Lancia Thema 2011 Instructieboek (in Dutch)

Page 111 of 324

WEER OP INGESTELDE
SNELHEID KOMEN
Druk kort op de toets RES+. Neem
vervolgens uw voet van het gaspedaal.
Het EVIC-scherm toont de laatst in-
gestelde snelheid. OPMERKING:
U kunt de ACC hervatten vanaf mi-
nimaal 30 km/u.WAARSCHUWING!
U dient de Resume-functie alleen te
gebruiken als de verkeers- en
wegomstandigheden dat toestaan.
Terugkeren naar een ingestelde snel-
heid die te hoog of te laag is voor de
heersende verkeers- of wegomstan-
digheden kan tot gevaarlijke situa-
ties leiden doordat de auto teveel
versnelt of afremt. Het negeren van
deze waarschuwingen kan een aan-
rijding en ernstig en zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
INGESTELDE SNELHEID
AANPASSEN
Wanneer de ACC is ingesteld, kunt u
de ingestelde snelheid verhogen door de toets RES
+ingedrukt te houden.
Het EVIC-scherm toont de snel-heidstoename.
Als u in de US-modus de toets inge-
drukt houdt, neemt de ingestelde
snelheid toe in stappen van 8 km/u.
Als u in de metrische modus de toets
ingedrukt houdt, neemt de ingestelde
snelheid toe in stappen van 10 km/u.
In de US-modus leidt het eenmalig
indrukken van de toets RES +tot een
verhoging van de ingestelde snelheid
met 1,6 km/u. Met ieder volgend tikje
op de toets verhoogt u de snelheid met
1,6 km/u. In de metrische modus leidt
het eenmalig indrukken van de toetsRES +tot een verhoging van de inge-
stelde snelheid met 1,0 km/u. Met
ieder volgend tikje op de toets ver-
hoogt u de snelheid met 1,0 km/u.
Wanneer de ACC is ingesteld, kunt u
de ingestelde snelheid verlagen door
de toets SET -ingedrukt te houden.
Als u de toets in de US-modus inge-
drukt houdt, wordt de ingestelde snel-
heid verlaagd in stappen van 8 km/u. Als u de toets in de metrische modus
ingedrukt houdt, wordt de ingestelde
snelheid verlaagd in stappen van
10 km/u.
In de US-modus leidt het eenmalig
indrukken van de toets SET
-tot een
verlaging van de ingestelde snelheid
met 1,6 km/u. Met ieder volgend tikje
op de toets verlaagt u de snelheid met
1,6 km/u.
In de metrische modus leidt het een-
malig indrukken van de toets SET -
tot een verlaging van de ingestelde
snelheid met 1,0 km/u. Met ieder vol-
gend tikje op de toets verlaagt u de
snelheid met 1,0 km/u. OPMERKING:
 Wanneer u de toets SET - ge- bruikt om te vertragen, maar de
auto door het afremmen op de
motor onvoldoende vertraagt om
de ingestelde snelheid te berei-
ken, zal de auto automatisch
worden afgeremd door remsys-teem.
 Het ACC-systeem kan maximaal slechts 25% van het remvermo-
105

