Hyundai Grandeur 2003 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2003, Model line: Grandeur, Model: Hyundai Grandeur 2003Pages: 211, PDF Size: 6.37 MB
Page 31 of 211

1- 20 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
ZB090K1-AX Vervangen van de veiligheidsgordels Het is van belang dat de gehele
veiligheidsgordel wordt vervangen als hij ten gevolge van een aanrijding zwaar is belast. Dit geldt ook alsuiterlijk geen beschadigingen zichtbaar zijn. Raadpleeg hieromtrent uw Hyundai dealer.
ZB090J1-AX Houd de gordels schoon en droog De veiligheidsgordels moeten schoon en droog worden gehouden. De gordelskunnen worden gereinigd met warm water waaraan een zachte zeep is toegevoegd. De gordels mogen nooitmet bleekmiddelen, verf, oplosmiddelen of schurende produkten worden behandeld, omdat dezemiddelen het weefsel aantasten.
ZB090I1-AX Regelmatige inspectie Het is aan te bevelen de veiligheidsgordels regelmatig op beschadigingen en slijtage te laten controleren. Beschadigde onderdelenmoeten zo snel mogelijk worden vervangen.
B170A01L-GXTIN HOOGTE VERSTELBARE
VEILIGHEIDSGORDELS, VOOR
B170A01L
U kunt de hoogte van de
schoudergordel-verankering in een van de vier posities instellen.
Als de hoogte te dicht bij de hals is
ingesteld, heeft u niet de optimale bescherming. Het schoudergedeelte moet zodanig worden ingesteld dat hijover de borst loopt en over de schouder, dichter bij het portier dan bij de hals.
Verplaats de verankering van de
veiligheidsgordel naar boven of naarbeneden om de hoogte in de gewenstestand af te stellen. Trek de verankering omhoog om hem hoger in te stellen.
Page 32 of 211

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 21
ZB090T1-HX 3-PUNTS VEILIGHEIDSGORDEL
Druk hem naar beneden met ingedrukte hoogte-instelknop om de verankering te verlagen.Laat de knop los om de verankeringte vergrendelen. Probeer de knop teverplaatsen om te controleren of hij goed is vergrendeld.
WAARSCHUWING:
o Het verstelmechanisme moet tijdens het rijden zijnvergrendeld.
o Een onjuiste afstelling van de schouderhoogte van de veiligheidsgordel kan er toeleiden dat de gordel niet optimaal functioneert bij een aanrijding.
!
B180A01L B200A01L
Trek de gordel gelijkmatig uit het
oprolmechanisme en steek de slottong in het slot. De slottong moet hoorbaar aangrijpen.
De lengte van de veiligheidsgordel
past zich automatisch aan de zitpositie aan. Het oprolmechanisme blokkeertde veiligheidsgordel bij een noodstop of een aanrijding, maar ook bij abrupte bewegingen naar voren. ZB090U1-AX Gordel verstellen Het heupgedeelte moet over het bekken liggen en niet over de buik. Als de gordel te hoog zit, bestaat de kans dat u bij een aanrijding onder degordel doorschuift. De schoudergordel moet over de schouder liggen en niet onder de oksel.
Page 33 of 211

1- 22 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B220A01L-AXT VEILIGHEIDSGORDELS – Middelste zitplaats opachterbank, 3-puntsgordel met gordelblokkering
ZB090V1-AX Het losmaken van de veiligheidsgordel
B220A01L
(a)
(c)
(b) (d)
B210A01L
B220A02Y
De veiligheidsgordel wordt ontgrendeld door de knop in het slot in te drukken.De gordel wordt dan door het oprolmechanisme opgerold. Is dit niet het geval, dan moet wordengecontroleerd of de gordel niet is verdraaid.
1. Controleer voordat de gordel voor
de middelste zitplaats op de achterbank wordt vastgemaakt, ofde metalen slottong (a) en het slot (b) in elkaar aangrijpen.
2. Trek, als dit in orde is, de veiligheidsgordel uit hetoprolmechanisme en steek de metalen slottong (c) in het slot (d). Er is een "klik" hoorbaar als de
slottong in het slot aangrijpt. Deveiligheidsgordel wordt alleenautomatisch op de juiste lengte afgesteld, nadat de heupgordel met de hand zonder speling over deheupen is getrokken. Wanneer langzaam en rustig voorover wordt gebogen, wordt de gordel uitgetrokkenen kan de inzittende zich bewegen. Bij een onverhoedse stop of een aanrijding wordt de gordel in de standgeblokkeerd. Hij blokkeert ook als de inzittende zich te snel naar
voren beweegt.
Page 34 of 211

