Hyundai Grandeur 2003 Handleiding (in Dutch)

Page 51 of 211

1- 40 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
16. Controlelamp airbag
17. Kilometerteller/Dagteller
18. Kilometerteller/Reset-schakelaar
dagteller
19. Controlelamp elektronische motorregeling (MIL)
20. Koelvloeistoftemperatuurmeter
21. Verlichting schakelkwadrant van automatische transmissie (Indien aanwezig)
22. Controlelamp brandstofreserve
23. Controlelamp ABS
B260A03L-GXT INSTRUMENTENPANEEL EN CONTROLELAMPEN (Conventional type)
1. Controlelamp automatische
snelheidsregeling (Indien aanwezig)
2. Toerenteller
3. Controlelamp richtingaanwijzers
4. Snelheidsmeter
5. Controlelamp grootlicht
6. Brandstofmeter
7. Traction control controlelampen (Indien aanwezig)
8. Mistlampen 9. Remlicht/achterverlichting controle
lamp
10. Controlelamp handrem/ remvloeistofpeil
11. Comtroelamp veiligheidsgordel
12. Controlelamp laadstroom
13. Controlelamp niet goed gesloten portier
14. Controlelamp oliedruk
15. Waarschuwingslamp geopend kofferdeksel B260A03L
1
2
3435
67
89 1 011
1213
1415
16 17 18 19 20 21 22
23

Page 52 of 211

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 41
B260A04L
1
2
4
3
3
56 78
9
10 11 1213
14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
B260B01L-GXT INSTRUMENTENPANEEL EN CONTROLELAMPEN (Super vision type)
1. Koelvloeistoftemperatuurmeter
2. Toerenteller
3. Controlelamp richtingaanwijzers
4. Controlelamp grootlicht
5. Snelheidsmeter
6. Mistlampen
7. Controlelamp automatische snelheidsregeling(Indien aanwezig)
8. Brandstofmeter 9. Traction control controlelampen
(Indien aanwezig)
10. Remlicht/achterverlichting controle lamp
11. Controlelamp niet goed gesloten portier
12. Comtroelamp veiligheidsgordel
13. Waarschuwingslamp geopend kofferdeksel
14. Controlelamp laadstroom
15. Controlelamp handrem/ remvloeistofpeil 16. Controlelamp oliedruk
17. Controlelamp airbag
18. Verlichting schakelkwadrant van
automatische transmissie
(Indien aanwezig)
19. Kilometerteller/Dagteller
20. Kilometerteller/Reset-schakelaar dagteller
21. Controlelamp elektronische motorregeling (MIL)
22. Controlelamp brandstofreserve
23. Controlelamp ABS

Page 53 of 211

1- 42 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B260F01A-AXT
CONTROLELAMP GROOTLICHT
Deze blauwe controlelamp gaat
branden zodra het grootlicht wordt ingeschakeld.
B260C02L-GXT
TRACTION CONTROL CONTROLELAMPEN(Indien aanwezig)
De controlelamp van de De werking van de controlelampen voor de trac- tion control (aandrijfregeling) isafhankelijk van de stand van de schakelaar en of het systeem al of niet in werking is. Deze lampen gaan
B260P01L-GXT
CONTROLELAMP ABS
Als de contactsleutel in de stand "ON" wordt gedraaid, zal de controlelamp voor het ABS gaanbranden en na enkele seconden doven. Als de controlelamp blijft branden, gaat branden tijdens het rijdenof niet gaat branden als de contactsleutel in de stand "ON" wordt gedraaid, betekent dit dat er een stor-ing in het ABS systeem is opgetreden. Laat uw auto in dit geval zo snel mogelijk door een Hyundai dealercontroleren. Het normale remsysteem blijft echter werken, maar zonder de assistentie van het ABS systeem.
ZB110G1-AX
CONTROLELAMP
RICHTINGAANWIJZERS
Als de richtingaanwijzers worden ingeschakeld gaat deze groene controlelamp knipperen. Als de lamp wel brandt, maar niet knippert, snellerknippert dan normaal of niet brandt, geeft dit een storing in de richtingaanwijzerinstallatie aan.
WAARSHCUWING:
Als de waarschuwingslampen voor
ABS SRI en handrem/ remvloeistofpeil beiden blijvenbranden met het contactslot in de stand "ON", of tijdens het rijden gaan branden, betekent dit dat ermogelijk een storing is in het EBD Systeem (elektronische remkrachtverdeling).
Indien dit het geval is moet sterk
afremmen worden voorkomen enmoet de auto zo snel mogelijk door uw Hyundai dealer worden gecontroleerd.!
branden als het contactslot in de stand "ON" wordt gezet, maar moeten doven zodra de motor is gestart. Als deTCS-OFF aanduiding knippert of blijft branden, moet het systeem door uw Hyundai dealer worden gecontroleerd.Zie deel 2 voor meer informatie over het TCS-systeem.
B260E01L-GXT WAARSCHUWINGSLAMP VEILIGHEIDSGORDELS
De waarschuwingslamp voor de
veiligheidsgordels knippert gedurende 6 seconden als het contact van destand "OFF" in de stand "ON" of "START" wordt gezet.