Page 112 of 324

gen van uw auto aanspreken en
zal de auto niet volledig tot stil-
stand brengen.
 Het ACC-systeem handhaaft de ingestelde rijsnelheid als u tegen
een helling op of van een helling
af rijdt. Een kleine snelheidsver-
andering op flauwe hellingen is
normaal. Tijdens het rijden te-
gen een helling op of van een
helling af kan de transmissie te-
rugschakelen. Dit is normaal en
is bedoeld om de ingestelde rij-
snelheid vast te houden.
VOLGAFSTAND IN ACC INSTELLEN
U kunt de volgafstand voor de ACC
instellen door de waarde 3 (long,
lang), 2 (medium, gemiddeld) of 1
(short, kort) te selecteren. Met behulp
van de instelwaarde voor de volgaf-
stand en de rijsnelheid berekent de
ACC de afstand tot uw voorligger en
stelt die in. Deze instelling verschijnt
op het EVIC-scherm. U wijzigt de volgafstand door kort op
de toets Distance (afstand) te druk-
ken. Bij iedere druk op deze toets ver-
springt de instelling voor de volgaf-
stand tussen 3 (lang), 2 (gemiddeld)
en 1 (kort).
Als er geen voertuig voor u rijdt,
houdt uw auto de ingestelde snelheid.
Als een langzamer rijdend voertuig op
dezelfde rijstrook wordt gedetecteerd,
toont het EVIC-scherm het pictogram
"Sensed Vehicle Indicator" (indicator
voertuig gedetecteerd), waarna het
systeem de rijsnelheid automatisch
aanpast om de ingestelde volgafstand
te handhaven, ongeacht de ingesteldesnelheid.
Uw auto handhaaft dan de ingestelde
volgafstand totdat:
 Het voorliggende voertuig versnelt
tot een waarde die hoger ligt dan de
ingestelde rijsnelheid.
 Het voorliggende voertuig naar een andere rijstrook gaat of buiten het
bereik van de sensor komt.
 het voorliggende voertuig vertraagt tot een snelheid beneden 24 km/u
en het systeem zichzelf uitschakelt.
Volgafstandinstelling 3 (lang)
Volgafstandinstelling 2 (gemiddeld)
Volgafstandinstelling 1 (kort)
106

Page 113 of 324

 De volgafstand wordt gewijzigd.
 Het systeem wordt uitgeschakeld.(Zie de informatie over het active-
ren van de ACC.)
De maximale remvertraging van de
ACC is beperkt, maar indien nodig
kunt u altijd zelf bijremmen. OPMERKING:
De remlichten gaan aan als het
ACC-systeem de remmen in wer-
king stelt.
Een naderingswaarschuwing atten-
deert u erop dat de ACC voorspelt dat
de maximale remvertraging onvol-
doende is om de ingestelde afstand te
handhaven. In een dergelijke situatie
verschijnt de waarschuwing
"BRAKE" (remmen) knipperend op
het EVIC-scherm en klinkt er een ge-
luidssignaal, terwijl de ACC zijn
maximale remvertraging uitoefent. U
dient dan onmiddellijk de remmen te
bedienen om een veilige afstand tot
uw voorligger te handhaven. MENU VAN DE ADAPTIEVE
CRUISECONTROL (ACC)
Het EVIC-scherm toont de huidige
instellingen van het ACC-systeem.
Het EVIC-scherm bevindt zich in het
bovenste deel van het instrumenten-
paneel tussen de snelheidsmeter en de
toerenteller. De getoonde informatie is
afhankelijk van de ACC-systeemstatus.
OMHOOG- en OMLAAG-knoppen
Druk herhaaldelijk op de toets MENU
(op het stuurwiel), totdat een van de
volgende meldingen verschijnt op hetEVIC-scherm:
Adaptive Cruise Control Off
(Adaptieve cruisecontrol uit)
Als de ACC wordt uitgeschakeld, verschijnt op het scherm de mel-
ding "Adaptive Cruise Control
Off (Adaptieve cruisecontroluit).
Brake Alert (remwaarschuwing) 3Brake Alert (remwaarschuwing) 2Brake Alert (remwaarschuwing) 1
107

