Lancia Ypsilon 2015 Instructieboek (in Dutch)
Page 191 of 319
❒folder fig. 123 met uitleg over het snelle en
correcte gebruik van Fix&Go;
❒beschermende handschoenen.
BELANGRIJK
Overhandig de folder aan het
personeel dat de band zal hanteren
die behandeld is met de Fix&Go kit.
BELANGRIJK
Als de band door vreemde
voorwerpen lek is geraakt, kan de kit
gebruikt worden voor beschadigingen in het
loopvlak of de schouder met een diameter
van maximaal 4 mm. Lekken en
beschadigingen in de flanken kunnen niet
gerepareerd worden. Gebruik de Fix&GO kit
niet als de band beschadigd is geraakt door
het rijden met een lege band.
BELANGRIJK
De band kan niet gerepareerd
worden als de velg beschadigd is
(zodanig verbogen dat dit tot luchtlekkage
leidt). Verwijder niet het eventueel in de
band binnengedrongen voorwerp (schroef of
spijker).
BELANGRIJKE INFORMATIE
Het afdichtmiddel van de snelle
bandenreparatiekit werkt bij buitentemperaturen
tussen –20 °C en +50 °C.
Het afdichtmiddel heeft een houdbaarheidsdatum.
fig. 123L0F0301
187
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 192 of 319
BELANGRIJK
Bedien de compressor nooit langer
dan 20 minuten achter elkaar. Gevaar
voor oververhitting. De Fix&Go kit is niet
geschikt voor definitieve reparatie, dus
de gerepareerde banden mogen slechts
tijdelijk gebruikt worden.
BELANGRIJK
De bus bevat ethyleenglycol. Bevat
latex: kan een dat allergische reactie
veroorzaken. Schadelijk bij inslikken.
Irriterend voor de ogen. Kan een reactie
veroorzaken bij inademing of contact.
Vermijd contact met huid, ogen en kleding.
Spoel bij contact onmiddellijk uit met
rijkelijk water. Wek het braken niet op bij
inslikken. Spoel de mond uit, drink veel
water en raadpleeg onmiddellijk een arts.
Buiten bereik van kinderen bewaren. Het
product mag niet gebruikt worden door
astmapatiënten. Adem de dampen niet in
tijdens het inbrengen en oppompen.
Raadpleeg onmiddellijk een arts bij
allergische reacties. Bewaar de spuitbus uit
de buurt van warmtebronnen. Het
afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum.
Vervang de bus als de
houdbaarheidsdatum van het
afdichtmiddel is verstreken. Laat de
bus en het afdichtmiddel niet in het milieu
achter. Verwerk de bus en het afdichtmiddel
overeenkomstig de nationale en plaatselijke
voorschriften.
188
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 193 of 319
OPPOMPEN
BELANGRIJK
Doe de beschermende handschoenen
aan die bij de Fix&Go kit zijn
geleverd.
Ga als volgt te werk voor het oppompen:
❒trek de handrem aan;
❒plaats de Fix&Go kit bij het te repareren wiel;
❒zoek de vulslang B fig. 124 die al met de
spuitbus A is verbonden;❒open het klepje opzij E fig. 125 en sluit de
spuitbus A op de aansluiting aan, door de
richting van de pijl te volgen;
fig. 124L0F0302fig. 125L0F0303
189
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 194 of 319
❒draai de ventieldop F los en sluit de vulslang B
aan door de betreffende ringmoer op het ventiel
van de band vast te draaien;
❒Controleer of de schakelaar G fig. 126 in de
stand0(uit) staat en start de motor;
❒steek de elektrische stekker H fig. 127 in de
aanstekeraansluiting van de auto (12 V);
❒start de compressor door de schakelaar G in
stand1(aan) te plaatsen;
❒pomp de band op tot de juiste bandenspanning
(zie de paragraaf "Bandenspanning in koude
toestand" in het hoofdstuk "Technische
gegevens");
BELANGRIJK Voor een preciezere uitlezing, wordt
geadviseerd de waarde bij uitgeschakelde
compressor te controleren.❒Als de druk na 5 minuten niet minstens 1,5 bar
heeft bereikt, schakel dan de compressor uit en
maak de vulslang B van het bandventiel los
en verwijder de stekker H;
❒verplaats de auto ongeveer 10 meter zodat de
afdichtvloeistof zich gelijkmatig in de band
kan verdelen en pomp vervolgens weer op;
BELANGRIJK Als ook in dit geval binnen 5
minuten na inschakeling van de compressor geen
druk van minstens 1,5 bar wordt bereikt, rijd
dan niet verder omdat de band te ernstig
beschadigd is en de Fix&Go kit niet de vereiste
afdichting kan garanderen. Neem in dat geval
contact op met het Lancia Servicenetwerk.
❒als de band de opgegeven spanning bereikt, rijdt
dan onmiddellijk weg;
❒stop na ongeveer 10 minuten rijden, trek de
handrem aan en controleer opnieuw de
bandenspanning.
fig. 126L0F0304fig. 127L0F0305
190
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 195 of 319
BELANGRIJK
Breng de sticker op een voor de
bestuurder goed zichtbare plaats aan,
om eraan te herinneren dat de band
behandeld is met de Fix&Go kit. Rijd
voorzichtig, met name in bochten. Rijd niet
harder dan 80 km/h. Vermijd bruusk
accelereren en remmen.
BELANGRIJK
Rijd niet verder als de
bandenspanning onder 1,5 bar is
gedaald: de Fix&Go kit kan de vereiste
afdichting niet garanderen omdat de band te
ernstig beschadigd is. Neem contact op met
het Lancia Servicenetwerk. Als daarentegen
een spanning van minstens 1,5 bar wordt
gemeten, herstel dan de correcte
bandenspanning (bij draaiende motor en
aangetrokken handrem), ga weer rijden en
rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde
garage van een Lancia dealer.ALLEEN VOOR CONTROLEREN EN
HERSTELLEN SPANNING
De compressor kan ook worden gebruikt voor het
controleren en mogelijk herstellen van de
bandenspanning.
Ga als volgt te werk:
❒Als de spuitbus A fig. 128 op de compressor is
aangesloten, dient u op de vrijgaveknop L te
drukken om hem te verwijderen;
❒sluit de slang aan op het ventiel van de band;
❒controleer de spanning op de drukmeter;
❒als de spanningswaarde te laag is, breng dan de
elektrische stekker in de aanstekeraansluiting
aan en start de compressor.
BELANGRIJK Druk op de luchtafvoerknop M om
de eventuele overspanning van de band te regelen.
fig. 128L0F0306
191
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 196 of 319
EEN LAMP VERVANGEN
ALGEMENE INSTRUCTIES
❒Controleer alvorens een lamp te vervangen of de
contacten zijn geoxideerd;
❒Vervang defecte lampen door exemplaren van
hetzelfde type en vermogen;
❒controleer na vervanging van een gloeilamp in
de koplamp altijd of de koplampafstelling
goed is;
❒als een lamp niet functioneert, controleer dan of
de betreffende zekering is doorgebrand alvorens
de lamp te vervangen. Om de zekeringen te
vinden wordt verwezen naar de paragraaf
“Zekeringen vervangen” in dit hoofdstuk;
BELANGRIJK
Wijzigingen of reparaties aan het
elektrisch systeem die niet correct
zijn uitgevoerd en waarbij geen rekening
wordt gehouden met de technische
systeemgegevens, kunnen storingen in de
werking en zelfs brand tot gevolg hebben.
BELANGRIJK
In halogeenlampen bevindt zich gas
onder druk.
