Hyundai Genesis Coupe 2011 Handleiding (in Dutch)

Page 291 of 377

Onderhoud
6
7
DOOR DE EIGENAAR UIT TE VOEREN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
G030000AEN
De eigenaar of officiële HYUNDAI-dealer
dient de onderstaande controles volgens
het aangegeven interval uit te voeren om
een veilige en betrouwbare werking van
de auto te garanderen.
Neem bij bijzonderheden zo spoedig
mogelijk contact op met uw dealer.
Eventuele werkzaamheden die uit deze
controles voortvloeien, vallen doorgaans
niet onder de fabrieksgarantie en zullen,
samen het arbeidsloon en eventuele
onderdelen en smeermiddelen, in
rekening gebracht worden. Schema voor door de eigenaar uit
te voeren
onderhoudswerkzaamheden
G030101AUN
Bij het tanken:
Controleer het motoroliepeil.
Controleer het koelvloeistofpeil in het
expansievat.
Controleer het niveau van de ruitensproeiervloeistof.
Controleer of de bandenspanning in orde is. G030102ABH
Tijdens het rijden:
Let op veranderingen in het
uitlaatgeluid en let erop dat u in het
interieur geen uitlaatgassen ruikt.
Controleer op trillingen in het stuurwiel. Controleer of het sturen niet zwaarder
of lichter gaat dan normaal en of de
rechtuitstand niet is gewijzigd.
Controleer of de auto niet naar één kant trekt op een vlakke, rechte weg.
Controleer bij het remmen op vreemde geluiden, naar één kant trekken, een
grotere slag van het rempedaal of een
moeilijk in te trappen rempedaal.
Controleer als de transmissie slipt of niet normaal werkt het niveau van de
automatische-transmissievloeistof.
Controleer de werking van stand P van de automatische transmissie.
Controleer de werking van de parkeerrem.
Controleer onder uw auto op lekkage (tijdens of na het gebruik van de
airconditioning kan er een plasje water
onder uw auto ontstaan; dit is een
normaal verschijnsel en duidt niet oplekkage).
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij het
controleren van het
koelvloeistofpeil wanneer de motor
warm is. Hete koelvloeistof enstoom kunnen onder druk naar
buiten spuiten. Hierdoor kunnen
brandwonden of ernstig letselontstaan.

Page 292 of 377

77
Onderhoud
G030103AUN
Ten minste maandelijks:
Controleer het koelvloeistofniveau inhet expansievat.
Controleer de werking van alle verlichting van uw auto, inclusief de
remlichten, richtingaanwijzers en
alarmknipperlichten.
Controleer de bandenspanning van alle wielen inclusief het reservewiel. G030104AHM
Twee keer per jaar
(in het voorjaar en in het najaar):
Controleer de radiateurslangen en de slangen van de verwarming en de airconditioning op lekkage enbeschadigingen.
Controleer de werking van de ruitenwissers en -sproeiers. Reinig de
ruitenwisserbladen met een schone,
met ruitensproeiervloeistof doordrenktedoek.
Controleer de stand van de koplampen.
Controleer de dempers, de uitlaatpijpen, de hitteschilden en de
bevestigingen van de uitlaat.
Controleer de werking van de driepuntsgordels en controleer op
slijtage.
Controleer of het profiel van de banden nog voldoende is en controleer of de
wielmoeren goed zijn aangedraaid. G030105AHM
Ten minste eenmaal per jaar:
Reinig de afvoeropeningen aan de
onderzijde van de portieren en de
dorpels.
Smeer alle portierscharnieren, slotvangers en motorkapscharnieren.
Smeer de portier- en motorkapsloten, - vergrendelingen.
Smeer de portierrubbers.
Controleer vóór de zomer de werking van de airconditioning.
Controleer het vloeistofniveau van de stuurbekrachtiging.
Controleer en smeer het bedieningsmechanisme van de
automatische transmissie.
Reinig de accu en de accupolen.
Controleer het remvloeistofniveau.

