sensor MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 324 of 819

4–160
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem *
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem regelt de volgafstand *1 al naargelang
de rijsnelheid met behulp van een radarsensor (voor) die de afstand ten opzichte van een
voorliggend voertuig meet, zodat de bestuurder het gaspedaal of het rempedaal niet constant
hoeft te gebruiken.
*1 Volgafstandregeling: Regeling van de afstand tussen uw voertuig en het voorliggende
voertuig dat door het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is bespeurd.
Als uw auto het voorliggende voertuig dichter begint te naderen, omdat bijvoorbeeld het
voorliggende voertuig plotseling afremt, wordt tegelijkertijd een waarschuwingsgeluid en
een waarschuwingsindicatie op de display geactiveerd om u te waarschuwen voldoende
afstand tussen de voertuigen te bewaren.
De volgende rijsnelheden kunnen ingesteld worden:
 


(Europees model)
 Ongeveer 30 km/h tot 200 km/h



(Behalve Europese modellen)
 Ongeveer 30 km/h tot 145 km/h
Gebruik het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem op snelwegen en overige
autowegen waarbij niet veel herhaalde acceleratie en snelheidsmindering vereist is.


Page 373 of 819

4–209
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R)
De stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) is een systeem dat bestemd is schade
in het geval van een botsing te beperken door het in werking stellen van de rembesturing
(SCBS rem) wanneer de ultrasonische sensoren van het systeem een obstakel aan de
achterzijde van het voertuig bespeuren bij een rijsnelheid tussen ongeveer 2 tot 8 km/h en
het systeem bepaalt dat een botsing niet te vermijden is.
TerugspoelenUltrasonische sensor (achter)


Page 374 of 819

4–210
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
WAARSCHUWING
Vertrouw niet volledig op het systeem van de stadsverkeer-remassistent [Achteruit]
(SCBS R):
 
 Het systeem van de stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) is enkel bestemd
om in het geval van een botsing schade te verminderen. Wanneer u overmatig op het
systeem vertrouwt en daardoor het gaspedaal of rempedaal per ongeluk intrapt, kan
dit een ongeluk veroorzaken.
  Neem voor de juiste werking van de stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R)
de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
 

 
 Breng geen stickers aan op de ultrasonische sensoren (achter) (inclusief
doorzichtige stickers). Anders bestaat de kans dat de ultrasonische sensor (achter)
voertuigen of obstakels niet kan bespeuren, hetgeen ongelukken kan veroorzaken.
 

 
 De ultrasonische sensoren (achter) niet demonteren.


 
 Als er barsten of beschadiging als gevolg van bijvoorbeeld steenslag in de buurt
van een ultrasonische sensor (achter) zichtbaar zijn, onmiddellijk met het gebruik
van de stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) stoppen en uw auto door
een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur laten
inspecteren. Als u met barsten of krassen in de buurt van een ultrasonische sensor
met de auto blijft doorrijden, bestaat de kans dat het systeem abusievelijk in
werking treedt en een ongeluk veroorzaakt wordt.
  Zie Stopzetten van de werking van de stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS
R) op pagina 4-214.
 

 
 Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur, voor het vervangen van de achterbumper.
Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen:
Als de hoogte van de auto of de overhelling gewijzigd wordt, bestaat de kans dat de
stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) niet juist functioneert omdat dit
obstakels niet correct kan bespeuren.
Oefen geen grote kracht uit op de ultrasonische sensoren (achter):
Spuit bij het wassen van de auto geen water onder hoge druk tegen een ultrasonische
sensor (achter) en er niet met kracht over wrijven. Let er verder op bij het in- en
uitladen van lading niet met kracht tegen de achterbumper te stoten. Anders bestaat de
kans dat de sensoren de obstakels niet correct bespeuren, wat tot gevolg kan hebben
dat de stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) niet normaal functioneert of
abusievelijk functioneert.


