ESP MAZDA MODEL CX-5 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 644 of 889

5–16 8
Interieurvoorzieningen
Bijlage
Bedieningstips voor USB apparaat
Dit apparaat geeft audiobestanden als
volgt weer:

Extensie Afspelen met dit
apparaat
.mp3 MP3
.wma WMA
.aac
AAC
.m4a
.wav
*1 W A V
.ogg *1 OGG

OPGELET
Gebruik geen audiobestandsextensie
voor andere bestanden dan
audiobestanden. Ook de
audiobestandsextensie niet veranderen.
Anders zal het apparaat het bestand niet
correct herkennen wat ruis of een defect
kan veroorzaken.
OPMERKING
  Ook al voldoet het audiobestand
aan de norm, bestaat de kans
dat weergave niet mogelijk is,
afhankelijk van het type en de
toestand van het USB À ash-
geheugen.
  Een door auteursrecht beschermd
WMA/AAC bestand kan in deze
installatie niet worden afgespeeld.
OPMERKING
  (Type B)  Als een bestandsnaam in het
USB geheugen te lang is, kan dit
bedieningsproblemen veroorzaken
zoals bijvoorbeeld dat nummers niet
kunnen worden afgespeeld.
 (Aanbevolen: Minder dan 80 tekens)   De volgorde van de muziekgegevens
die zijn opgeslagen in het apparaat
kunnen verschillen van de
weergavevolgorde.
  Om verlies of beschadiging van
opgeslagen gegevens te voorkomen
wordt het aangeraden altijd een
reservekopie van uw gegevens te
maken.
  Als een apparaat de maximale
waarde voor elektrische
stroomverbruik van 1.000 mA
overschrijdt, bestaat de kans dat
het apparaat niet werkt of oplaadt
wanneer dit wordt aangesloten.
  In de USB modus het USB apparaat
niet uittrekken (trek dit enkel uit in
de FM/AM radio of CD modus).
  Het apparaat zal niet functioneren als
de gegevens door een wachtwoord
beveiligd zijn.
MP3/WMA/AAC/OGG
*1 bestanden die
geschreven zijn onder andere dan de
aangegeven speci¿ caties worden mogelijk
niet normaal weergegeven of de bestands-/
mapnamen worden mogelijk niet correct
getoond.

*1 Type B

Page 648 of 889

5–172
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
Instapverlichtingssysteem
Wanneer het systeem van de
instapverlichting in werking is, gaat de
plafondverlichting onder de volgende
omstandigheden branden:
 


 Het bestuurdersportier is ontgrendeld
nadat het contact op OFF is gezet.
 


 Het contact is op OFF gezet terwijl alle
portieren gesloten zijn.

OPMERKING
  Het systeem van de
instapverlichting werkt wanneer de
plafondverlichtingschakelaar in de
stand DOOR staat.
  De verlichtingstijd verschilt
afhankelijk van het gebruik.
  Accubesparing  Als het contact op OFF is gezet en
een interieurverlichting is blijven
branden, gaat de verlichting na
ongeveer 30 minuten automatisch
uit om uitputting van de accu te
voorkomen.
  De werking van het systeem van
de instapverlichting kan gewijzigd
worden.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-12 .
Stekkerbussen voor
accessoires
Gebruik uitsluitend originele Mazda
accessoires of daaraan gelijkwaardige met
een stroomverbruik van niet meer dan 120
W (12 V gelijkstroom, 10 A).
Het contact dient op ACC of ON te staan.
Voor


Midden


Achter


Page 662 of 889

6–4
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
Periodieke onderhoudsbeurten
OPMERKING
Blijf na de aangegeven periode doorgaan met het volgen van het periodieke onderhoud
overeenkomstig de voorgeschreven intervallen.
Uitlaatgasreiniging en hiermee verband houdende systemen
Het ontstekingssysteem en het brandstofsysteem zijn van groot belang voor de
uitlaatgasreiniging alsmede voor een ef¿ ciënte werking van de motor. Breng niet zelf aan
deze systemen veranderingen aan.
Alle inspecties en afstellingen dienen door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda-reparateur te worden uitgevoerd.
Europa
Mijn Mazda Service
De onderhoudsmonitor geeft een melding over de eerstvolgende onderhoudsbeurt.
De volgende onderhoudsbeurt moet minimaal elke 20.000 km of 12 maanden na de
respectievelijke laatste onderhoudsbeurt plaatsvinden.
Onderhoudspunt 1ste 2de 3de 4de 5de 6de 7de 8ste 9de 10de 11de 12de

SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G 2.5
Bougies *1 Elke 120.000 km vernieuwen.
Lucht¿ lter
*2 R R R R
BrandstoÀ eidingen en slangen I I I I I I
Dampafzuigsysteem (indien voorzien) I I I I
Motorolie en olie¿ lter
*3*4 R R R R R R R R R R R R
SKYACTIV-D 2.2
Motorolie en olie¿ lter Behalve
Oekraïne
*3*4*6 R R R R R R R R R R R R
Oekraïne *5*6 Elke 10.000 km of 12 maanden vervangen.
BrandstoÀ eidingen en slangen Behalve
Oekraïne I I I I I I
Oekraïne I I I I I I I I I I I I
Brandstof¿ lter R R R R
Brandsto¿ nspuitsysteem
*7 I I I I
Brandstofsysteem (water aftappen)
*8
Lucht¿ lter *2 C C R C C R C C R C C R

Page 691 of 889

6–33
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Motorkoelvloeistof
Controleren van het
motorkoelvloeistofniveau
WAARSCHUWING
Geen lucifers of open vuur in de
motorruimte gebruiken. VUL GEEN
MOTORKOELVLOEISTOF BIJ
WANNEER DE MOTOR HEET IS:
Een hete motor is gevaarlijk. Als
de motor gedraaid heeft, kunnen
delen van de motorruimte bijzonder
heet worden. U kunt daardoor
brandwonden oplopen. Inspecteer
voorzichtig de motorkoelvloeistof in
het koelvloeistofreservoir, het reservoir
echter niet openen.

Stop op een veilige plaats, zet
vervolgens het contact uit en let er op
dat de ventilator niet draait alvorens te
proberen in de buurt van de
koelventilator te werken:
Werken in de buurt van de
koelventilator wanneer deze draait is
gevaarlijk. Als de motor is stopgezet
en de temperatuur in de motorruimte
hoog is, kan de ventilator gedurende
onbepaalde tijd blijven draaien.
U zou door de ventilator ernstige
verwondingen kunnen oplopen.

WAARSCHUWING
Geen van de
koelsysteemdoppen verwijderen
wanneer de motor en de radiateur heet
zijn:
Wanneer de motor en de radiateur heet
zijn, kan kokend hete koelvloeistof en
stoom onder druk naar buiten spuiten
en ernstig letsel veroorzaken.
OPMERKING
Het verversen van de koelvloeistof dient
door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur
te worden gedaan.
Controleer de anti-vries bescherming en
het koelvloeistofniveau in het reservoir
tenminste éénmaal per jaar—aan het begin
van het winterseizoen—en alvorens naar
streken te reizen waar de temperaturen tot
onder het vriespunt kunnen dalen.

Controleer de toestand en aansluitingen
van alle slangen van het koelsysteem en
alle verwarmingsslangen.
Vernieuw eventuele uitgezette of
verouderde slangen.

De radiateur dient volledig met
koelvloeistof gevuld te zijn en het
koelvloeistofniveau dient zich tussen de F
en L streepjes op het koelvloeistofreservoir
te bevinden wanneer de motor koud is.

Page 694 of 889

6–36
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Ruitensproeier- en
koplampsproeiervloeistof
Controle van het
sproeiervloeistofniveau
WAARSCHUWING
Gebruik steeds gewoon water of
ruitensproeiervloeistof in het reservoir:
Gebruik van radiateur-antivries
in plaats van sproeiervloeistof is
gevaarlijk. Als dit op de voorruit
gesproeid wordt, zal de voorruit
hierdoor verontreinigd worden en uw
uitzicht belemmerd worden. Dit kan
een ongeluk tot gevolg hebben.
Controleer het vloeistofniveau in het
sproeierreservoir en vul indien nodig
vloeistof bij.


L F
In
orde

De bovenkant van de vlotter dient tussen F
en L te staan.

Indien er geen ruitensproeiervloeistof
voorhanden is, kan er gewoon water
worden gebruikt. Gebruik echter in een koud klimaat een
sproeiervloeistofoplossing om bevriezing
te voorkomen.
OPMERKING
Voor de levering van sproeiervloeistof
naar de voorste en achterste
ruitensproeier wordt gebruik gemaakt
van hetzelfde reservoir.

Page 729 of 889

6–71
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
Onderhoud van de lak
W a s s e n
OPGELET
  Wanneer de ruitenwisserhendel in de
stand
staat en het contact op
ON wordt gezet, is het mogelijk dat
de ruitenwissers in de volgende
gevallen automatisch in beweging
gezet worden:
 


 Als de voorruit boven de
regensensor wordt aangeraakt of
met een doek wordt afgeveegd.
 


 Als vanaf de buitenzijde of
binnenzijde van de auto met een
hand of ander voorwerp tegen de
voorruit wordt gestoten.
  Houd handen en ruitenkrabbers uit de
buurt van de voorruit wanneer de
ruitenwisserhendel in de stand

staat en het contact op ON gezet is,
aangezien vingers beklemd kunnen
raken of de ruitenwissers en
ruitenwisserbladen beschadigd
kunnen worden wanneer de
ruitenwissers automatisch in werking
gesteld worden.
 Als u de voorruit gaat reinigen, er op
letten dat de ruitenwissers volledig
zijn uitgeschakeld (wanneer de kans
het grootst is dat de motor aan blijft)
—dit is vooral belangrijk bij het
verwijderen van ijs en sneeuw.
 
 Spuit geen water in de motorruimte.
Anders kan dit motorstartproblemen
veroorzaken of beschadiging van de
elektrische onderdelen.
OPGELET
  Wees voorzichtig bij het wassen en
in de was zetten van het voertuig
niet teveel kracht uit te oefenen op
één enkel deel van het dak van het
voertuig. Anders bestaat de kans op
indeuken.
Om de laklaag tegen aantasting en
roestvorming te beschermen, dient u uw
Mazda regelmatig (tenminste éénmaal per
maand) grondig met lauw of koud water te
wassen.

Als de auto op de verkeerde manier wordt
gewassen, bestaat de kans op het ontstaan
van krassen op de laklaag. Hier volgen
enkele voorbeelden hoe krassen kunnen
ontstaan.

Krassen kunnen ontstaan op de laklaag,
wanneer:
 


 De auto wordt gewassen zonder dat vuil
en overige vreemde bestanddelen eerst
afgespoeld worden.
 


 De auto wordt gewassen met een ruwe,
droge of vuile doek.
 


 De auto wordt gewassen in een auto-
wasinstallatie waarvan de borstels vuil
of te hard zijn.
 


 Wanneer er een reinigingsmiddel of
was gebruikt wordt die polijstmiddelen
bevat.

Page 744 of 889

7–6
Als er zich een probleem voordoet
Mazda ERA-GLONASS (Rusland)
OPMERKING
  Nadat de Mazda ERA-GLONASS voor het eerst in werking is gesteld, kan het enige
tijd duren voordat het callcenter antwoord geeft.
  Als u na het begin van de spraakoproep niet in staat bent de vragen van de operator te
beantwoorden, kan de operator er toe overgaan naar eigen inzicht noodprocedures in
werking te stellen.
  Ook als u de stem van de operator moeilijk kunt horen, is uw stem voor het callcenter
hoorbaar. Ga verder met het verklaren van uw omstandigheden.
  Als de Mazda ERA-GLONASS in werking is terwijl u een oproep doet met uw
mobiele telefoon met behulp van Bluetooth ® handsfree, wordt het gesprek mogelijk
onderbroken.
  Terwijl de Mazda ERA-GLONASS in werking is, kan een oproep met behulp van
Bluetooth ® handsfree mogelijk niet normaal worden ontvangen.   Het maken van een spraakoproep naar een operator is niet mogelijk als de luidspreker
of microfoon defect is. Als de luidspreker of microfoon defect is, het voertuig altijd
door een of¿ ciële Mazda reparateur laten nakijken.

 Buiten het volgende temperatuurbereik bestaat de kans dat de Mazda ERA-GLONASS
niet normaal functioneert: Als de Mazda ERA-GLONASS niet normaal functioneert,
bel dan met een andere telefoon, zoals de dichtstbijzijnde openbare telefoon.
 Werkingstemperatuurbereik: -40 °C tot 85 °C   Er kan een verschil zijn tussen de positie-informatie die naar het callcenter is
verzonden en de werkelijke positie van de auto van waaruit de oproep is gedaan. Geef
tijdens de spraakoproep herkenningspunten door aan de operator rondom de positie
van de auto van waaruit de oproep is gedaan.
Automatische noodoproepen
Als de auto bij een botsing een impact van een bepaald niveau of meer ontvangt, wordt
voertuiginformatie automatisch naar het callcenter verzonden.
De spraakoproep met het callcenter begint wanneer de verzending van de voertuiginformatie
is voltooid of nadat sinds het begin van de verzending ongeveer 20 seconden zijn verstreken.
OPGELET
Wanneer een automatische oproep wordt gedaan, is de ingebouwde batterij mogelijk
uitgeput en kunnen er wellicht geen noodoproepen worden gedaan in het geval er zich
opnieuw een noodsituatie voordoet. Laat na het maken van een automatische noodoproep
de ingebouwde batterij door een of¿ ciële Mazda reparateur vervangen.

Page 748 of 889

7–10
Als er zich een probleem voordoet
Mazda ERA-GLONASS (Rusland)
Indicatielampje/zoemer
Het indicatielampje gaat branden/knippert en pieptonen worden geactiveerd om de
bestuurder op de hoogte stellen van de bedrijfstoestand van het systeem of als er een
probleem is met het systeem.

Status Indicatielampje
Status van
pieptoon Brandt/knippert
Groen Rood Knipperinterval
Diagnose Gaat
branden Gaat
branden — — Wanneer het contact op ON
wordt gezet, gaat het branden en
vervolgens na enkele seconden
uit. OPMERKING
Tijdens diagnose is er geen
handmatige oproep mogelijk.
Normaal Gaat uit Gaat uit — — Het systeem werkt normaal.
Defect Gaat uit Gaat
branden — 3 pieptonen
(Langzaam
onderbroken
geluid)
Er wordt een defect in het
systeem bespeurd.

De resterende capaciteit van de
ingebouwde batterij is laag.
OPGELET
Als het indicatielampje
(rood) constant blijft branden,
zal het systeem niet normaal
werken. Laat de auto zo
spoedig mogelijk door een
of¿ ciële Mazda reparateur
inspecteren.
Oproep gedaan
naar callcenter Knippert Gaat uit Langzaam
(tussenpozen
van 0,5
seconden) De pieptoon
klinkt niet, maar
de terugbeltoon
is hoorbaar. Er wordt een noodoproep
gedaan door de Mazda ERA-
GLONASS.
Voertuiginformatie
wordt verzonden Knippert Gaat uit Nogal snel
(tussenpozen
van 0,3
seconden) Klinkt
continu met
tussenpozen Voertuiginformatie wordt naar
het callcenter verzonden.

Page 752 of 889

7–14
Als er zich een probleem voordoet
Mazda ERA-GLONASS (Rusland)
Als de procedure is voltooid wordt de testmodus in de onderstaande volgorde automatisch
uitgevoerd.

Schakelen naar teststand
Procedure is voltooid
Stembegeleiding van het
callcenter wordt afgespeeld Callcenter wordt gebeld
Start van spraakoproep
Voertuiginformatie wordt verzonden

OPMERKING
Communicatie met het callcenter kan mislukken als de ontvangst slecht is. Voer de
testmodus uit op een plek met goede ontvangst.
De testmodus eindigt automatisch.

Page 796 of 889

7–58
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing

(Oranje)
K E Y
waarschuwingsindicatie
*
“Storing in Keyless systeem” wordt op de display getoond
Dit bericht wordt getoond als er een probleem is met de geavanceerde afstandbediende
portiervergrendeling & startdrukknopsysteem.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda-reparateur.
OPGELET
Als het bericht wordt aangegeven of het startdrukknopindicatielampje (oranje) knippert,
bestaat de kans dat de motor niet start. Als de motor niet gestart kan worden, deze
proberen te starten met behulp van de noodprocedure voor het starten van de motor en
de auto zo spoedig mogelijk door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur laten inspecteren.
Zie Noodbediening voor het starten van de motor op pagina 4-13 .
“Zet contactslot op UIT” wordt op de display getoond
Dit bericht wordt getoond wanneer het bestuurdersportier wordt geopend zonder het contact
uit te zetten.
“Sleutel niet gevonden” wordt op de display getoond
Dit bericht wordt getoond wanneer een van de volgende handelingen wordt uitgevoerd
wanneer de sleutel buiten het werkingsbereik is of zich op plaatsen in de cabine bevindt
waar de sleutel moeilijk bespeurd kan worden.
De startdrukknop wordt ingedrukt terwijl het contact uit staat Het contact wordt aan gezet Alle portieren zijn gesloten zonder dat het contact is uitgezet


(Rood)
(Gaat branden)
K E Y -
waarschuwingslampje
*
In het geval van een defect in het afstandbediende portiervergrendelingssysteem, gaat het
lampje continu branden.
OPGELET
Als het sleutelwaarschuwingslampje brandt of het startdrukknopindicatielampje
(oranje) knippert, bestaat de kans dat de motor niet start. Als de motor niet gestart kan
worden, deze proberen te starten met behulp van de noodprocedure voor het starten van
de motor en de auto zo spoedig mogelijk door een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda reparateur laten inspecteren.
Zie Noodbediening voor het starten van de motor op pagina 4-13 .

Beveiligingssysteemindicatielampje
Als de motor niet met de correcte sleutel gestart kan worden en het
beveiligingssysteemindicatielampje blijft branden of knipperen, het volgende proberen:
Zorg er voor dat de sleutel zich binnen het werkingsbereik voor signaaloverdracht bevindt.
Zet het contact uit en start vervolgens de motor opnieuw. Neem contact op met een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda-reparateur, indien de motor na 3
pogingen of meer niet start.

Page:   < prev 1-10 ... 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 next >