Page 293 of 377

Onderhoud
8
7
ONDERHOUDSSCHEMA
G040000AUN
Volg het “Onderhoudsschema bij normaal
gebruik” wanneer de auto
normaalgesproken wordt gebruikt onder
andere dan de hieronder vermelde
omstandigheden. Volg in de onderstaande
gevallen het “Onderhoudsschema bij
verzwaard gebruik”.
Veel korte ritten.
Rijden in extreem stoffige of zanderige gebieden.
Intensief gebruik van het remsysteem.
Rijden in gebieden waar veel zout of andere agressieve stoffen worden
gebruikt.
Rijden op ruwe, modderige wegen.
Rijden in heuvelachtige gebieden.
Langdurig stationair draaien of rijden met lage toerentallen.
Gedurende lange tijd rijden bij lage temperaturen en/of in een extreem
vochtig klimaat.
Voor meer dan 50% rijden in druk stadsverkeer bij temperaturen bovende 32°C (90°F).
Wanneer uw auto wordt gebruikt onder
een van de bovenstaandeomstandigheden, dienen voor hetcontroleren, vervangen en verversen
kortere intervallen te wordenaangehouden dan aangegeven in het"Onderhoudsschema bij normaal
gebruik". Volg ook na 96 maanden of120.000 km de voorgeschrevenonderhoudsintervallen.

Page 294 of 377

79
Onderhoud
ONDERHOUDSSCHEMA BIJ NORMAAL GEBRUIK
I : Controleren en indien nodig af- of bijstellen, reinigen of vervangen. R : Vervangen of verversen. *1
: Stel de aandrijfriem van de dynamo en van de waterpomp en, indien van toepassing, die van de stuurbekrachtiging en de
airconditioning af.
Controleren en indien nodig af- of bijstellen of vervangen.
* 2
: Controleer het motoroliepeil elke 500 km (350 mijl) of voor een lange reis.
* 3
: Hij kan ook eerder vervangen worden als u toch onderhoud uitvoert aan andere onderdelen.
ONDERHOUDS-
INTERVAL
Aantal maanden of gereden kilometers, wat het eerst wordt bereikt
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 Mijl×1.000 10 20 30 40 50 60 70 80
Km×1.000 15 30 45 60 75 90 105 120
Aandrijfriemen * 1
IIII
Motorolie en oliefilter * 2
(2,0 TCI, 3,8L) R R R R R R R R
Luchtfilter I I R I I R I I
Bougies
Elke 165.000 km (110.000 mijl) vervangen of na 120 maanden * 3
ONDERHOUDSPUNT
G040100ABK

Page 295 of 377

Onderhoud
10
7
ONDERHOUDS-
INTERVAL
I : Controleren en indien nodig af- of bijstellen, reinigen of vervangen. R : Vervangen of verversen. * 4
: Controleer op vreemde bijgeluiden en/of motortrillingen en stel indien nodig af. Laat dit doen door een officiële HYUNDAI-
dealer.
* 5
: Hij kan ook eerder vervangen worden als u toch onderhoud uitvoert aan andere onderdelen.
* 6
: Het brandstoffilter geldt als onderhoudsvrij, maar regelmatige controle wordt aangeraden aangezien dit onderhoudsschema
afhankelijk is van de kwaliteit van de brandstof. Als er belangrijke storingen optreden zoals beperkte brandstofdoorvoer,
haperen van de motor, vermogensverlies, startproblemen, etc. vervang dan het brandstoffilter onmiddellijk ongeacht het
onderhoudsschema en neem contact op met een officiële HYUNDAI-dealer voor meer informatie.
Elke 96.000 km (60.000 mijl) of 48 maanden controleren * 5
ONDERHOUDSPUNT
ONDERHOUDSSCHEMA BIJ NORMAAL GEBRUIK
Aantal maanden of gereden kilometers, wat het eerst wordt bereikt
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 Mijl×1.00010 20 30 40 50 60 70 80
Km×1.000 15 30 45 60 75 90 105 120
Klepspeling * 4
Ontluchtingsslang en tankdop
II
Luchtfilter brandstoftank *6II
Vacuüm - en carterventilatieslangen I I
Vacuümslang (voor EGR en smoorklephuis)
III IIIII
(indien van toepassing)
Brandstoffilter
* 6
II

Page 296 of 377

711
Onderhoud
I : Controleren en indien nodig af- of bijstellen, reinigen of vervangen. R : Vervangen of verversen. *7
: Vul het koelsysteem alleen bij met gedestilleerd of gedemineraliseerd water en vul het koelsysteem niet bij met gewoon
kraanwater. Een onjuist koelvloeistofmengsel kan storingen en schade aan de motor veroorzaken.
* 8
: Hij kan ook eerder vervangen worden als u toch onderhoud uitvoert aan andere onderdelen.
ONDERHOUDS-
INTERVAL
Aantal maanden of gereden kilometers, wat het eerst wordt bereikt
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 Mijl×1,000 10 20 30 40 50 60 70 80
Km×1.000 15 30 45 60 75 90 105 120
Brandstofleidingen, -slangen en aansluitingen II
Koelsysteem
Koelvloeistof * 7
Accutoestand I I I I I I I I
Alle elektrische systemen I I I I
Remleidingen, -slangen en aansluitingen I I I I I I I I
Rempedaal, koppelingspedaalIIII
Parkeerrem I I I I
Rem-/koppelingsvloeistof
IRI RIRIR
Remschijven en remblokken I I I I I I I I
Eerste keer vervangen na 210.000 km (120.000 mijl) of 120 maanden: Vervolgens elke 30.000 km (20.000 mijl) of 24 maanden vervangen * 8
ONDERHOUDSPUNT
ONDERHOUDSSCHEMA BIJ NORMAAL GEBRUIK
Controleer het koelsysteem dagelijks op lekkage en vul indien nodig koelvloeistof bij
Controleer de waterpomp bij het vervangen van de aandrijfriem of distributieriem

Page 297 of 377

Onderhoud
12
7
I : Controleren en indien nodig af- of bijstellen, reinigen of vervangen. R : Vervangen of verversen. * 9
: Elke keer nadat het differentieel ondergedompeld is geweest in water moet de differentieelolie worden ververst.
Aantal maanden of gereden kilometers, wat het eerst wordt bereikt
Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96 Mijl×1,000 10 20 30 40 50 60 70 80
Km×1.000 15 30 45 60 75 90 105 120
Stuurbekrachtigingsvloeistof en -slangen I I I I I I I I
Stuurhuis, stuurstangen en stofhoezen I I I I I I I I
Aandrijfassen en aandrijfashoezen I I I I
Banden (spanning en profiel) I I I I I I I I
Voorwielophanging I I I I I I I I
Bouten en moeren van chassis en carrosserie I I I I I I I I
Koudemiddel airconditioning (indien van toepassing)III IIIII
Aircocompressor (indien van toepassing) I I I I I I I I
Interieurfilter (indien van toepassing) R R R R
Versnellingsbakolie
II
Automatische-transmissievloeistof II
Differentieelolie * 9
IIII
Cardanas I I I I
ONDERHOUDS-
INTERVAL
ONDERHOUDSPUNT
ONDERHOUDSSCHEMA BIJ NORMAAL GEBRUIK

Page 298 of 377

713
Onderhoud
G040200ABK
ONDERHOUD BIJ GEBRUIK ONDER ZWARE OMSTANDIGHEDEN
Controleer de volgende zaken vaker wanneer de auto veelvuldig onder zware rijomstandigheden wordt gebruikt.
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de juiste onderhoudsintervallen.
R: Vervangen I : Controleren en indien nodig af- of bijstellen, reinigen of vervangenMotorolie en oliefilter (2,0 TCI, 3,8L) R A, B, C, D, E, F,
G, H, I, K, L
Luchtfilter R C, E
Bougies R B, H
Versnellingsbakolie R Elke 120.000 km (80.000 mijl) C, D, E, G, H, I, K
Automatische transmissievloeistof R Elke 100.000 km (60.000 mijl) A, C, F, G, I
Stuurhuis, stuurstangen en stofhoezen I C, D, E, F, G
Differentieelolie R
C, E, G, H, J, K
ONDERHOUDSPUNTOnderhoudswer
kzaamhedenOnderhoudsinterval Rijomstandigheid
Afhankelijk van de omstandigheden vaker vervangen
Elke 7.500 km (4.500 mijl)
of 6 maanden
Afhankelijk van de omstandigheden vaker controleren
Afhankelijk van de omstandigheden
vaker vervangen
Elke 120.000 km (75.000 mijl)

Page 299 of 377

Onderhoud
14
7
Zware rijomstandigheden
A : Veel korte ritten
B : Langdurig stationair draaien
C : Rijden op stoffige, onverharde wegen
D : Rijden in gebieden waar veel zout of andere agressieve
stoffen worden gebruikt. Of rijden onder koude
weersomstandigheden
E : Rijden in een omgeving met veel zand
F : Voor meer dan 50% rijden in druk stadsverkeer bij temperaturen boven de 32°C (90°F) G : Rijden in heuvelachtige gebieden.
H : Rijden met een aanhanger
I : Politieauto's, taxi's, bedrijfsauto's of bij het slepen van een
auto
J : Rijden met snelheden boven 140 km/h (87 mph)
K : Rijden met snelheden boven 170 km/h (106 mph)
L : Rijden met veel optrekken en afremmen
ONDERHOUDSPUNT Onderhoudswerk
zaamheden Onderhoudsinterval
Rijomstandigheid
Cardanas IC
, E
Voorwielophanging I C, D, E, F, G
Schijfremmen en remblokken, I C, D, E, G, H
remklauwen en remschijven
Parkeerrem I C, D, G, H
Aandrijfassen en aandrijfashoezen I C, D, E, F
Interieurfilter (indien van toepassing) R C, E
Afhankelijk van de omstandigheden
vaker controleren
Afhankelijk van de omstandigheden vaker controleren
Afhankelijk van de omstandigheden vaker controleren
Afhankelijk van de omstandigheden vaker vervangen
Afhankelijk van de omstandigheden
vaker controleren
Elke 15.000 km (10.000 mijl)
of 12 maanden

Page 300 of 377

715
Onderhoud
UITLEG BIJ ONDERHOUDSSCHEMA
G050100AUN
Motorolie en oliefilter
De motorolie moet worden ververst en
het filter moet worden vervangen volgens
de intervallen van het
onderhoudsschema. Als er onderongunstige omstandigheden gereden
wordt, moet de olie vaker ververst en het
filter vaker vervangen worden.
G050200AUN Aandrijfriemen
Controleer alle aandrijfriemen op
tekenen van sneetjes, scheurtjes,
overmatige slijtage of verzadiging met
olie en vervang indien nodig. De
spanning van de aandrijfriemen moet
periodiek worden gecontroleerd en
indien nodig worden afgesteld. G050300ABH Brandstoffilter(element)
Door een verstopt filter kan de snelheid
waarmee gereden kan worden, afnemen,
het emissiesysteem beschadigd raken of
slecht aanslaan veroorzaakt worden. Als
zich in de brandstoftank te veel vuil
ophoopt, dient het filter mogelijk vaker
vervangen te worden.
Laat de motor na het plaatsen van een
nieuw filter enkele minuten draaien en
controleer de aansluitingen op lekkage.
Brandstoffilters moeten worden geplaatst
door een officiële HYUNDAI-dealer.
G050400ABH
Brandstofleidingen, -slangen en
aansluitingen
Controleer de brandstofleidingen, - slangen en aansluitingen op lekkage en
beschadigingen. Laat een officiële
HYUNDAI-dealer beschadigde of
lekkende onderdelen direct vervangen.

Page:   < prev 1-10 ... 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 ... 380 next >