Page 54 of 211

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 43
B260H01L-AXT
CONTROLELAMPJE HANDREM/REMVLOEISTOFNIVEAU
ZB110K1-AX
CONTROLELAMP OLIEDRUKZB110N1-AX CONTROLELAMP NIET
GOED GESLOTEN
ACHTERKLEP
Deze lamp gaat branden in het geval de achterklep niet goed is gesloten.
B260A01Y-GXT CONTROLELAMP MISTLAMPEN
De controlelamp van de mistlampen gaat branden met het contact in de "ON"-stand en ingeschakeldemistlampen. LEP OP:
Als deze lamp bij draaiende motor
gaat branden moet de motor directworden afgezet teneinde ernstige motorschade te voorkomen. Deze controlelamp gaat branden als deoliedruk te laag is. De lamp gaat branden zodra het contact wordt aangezet, maar moet doven als demotor is gestart. Blijft deze lamp bij draaiende motor branden, dan bevindt zich een ernstige storingin het smeersysteem van de motor. Is dit het geval, dan moet de motor
direct worden afgezet en moet het oliepeil worden gecontroleerd. Als het oliepeil te laag is, moet devoorgeschreven olie worden bijgevuld en moet de motor opnieuw worden gestart. Als decontrolelamp blijft branden moet de motor direct worden afgezet. Raadpleeg in dat geval een officiëleHyundai dealer.
!
WAARSCHUWING:
Als u vermoedt dat het remsysteem een storing vertoont, de remmen zo snel mogelijk door een Hyundai- dealer laten controleren. Rijden ineen auto met een storing in het elektrische of het hydraulische gedeelte van het remsysteem isgevaarlijk en kan tot ernstig persoonlijk letsel leiden. Werking van het controlelampje Het controlelampje handrem/ remvloeistofniveau gaat branden als de handrem is aangetrokken en decontactsleutel in de stand "ON" of "START" wordt gedraaid. Nadat de motor is gestart en de handrem wordtlosgezet, dooft het lampje.Als de handrem niet is aangetrokken,gaat het controlelampje circa 3 seconden branden wanneer de contactsleutel in de stand "ON" wordt
!

Page 55 of 211

1- 44 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B260L01Y-AYT
CONTROLELAMP EN ZOEMER NIET GOEDGESLOTEN PORTIER
De controlelamp voor niet goed gesloten portier waarschuwt dat eenportier niet volledig is gesloten en de gong geeft aan dat het bestuurdersportier niet volledig isgesloten.
N.B.: Als waarschuwing dat de sleutelniet in de auto moet worden achtergelaten, gaat de controlelamp branden als de sleutel zich in destand "LOCK" bevindt en een portier is geopend. De zoemer klinkt alleen als de sleutel zich inde vergrendelde stand bevindt en het bestuurdersportier is geopend. De zoemer klinkt en de lamp blijftbranden tot de sleutel uit het con- tact is verwijderd.
ZB110M1-AX
CONTROLELAMP LAADSTROOM
Deze lamp moet gaan branden als het contact wordt aangezet, maar moet doven zodra de motor draait. Als de lamp bij draaiende motor gaatbranden, bevindt zich een storing in het elektrisch systeem. Als de lamp tijdens het rijden gaat branden, moetworden gecontroleerd of de V-riem in orde is. Open de motorkap en controleer de spanning van de V-riem. De riem is goed afgesteld als hij in het midden van het langste gedeelte 9 tot 10.4 mm kan worden ingedrukt;oefen hierbij een druk uit van circa 10 kg of raadpleeg een Hyundai dealer.
gedraaid, waarna het dooft. Indien hetcontrolelampje op een ander moment gaat branden, de auto op een veiligeplaats tot stilstand brengen.Het controlelampje remvloeistofniveaugeeft aan dat het remvloeistofniveau in het reservoir van de hoofdremcilinder te ver is gedaald.Vul remvloeistof overeenkomstig DOT 3 of DOT 4 specificaties bij. Rijd, nadat remvloeistof is bijgevuld en ergeen ander probleem is gevonden, de auto onmiddellijk voorzichtig naar een Hyundai-dealer om het remsysteemte laten controleren. Indien er een ander probleem wordt gevonden, niet verder rijden met de auto, maar dezedoor een auto-ambulance of op een andere veilige manier naar een dealer laten vervoeren. Uw Hyundai is uitgerust met een diagonaal gescheiden remsysteem. Dit houdt in dat er nog met twee wielenkan worden geremd als één van de systemen uitvalt. Als slechts één van de systemen nog werkt is de slagvan het rempedaal groter en is een grotere druk op het pedaal vereist om de auto tot stilstand te brengen.Tevens is de remweg van de auto langer. Als de remmen weigeren tijdens het rijden, terugschakelen naar een lagere versnelling voor extraremwerking van de motor en de auto zo spoedig mogelijk op een veilige plaats tot stilstand brengen.