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 23
B220C01Y-GXT Veiligheidsgordel losmaken
WAARSCHUWING:
o Bij gebruik van de middelste veiligheidsgordel voor deachterbank, moeten alle slottongen en sloten zijnvergrendeld. Als één van de metalen slottongen of sloten niet is vergrendeld, neemt de kansop verwondingen bij een aanrijding toe.
o De metalen slottong (a) en het slot (b) mogen alleen in de volgende gevallen wordenlosgemaakt.
(1) Wanneer de neerklapbare rugleuning wordt neergeklapt.
(2) Wanneer de achterste veiligheidsgordels door andere voorwerpen kunnen wordenbeschadigd.
o Sluit de metalen slottong (a) onmiddellijk weer op het slot (b)aan nadat de rugleuningenrechtop zijn geplaatst.
o Breng een puntig gereedschap aan in de groef op de gesp (b)om de metalen lip (a) los te maken van de gesp (b).
!
B220C01L
Voor het losmaken van de
veiligheidsgordel moet de knop in het slot worden ingedrukt. WAARSCHUWING:
Het slotmechanisme voor de middelste veiligheidsgordel van de achterbank, is anders dan dat voor de schoudergordels. Controleer bijhet vastmaken van de middelste gordel of de schoudergordels of de slottongen in de juiste slotenworden aangebracht, zodat een maximale bescherming van de veiligheidsgordels wordt verkregenen een goede werking is gewaarborgd.
!
Page 35 of 211

1- 24 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
bepaald veiligheidssysteem voor kinderen wordt aangeschaft, moet worden gecontroleerd of het systeemvoor uw auto en de veiligheidsgordels geschikt is en passend is voor uw kind. Volg bij het installeren van hetveiligheidssysteem voor kinderen alle instructies die door de fabrikant van het systeem worden gegeven. de gordelsloten worden gecontroleerd, voordat het kind in de auto wordt geplaatst.
o Als het veiligheidssysteem voor kinderen niet in gebruik is, moethet in de bagageruimte wordenopgeborgen of zodanig worden vastgezet dat het bij sterk afremmen of een aanrijding nietnaar voren wordt geslingerd.
o Kinderen die te groot zijn voor het veiligheidssysteem voor kinderen, moeten op de achterbank in de aanwezigegordel zitten.
o Let erop dat het schoudergedeelte van de buitenste driepuntsgordelin het midden van de schouder ligt, nooit tegen de nek. Door het kind dichter bij het midden vande bank te plaatsen, kan een betere aanligging van de gordel worden verkregen. Hetheupgedeelte van de driepuntsgordel of de middelste heupgordel moet zo laagmogelijk op de heup van het kind en zo prettig mogelijk aanliggen.
B230A03A-AXT VEILIGHEIDSSYSTEEM VOOR KINDEREN Kinderen moeten in de auto altijd op de achterbank in een veiligheidssysteem worden meegenomen, zodat de kans opverwondingen bij een aanrijding, plotseling afremmen of plotselinge manoeuvres wordt beperkt. Volgensongevalstatistieken zijn kinderen veiliger als ze op de juiste wijze in een veiligheidsvoorziening op deachterbank dan op de voorstoel worden meegenomen. Grotere kinderen moeten een van de aanwezigeveiligheidsgordels gebruiken.Volgens de wet moet voor kindereneen veiligheidssysteem voor kinderenworden gebruikt. Kleine kinderen moeten in de auto in een veiligheidssysteem (kinderzitje) wordenmeegenomen.Kinderen kunnen bij een aanrijdinggewond raken als hun veiligheidssysteem niet correct is bevestigd. Voor kleine kinderen enbaby's moet een kinderzitje of babyzitje worden gebruikt. Voordat een
WAARSCHUWING:
o Een veiligheidssysteem voor kinderen moet op de achterbankworden bevestigd. Een kinder- of babystoeltje mag nooit op devoorstoel worden bevestigd.Als bij de een aanrijding de zij-airbag aan passagierszijde in werking treedt, kan het kind of de baby in het kinder- ofbabystoeltje levensgevaarlijk gewond raken. Gebruik daarom een veiligheidssysteem voorkinderen alleen op de achterbank.
o Omdat een veiligheidsgordel of
een veiligheidssysteem voorkinderen in een afgesloten stilstaande auto zeer warm kan worden, moeten de stoelhoes en
!
Page 36 of 211

