / achterlicht
N.B.: Het rem-/achterlicht moet worden vervangen door een Hyundai dealer,omdat deze uit led’s bestaat.
Richtingaanwijzer G270D01TG
Mistachterlicht
Achteruitrijlicht
Achterlicht
Rem- /achterlicht
Page 260 of 288
6
EENVOUDIG ONDERHOUD
35
G270C01L-GXT KOFFERRUIMTEVERLICHTING
1. Open het kofferdeksel.
2. Druk met een platte
schroevendraaier de afdekking van de kofferruimteverlichting op de hoedenplank los. HTG5031
2. Draai de bevestigingsschroeven van
de achterklepafwerking los m.b.v. een phillips schroevendraaier en verwijder de afwerking.
OTG048836
Achteruitrijlicht
1. Open het kofferdeksel.
HTG5030
3. Verwijder de lamphouder door deze linksom te draaien en verwijder het achteruitrijlicht.
4. Breng een nieuwe gloeilamp aan.
Mistachterlicht
N.B.: Het mistachterlicht moet worden
vervangen door een Hyundai dealer, omdat deze uit led’s bestaat.