Page 375 of 819

4–211
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPGELET
  Bij het off-road rijden op plaatsen met gras of bladeren, wordt het aanbevolen de
stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) uit te schakelen.
  Gebruik altijd banden van het voorgeschreven formaat en van hetzelfde merk, soort
en pro¿ elpatroon op alle 4 wielen. Bovendien geen banden met duidelijk zichtbaar
verschillende slijtagepatronen op dezelfde auto gebruiken. Gebruik geen banden met
duidelijk zichtbaar verschillende slijtagepatronen op dezelfde auto. Anders bestaat de
kans dat de stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) niet normaal functioneert.
  Als zich een laag ijs of sneeuw op de ultrasonische sensoren (achter) heeft vastgezet,
bestaat de kans dat deze afhankelijk van de omstandigheden obstakels niet correct
kunnen bespeuren. In dergelijke gevallen is het mogelijk dat het systeem de regelingen
niet correct kan uitvoeren. Rijd altijd voorzichtig en let op de achterzijde van de auto.


Page 376 of 819

4–212
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  De stand van de auto verandert afhankelijk van het gebruik van het gaspedaal,
rempedaal en stuurwiel, wat voor het systeem de herkenning van een obstakel kan
bemoeilijken of wat tot onnodige detectie kan leiden. In dergelijke gevallen is het
mogelijk dat de stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) niet functioneert.
  De stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) functioneert onder de volgende
omstandigheden.
 


 Wanneer de motor draait.



 De versnellingshendel (voertuig met handgeschakelde versnellingsbak) of
keuzehendel (voertuig met automatische transmissie) staat in de stand R (achteruit).
 


 “Stadsverkeer-remassistent achteruit defect” wordt niet aangegeven in de multi-
informatiedisplay.
 


 Bij een rijsnelheid van ongeveer 2 tot 8 km/h.



 De stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) is niet uitgeschakeld.



 Het DSC systeem is niet defect. 

 De stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) functioneert met behulp van
ultrasonische sensoren (achter) welke obstakels aan de achterzijde bespeuren door
middel van het uitzenden van ultrasonische golven en vervolgens de terugkerende
golven die door de obstakels weerkaatst worden weer opvangen.
  In de volgende gevallen kunnen de ultrasonische sensoren (achter) geen obstakels
bespeuren en bestaat de kans dat de stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R)
niet functioneert.
 


 Lage obstakels, zoals lage muren of vrachtwagens met lage laadbakken.



 Hoge obstakels, zoals vrachtwagens met hoge laadbakken.



 Kleine obstakels.



 Dunne obstakels, zoals wegwijzerpalen.



 Obstakels die zich op afstand van het midden van de auto bevinden.



 De buitenste zijde van het obstakel bevindt zich niet vertikaal ten opzichte van de
auto.
 


 Zachte obstakels, zoals een hangend gordijn of een voertuig bedekt met sneeuw.



 Onregelmatig gevormde obstakels.



 Obstakels die zich uiterst dichtbij bevinden.


Page 377 of 819

4–213
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  In de volgende gevallen kunnen de ultrasonische sensoren (achter) obstakels niet
correct bespeuren en bestaat de kans dat de stadsverkeer-remassistent [Achteruit]
(SCBS R) niet functioneert.
 


 Er zit iets op de bumper in de buurt van een ultrasonische sensor (achter).



 Het stuurwiel wordt scherp gedraaid, of het rem- of gaspedaal wordt bediend.



 Nabij een obstakel bevindt zich een ander obstakel.



 Tijdens slechte weersomstandigheden, zoals regen, mist en sneeuw.



 Hoge of lage vochtigheid.



 Hoge of lage temperaturen



 Harde wind.



 Het wegtraject is niet vlak.



 Wanneer zware bagage in de bagageruimte of op de achterzitting is geplaatst.



 Objecten zoals een draadloze antenne, mistlamp of verlichte kentekenplaat zijn in de
buurt van een ultrasonische sensor (achter) gemonteerd.
 


 De richting van een ultrasonische sensor (achter) wijkt af als gevolg van
bijvoorbeeld een botsing.
 


 De auto staat blootgesteld aan andere geluidsgolven, zoals die van de claxon,
motorgeluiden of de ultrasonische sensor van een ander voertuig.
 
 In de volgende gevallen is het mogelijk dat een ultrasonische sensor (achter)
iets abusievelijk als een doelobstakel bespeurt, wat tot gevolg kan hebben dat de
stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) in werking treedt.
 


 Rijden op een steile helling.



 Wielblokken.



 Hangende gordijnen, poortpalen, zoals bij tolpoorten en spoorwegovergangen.



 Bij het rijden nabij objecten zoals gebladerte, geluidswanden, voertuigen, muren en
hekken langs wegen.
 


 Bij het off-road rijden op plaatsen met gras en hooi.



 Bij het rijden door lage poorten, smalle poorten, autowasinstallaties en tunnels.



 Wanneer een trekhaak is gemonteerd of een aanhanger wordt getrokken. 

(Handgeschakelde versnellingsbak) Als de auto door de werking van het SCBS tot stilstand wordt gebracht en het
koppelingspedaal niet wordt ingetrapt, stopt de motor.
  Wanneer het systeem in werking is, wordt de gebruiker op de hoogte gesteld door de
multi-informatiedisplay.
  De stadsverkeer-remassistent (SCBS) waarschuwingsindicatie (oranje) licht op
wanneer er een defect is in het systeem.
 Zie Waarschuwingslampjes op pagina 4-47 .


Page 380 of 819

4–216
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) *
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) waarschuwt de bestuurder voor een
mogelijke botsing door middel van een display en een waarschuwingsgeluid als bij
rijsnelheden van ongeveer 15 km/h of hoger de radarsensor (voor) en de vooruitrijcamera
(FSC) bepalen dat er kans is op een botsing met een voorliggend voertuig. Bovendien, als
de radarsensor (voor) en de vooruitrijcamera (FSC) bepalen dat een botsing onvermijdelijk
is, wordt de automatische remregeling uitgevoerd om schade in het geval van een botsing te
verminderen.
Wanneer de bestuurder het rempedaal intrapt, worden de remmen als extra hulp hard en snel
aangetrokken. (Rembekrachtiging (SBS rembekrachtiging))
WAARSCHUWING
Vertrouw niet volledig op het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) en rijd altijd
voorzichtig:
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is bestemd om in het geval van een
botsing schade te verminderen, niet om ongelukken te voorkomen. De mogelijkheid
voor het bespeuren van een obstakel is beperkt afhankelijk van het obstakel,
weersomstandigheden of verkeerssituaties. Als dus het gaspedaal of rempedaal per
ongeluk wordt ingetrapt, kan dit een ongeluk veroorzaken. Controleer altijd de
veiligheid van de omgeving en trap het rempedaal of gaspedaal in terwijl u een veiliger
afstand aanhoudt ten opzichte van voorliggende voertuigen of tegenliggers.
OPGELET
Schakel in de volgende gevallen het systeem uit om abusievelijk functioneren te
voorkomen:
 
 De auto wordt gesleept of sleept een ander voertuig. 
 De auto staat op een rollenbank. 
 Bij het rijden op slechte wegen of op plaatsen met dicht gras of off-road.


Page 381 of 819

4–217
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) functioneert wanneer aan alle
volgende voorwaarden is voldaan:
 


 Het contact op ON wordt gezet.



 Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is ingeschakeld.



 De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of sneller.



 De relatieve snelheid tussen uw auto en het voorliggende voertuig is ongeveer 15
km/h of hoger.
 


 De Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) werkt niet. 

 Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) functioneert mogelijk niet onder de
volgende omstandigheden:
 


 Als u uw auto snel laat accelereren en dit een voorliggend voertuig dicht nadert.



 De auto met dezelfde snelheid rijdt als het voorliggende voertuig.



 Het gaspedaal ingetrapt wordt.



 Het rempedaal is ingedrukt.



 Het stuurwiel gedraaid wordt.



 De keuzehendel bediend wordt.



 De richtingaanwijzer gebruikt wordt.



 Wanneer het voorliggende voertuig niet uitgerust is met achterlichten of de
achterlichten niet branden.
 


 Wanneer waarschuwingen en berichten, zoals die voor een vuile voorruit, verband
houdend met de vooruitrijcamera (FSC) in de multi-informatiedisplay worden getoond.
 
