JEEP COMPASS 2020 Instructieboek (in Dutch)
Page 131 of 370
129
"Universele" kinderzitjes
De  afbeeldingen  in  de  volgende  para-
grafen  zijn  voorbeelden  van  elk  type
universeel  kinderzitje.  Kenmerkende
installaties  worden  getoond.  Installeer
altijd  uw  kinderzitje  volgens  de  aanwij-
zingen  van  de  fabrikant  van  het  kinder -
zitje, die meegeleverd moeten zijn met dit
type veiligheidssysteem.
Kinderzitjes met  ISOFIX-ankerpunten zijn
beschikbaar om het kinderzitje in de auto
te installeren zonder de veiligheidsgordels
van de auto gebruiken.
klasse 0 en 0+
Afb. A Veiligheidsdeskundigen  raden  aan  om
kinderen zo lang mogelijk tegen de rijrichting
in  gericht  in  het  voertuig  te  vervoeren.
Kinderen  tot  13  kg  moeten  worden  vastge
-
gespt  in  een  naar  achteren  gericht  kinder -
zitje,  zoals  afgebeeld  op  afbeelding  A.  Dit
type  kinderzitje  ondersteunt  het  hoofd  van
het kind en oefent geen kracht uit op de nek
bij een plotselinge vertraging of botsing.
Het naar achteren gerichte kinderzitje wordt
tegengehouden  door  de  veiligheidsgordels
van  het  voertuig,  zoals  weergegeven  op  afb.
A.  Het  kinderzitje  beschermt  het  kind  met
zijn eigen vierpuntsgordel.
 WAARSCHUWING!
Zeer  gevaarlijk!  Plaats  een  naar  achter
gericht  kinderzitje  niet  voor  een  actieve
airbag.  Lees  ook  de  informatiestickers  op
de  zonneklep.  Activering  van  de  airbag  bij
een  ongeval  kan  leiden  tot  dodelijk  letsel
aan  de  baby,  ongeacht  de  ernst  van  de
botsing. Wij raden u aan kinderen altijd in
een  kinderzitje  op  de  achterbank  te
voeren,  de  best  beschermde  positie  in  het
geval van een aanrijding.
 WAARSCHUWING!
Mocht  het  nodig  zijn  om  een  kind  op  de
passagiersstoel  te  vervoeren  in  een  naar
achteren  gericht  kinderzitje,  dan  moeten
de  front-  en  zij-airbag  aan  de
passagierszijde  (voor  bepaalde
uitvoeringen/landen) worden uitgeschakeld
via  het  menu  Setup  (instellingen).
Deactivering  moet  worden  geverifieerd
door  te  controleren  of  het
waarschuwingslampje  op  het
instrumentenpaneel  brandt.  De
passagiersstoel  moet  ook  zo  ver  mogelijk
naar  achteren  worden  geplaatst  om  te
voorkomen dat het kinderzitje in aanraking
komt met het dashboard. WAARSCHUWING!
Plaats  nooit  een  naar  achter  gericht
kinderzitje voor een actieve airbag. Als de
frontairbag  aan  de  passagierszijde  wordt
opgeblazen,  kan  een  kind  van  12  of
jonger, maar ook een kind in een kinder -
zitje  tegen  de  rijrichting  in,  ernstig  of
zelfs dodelijk letsel oplopen.
Altijd  de  frontairbag  deactiveren  bij
gebruik  van  een  naar  achter  gericht
kinderzitje op de voorstoel.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 129   
Page 132 of 370
VEILIGHEID
130
Groep 1
Afb. B
Kinderen met een gewicht tussen 9 kg en 18 kg
kunnen  worden  vervoerd  in  een  naar  voren
gericht  zitje  van  klasse  1,  zoals  afgebeeld  in
afb.  B.  Dit  type  kinderzitje  is  geschikt  voor
oudere  kinderen  die  te  groot  zijn  voor  een
kinderzitje van klasse 0 of 0+.
Groep 2
Afb. C
Kinderen met een gewicht van 15 kg tot 25 kg
die te groot zijn voor kinderzitjes van klasse 1,
kunnen gebruik maken van een kinderzitje van
klasse 2.
Zoals  weergegeven  in  afb.  C,  zorgt  het
kinderzitje van klasse 2 ervoor dat de positie
van  het  kind  juist  is  ten  aanzien  van  de
veiligheidsgordel,  zodat  de  schoudergordel
over de borst van het kind loopt en niet over
zijn  nek  en  zodat  de  heupgordel  strak  over
het bekken loopt en niet over de buik.
Groep 3
Afb. D
Kinderen met een gewicht van 22 kg tot 36 kg
die  lang  genoeg  zijn  om  een  veiligheidsgordel
voor volwassenen te gebruiken, kunnen gebruik
maken  van  een  kinderzitje  van  klasse  3.
Kinderzitjes  van  klasse  3  zorgen  ervoor  dat  de
heupgordel  op  het  bekken  van  het  kind  rust.
Het  kind  moet  lang  genoeg  zijn,  zodat  de
schouderriem  over  zijn  borst  valt  en  niet  over
zijn nek.
Afb.  D  toont  een  voorbeeld  van  een  kinder -
zitje van groep 3 waarin het kind op de juiste
manier op de achterbank zit.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 130   
Page 133 of 370
131
(Vervolgd)
(Vervolgd)
 WAARSCHUWING!
Kinder-  of  babyzitjes  verliezen  hun
werking  wanneer  ze  onjuist  zijn  aange-
bracht.  Het  kan  losschieten  bij  een
aanrijding. Het kind kan daardoor ernstig
of  zelfs  dodelijk  letsel  oplopen.  Volg
daarom  bij  het  aanbrengen  van  een
kinderzitje  nauwgezet  de  aanwijzingen
van de fabrikant.Nadat  een  kinderzitje  in  het  voertuig  is
gemonteerd,  zet  de  autostoel  niet  naar
voren  of  naar  achteren,  omdat  hierdoor
de  bevestigingen  van  het  kinderzitje  los
kunnen  raken.  Verwijder  het  kinderzitje
voordat de  stand van de autostoel wordt
versteld.  Wanneer  de  autostoel  is  afge-
steld, brengt u het kinderzitje weer aan.
 WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Wanneer u het  kinderzitje niet  gebruikt,
zet u het vast met de veiligheidsgordel of
de  ISOFIX-ankerpunten,  of  haalt  u  het
kinderzitje  uit  de  auto.  Laat  het  zitje
nooit los in de auto liggen. Bij een nood
-
stop  of  ongeval  kan  het  zitje  de  inzit -
tenden  of  de  rugleuningen  van  de
stoelen  raken  en  ernstig  letsel  veroor -
zaken.
 WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 131   
Page 134 of 370
VEILIGHEID
132
Geschiktheid van passagiersstoelen voor universeel gebruik van kinderzitjes
In  de  volgende  tabel  is  de  geschiktheid,  volgens  de  Europese  richtlijn  2000/3/EG,  van  iedere  positie  van  de  passagiersstoel  voor  het
aanbrengen van universele kinderzitjes afgebeeld:
Tabel voor het plaatsen van universeel kinderzitje
Legenda voor letters in bovenstaande tabel:U = Geschikt voor universele kinderzitjes, goedgekeurd voor het gewicht.X = Zitpositie niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsklasse.
Als de hoofdsteun in de weg zit bij de installatie van het kinderzitje, stel dan de hoofdsteun af (indien mogelijk).
GewichtsklasseVoorstoel passagierszijde
Achterbank buitenzijde Achterbank midden
Passagiersairbag AAN Passagiersairbag UIT
Groep 0 tot 10 kg XU UU
Groep 0+ tot 13 kg XU UU
Groep I - 9 tot 18 kg XU UU
Groep II - 15 tot 25 kg XU UU
Groep III - 22 tot 36 kg XU UU
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 132   
Page 135 of 370
133
 WAARSCHUWING!
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 133   
Page 136 of 370
VEILIGHEID
134
Veiligheidsgordels voor oudere kinderen
Kinderen  langer  dan  1,50 m  mogen  veilig-
heidsgordels gebruiken in plaats van kinder -
zitjes.
Gebruik deze eenvoudige test van 5 stappen
om  te  bepalen  of  de  gordel  het  kind  goed
past  of  nog  niet  en  er  een  kinderzitje  van
groep  2  of  3 moet  worden  gebruikt  om  de
veiligheidsgordel beter passend te maken:
1. Kan  het  kind  helemaal  naar  achteren tegen de achterkant van de stoel zitten?
2. Buigen  de  knieën  van  het  kind  comfor -
tabel  over  de  voorkant  van  de  stoel  -
terwijl het kind nog steeds helemaal naar
achteren zit?
3. Loopt  de  schoudergordel  over  de schouder van  het  kind  tussen  de  nek en
de arm?
4. Bevindt  het  heupgedeelte  van  de  veilig -
heidsgordel  zich  zo  laag  mogelijk  en
raakt het de dijbenen van het kind en niet
de maag?