Raak alleen het metalen gedeelte van
halogeenlampen aan. Het aanraken
van de bol met de vingers kan de
lichtopbrengst en de levensduur van de lamp
reduceren. Als de bol per ongeluk toch wordt
aangeraakt, moet hij worden schoongewreven
met een doekje gedrenkt met alcohol en
vervolgens laten drogen.
192
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 197 of 319
Wij adviseren om defecte lampen,
indien mogelijk, door het Lancia
Servicenetwerk te laten vervangen. De
correcte werking en regeling van de
buitenverlichting zijn van fundamenteel
belang voor de rijveiligheid en is bovendien
een wettelijke vereiste.
Omwille van de hoge voedingsspanning
mogen defecte Xenon
gasontladingslampen (voor bepaalde
versies/markten) uitsluitend door een
vakspecialist worden vervangen: levensgevaar!
Raadpleeg het Lancia-servicenetwerk.BELANGRIJK Bij een lage temperatuur en of bij
een hoge luchtvochtigheidsgraad kan de
binnenzijde van de koplamp een beetje beslagen
zijn. Dit is geen defect maar een natuurlijk
verschijnsel dat veroorzaakt wordt door
de temperatuur- en vochtverschillen tussen de
binnen- en buitenzijde van het glas, en dat geen
enkele nevenwerking heeft op de normale werking
van de lichten. Deze aanslag verdwijnt geleidelijk
aan zodra de koplampen worden ingeschakeld.
193
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 198 of 319
TYPEN LAMPEN
De auto is uitgerust met verschillende typen gloeilampen:
Volglas lampen:(type A) klemmontage. Trek om te
verwijderen.
Lamp met bajonet-sluiting:(type B) druk de lamp
ietwat in en draai linksom om hem uit de houder te
verwijderen.
Buislampen:(type C) trek de lamp uit de veercontacten
om hem te verwijderen.
Halogeenlampen:(type D) haak de borgveer los om de
lamp uit de zitting te verwijder.
Halogeenlampen:(type E) haak de borgveer los om de
lamp uit de zitting te verwijder.
Xenon gasontladingslampen:(type F) raadpleeg het
Lancia Servicenetwerk om dit type lamp te vervangen.
194
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 199 of 319
Lampen
Lamp Type Vermogen Zie Figuur
Dimlicht/grootlicht H4 55 W D
Dimlicht met Xenon gasontladingslampen
(voor bepaalde versies/markten)D1S 35W F
Stadlicht voor W5W 5W A
Dagverlichting (DRL) W21W 21W B
Stadslicht achter LEDS - -
Richtingaanwijzers voor PY24W 24W B
Richtingaanwijzers op flanken W5W 5W A
Richtingaanwijzers achter PY21W 21W B
Remlichten W16W 16W B
Derde remlicht LEDS - -
Mistlampen H3 55 W E
Achteruitrijlichten P21W 21W B
Mistachterlicht P21W 21W B
Kentekenverlichting W5W 5W C
Planfondverlichting voor C5W 5W C
Bagageruimteverlichting W5W 5W A
Dashboardkastverlichting C5W 5W C
195
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 200 of 319
BUITENLAMPEN VERVANGEN
Voor het type lamp en het vermogen, zie “Een
lamp vervangen".
KOPLAMPUNITS
De koplampunits omvatten de gloeilampen voor
de parkeer-/dagverlichting (DRL), het dimlicht,
het grootlicht en de richtingaanwijzers. De
plaatsing van de lampen is als volgt fig. 129:
ADagrijlichten (DRL)
BStadslicht en dimlicht/grootlicht koplampen
CRichtingaanwijzersDAGRIJLICHTEN (DRL)
Ga als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒verwijder het deksel A fig. 129;
❒draai de lamphouder met drukbevestiging B
fig. 130 linksom, verwijder lamp C en vervang
hem;
❒monteer de nieuwe lamp en plaats de
lamphouder B terug in het huis;
❒monteer het deksel A fig. 129.
fig. 129L0F0033fig. 130L0F0070
196
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER