MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 531 of 759

3. X merktekenxTelkens wanneer de motorolie ververst wordt, dient de motorstuureenheid van de
auto zo spoedig mogelijk teruggesteld te worden. Anders bestaat de kans dat het
moersleutelindicatielampje of motoroliewaarschuwingslampje gaat branden.
Neem voor het terugstellen van de motorstuureenheid contact op met een
deskundige reparateur (bij voorkeur een officiële Mazda-reparateur) of zie de
sectie over de voertuigstatusmonitor in het Mazda Connect instructieboekje.
▼Controle van het motoroliepeil
OPMERKING
xAls de waarschuwingsindicatie/het
waarschuwingslampje motoroliepeil
gaat branden, vul dan 1 liter
motorolie bij.
x(SKYACTIV-D 1.8)
Laat uw auto door een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) controleren
wanneer “Oliepeil te hoog. Laat de
auto controleren” op de
multi-informatiedisplay in de
instrumentengroep wordt getoond.
1. Controleer of de auto op een
vlakke ondergrond staat.
2. Laat de motor warmdraaien totdat
deze de normale
bedrijfstemperatuur bereikt heeft.
3. Zet de motor stop en wacht ten
minste 5 minuten om de olie naar
het carter te laten terugvloeien.
4.(SKYACTIV-X 2.0)
Open de motorafdekkap (pagina
6-21).
5. Trek de peilstok naar buiten, veeg
deze schoon en steek deze weer
volledig in.
SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G
2.5

1. MAX
2. OK
3. MIN

SKYACTIV-X 2.0

1. MAX
2. OK
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-29

Page 532 of 759

3. MIN

SKYACTIV-D 1.8

1. X merkteken
2. MAX
3. OK
4. MIN

OPMERKING
(SKYACTIV-D 1.8)
Bij het inspecteren van het
motoroliepeil de peilstok recht naar
buiten trekken, zonder deze te
draaien. Bij het weer insteken van
de peilstok deze steeds insteken
zonder te draaien, zodat het “X”
merkteken in de richting van de
voorzijde van de auto wijst.
6. Trek de peilstok weer naar buiten
en controleer het oliepeil.
Het oliepeil is normaal als dit
tussen de MIN en MAX
markeringen staat.
Indien het peil in de nabijheid van
of onder MIN is, voldoende olie
bijvullen om het peil op MAX te
brengen.
OPGELET
Vul niet teveel motorolie bij. Dit
kan beschadiging van de motor
veroorzaken.
7. Let er op of de O-ring op de
peilstok goed op zijn plaats zit
alvorens de peilstok opnieuw in te
steken.
8. Steek de peilstok volledig in.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-30

Page 533 of 759

Motorkoelvloeistof
▼Controle van het
motorkoelvloeistofniveau
WAARSCHUWING
Geen lucifers of open vuur in de
motorruimte gebruiken. VUL GEEN
MOTORKOELVLOEISTOF BIJ
WANNEER DE MOTOR HEET IS:
Een hete motor is gevaarlijk. Als de
motor gedraaid heeft, kunnen delen
van de motorruimte bijzonder heet
worden. U kunt daardoor
brandwonden oplopen. Inspecteer
voorzichtig de motorkoelvloeistof in
het koelvloeistofreservoir, het reservoir
echter niet openen.
Stop op een veilige plaats, zet
vervolgens het contact uit en let erop
dat de ventilator niet draait alvorens
te proberen in de buurt van de
koelventilator te werken:
Werken in de buurt van de
koelventilator wanneer deze draait is
gevaarlijk. Als de motor is stopgezet en
de temperatuur in de motorruimte
hoog is, kan de ventilator gedurende
onbepaalde tijd blijven draaien. U zou
door de ventilator ernstige
verwondingen kunnen oplopen.
Geen van de
koelsysteemdoppen verwijderen
wanneer de motor en de radiateur
heet zijn:
Wanneer de motor en de radiateur
heet zijn, kan kokend hete
koelvloeistof en stoom onder druk
naar buiten spuiten en ernstig letsel
veroorzaken.
OPMERKING
Als het bijvullen niet volgens de juiste
procedure in het servicehandboek
wordt uitgevoerd, kan dat een
motorstoring veroorzaken. Raadpleeg
een deskundige reparateur (bij
voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) voor
bijzonderheden.
Controleer de anti-vries bescherming
en het koelvloeistofniveau in het
reservoir tenminste éénmaal per
jaarŠaan het begin van het
winterseizoenŠen alvorens naar
streken te reizen waar de temperaturen
tot onder het vriespunt kunnen dalen.

Controleer de toestand en
aansluitingen van alle slangen van het
koelsysteem en alle
verwarmingsslangen.
Vervang eventuele uitgezette of
verouderde slangen.

De radiateur dient volledig met
koelvloeistof gevuld te zijn en het
koelvloeistofniveau dient zich tussen
de FULL en LOW streepjes op het
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-31

Page 534 of 759

koelvloeistofreservoir te bevinden
wanneer de motor koud is.

Indien het peil zich in de nabijheid van
of bij LOW bevindt, voldoende
koelvloeistof in het reservoir bijvullen
voor beveiliging tegen bevriezing en
corrosie en het peil tot bij FULL
brengen.
Na het bijvullen van koelvloeistof de
dop van de koelvloeistofreservoirtank
stevig vastdraaien.
OPGELET
¾Radiateurkoelvloeistof tast de laklaag
aan.
Spoel dit bij morsen onmiddellijk af.
¾Als de aanduiding “FL22” op of in de
buurt van de koelsysteemdop wordt
aangegeven, wordt bij vervanging
van de motorkoelvloeistof gebruik
van FL-22 aanbevolen. Gebruik van
andere motorkoelvloeistof dan
FL-22
kan ernstige schade aan de motor en
het koelsysteem toebrengen.

Raadpleeg een deskundige reparateur
(bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) als het
koelvloeistofreservoir leeg is of u
regelmatig nieuwe koelvloeistof moet
bijvullen.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-32

Page 535 of 759

Rem/koppelingsvloeistof
▼Controle van het niveau van de
rem/koppelingsvloeistof
WAARSCHUWING
Laat de remmen inspecteren als het
niveau van de rem/
koppelingsvloeistof laag is:
Een laag niveau van de rem/
koppelingsvloeistof is gevaarlijk.
Een laag niveau kan duiden op slijtage
van de remvoeringen of een lekkage in
het remsysteem wat weigeren van de
remmen en een ongeluk kan
veroorzaken.
Het remsysteem en de koppeling
betrekken de vloeistof van hetzelfde
reservoir.
Controleer regelmatig het
vloeistofniveau in het reservoir. Het
peil dient tussen de MAX en MIN
streepjes te worden gehouden.
Het niveau gaat naargelang het aantal
gereden kilometers toeneemt
geleidelijk omlaag. Dit is normaal en
houdt verband met de slijtage van de
rem/koppelingsvoeringen. Laat het
rem/koppelingssysteem door een
deskundige reparateur (bij voorkeur
een officiële Mazda-reparateur)
controleren, indien het niveau
buitengewoon laag is.
Model met links stuur
Zonder M Hybrid
Met M Hybrid
Model met rechts stuur
Zonder M Hybrid
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-33

Page 536 of 759

Met M HybridRuitensproeier- en
koplampsproeiervloeistof
▼Controle van het
sproeiervloeistofniveau
WAARSCHUWING
Gebruik steeds gewoon water of
ruitensproeiervloeistof in het
reservoir:
Gebruik van radiateur-antivries in
plaats van sproeiervloeistof is
gevaarlijk. Als dit op de voorruit
gesproeid wordt, zal de voorruit
hierdoor verontreinigd worden en uw
uitzicht belemmerd worden. Dit kan
een ongeluk tot gevolg hebben.
Controleer het vloeistofniveau in het
sproeierreservoir en vul indien nodig
vloeistof bij.

De bovenkant van de vlotter dient
tussen F en E te staan.

Indien er geen ruitensproeiervloeistof
voorhanden is, kan er gewoon water
worden gebruikt.
Gebruik echter in een koud klimaat
een sproeiervloeistofoplossing om
bevriezing te voorkomen.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-34

Page 537 of 759

OPMERKING
Voor de levering van sproeiervloeistof
naar de voorste en achterste
ruitensproeier wordt gebruik gemaakt
van hetzelfde reservoir.Smering van de
carrosserie
▼Smering van de carrosserie
Alle bewegende punten van de
carrosserie zoals de portier-,
achterklep- en motorkapscharnieren
en sloten moeten gesmeerd worden
telkens wanneer de motorolie wordt
ververst. Gebruik bij koud weer een
niet-bevriezend smeermiddel op de
sloten.

Let er bij het openen van de primaire
vergrendeling van de motorkap op, dat
de secundaire vergrendeling (de
“veiligheidshaak”) de motorkap belet
om vanzelf te openen.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-35

Page 538 of 759

Ruitenwisserbladen
▼Ruitenwisserbladen
OPGELET
¾Het is gebleken dat een “hot wax”
behandeling, zoals in automatische
autowasinstallaties, een nadelige
invloed op de reinigende werking
van de ruitenwissers heeft.
¾Gebruik geen benzine, petroleum,
terpentijn of andere chemische
middelen in de nabijheid van of op
de ruitenwisserbladen om
beschadiging er van te voorkomen.
¾Wanneer de ruitenwisserhendel in
de AUTO stand staat en het contact
op ON wordt gezet, is het mogelijk
dat de ruitenwissers in de volgende
gevallen automatisch in beweging
gezet worden:
¾Als de voorruit boven de
regensensor wordt aangeraakt.
¾Als de voorruit boven de
regensensor met een doek wordt
afgeveegd.
¾Als met een hand of ander
voorwerp tegen de voorruit wordt
gestoten.
¾Als vanuit het interieur van de auto
met een hand of ander voorwerp
tegen de regensensor wordt
gestoten.
Let er op dat uw handen of vingers
niet beklemd raken, aangezien dit
letsel kan veroorzaken of de
ruitenwissers kan beschadigen. Zorg
er bij het wassen van of uitvoeren
van onderhoud aan uw auto voor dat
de ruitenwisserhendel in de OFF
stand staat.
¾Volg de procedure om de
ruitenwisserbladen van de voorruit te
verplaatsen voordat u de bladen van
de voorruit af tilt. Anders kan dit
beschadiging van een
ruitenwisserblad, ruitenwisserarm of
de motorkap veroorzaken.
Zie Vernieuwen van de
ruitenwisserbladen van de voorruit
(pagina 6-36) voor informatie over
hoe de ruitenwisserbladen van de
voorruit in de onderhoudsstand
kunnen worden gezet.
Verontreiniging van de voorruit of de
ruitenwisserbladen door bepaalde
substanties kan het effectief
functioneren van de
ruitenwisserbladen verminderen.
Bekende vormen van verontreiniging
zijn insecten, boomhars en de “hot
wax” behandeling welke door
sommige autowasinstallaties gebruikt
wordt.

Indien de wisserbladen niet goed
wissen, reinig dan zowel de voorruit
als de wisserbladen met een goed
schoonmaakmiddel of een zacht
reinigingsmiddel en spoel ze grondig
met schoon water af. Herhaal deze
procedure, indien nodig.
▼Vernieuwen van de
ruitenwisserbladen van de voorruit
Wanneer de ruitenwissers niet meer
goed wissen, zijn de
ruitenwisserbladen waarschijnlijk
versleten of ingescheurd.
Vervang ze in dat geval.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-36

Page 539 of 759

OPGELET
¾Volg de onderstaande procedure om
beschadiging van een
ruitenwisserblad van de voorruit,
ruitenwisserarm of de motorkap te
voorkomen.
¾Zet de ruitenwisserbladen van de
voorruit in de onderhoudsstand
voordat u de bladen van de
voorruit af tilt.
¾Zorg dat de ruitenwisserbladen
van de voorruit in de
onderhoudsstand zijn gezet bij het
plaatsen van de ruitenwisserbladen
van de voorruit op de voorruit
voordat de motor en de
voorruitenwissers worden
ingeschakeld.
¾Vervang door originele Mazda
ruitenwisserbladen. Bij het gebruik
van andere ruitenwisserbladen
bestaat de mogelijkheid dat deze
minder
efficiënt wissen dan de
originele Mazda-versie.
¾Probeer de ruitenwisserarm niet met
de hand te bewegen om
beschadiging van de
ruitenwisserarmen of overige
onderdelen te voorkomen.
¾Buig het wisserbladrubber niet
onnodig bij het vervangen. Anders
kunnen de metalen houders in het
blad vervormen en dit kan een
nadelige invloed hebben op de
bediening van de ruitenwissers.
¾Houd een ruitenwisserblad niet aan
het uiteinde vast bij het omhoog
zetten van de ruitenwisserarm.
Anders kan dat deel vervormen
waardoor de wisser minder goed
presteert.
OPMERKING
xU kunt zelfs de ruitenwisserbladen
vervangen, maar niet de
ruitenwisserarmen.
Raadpleeg een deskundige
reparateur (bij voorkeur een
officiële
Mazda-reparateur) als u de
ruitenwisserarmen wilt vervangen.
xWanneer u de wisserarmen met
kracht terug laat vallen, kan de
wisserarm en het wisserblad
beschadigd raken en kunnen er
krassen of barsten op de voorruit
ontstaan.
Vervang de ruitenwisserbladen aan de
hand van de volgende procedure:
1. Zet de wissers in de
onderhoudsstand aan de hand van
de volgende procedure.
a) Zet het contact op ON.
b) Zet het contact op OFF.
c) Duw de ruitenwisserschakelaar
tweemaal binnen 30 seconden
omhoog naar de MIST stand
nadat het contact uit is gezet.
Wanneer de procedure is
voltooid, treden de wissers in
werking en stoppen bij de
onderhoudsstand.
2. Zet de ruitenwisserarmen omhoog.
OPGELET
De ruitenwisserarm voorzichtig
neerlaten en niet tegen de voorruit
laten terugklappen om
beschadiging van de voorruit te
voorkomen.
3. Schuif het bladonderdeel in de
richting van de pijl terwijl u de lip
van de ruitenwisserarm indrukt om
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-37

Page 540 of 759

het bladonderdeel van de
ruitenwisserarm te verwijderen.

4. Trek het wisserbladrubber in de
richting van de pijl en schuif deze
tot een positie waarbij de groef van
de bladhouder kan worden
gecontroleerd.

5. Trek het einde van het
wisserbladrubber in de richting van
de pijl uit de groef van de
bladhouder en verwijder het
wisserbladrubber van de
bladhouder.

6. Steek het einde van een nieuw
wisserbladrubber in de groef van de
bladhouder en schuif door tot het
einde van de bladhouder.

Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-38

Page:   < prev 1-10 ... 491-500 501-510 511-520 521-530 531-540 541-550 551-560 561-570 571-580 ... 760 next >