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 25
o Als de veiligheidsgordel niet
volledig passend is voor het kind, moet een goedgekeurde zitblokop de achterbank worden gebruikt, zodat de zithoogte van het kind wordt aangepast aan deaanwezige veiligheidsgordel.
o Laat nooit een kind op de zitting
staan of knielen.
o Gebruik nooit een babydrager of
kinderzitje dat over de rugleuning"haakt"; het kan bij een aanrijding onvoldoende bescherming geven.
o Laat onder het rijden een inzittende nooit een kind in dearmen houden; hierdoor kan het kind bij een aanrijding of eensterke afremming ernstig gewond raken. Het vasthouden van een kind tijdens het rijden biedt geenenkele vorm van bescherming, zelfs niet als de betreffende persoon de veiligheidsgordelheeft omgegespt.
o Wanneer het kinderzitje niet cor- rect is bevestigd, neemt de kans op ernstige of dodelijk letsel bij een ongeval sterk toe.B230F01A-GXT Op middelste plaats op achterbank aanbrengen
B235G01Y-1
Gebruik de middelste veiligheidsgordel
om het veiligheidssysteem voor kinderen, zoals afgebeeld, te bevestigen. Probeer na het aanbrengen het kinderzitje voor- enachteruit en zijdelings te bewegen om te controleren of het goed door de gordel wordt vastgehouden.
Als het zitje kan worden bewogen
moet de lengte van de veiligheidsgordel worden gewijzigd. Haak vervolgens de haak van debevestigingsband in de bevestiging en zet het zitje vast. Raadpleeg altijd de aanwijzingen van de fabrikantvoordat het veiligheidssysteem voor kinderen in uw auto wordt aangebracht. B230G01A-GXT Op buitenste plaats van achterbank aanbrengen
B230G01L
Trek de driepuntsgordel uit het oprolmechanisme om het kinderzitjeop de buitenste plaats van de achterbank aan te kunnen brengen. Breng het kinderzitje aan, sluit deveiligheidsgordel en trek de gordel strak. Let erop dat de heupgordel strak om het kinderzitje zit en dat deschoudergordel zodanig is aangebracht dat deze niet tegen het
Page 37 of 211

1- 26 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B230B01TB
hoofd of de nek van het kind kan komen. Tracht het kinderzitje na het aanbrengen in alle richtingen tebewegen, om te controleren of het zitje veilig is bevestigd. Als de gordel strakker moet worden getrokken, trek dan de gordel naar het oprolmechanisme. Wanneer deveiligheidsgordel wordt losgemaakt en kan oprollen, zal het oprolmechanisme de veiligheidsgordel automatisch weerin de stand voor gebruik door een normaal zittende passagier brengen. N.B.:
o Raadpleeg de aanwijzingen van
de fabrikant voordat het veiligheidssysteem voor kinderenin de auto wordt aangebracht.
o Als de veiligheidsgordel niet
overeenkomstig de beschrijving werkt, moet het systeem direct door uw Hyundai dealer wordengecontroleerd. WAARSCHUWING:
Bevestig geen veiligheidssysteem
voor kinderen op de voorstoel. Als bij een aanrijding de zij-airbag aan passagierszijde in werking treedt,kan het kind of de baby in het kinder- of babystoeltje levensgevaarlijk gewond raken.Gebruik daarom een veiligheidssysteem voor kinderen alleen op de achterbank.
!
B230B02A-GXT Kinderzitje met "Tether Anchor- age" systeem gebruiken
Bout, bevestiging (5/16"-30 mm) Ring, conische veerBevestiging, haak van
veiligheidssysteem voor kinderen
Voor kleine kinderen en baby's wordt
het gebruik van een kinderzitje of babyzitje sterk aanbevolen. Dit kinderzitje of babyzitje moet passend zijn voor de lengte van het kind enmoet overeenkomstig de instructies van de fabrikant worden aangebracht. Verder wordt aanbevolen om het zitjeop de achterbank te plaatsen, omdat hierdoor de veiligheid belangrijk wordt verhoogd. Uw auto is voorzien vandrie bevestigingen voor een kinde- rzitje. Vulring (2mm), bevestiging haak kinderstoeltje
Bevestigingsring
Page 38 of 211

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 27
B230C03Y
B230C02A-E
Voorzijde van auto Verankeringspunt voor
kinderstoeltje
Haak bevesting
2. Leg de gordel van het kinderzitje over de rugleuning van de achterbank.
Bij auto's met verstelbare hoofdsteunen moet de gordel onder de hoofdsteun tussen de beidestangen aan de bevestiging worden gelegd.
3. Bevestig de haak van de gordel aan het kinderzitje en trek de gordel strak.
B230C03A-GXT Kinderzitje met "Tether Anchor- age" systeem bevestigen Op de hoedenplank zijn drie bevestigingsogen aangebracht voor de bevestiging van de gordels van een kinderstoeltje.
Afdekking verankeringspunt
Verankeringspunt voor kinderstoeltje
1. Open de afdekking van de bevestiging op de hoedenplank
Page 39 of 211

1- 28 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
Duo/ Römer ISOFIX GR1 en de Römer Duo ISOFIX / Britax Duo ISOFIX goedgekeurd overeenkomstigde ECE-R44 norm. Dit zitje is door Hyundai uitgebreid getest en aanbevolen voor uw Hyundai. N.B.: Op dit moment is dit zitje hetenige dat aan de normen voldoet.In het geval dat andere fabrikanten een overeenkomstige goedkeuringkunnen overleggen, zal Hyundaidat zitje zorgvuldig beoordelenen aanbevelen als het aan denormen voldoet. Raadpleeg uwHyundai dealer voor meer informatie over dit onderwerp.ISOFIX-bevestiging
B230D02L
Aan beide zijden van de achterbank,
tussen de zitting en de rugleuning, bevinden zich een paar ISOFIX bevestigingspunten, terwijl aan dehoedenplank bevestigingspunten voor de bovenzijde van het zitje zijn aangebracht. Druk het zitje bij hetaanbrengen zodanig op de bevestiging dat het hoorbaar aangrijpt (controleer de bevestiging door er aan te trekken!)en bevestig het zitje met de bovenste bevestigingsband aan de hoedenplank. Volg bij het aanbrengen en het gebruikvan het kinderzitje de aanwijzingen in de montagehandleiding voor het ISOFIX-zitje.
B230D03E-GXT
Kinderzitje met "ISOFIX" systeem en "Tether Anchorage" systeem bevestigen
ISOFIX is een gestandaardiseerde bevestigingsmethode voor kinderzitjes. Hierdoor hoeft het kinderzitje niet meer met de standaard aanwezigeveiligheidsgordel te worden bevestigd. Op deze wijze wordt een veilige en solide bevestiging verkregen diebovendien eenvoudig en snel kan worden gemonteerd. Een ISOFIX-zitje kan alleen worden aangebracht als de auto voldoet aande ECE-R44 norm. Voor uw Hyundai is de Hyundai ISOFIX GR 1 / Hyundai
B230D01L
ISOFIX-bevestiging positie-indicator
Page 40 of 211

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 29
Kinderzitje aanbrengen
B230E01L o Bevestig niet meer dan één
kinderzitje met een enkelvoudige gordel of aan het onderstebevestigingspunt. Door de hogere belasting kunnen de bevestigingspunten of kan degordel breken, met ernstig of dodelijk letsel als gevolg.
o Bevestig ISOFIX of ISOFIX- vergelijkbare kinderzitjes alleenop de afgebeelde plaatsen.
o Volg altijd de montage- en gebruiksvoorschriften van de fabrikant van het kinderzitje op.
WAARSCHUWING:
o Breng geen kinderzitje met gebruikmaking van de ISOFIX-bevestigingspunten op demiddelste zitplaats op de achterbank aan. De ISOFIX- bevestigingspunten wordenalleen voor de linker en rechter buitenste zitplaats geleverd. Gebruik de ISOFIX-bevestigingspunten niet op de verkeerde manier door een kinderzitje op de middelstezitplaats aan de ISOFIX- bevestigingspunten te bevestigen. De ISOFIX-gordels van hetkinderzitje zijn misschien niet sterk genoeg om bij een ongeval het zitje op de middelste zitplaatsvast te houden en kunnen breken, met ernstig of dodelijk letsel als gevolg.
1. Druk het slot van het zitje bij het
aanbrengen in de ISOFIXbevestiging. Er moet een "klik"hoorbaar zijn.
!
N.B.: Een ISOFIX-zitje kan alleenworden aangebracht als dezitting in de auto voldoet aan de ECE-R44 norm. Voordat een ISOFIX-zitje wordt gebruikt datvoor een andere auto is bestemd,moet aan uw Hyundai-dealerworden gevraagd of dat type zitjevoor uw Hyundai is goedgekeurd en aanbevolen. 2. Bevestig de haak van de bovenste
bevestigingsband aan de houder aan en trek de band aan om hetzitje goed vast te zetten. Raadpleeg "Kinderzitje met Tether Anchorage Systeem bevestigen" op bladzijde1-27.