Page 114 of 324

Adaptive Cruise Control Ready
(Adaptieve cruisecontrol gereed) Als de ACC wordt ingeschakeld, maar de rijsnelheid niet is inge-
steld, verschijnt op het scherm
de melding "Adaptive Cruise
Control Ready" (Adaptieve
cruisecontrol gereed).
ACC SET (ACC ingesteld) Bij ingeschakelde ACC ver -
schijnt de ingestelde rijsnelheid.
De ingestelde rijsnelheid blijft
zichtbaar op het scherm in plaats
van de kilometerstand als u het
EVIC-scherm wijzigt bij inge-
schakelde ACC.
Het ACC-scherm verschijnt opnieuw
wanneer een ACC-handeling plaats-
vindt, zoals:  Wijzigen van de ingestelde snel-
heid
 Wijzigen van de ingestelde volg- afstand
 Annuleren van een instelling
 Ingreep door de bestuurder
 Uitschakelen van het systeem
 Naderingswaarschuwing door ACC
 Waarschuwing ACC niet be- schikbaar
Als het ACC-scherm langer dan
5 seconden niet actief is, toont
het EVIC het laatst gekozenscherm.
WEERGEGEVEN
WAARSCHUWINGEN ENONDERHOUD
Waarschuwing "Clean Radar
Sensor In Front Of Vehicle"
(reinig de radarsensor aan
voorzijde voertuig).
De ACC-waarschuwing "Clean Radar
Sensor In Front Of Vehicle" (reinig de
radarsensor aan voorzijde voertuig)
wordt getoond wanneer de systeem- prestaties tijdelijk worden beperkt
door de omstandigheden. Dit komt
vooral voor bij slecht zicht, zoals tij-
dens sneeuwval of zware regenbuien.
Het ACC-systeem kan ook tijdelijk
niet beschikbaar zijn doordat de sen-
sor is bedekt met modder, vuil of ijs.
In dergelijke gevallen zal de waar-
schuwing "Clean Radar Sensor In
Front Of Vehicle" (reinig de radarsen-
sor aan voorzijde voertuig) op het
EVIC verschijnen en het systeem zaluitschakelen.
Het bericht "Clean Radar Sensor In
Front Of Vehicle" wordt soms getoond
als u rijdt in een sterk reflecterend
gebied (zoals tunnels met reflecte-
rende tegels of gebieden met ijs en
sneeuw). Het ACC-systeem herstelt
zich nadat het voertuig deze gebieden
heeft verlaten. In zeldzame gevallen,
wanneer de radar geen voertuigen of
objecten voor zich detecteert, kan
deze waarschuwing tijdelijk verschij-nen.
Voorbeeld:
108

Page 115 of 324

OPMERKING:
Als de ACC-waarschuwing "Clean
Radar Sensor In Front Of Vehicle"
actief is, is de modus Normal
Cruise Control (vaste snelheid) nog
steeds beschikbaar. Raadpleeg het
gedeelte "De modus Normal Cruise
Control (vaste snelheid)" in dit
hoofdstuk voor nadere informatie.
Als de weersomstandigheden geen
factor kunnen zijn, dient u de sensor
te controleren. Het kan nodig zijn een
obstakel van de sensor te verwijderen
of deze te reinigen. De sensor bevindt
zich in het midden van de auto, achter
de onderste grille.
Voor een juiste werking van het ACC-
systeem dient u de volgende onder-
houdsonderwerpen in acht te nemen: Houd de sensor altijd schoon. Veeg
de lens voorzichtig schoon met een
zachte doek. Voorkom beschadi-
ging van de sensorlens.
 Verwijder geen schroeven van de sensor. Het verwijderen van schroe-
ven kan een storing in het ACC-
systeem tot gevolg hebben of het
opnieuw uitlijnen van de sensor
noodzakelijk maken.
 Laat de auto nakijken door een er- kende dealer als de sensor is be-
schadigd door een aanrijding.
 Monteer geen accessoires in de na- bijheid van de sensor, ook geen
transparant materiaal of een an-
dere grille. Dat kan een storing of
defect in het ACC-systeem veroor-zaken.
Als de omstandigheid waardoor het
systeem werd uitgeschakeld niet lan-
ger aanwezig is, keert het systeem te-
rug naar de status "Adaptive Cruise
Control Off". U kunt het systeem nu
opnieuw activeren. OPMERKING:
Wij adviseren u geen bescherming
of een andere grille te monteren of
de grille te wijzigen. Dat kan de
sensor blokkeren en de werking
van het ACC-systeem nadelig beïn­vloeden.
Waarschuwing ACC niet beschikbaar
Als het systeem wordt uitgeschakeld
en in het EVIC "Adaptive Cruise Con-
trol (ACC) Unavailable" (Adaptieve
cruisecontrol niet beschikbaar) ver-
schijnt, kan er een tijdelijke storing
zijn die de functionaliteit van de ACC
beperkt. Hoewel u onder normale om-
standigheden nog steeds met de auto
kunt rijden, zal het ACC-systeem tij-
delijk niet beschikbaar zijn. Als dit
gebeurt, kunt u proberen ACC later
weer in werking te stellen nadat u het
contact uit en weer aan heeft gezet.
Als het probleem aanhoudt, ga dan
naar uw erkende dealer.Waarschuwing Clean Radar Sensor
109

Page 116 of 324

Waarschuwing onderhoud ACC
Wanneer het systeem wordt uitge-
schakeld en het EVIC de melding
“ACC/FCW Unavailable Service Ra-
dar Sensor” (ACC/FCW niet beschik-
baar - onderhoud radarsensor nodig)
weergeeft, duidt dit op een interne
systeemstoring. Hoewel de auto onder
normale omstandigheden nog steeds
bestuurbaar is, dient u het systeem te
laten controleren door een erkende
dealer.VOORZORG TIJDENS HET
RIJDEN MET ACC
Onder sommige rijomstandigheden
kan het ACC-systeem moeite te heb-
ben met detectie. In een dergelijk ge-
val kan de ACC laat of onverwacht
remmen. U dient als bestuurder altijd
alert te zijn om te kunnen ingrijpen.
Met een aanhanger rijden
Het gewicht van een aanhangwagen
kan de prestaties van de ACC beïn­
vloeden. Als er een merkbare veran-
dering optreedt na het aankoppelen
van een aanhangwagen of als de ACC
niet in de normale stand terugkeert na
het afkoppelen van de aanhangwa-
gen, moet u bij uw erkende dealerlangsgaan.Verspringend verkeer
Het ACC-systeem kan een voertuig in
dezelfde rijstrook mogelijk niet waar-
nemen als dat voertuig niet recht voor
u rijdt. Het kan zijn dat er onvol-
doende afstand is tot uw voorligger.
Uw voorligger kan uw rijtraject onder
een hoek kruisen waardoor uw auto
plotseling kan remmen of versnellen.
Afslaan en bochten nemen
Bij afslaan of bochten nemen kan de
ACC een voorligger te laat of te vroeg
opmerken. Daardoor kan uw auto
plotseling of laat remmen. Wees in
bochten extra voorzichtig en wees
erop voorbereid uw remmen te ge-
bruiken. Pas in bochten uw snelheidaan.
Waarschuwing Adaptive Cruise
Control (ACC) Unavailable (Adaptieve cruisecontrol niet beschikbaar)
Waarschuwing ACC/FCW niet beschikbaar
110

Page 117 of 324

De ACC kan soms de remmen active-
ren en/of een waarschuwing geven op
momenten dat u dat niet nodig vindt.
Dat is dan meestal het gevolg van de
respons van het systeem op verkeers-
borden, vangrails en andere stil-
staande objecten die uw auto in een
bocht passeert. Dit kan ook gebeuren
aan de voet van steile hellingen. Dit is
normaal en betekent niet dat er iets
aan uw auto mankeert.
ACC gebruiken in heuvelachtig terrein
Bij het rijden over heuvels kan de ACC
een in uw rijstrook rijdend voertuig
mogelijk niet waarnemen. De presta-
ties van de ACC kunnen onder invloed
van de snelheid, voertuigbelasting,
verkeersomstandigheden, en de hel-
lingshoek van heuvels beperkt zijn.Van rijstrook wisselen
De ACC detecteert alleen een voorlig-
ger als die precies in dezelfde rijstrook
rijdt als uzelf. In de getoonde afbeel-
ding is het voertuig dat van rijstrook
wisselt nog niet gedetecteerd door de
ACC en wordt het voertuig mogelijk
niet opgemerkt voordat het te laat is
voor het ACC-systeem om nog actie te
kunnen ondernemen. ACC detecteert
alleen voertuigen die precies in de rij-
strook rijden. Het kan zijn dat er te
weinig afstand wordt gehouden tot
het voertuig dat van rijstrook wisselt.
Blijf altijd alert en wees erop voorbe-
reid uw remmen te gebruiken.
Smalle voertuigen
Bepaalde smalle voertuigen (bijvoor-
beeld motoren) die dicht langs de ran-
den van de rijstrook rijden worden
pas door de ACC waargenomen als ze
zich in het midden van de rijstrook
bevinden. Het kan zijn dat er onvol-
doende afstand is tot uw voorligger.
Onbeweeglijke voorwerpen en
stilstaande voertuigen
ACC reageert niet op onbeweeglijke
voorwerpen en stilstaande voertuigen.
ACC reageert bijvoorbeeld niet in om-
111

Page 118 of 324

standigheden waarbij de auto vóór u
naar een andere rijstrook gaat of wan-
neer er op uw rijstrook een auto stil-
staat. Blijf altijd alert en wees erop
voorbereid uw remmen te gebruiken.
De modus Normal Cruise
Control (vaste snelheid)
Naast de Adaptieve Cruise Control
beschikt uw auto ook over de modus
Normal Cruise Control (vaste snel-
heid), voor het rijden met een con-
stante snelheid. De modus Normale
Cruise Control is bedoeld om een in-
gestelde snelheid aan te houden, zon-
der het gaspedaal te hoeven indruk-
ken. De cruisecontrol kan alleen
worden gebruikt bij snelheden boven
30 km/u.
Als u een andere modus wilt active-
ren, drukt u op de toets MODE (mo-dus) wanneer de systeemstatus OFF,
READY of SET (uit, gereed of inge-
steld) actief is. Als de systeemstatus
ACC READY of ACC SET (ACC ge-
reed of ACC ingesteld) actief was, zal
de melding "Cruise Ready" (cruise-
control gereed) worden getoond. Als
de systeemstatus ACC OFF actief
was, zal de melding "Cruise Off"
(cruisecontrol uit) worden getoond..
Als u wilt terugkeren naar de modus
Adaptive Cruise Control, drukt u nog-
maals op de toets MODE.
WAARSCHUWING!
In de modus Normal Cruise Control
zal het systeem niet reageren op
voertuigen die voor u rijden. Boven-
dien wordt de naderingswaarschu-
wing niet geactiveerd en klinkt er
zelfs als u te dicht op het voertuig
voor u rijdt geen alarmsignaal, om-
dat het voor u rijdende voertuig en
de tussenafstand niet worden gede-
tecteerd. Zorg dat u een veilige af-
stand aanhoudt tussen uw auto en
het voertuig dat voor u rijdt. Zorg
dat u zich altijd bewust bent van de
gekozen modus.
De gewenste snelheid instellen
Wanneer de auto de gewenste snelheid
bereikt, drukt u kort op de toets SET-
. Het EVIC-scherm toont de inge-
stelde snelheid. OPMERKING:
Tijdens het instellen of wijzigen
van de snelheid wordt de nieuwe
waarde weergegeven op het
scherm, niet op de snelheidsmeter.
Ingestelde snelheid aanpassen
U kunt de ingestelde snelheid op twee
manieren wijzigen:
 Trap het gaspedaal in om de ge- wenste snelheid te bereiken en druk
vervolgens op de toets SET -.
 Raak de toets RES +of SET -aan
om de ingestelde snelheid respectie-
velijk te verhogen of verlagen met
stappen van 1 km/u. Houdt de toetsRES +of SET -vast om de snelheid
te verhogen met stappen van
10 km/u.
Annuleren (Cancel)
Het systeem schakelt de modus Nor-
mal Cruise Control uit zonder het ge-
heugen te wissen, wanneer:
112

Page 119 of 324

 U het rempedaal aantikt of indrukt.
 U op de toets CANCEL (annuleren)drukt.
 Het elektronisch stabiliteitsprogramma/
tractiecontrolesysteem (ESC/TCS)
wordt geactiveerd.
Functie voortzetten (Resume)
Druk op de toets RES +en haal ver-
volgens uw voet van het gaspedaal.
Het EVIC-scherm toont de laatst in-
gestelde snelheid. Uitschakelen
Het systeem wordt uitgeschakeld en
wist de ingestelde snelheid uit het ge-
heugen als u:
 Kort op de toets “ON/OFF” drukt.
 Het contact uitschakelt.
 ESC uitschakelt.
Als het cruisecontrolsysteem wordt
uitgeschakeld en vervolgens weer in-
geschakeld, activeert het systeem de
laatste instelling van de bestuurder
(ACC of Normal Cruise Control). FORWARD COLLISION
WARNING (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Het FCW-systeem (Forward Collision
Warning) waarschuwt de bestuurder
voor een mogelijke aanrijding met het
voertuig voor u en raadt de bestuur-
der aan actie te ondernemen om een
aanrijding te voorkomen.
Het FCW-systeem overziet de infor-
matie van de vooruitkijkende sensor,
van de elektronische remregeling EBC
(Electronic Brake Controller) en van
de wielsnelheidsensoren om te bere-
kenen of zich het gevaar van een kop-
staartbotsing voordoet. Wanneer het
systeem constateert dat een botsing
van achter waarschijnlijk is, ver-
schijnt een waarschuwingsbericht in
het EVIC. Wanneer het systeem be-
paalt dat een aanrijding met het voer-
tuig voor u niet langer waarschijnlijk
is, worden de waarschuwingen gede-
activeerd.
OPMERKING:
De minimaal benodigde snelheid
voor inschakeling van het FCW-
systeem is 16 km/u.
WAARSCHUWING!
Het FCW-systeem (Forward Colli-
sion Warning) is niet bedoeld om
zelfstandig een aanrijding te voorko-
men. Het is de verantwoordelijkheid
van de bestuurder om het voertuig
door middel van rem- en stuuracties
te controleren en een aanrijding te
voorkomen. Het niet opvolgen van
deze waarschuwing kan tot ernstige
verwondingen of de dood leiden.
FCW-melding
113

Page 120 of 324

De FCW-status wijzigen
De FCW-functie kan worden ingesteld
op veraf of dichtbij, of kan worden
uitgeschakeld met het Uconnect
Touch™ systeem, raadpleeg
"Uconnect Touch™ instellingen" in
"Uw instrumentenpaneel begrijpen"
voor meer informatie. De FCW-status
Off (uit), Near (dichtbij) of Far
(veraf) wordt getoond in het
Uconnect Touch™ scherm.
De standaardinstelling van de FCW is
"Far" (veraf); hierbij waarschuwt het
systeem u voor een mogelijke aanrij-
ding met een voertuig voor u terwijl u
nog op een grotere afstand van dit
voertuig bent. Dit geeft u de langste
reactietijd.
Door de FCW-status aan te passen
naar "Near" (dichtbij), kan het sys-
teem u waarschuwen voor een moge-
lijke aanrijding met het voertuig voor
u terwijl u veel dichter bij dit voertuig
bent. Met deze instelling heeft u min-
der reactietijd dan bij de instelling
"Far" (veraf). Hierdoor bereikt u een
meer dynamische rijervaring.Door de FCW-status te veranderen in
"Off" (uit) waarschuwt het systeem u
niet meer voor een mogelijke aanrij-
ding met het voertuig voor u. OPMERKING:
 In de instelling "Uit" verschijnt
FCW OFF op het Uconnect
Touch™ scherm.
 Het systeem onthoudt de laatste door de bestuurder geactiveerde
instelling nadat het contact
wordt uitgeschakeld.
 De FCW reageert niet op onbe- langrijke voorwerpen zoals ob-
jecten hoog boven de weg, weer-
kaatsingen van de bodem,
objecten welke zich niet in het
pad van de auto bevinden, stati-
onaire voorwerpen welke ver
weg zijn, tegemoetkomend ver-
keer, of voorgaande voertuigen
met een gelijke of hogere snel-heid.
 Bij uitschakeling van de FCW en de ACC wordt het niet beschik-
baar zijn via de onderstaande
schermen aangegeven. Waarschuwing FCW nietbeschikbaar
Wanneer het systeem uitschakelt en
op het EVIC verschijnt de waarschu-
wing ACC/FCW Unavailable, Vehicle
System Error" (ACC/FCW niet be-
schikbaar, storing voertuigsysteem).
Er is wellicht sprake van een tijdelijke
storing waardoor de FCW-functie
wordt beperkt. Hoewel het voertuig
onder normale omstandigheden nog
steeds bestuurbaar is, zal de FCW tij-
delijk niet beschikbaar zijn. Als dit
gebeurt, kunt u proberen de FCW la-
ter weer in werking te stellen nadat u
het contact uit en weer aan heeft ge-
zet. Als het probleem aanhoudt, ga
dan naar uw erkende dealer.
ACC/FCW Unavailable (ACC/FCW
niet beschikbaar), waarschuwing storing voertuigsysteem
114

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 ... 330 next >