 Hoewel de objecten waardoor het systeem geactiveerd wordt vierwielige voertuigen
zijn, is het mogelijk dat de radarsensor (voor) de volgende objecten bespeurt, bepaalt
dat deze obstakels zijn en het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) activeert.
 


 Objecten op de weg bij de ingang van een bocht (zoals vangrails en sneeuwbanken).



 Er verschijnt een voertuig in de tegengestelde rijstrook bij het rijden om een hoek of
het maken van een bocht.
 


 Bij het rijden over een smalle brug.



 Bij het rijden onder een lage poort of door een tunnel of smalle poort.



 Bij het inrijden van een ondergrondse parkeergarage.



 Metalen voorwerpen, oneffenheden of uitstekende voorwerpen op de weg.



 Als u plotseling dicht bij een voorliggend voertuig komt.



 Bij het rijden op plaatsen waar hoog gras is of weiland.



 Tweewielige voertuigen zoals motor¿ etsen of ¿ etsen.



 Voetgangers of niet-metalen objecten zoals bomen. 

 Wanneer het systeem in werking is, wordt de gebruiker op de hoogte gesteld door de
Active Driving Display.
  De Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) waarschuwingsindicatie (oranje) licht
op wanneer er een defect is in het systeem.
 Zie Waarschuwingslampjes op pagina 4-46 .


Page 390 of 819

4–226
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Radarsensor (Voor) *
Uw auto is uitgerust met een radarsensor (voor).
De volgende systemen maken eveneens gebruik van de radarsensor (voor).
 


 Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem



 Afstandherkenninghulpsysteem (DRSS)



 Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
De radarsensor (voor) zendt radiogolven uit die weerkaatst worden door een voorliggend
voertuig of een obstakel en die vervolgens weer door de radarsensor worden opgevangen.
De radarsensor (voor) is gemonteerd achter het voorembleem.
Radarsensor (voor)
Als “SBS, MRCC, DRSS radar geblokkeerd” wordt getoond in de multi-informatiedisplay
van de instrumentengroep, het gedeelte rondom de radarsensor (voor) reinigen.


Page 391 of 819

4–227
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPGELET
Neem voor de juiste werking van elk van de systemen de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
 
 Breng geen stickers aan (inclusief doorzichtige stickers) op de buitenkant van de
radiateurgrille en het voorembleem in en rondom de radarsensor (voor) en vervang de
radiateurgrille en het voorembleem niet door een product dat geen origineel product is
dat bestemd is voor gebruik met de radarsensor (voor).
  De radarsensor (voor) omvat een functie voor het bespeuren van verontreiniging
van de voorzijde van de radarsensor en het informeren van de bestuurder. Echter
afhankelijk van de omstandigheden kan de detectie van de verontreiniging enige tijd
duren en bestaat de kans dat plastic zakjes, ijs of sneeuw niet bespeurd worden. In dit
geval is het mogelijk dat het systeem niet correct functioneert, dus houd de radarsensor
(voor) altijd schoon.
  Installeer geen grillebeschermplaat. 
 Als het voorste gedeelte van de auto bij een botsing beschadigd is geraakt, bestaat de
kans dat de radarsensor (voor) uit zijn positie is verschoven. Stop onmiddellijk met het
gebruik van het systeem en laat de auto altijd door een een of¿ ciële Mazda reparateur
inspecteren.
  Gebruik de voorbumper niet om tegen andere voertuigen of obstakels te duwen,
zoals bij het wegrijden uit een parkeerruimte. Anders bestaat de kans dat tegen de
radarsensor (voor) wordt gestoten en dat de positie ervan gaat afwijken.
  De radarsensor (voor) niet verwijderen, demonteren of wijzigen. 
 Neem voor reparaties, vervangen van onderdelen of spuitwerk rondom de radarsensor
(voor) contact op met een of¿ ciële Mazda reparateur.

 Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen. Als er wijzigingen aan de vering
worden aangebracht, kan dit de hoogte van de auto veranderen en bestaat de kans
dat de radarsensor (voor) het voorliggende voertuig of een obstakel niet correct kan
bespeuren.


Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 80 next >