5. Kan  het  kind  gedurende  de  hele  reis  in deze houding blijven zitten? Als  het  antwoord  op  een  van  deze  vragen
"nee"  is,  moet  het  kind  nog  een  kinderzitje
van groep 2 of 3 gebruiken in deze auto. Als
het kind de driepuntsgordel gebruikt, moet u
regelmatig controleren of de gordel goed past
en  moet  u  controleren  of  veiligheidsgordel
goed is vastgegespt. Door de bewegingen van
het  kind  kan  de  gordel  een  foutieve  positie
aannemen.  Als  de  schoudergordel  het
gezicht of de hals raakt, plaats het kind dan
verder  naar  het  midden  van  de  auto,  of
gebruik een zitverhoger om te zorgen dat de
veiligheidsgordel  goed  op  het  lichaam  van
het kind rust.
ISOFIX-systeem voor kinderzitjes
Afb. E
Uw  auto  is  uitgerust  met  het  zogeheten
ISOFIX-bevestigingssysteem  voor  kinder -
zitjes.  Met  dit  systeem  kunnen
ISOFIX-kinderzitjes  worden  geïnstalleerd
zonder  gebruik  van  de  veiligheidsgordels.
Het  ISOFIX-systeem  is  uitgerust  met  twee
lage  ankerpunten,  die  zich  aan  de  achter -
zijde  van  de  zitting  bevinden,  op  het  punt
waar deze samenkomt met de rugleuning, en
een bovenste ankerpunt achter de zitplaats.
In afb. E wordt een voorbeeld van een univer -
seel  ISOFIX-kinderzitje  voor  gewichtsklasse
1  getoond.  ISOFIX-kinderzitjes  zijn  ook
leverbaar voor de overige gewichtsklassen.
 WAARSCHUWING!
Sta  nooit  toe  dat  een  kind  de
schoudergordel  onder  de  arm  door  of
achter de rug langs draagt. Bij een botsing
beschermt  de  schoudergordel  een  kind
niet  op  de  juiste  wijze,  wat  kan  resulteren
in ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg
hebben.  Een  kind  dient  altijd  zowel  het
heup-  als  het  schoudergedeelte  van  de
veiligheidsgordel correct te dragen.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 134   
Page 137 of 370
135
Zoeken van de ISOFIX-ankerpunten
De  lage  verankeringspunten  zijn
ronde  stangen  aan  de  achterzijde
van de zitting tegen de rugleuning,
onder de ankerpuntsymbolen op de
rugleuning.  Deze  zijn  nog  net  zichtbaar
wanneer  u  tegen  de  zitting  steunt  om  het
kinderzitje  te  installeren.  U  voelt  deze
stangen  wanneer  u  met  uw  vinger  langs  de
rand gaat waar rugleuning en zitting samen -
komen.
Locaties onderste ankerpunten
Ankerpunten zoeken
Er  zijn  ankerpunten  voor  de
bovenste  bevestigingsbanden
achter elke buitenste zitplaats op
de achterbank, op de rugleuning. ISOFIX-kinderzitjes  worden  uitgerust  met
een stijve stang aan elke kant. Ze zijn allebei
voorzien van een koppelstuk voor bevestiging
van  het  onderste  ankerpunt  en  een  manier
om de aansluiting op het ankerpunt strak te
trekken.  In  de  rijrichting  geplaatste  kinder
-
zitjes  en  sommige  tegen  de  rijrichting  in
geplaatste  kinderzitjes  zijn  mogelijk  ook
voorzien  van  een  bevestigingsband.  De
bevestigingsband  heeft  een  haak  aan  het
uiteinde  om  aan  het  bovenste  ankerpunt  te
bevestigen  en  een  manier  om  de  riem  strak
te  trekken  nadat  deze  aan  het  ankerpunt  is
bevestigd.
Locaties van de ankerpunten
ISOFIX middelste zitplaats
 WAARSCHUWING!
Deze auto heeft geen middelste ISOFIX-
of  bevestigingsband-ankerpunten.  Deze
stand  is  voor  geen  enkel  type
ISOFIX-kinderzitje  goedgekeurd.  Plaats
nooit  een  naar  voren  gericht  kinderzitje
met  een  bevestigingsband  op  de
middelste zitplaats.
Gebruik  de  veiligheidsgordel  om  een
kinderzitje te bevestigen op de middelste
stoel.
Gebruik  nooit  hetzelfde  lage  veranke-
ringspunt  om  meer  dan  één  kinderzitje
aan  te  brengen.  Raadpleeg  "Het
ISOFIX-kinderzitje installeren" voor alge-
mene installatie-instructies.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 135   
Page 138 of 370
VEILIGHEID
136
Geschiktheid van de passagiersstoelen voor gebruik ISOFIX-kinderzitsysteem
De  onderstaande  tabel  bevat  de  verschillende  installatiemogelijkheden  voor  ISOFIX-kinderzitjes  op  stoelen  die  zijn  uitgerust  met
ISOFIX-ankerpunten conform de Europese standaard ECE 16.
Tabel ISOFIX-posities
Gewichtsklasse Maatcatego
-
rie Bevestiging Voorstoel 
passagiers -
zijde Buitenste 
zitplaats 
rechts/links Achterbank 
midden Tweede zit
-
rij buiten -
zijde Tweede zit
-
rij midden Andere 
plaatsen
Reiswieg F ISO/L1 X XXN.v.t. N.v.t. N.v.t.
G ISO/L2 X XXN.v.t. N.v.t. N.v.t.
(1) XN.v.t. XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
0 — tot 10 kg E ISO/R1 X ILXN.v.t. N.v.t. N.v.t.
(1) XN.v.t. XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
0+ — tot 13 kg E ISO/R1 X ILXN.v.t. N.v.t. N.v.t.
D ISO/R2 X ILXN.v.t. N.v.t. N.v.t.
C ISO/R3 X ILXN.v.t. N.v.t. N.v.t.
(1) XXXN.v.t. N.v.t. N.v.t.
I – 9 tot 18 kg D ISO/R2 X ILXN.v.t. N.v.t. N.v.t.
C ISO/R3 X ILXN.v.t. N.v.t. N.v.t.
B ISO/F2 X IUF-IL X N.v.t. N.v.t. N.v.t.
B1 ISO/F2X X IUF-IL X N.v.t. N.v.t. N.v.t.
A ISO/F3 X IUF-IL X N.v.t. N.v.t. N.v.t.
(1) XN.v.t. XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 136   
Page 139 of 370
137
Legenda voor letters in bovenstaande tabel:(1) = Als kinderzitjes geen ISO/XX-identificatie hebben (A t/m G) voor het desbetreffende gewicht, moet de autofabrikant aangeven welke voertuigspecifieke ISOFIX-kinderzitjes
geschikt zijn voor de posities.
IUF = Geschikt voor voorwaarts gerichte universele ISOFIX-kinderzitjes die zijn goedgekeurd voor het desbetreffende gewicht.X = ISOFIX-positie niet geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes voor dit gewicht en/of van deze maat.IL  =  geschikt  voor  bepaalde  ISOFIX-kinderzitjes,  zoals  vermeld  in  de  bijgevoegde  lijst.  Deze  ISOFIX-kinderzitjes  vallen  in  de  categorieën  "specifiek  voertuig",  "beperkt"  of
"semi-universeel".
Volg  altijd  de  aanwijzingen  van  de  fabrikant
van het kinderzitje op wanneer u uw kinderzitje
aanbrengt.  Niet  alle  kinderzitjes  worden  geïn-
stalleerd volgens de beschrijving in deze hand -
leiding.  Wanneer  u  kiest  voor  een  universeel
ISOFIX-kinderzitje,  dan  maakt  u  uitsluitend
gebruik van  goedgekeurde  kinderzitjes met de
markering  ECE  R44  (uitgave  R44/03  of  supe -
rieur) "Universal ISOFIX".
Een ISOFIX-kinderzitje installeren
1. Maak  het  verstelmechanisme  aan  de onderste koppelstukken en aan de beves -
tigingsband van het kinderzitje los, zodat u de koppelstukken gemakkelijker aan de
ankerpunten in de auto kunt vastmaken.
2. Plaats  het  kinderzitje  tussen  de  lage ankerpunten  voor  die  zitplaats  in.  Voor
sommige zitplaatsen op de tweede zitrij,
moet  u  misschien  de  rugleuning
verstellen  of  de  hoofdsteun  (indien
verstelbaar)  omhoog  klappen  zodat  het
kinderzitje beter past. Als de achterbank
naar voren  en naar  achteren kan  worden
verplaatst  in  de  auto,  kunt  u  deze  in  de
achterste  stand  zetten  om  ruimte  te
maken  voor  het  kinderzitje.  U  kunt  ook
de voorstoel naar voren zetten om ruimte
voor het kinderzitje te maken. 3. Bevestig  de  koppelstukken  van  het
kinderzitje  aan de onderste ankerpunten
bij de gekozen zitplaats.
4. Als  het  kinderzitje  is  voorzien  van  een bevestigingsband,  sluit  deze  aan  op  het
bovenste  ankerpunt.  Zie  de  paragraaf
"Installeren  van  kinderzitjes  met  het
bovenste  ankerpunt"  voor  aanwijzingen
voor  de  bevestiging  van  een  ankerpunt
voor de bevestigingsband.
II – 15 tot 25 kg
(1)XIL XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
III – 22 tot 36 kg (1)XIL XN.v.t. N.v.t. N.v.t.
Tabel ISOFIX-posities
Gewichtsklasse Maatcatego
-
rie Bevestiging Voorstoel 
passagiers -
zijde Buitenste 
zitplaats 
rechts/links Achterbank 
midden Tweede zit
-
rij buiten -
zijde Tweede zit
-
rij midden Andere 
plaatsen
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 137   
Page 140 of 370
VEILIGHEID
138
(Vervolgd)
(Vervolgd)
5. Trek alle banden aan terwijl u het kinder -
zitje  naar  achteren  en  omlaag  tegen  de
zitting  drukt.  Trek  de  banden  strak
volgens de aanwijzingen van de fabrikant
van het kinderzitje.
6. Test of het kinderzitje stevig vastzit door het kinderzitje bij de gordelopening naar
achteren  en  naar  voren  te  trekken.  Het
mag  niet  meer  dan  25 mm  in  alle  rich -
tingen bewegen.
Installeren van kinderzitjes met het bovenste 
ankerpunt:
1. Kijk  achter  de  zitplaats  waar  u  van  plan bent het kinderzitje te installeren om het
ankerpunt te vinden. U moet mogelijk de
stoel naar voren bewegen om beter bij de
ankerpunten  te  komen.  Als  er  geen
bovenste  ankerpunt  is  voor  de  zitplaats,
verplaats  het  kinderzitje  dan  naar  een
andere  plaats  in  de  auto  als  er  een
beschikbaar is.
2. Leid  de  bevestigingsband  volgens  de kortste weg vanaf het ankerpunt naar het
kinderzitje.  Als  uw  auto  is  uitgerust  met
verstelbare  hoofdsteunen  achterin,  trek
de  hoofdsteun  dan  omhoog  en  leid,
indien  mogelijk,  de  bevestigingsband
onder  de  hoofdsteun  tussen  de  twee
stangen door. Als dit niet mogelijk is, laat
dan  de  hoofdsteun  zakken  en  leid  de
bevestigingsband  langs  de  buitenzijde
van de hoofdsteun. 3. Bevestig  de  haak  van  de  bevestigings
-
band  van  het  kinderzitje  vast  aan  het
bovenste ankerpunt zoals weergegeven in
de afbeelding.
4. Trek  de  bevestigingsband  strak  volgens de aanwijzingen van de fabrikant van het
kinderzitje.
Achterbank, ankerpunt bevestigingsband
 WAARSCHUWING!
Onjuiste  bevestiging  aan  de
ISOFIX-verankeringspunten  kan  ertoe
leiden dat het kinderzitje niet goed func-
tioneert.  Het  kind  kan  daardoor  ernstig
of  zelfs  dodelijk  letsel  oplopen.  Volg
daarom  bij  het  aanbrengen  van  een
kinderzitje  nauwgezet  de  aanwijzingen
van de fabrikant.
De  bevestigingen  van  kinderzitjes  zijn
ontworpen  om  alleen  de  last  van  op  de
juiste wijze aangebrachte kinderzitjes te
weerstaan.  In  geen  geval  mogen  ze
worden  gebruikt  als  veiligheidsgordels
voor volwassenen, voor huisdieren of om
andere  voorwerpen  of  apparatuur  in  de
auto vast te maken.
Plaats  het  kinderzitje  wanneer het  voer -
tuig  stilstaat.  Het  ISOFIX-kinderzitje  is
correct  bevestigd  aan  de  steunen
wanneer u een klik hoort.
 WAARSCHUWING! (Vervolgd)
 WAARSCHUWING!
Als  een  bevestigingsband  verkeerd  is
vastgemaakt,  zal  het  kind  het  hoofd
misschien  te  veel  kunnen  bewegen  en
kan  het  kind  letsel  oplopen.  Gebruik
alleen  de  verankeringspunten  direct
achter  het  kinderzitje  om  de  bovenste
bevestigingsband  van  het  kinderzitje
vast te maken.
20_MP_UG_NL_EU_t.book  Page 138