Page 56 of 211

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 45
B260Q01HP-DXT
CONTROLELAMP CRUISE CONTROL (Indien aanwezig)
Deze controlelamp gaat branden als
de Cruise Control met de bedieningsschakelaar is ingesteld. Decontrolelamp brandt niet wanneer alleen de hoofdschakelaar voor de Cruise Control is geactiveerd. Meerinformatie over het gebruik van de Cruise Control begint op blz. 1-74.
ZB110P1-AX
CONTROLELAMP BENZINE-RESERVE
Deze lamp gaat branden zodra de reserve-inhoud van de tank wordt bereikt. Tank in dit geval zo spoedig mogelijk. Als de naald van debenzinemeter op "E" of lager staat, kan dit het overslaan van de motor en daarmee een sto-ring aan dekatalysator tot gevolg hebben.
B260B01L-AXT SRS (AIRBAG) SERVICE CONTROLELAMPJE (SRI)
Als de contactsleutel in de stand "ON" wordt gedraaid of als de motor wordt gestart, knippert het service- controlelampje (SRI) van hetaanvullend veiligheidssysteem (SRS) gedurende 6 seconden, waarna het dooft. Het SRI gaat ook branden als het SRS een storing vertoont. Laat het SRS door een geautoriseerde Hyundai- dealer controleren, als het SRI nietgaat branden, of continu blijft brandenB260N02FC-GXT STORINGS CONTROLELAMP
Deze lamp brandt als er een storing is geregistreerd die invloed heeft opde uitlaatgassen; hiermee wordt aangegeven dat de storing in het systeem een negatieve invloed heeftop de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen. Hij gaat branden wanneer het contact wordt aangezeten hij gaat vervolgens uit na het starten van de motor. Als hij gaat branden tijdens het rijden of wanneerhij niet gaat branden als het contact wordt aangezet, moet u het systeem door de dichtstbijzijnde Hyundai dealerlaten controleren.
nadat het 6 seconden heeft geknipperd, of een seconde dooft nadat het ongeveer 6 seconden heeftgebrand en vervolgens weer continu gaat branden wanneer de contactsleutel in de stand "ON" isgedraaid of als de motor is gestart, of als het tijdens het rijden gaat branden.
B270B01L-AXT
REMLICHT / ACHTERVERLICHTINGCONTROLE LAMP
Als de handrem wordt aangetrokken of de achterverlichting wordtingeschakeld en de Remlicht / achterverlichting controle lamp gaat branden controleer dan hetremsysteem en/of de achterverlichting.

Page 57 of 211

1- 46 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
ZB110T1-AX KOELVLOEISTOF TEMPERATUUR METER
ZB110S1-AX BENZINEMETER
HXGS243
HXGS244
Conventional type
Super vision type
De benzinemeter geeft de hoeveelheid benzine in de tank aan. De tankinhoud is vermeld in hoofdstuk 9. WAARSCHUWING:
Verwijder nooit de dop van de
radiateur wanneer de motor warm is. De koelvloeistof staat onder druk en kan uit de radiateur spuiten, waardoor ernstige brandwondenkunnen ontstaan. Wacht tot de motor is afgekoeld voordat nieuwe koelvloeistof wordt bijgevuld. Conventional type
Super vision type
B270A01A-AXT REMBLOKSLIJTAGE-INDICA- TOR (Akoestisch) De remblokken van de voorwielen zijn voorzien van een slijtage-indicator die een hoog of schrapend geluid veroorzaakt zodra de remblokkenmoeten worden vernieuwd. Dit geluid is hoorbaar als met de auto wordt gereden. Bovendien kan het geluidwaarneembaar zijn als het rempedaal krachtig wordt ingedrukt. Als de remblokken niet worden vervangenheeft dit een kostbare vernieuwing van de remschijven tot gevolg.
!

Page 58 of 211

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 47
ZB110W1-BX DAGTELLER
De naald van dekoelvloeistoftemperatuurmeter moet ongeveer in het midden staan. Als denaald zich naar "H" (Hot) beweegt, stop dan zo snel mogelijk en zet de motor af. Open vervolgens demotorkap en controleer het koelvloeistofniveau in het kunststof expansievat rechts in de motorruimte.
HXGS242
Voor het registreren van de gereden afstand. Druk op de resetknop voorhet op 0 zetten van de dagteller. Conventional type
Super vision type B330A01L-AXT TOERENTELLER
HXGS241
HXG249-1
Conventional type Super vision type
De toerenteller geeft het aantal
omwentelingen van de motor per minuut aan t/min. Conventional type
Super vision type
LET OP:
Laat de motor nooit met een
zodanig toerental draaien dat denaald in de rode zone staat. Dit kan ernstige motorschade tot gevolg hebben. B310B01GK-GXT KILOMETERTELLER/ DAGTELLER Werking van de digitale kilometerteller/dagteller Als de terugstelknop aan de rechterzijde van de snelheidsmeter bijaangezet contact wordt ingedrukt, verschijnt het volgende op het dis- play:
!

Page 59 of 211

1- 48 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
N.B.:
Manipulaties aan de kilometerteller
hebben het verlies van de garantie tot gevolg.
2. Dagteller Geeft de afstand van 2 trajecten aan
in kilometers.
TRAJECT A: eerste afstand die u
hebt afgelegd vanaf het startpunt tot de eerste bestemming. TRAJECT B: tweede afstand die u
hebt afgelegd vanaf de eerste bestemming tot de eindbestemming.
TRAJECT A naar TRAJECT B. Als
de toets 1 seconden wordt ingedrukt, wordt de waarde op 0 gezet.
HHP269-2
B360B01Y-GXT SCHAKELAAR MISTLAMPEN De mistlampen worden ingeschakeld door de schakelaar in te drukken. De mistlampen werken alleen bij ontstoken verlichting.
1. Kilometerteller De kilometerteller geeft de totaal gereden afstand in kilometers aan en is een nuttig instrument voor hetaanhouden van de voorgeschreven onderhoudstermijnen.
B310B02L
Super vision type
B310B01L
Conventional type

Page 60 of 211

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 49
B360A02L
B360A01Y-GXT SCHAKELAAR MISTACHTERLICHT Druk de schakelaar in om het mistachterlicht in te schakelen. Hetlicht werkt alleen bij aangezet contact en met de verlichtingsschakelaar in stand twee. ZB120B1-AX Richtingaanwijzers voor kleine richtingveranderingen
ZB120A1-AX MULTISCHAKELAAR (RICHTINGAAN- WIJZERS,
GROOT EN DIMLICHT)
Richtingaanwijzers Door de schakelaar naar beneden te
bewegen werken de richtingaanwijzers aan de linkerzijde van de wagen. Doorde schakelaar naar boven te drukken werken de richtingaanwijzers aan de rechterzijde. Nadat het stuurwiel in derechtuit stand terug komt, keert de schakelaar automatisch in de middenstand terug waardoortegelijkertijd de richtingaanwijzers worden uitgeschakeld. Als de controlelamp sneller dan normaalknippert, blijft branden of niet brandt, geeft dit een storing in de richtingaanwijzerinstallatie aan.Controleer de zekering, de gloeilampen of raadpleeg uw Hyundai dealer.HHP269-1
Voor het veranderen van rijbaan e.d. is het voldoende de schakelaar zoverte bewegen tot de richtingaanwijzers in werking treden. Na het loslaten keert de schakelaar automatisch inde ruststand terug.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 220 next >