Lancia Ypsilon 2015 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2015, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2015Pages: 319, PDF Size: 9.88 MB
Page 221 of 319

BELANGRIJK
Probeer geen bevroren accu op te
laden; laat de accu eerst ontdooien
om het risico van een ontploffing te
vermijden. Als de accu bevroren is geweest,
moet door vakbekwaam personeel worden
gecontroleerd of de cellen niet beschadigd
zijn en of de behuizing geen scheuren
vertoont, waardoor de giftige en corrosieve
vloeistof kan weglekken.
OPHEFFEN VAN HET VOERTUIG
Als het voertuig opgeheven moet worden, ga dan
naar een Lancia dealer die is uitgerust met een
garagekrik of een hefbrug.
217
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 222 of 319

SLEPEN VAN DE AUTO
Het sleepoog dat bij de auto wordt geleverd
bevindt zich in de gereedschapshouder, onder de
mat in de bagageruimte.
MONTAGE VAN DE TREKHAAK
Verwijder de dop A fig. 159 (voorbumper) of A
fig. 160 (achterbumper) door met de hand op het
onderste gedeelte te duwen, neem het sleepoog
B fig. 159 (voorbumper) of B fig. 160
(achterbumper) uit het omhulsel in de
gereedschapshouder en draai het compleet in de
schroefdraad aan de voor- of achterzijde.
BELANGRIJK
Alvorens te slepen, moet de
contactsleutel op MAR en vervolgens
op STOP worden gezet, zonder de sleutel uit
het contactslot te nemen. Als de sleutel uit
het contactslot wordt genomen, wordt
automatisch het stuurslot ingeschakeld
waardoor de auto niet kan worden bestuurd.
BELANGRIJK
Maak voor de montage van de
trekhaak de schroefdraad zorgvuldig
schoon. Controleer of de trekhaak volledig
op de schroefdraadpen is gedraaid alvorens
de auto te slepen.
fig. 159L0F0021fig. 160L0F0022
218
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 223 of 319

BELANGRIJK
Houd er rekening mee dat tijdens het
slepen de rembekrachtiging en de
elektrische stuurbekrachtiging niet
beschikbaar zijn, waardoor voor het
bedienen van het rempedaal en het sturen
meer kracht is vereist. Gebruik voor het
slepen geen flexibele kabels en vermijd
bruuske bewegingen. Controleer of er tijdens
het slepen geen delen van de auto door de
sleepverbinding kunnen worden beschadigd.
Neem bij het slepen in elk geval de
wettelijke voorschriften in acht van het land
waarin wordt gereden en pas uw rijgedrag
aan. Start de motor niet wanneer de auto
wordt gesleept.
BELANGRIJK
Gebruik sleepogen voor en achter
alleen voor noodgevallen op de weg.
Het is toegestaan de auto op korte afstanden
te slepen m.b.v. geschikte middelen conform
de wegenverkeerswetgeving (starre stang),
om de auto op de weg te verplaatsen om hem
gebruiksklaar te maken voor het slepen of
voor transport met takelwagen. Sleepogen
MOGEN NIET worden gebruikt om
voertuigen off-road (d.w.z. op het terrein) te
slepen of waar hindernissen zijn en/of voor
het slepen met kabels of andere niet-starre
hulpmiddelen. In overeenstemming met
voornoemde voorwaarden, moet men voor
het slepen twee voertuigen gebruiken (een
slepend en een gesleepte voertuig), beiden
zoveel mogelijk op één lijn.
219
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 224 of 319

ONDERHOUD EN ZORG
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Juist onderhoud is uiterst belangrijk voor een
lange levensduur van de auto onder optimale
omstandigheden.
Daarom heeft Lancia een reeks controles en
onderhoudsbeurten opgesteld die op vaste
afstandsintervallen uitgevoerd moeten worden en,
voor bepaalde versies/markten, op vaste
tijdsintervallen, zoals beschreven in het
Geprogrammeerd Onderhoudsschema.
Ongeacht het bovenstaande, is het altijd
noodzakelijk de aanwijzingen in het
Geprogrammeerd Onderhoudsschema zorgvuldig
op te volgen (bijv. regelmatige controle van de
vloeistofniveaus, bandenspanning, enz.).
Geprogrammeerde Onderhoudsbeurten worden
door alle werkplaatsen van het Lancia
Servicenetwerk uitgevoerd op basis van de vaste
intervallen in tijd of kilometers/mijlen. Eventuele
reparaties die nodig blijken tijdens het uitvoeren
van de diverse inspecties en controles van het
geprogrammeerd onderhoud, mogen uitsluitend
worden uitgevoerd na toestemming van de klant.
Als de auto dikwijls gebruikt wordt voor het
trekken van aanhangers, dan moet een korter
interval tussen de onderhoudsbeurten worden
aangehouden.WAARSCHUWING
De onderhoudsbeurten van het Geprogrammeerde
Onderhoud zijn door de fabrikant voorgeschreven.
Het niet uitvoeren ervan kan het vervallen van
de garantie tot gevolg hebben.
Het is raadzaam het Lancia Servicenetwerk
onmiddellijk te informeren over eventuele kleine
defecten en niet te wachten tot de volgende
onderhoudsbeurt.
Voor versies uitgerust met speciale
brandstoftoevoer en/of uitrustingsniveau (bijv.
LPG, Natural Power, automatische
versnellingsbak), in aanvulling op hetgeen
beschreven is in het volgende Geprogrammeerde
Onderhoudsschema, de betreffende onderwerpen
in de speciale supplementen raadplegen.
220
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 225 of 319

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
BENZINE-UITVOERINGEN
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000
km/8 jaar, cyclisch herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen
aanhouden als daarvoor.
km x 1000 15 30 45 60 75 90105 120 135 150
Jaren12345678910
Conditie/slijtage banden controleren en
bandenspanning, indien nodig, herstellen;
vervaldatum lading “Fix&Go Automatic” kit
controleren (voor bepaalde versies/markten)●●●●●●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
bagageruimte, interieur, dashboardkastje, lampjes
instrumentenpaneel, enz.) controleren●●●●●●●●●●
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen
(motorkoelvloeistof, remmen/hydraulische
koppeling, ruitensproeiers, accu enz.)●●●●●●●●●●
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren●●●●●●●●●●
Gebruik de diagnosestekker om de werking van het
brandstoftoevoer-/motormanagementsysteem en de
emissie te controleren; en voor bepaalde versies/
markten, de verslechtering van de motorolie●●●●●●●●●●
221
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 226 of 319

km x 1000 15 30 45 60 75 90105 120 135 150
Jaren12345678910
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van
carrosserie, bodemplaatbescherming, slangen en
leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem en
rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)●●●●●
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers
voor/achter controleren●●●●●
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en
zo nodig de sproeiers afstellen●●●●●
Slot van motorkap en achterklep op aanwezigheid
van vuil controleren, schoonmaken en mechanismen
smeren●●●●●
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen
voor visueel controleren en de werking van
remblokslijtagesensor controleren●●●●●●●●●●
Conditie en slijtage van de achterste
trommelremvoeringen visueel inspecteren.●●●●●●●●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel
controleren●
Conditie en spanning van aandrijfriem(en)
hulporganen (alleen bij versies zonder automatische
riemspanner) controleren●●
Conditie van de getande distributieriem visueel
controleren (behalve 0.9 TwinAir 85 pk versies)●
222
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 227 of 319

km x 1000 15 30 45 60 75 90105 120 135 150
Jaren12345678910
Klepspeling controleren en zo nodig afstellen (1.2 8V
69 pk versies)●●
Oliepeil handgeschakelde versnellingsbak
controleren●
Motorolie en oliefilter vervangen (of elke twee jaar)
(1)●●●●●
Bougies vervangen●●●●●
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen
(2)●
Getande distributieriem vervangen (behalve 0.9
TwinAir 85 pk versies)
(2)●
(1) Als het voertuig voornamelijk binnen de bebouwde kom gebruikt wordt of wanneer het aantal jaarlijks afgelegde kilometers
minder dan 10.000 bedraagt, moeten de motorolie en het oliefilter elk jaar vervangen worden.
(2) Voor gebieden waar weinig stof is wordt een maximale kilometerstand van 120.000 km aanbevolen. Ongeacht de
kilometerstand moet de riem eens per 6 jaar worden vervangen.
In stoffige omgevingen en/of gebruik van het voertuig onder zware omstandigheden (koude klimaten, gebruik in de stad,
periodes van langdurige stilstand): wordt een maximale kilometerstand van 60.000 km aanbevolen. Ongeacht de
kilometerstand, moet de riem om de 4 jaar vervangen worden.
223
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 228 of 319

km x 1000 15 30 45 60 75 90105 120 135 150
Jaren12345678910
Luchtfilterelement vervangen
(3)●●●●●
Remvloeistof vervangen●●●●●
Interieurfilter vervangen
(3) (O) (●)O●O●O●O●O●
(3) As het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 15.000 km vervangen worden.
(O) Aanbevolen werkzaamheden
(●) Verplichte werkzaamheden
224
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 229 of 319

DIESELUITVOERINGEN
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000
km/6 jaar, cyclisch herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen
aanhouden als daarvoor.
km x 1000 20 40 60 80100 120 140 160 180 200
Jaren12345678910
Conditie/slijtage banden controleren en
bandenspanning, indien nodig, herstellen;
vervaldatum lading “Fix&Go Automatic” kit
controleren (voor bepaalde versies/markten)●●●●●●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
bagageruimte, interieur, dashboardkastje, lampjes
instrumentenpaneel, enz.) controleren●●●●●●●●●●
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen
(motorkoelvloeistof, remmen/hydraulische
koppeling, ruitensproeiers, accu enz.)●●●●●●●●●●
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren●●●●●●●●●●
Gebruik de diagnosestekker om de werking van het
brandstoftoevoer-/motormanagementsysteem en de
emissie te controleren; en voor bepaalde versies/
markten, de verslechtering van de motorolie●●●●●●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van
carrosserie, bodemplaatbescherming, slangen en
leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem en
rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)●●●●●
225
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 230 of 319

km x 1000 20 40 60 80100 120 140 160 180 200
Jaren12345678910
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers
voor/achter controleren●●●●●
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en
zo nodig de sproeiers afstellen●●●●●
Slot van motorkap en achterklep op aanwezigheid
van vuil controleren, schoonmaken en mechanismen
smeren●●●●●
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen
voor visueel controleren en de werking van
remblokslijtagesensor controleren●●●●●●●●●●
Conditie en slijtage van de achterste
trommelremvoeringen visueel inspecteren.●●●●●●●●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel
controleren●●
Oliepeil handgeschakelde versnellingsbak
controleren●●●●●
226
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER