Lancia Ypsilon 2015 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2015, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2015Pages: 319, PDF Size: 9.88 MB
Page 231 of 319

km x 1000 20 40 60 80100 120 140 160 180 200
Jaren12345678910
Motorolie en oliefilter vervangen
(1)
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen(2)●
Brandstoffilterelement vervangen
(3)●●●
Luchtfilterelement vervangen
(4)●●●●●
Remvloeistof vervangen●●●●●
Interieurfilter vervangen
(4) (O) (●)O●O●O●O●O●
(1) Het werkelijke interval voor de vervanging van de motorolie en het oliefilter is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden
van het voertuig en wordt aangegeven met een brandend lampje of een bericht op het instrumentenpaneel. Het mag echter
nooit meer dan 2 jaar bedragen.
Als de auto voornamelijk in de stad wordt gebruikt, dan moeten de motorolie en het filter elk jaar worden vervangen.
(2) Voor gebieden waar weinig stof is wordt een maximale kilometerstand van 120.000 km aanbevolen. Ongeacht de
kilometerstand moet de riem eens per 6 jaar worden vervangen.
In stoffige omgevingen en/of gebruik van het voertuig onder zware omstandigheden (koude klimaten, gebruik in de stad,
periodes van langdurige stilstand): wordt een maximale kilometerstand van 60.000 km aanbevolen. Ongeacht de
kilometerstand, moet de riem om de 4 jaar vervangen worden.
(3) Als het voertuig op brandstof rijdt van een kwaliteit die niet voldoet aan de betreffende Europese specificatie, moet dit filter
om de 20.000 km vervangen worden
(4) As het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 20.000 km vervangen worden
(O) Aanbevolen werkzaamheden
(
●) Verplichte werkzaamheden
227
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 232 of 319

PERIODIEKE CONTROLES
Elke 1.000 km of vóór een lange reis controleren
en eventueel bijvullen:
❒niveau motorkoelvloeistof, remvloeistof en
ruitensproeiervloeistof;
❒conditie en spanning banden;
❒werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, etc.);
❒werking ruitenwissers/-sproeiers en stand/
slijtage wisserbladen voor/achter.
Elke 3.000 km controleren en eventueel bijvullen:
motorolieniveau.
INTENSIEF GEBRUIK VAN DE AUTO
Als de auto voornamelijk gebruikt wordt in de
volgende omstandigheden:
❒het trekken van aanhangers of caravans;
❒het rijden op stoffige wegen;
❒talrijke korte ritten (minder dan 7-8 km) en bij
buitentemperaturen onder het vriespunt;
❒vaak lang stationair draaiende motor of lange
afstanden bij lage snelheden of als de auto
lang niet wordt gebruikt;
moeten de volgende controles vaker uitgevoerd
worden dan beschreven in het Geprogrammeerd
Onderhoudsschema:
❒remblokken van schijfremmen voor op conditie
en slijtage controleren;
❒slot van motorkap en achterklep op
aanwezigheid van vuil controleren,
schoonmaken en mechanismen smeren;
❒visueel de toestand controleren van: motor,
versnellingsbak, transmissie, slangen en
leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem) en
rubber elementen (hoezen, balgen, bussen
enz.);
228
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 233 of 319

❒laadtoestand accu en niveau accuvloeistof
(elektrolyt) controleren;
❒conditie van aandrijfriemen hulporganen visueel
controleren;
❒motorolie en oliefilter controleren en zo nodig
vervangen;
❒pollenfilter controleren en zo nodig vervangen;
❒luchtfilter controleren en zo nodig vervangen.CONTROLE VAN
VLOEISTOFNIVEAUS
BELANGRIJK
Rook nooit tijdens het uitvoeren van
werkzaamheden in de motorruimte:
er kunnen ontvlambare gassen en dampen
vrijkomen die brand kunnen veroorzaken.
BELANGRIJK
Wees erg voorzichtig bij het uitvoeren
van werkzaamheden in de
motorruimte wanneer de motor nog warm is:
gevaar voor brandwonden. Vergeet niet dat
bij een warme motor de ventilator
onverwacht kan inschakelen: kans op
verwonding. Sjaals, dassen of andere
loszittende kleding kunnen door de
bewegende onderdelen worden
meegetrokken.
Wees voorzichtig bij het bijvullen en
meng nooit verschillende soorten
vloeistoffen: alle vloeistoffen zijn
specifiek en het mengen ervan kan de auto
ernstig beschadigen.
229
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 234 of 319

0.9 TwinAir 85 pk versies
A. Motorolie dop/vulopening B. Motorolie peilstok C. Motorkoelvloeistof D. Ruitensproeiervloeistof voor voorruit/
achterruit/koplampsproeiers E. Remvloeistof F. Accu
F
EC
D
B
A
fig. 161L0F0089
230
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 235 of 319

1.2 8V 69 pk versies
A. Motorolie peilstok B. Motorolie dop/vulopening C. Motorkoelvloeistof D. Ruitensproeiervloeistof voor voorruit/
achterruit/koplampsproeiers E. Remvloeistof F. Accu
fig. 162L0F0050
231
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 236 of 319

1.3 16v MultiJet versies
A. Motorolie peilstok B. Motorolie dop/vulopening C. Motorkoelvloeistof D. Ruitensproeiervloeistof voor voorruit/
achterruit/koplampsproeiers E. Remvloeistof F. Accu
EA
C
D
B
F
fig. 163L0F0090
232
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 237 of 319

MOTOROLIE
Controleer ongeveer 5 minuten na het uitzetten
van de motor het oliepeil met de auto op een
horizontale ondergrond.
Voor 1.2 8V 69 pk en 1.3 16V MultiJet versies
Verwijder de motorolie peilstok B, maak hem
schoon met een niet pluizende doek en plaats de
peilstok terug. Neem de peilstok weer uit en
controleer of het peil zich tussen het MIN- en
MAX-teken op het reservoir bevindt.
Het verschil tussen het MIN en MAX-teken komt
overeen met ongeveer 1 liter olie.
Wanneer het olieniveau nabij of onder het
MIN-teken komt, moet men olie bijvullen via de
vulopening tot aan het MAX-teken.
Het olieniveau mag nooit boven het
MAX-teken komen.
Voor 0.9 TwinAir 85 versies
De motoroliepeilstok A is in de dop A
geïntegreerd. Draai de dop los, maak de peilstok
schoon met een niet pluizende doek, plaats de
peilstok terug en draai de dop vast. Neem de dop
weer uit en controleer of het peil zich tussen het
MIN- en MAX-teken op de peilstok bevindt.Motorolieverbruik
Gewoonlijk ligt het maximaal motorolieverbruik
op 400 gram per 1000 km.
Tijdens de beginperiode van de auto wordt de
motor ingereden. Daarom is het motorolieverbruik
pas stabiel na de eerste 5.000 ÷ 6.000 km.
BELANGRIJK Laat na het bijvullen of het
verversen van motorolie de motor enkele seconden
draaien alvorens de motor uit te zetten en wacht
enkele minuten alvorens het oliepeil te
controleren.
Vul geen olie bij met andere
kenmerken dan de olie waarmee de
motor is gevuld.
Afgewerkte motorolie en oude
motoroliefilters bevatten
milieuschadelijke stoffen. Raadpleeg
bij voorkeur het Lancia Servicenetwerk om de
olie en het oliefilter te laten verversen/
vervangen.
MOTORKOELVLOEISTOF
Controleer het koelvloeistofniveau bij motor. Het
niveau moet tussen het MIN- en MAX teken op het
expansiereservoir staan.
233
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
p k
Page 238 of 319

Als het niveau te laag is, maak de reservoirdop C
los (zie vorige pagina's) en vul de vloeistof bij
zoals vermeld in het hoofdstuk "Technische
gegevens".
Het motorkoelsysteem moet worden
gevuld met PARAFLUUPantivries. Vul
koelvloeistof bij met dezelfde
kenmerken als de koelvloeistof waarmee het
koelsysteem reeds is gevuld. PARAFLU
UPmag
niet met andere typen vloeistoffen worden
gemengd. Mocht dit toch gebeuren, start de
motor dan in geen geval en neem contact
op met het Lancia Servicenetwerk.
BELANGRIJK
Het koelsysteem staat onder druk.
Vervang indien nodig de dop alleen
door een origineel exemplaar; zoniet kan dit
de werking van het systeem negatief
beïnvloeden. Draai bij warme motor de dop
van het expansiereservoir niet los: gevaar
voor brandwonden.
VLOEISTOF VOOR RUITENSPROEIERS/
ACHTERRUITSPROEIER
Als het niveau te laag is, til dan de reservoirdop D
op (zie vorige pagina's) en vul de vloeistof bij
zoals vermeld in het hoofdstuk "Technische
gegevens".
BELANGRIJK
Rijd nooit met een leeg
ruitensproeierreservoir:
ruitensproeiers zijn van fundamenteel
belang voor een goed zicht. Sommige in de
handel verkrijgbare
ruitensproeiervloeistoffen zijn licht
ontvlambaar. De motorruimte omvat warme
onderdelen die bij contact met de vloeistof
brand kunnen veroorzaken.
REMVLOEISTOF
Controleer of het vloeistofniveau op het maximum
peil staat (het niveau mag nooit boven het
MAX-teken komen). Als het vloeistofniveau te
laag is, maak de reservoirdop E los (zie vorige
pagina's) en vul de vloeistof bij zoals vermeld in
het hoofdstuk "Technische gegevens".
OpmerkingReinig zorgvuldig de reservoirdop en
het omliggende oppervlak van de vulopening.
Zorg bij het openen van de dop dat er geen vuil in
het reservoir terecht komt.
Gebruik voor het bijvullen altijd een trechter met
fijne zeef van maximaal 0,12 mm.
234
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 239 of 319

BELANGRIJK Remvloeistof is hygroscopisch
(d.w.z. trekt water aan). Daarom moet bij
overwegend gebruik van de auto in gebieden met
grote luchtvochtigheid, de vloeistof vaker worden
vervangen dan is aangegeven in het
“Geprogrammeerd onderhoudsschema”.
Vermijd elk contact tussen de uiterst
corrosieve remvloeistof en de gelakte
delen. Spoel bij contact onmiddellijk
uit met rijkelijk water.
BELANGRIJK
Remvloeistof is giftig en uiterst
corrosief. Als men de remvloeistof per
ongeluk toch morst, moeten de betreffende
delen onmiddellijk worden schoongemaakt
met water en een neutrale zeep en
vervolgens rijkelijk met water worden
gespoeld. In geval van inslikken
onmiddellijk een arts raadplegen.
BELANGRIJK
Het symboolop het reservoir geeft
aan dat een synthetische remvloeistof
moet worden gebruikt, dus geen minerale
remvloeistof. Het gebruik van minerale
vloeistoffen kan de speciale rubbers in het
remsysteem onherstelbaar beschadigen.
LUCHTFILTER/POLLENFILTER/
DIESELFILTER
Neem voor het vervangen van het filter contact op
met het Lancia Servicenetwerk.
235
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 240 of 319

ACCU
Het elektrolyt van de accu hoeft niet te worden
bijgevuld met gedestilleerd water. Een periodieke
controle bij het Lancia Servicenetwerk is echter
noodzakelijk om de efficiëntie te verifiëren.
ACCU VERVANGEN
Vervang de accu, indien nodig, door een ander
exemplaar van dezelfde kwaliteit en met dezelfde
specificaties al de oorspronkelijke. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van de accu voor
het onderhoud.
NUTTIG ADVIES OM DE LEVENSDUUR VAN
DE ACCU TE VERLENGEN
Neem de volgende aanwijzingen in acht om het
snel ontladen van de accu te voorkomen en de
levensduur te verlengen:
❒wanneer de auto wordt geparkeerd, controleer
dan of de portieren, de motorkap en de
achterklep goed gesloten zijn. Hiermee wordt
voorkomen dat de interieurverlichting blijft
branden.
❒schakel de plafondverlichting uit. Het voertuig
is, in ieder geval, uitgerust met een systeem dat
de binnenverlichting automatisch uitschakelt;
❒houd accessoires (bijv. autoradio,
alarmknipperlichten, etc.) niet te lang
ingeschakeld wanneer de motor is uitgezet;❒maak voordat werkzaamheden aan de
elektrische installatie worden uitgevoerd, de
kabel van de minpool op de accu los;
❒trek de accuklemmen stevig aan.
BELANGRIJK Als het ladingsniveau gedurende
langere tijd onder 50% blijft, raakt de accu door
sulfatering beschadigd. Hierdoor verminderen
de capaciteit en het startvermogen.
De accu is in dit geval ook gevoeliger voor
bevriezing (dit kan reeds bij temperaturen van
-10°C gebeuren). Als de auto langere tijd niet
gebruikt wordt, zie dan "Langdurige stilstand van
de auto” in het hoofdstuk "Starten en rijden".
Als men na aanschaf van de auto elektrische
accessoires wil monteren die constante voeding
vereisen (alarm enz.), of accessoires die de
elektrische installatie zwaar belasten, wordt
geadviseerd contact op te nemen met het Lancia
Servicenetwerk; het gekwalificeerde personeel
zal dan het totale stroomverbruik van deze
accessoires beoordelen.
BELANGRIJK
Accuvloeistof is giftig en corrosief.
Vermijd contact met huid en ogen.
Houd open vuur en vonkvormende
apparaten uit de buurt van de accu: brand-
en explosiegevaar.
236
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER