MAZDA MODEL CX-5 2017 Instruktionsbog (in Danish)

Page 91 of 889

2–71
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
OPMERKING
Bij een frontale zijdelingse botsing, is het mogelijk dat alle uitgeruste airbags en
voorspanners geactiveerd worden, afhankelijk van de richting, hoek en snelheid van
impact.

Page 92 of 889

2–72
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
Beperkingen van de SRS airbag
Bij ernstige botsingen zoals die hierboven beschreven onder “Criteria voor SRS airbag
activering” zal de betreffende SRS airbaguitrusting geactiveerd worden. Echter bij bepaalde
botsingen bestaat de kans dat de uitrusting niet geactiveerd wordt, afhankelijk van het type
botsing en de ernst ervan.

Beperkingen ten aanzien van de detectie van frontale/bijna frontale botsingen:
In de volgende illustraties worden voorbeelden gegeven van frontale/bijna frontale
botsingen die mogelijk niet als ernstig genoeg bespeurd worden om de SRS airbaguitrusting
te activeren.


Botsingen tegen bomen of palen Frontale zijdelingse botsing



Kopstaartbotsingen of rijden onder de laadklep
van een vrachtauto

Page 93 of 889

2–73
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
Beperkingen ten aanzien van de detectie van zijdelingse botsingen:
In de volgende illustraties worden voorbeelden gegeven van zijdelingse botsingen die
mogelijk niet als ernstig genoeg bespeurd worden om de SRS airbaguitrusting te activeren.


Zijdelingse botsingen tegen bomen of palen Zijdelingse botsingen met tweewielige
voertuigen



Over de kop slaan (zonder bestuurder en inzittende voorpassagier detectiesysteem)

(Rusland)
Beperkingen ten aanzien van detectie van over de kop slaan:
De volgende afbeelding toont een voorbeeld van een ongeluk dat mogelijk niet als over
de kop slaan wordt gedetecteerd. De veiligheidsgordelvoorspanners van de voorstoel en
gordijn-airbags worden daardoor mogelijk niet geactiveerd.


Over de kop slaan

Page 94 of 889

2–74
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
*Bepaalde modellen.
Inzittende voorpassagier detectiesysteem *
Lees eerst nauwkeurig “Voorzorgsmaatregelen betreffende het aanvullende
beveiligingssysteem (SRS)” (pagina 2-54 ).
Inzittende voorpassagier detectiesensor
Uw auto is uitgerust met een inzittende voorpassagier detectiesensor als onderdeel van
het aanvullende beveiligingssysteem. Deze sensor is ingebouwd in de zitting van de
passagiersstoel. Deze sensor meet de elektrostatische capaciteit van de voorpassagiersstoel.
De SAS eenheid is geconstrueerd om te voorkomen dat de voor- en zij-airbags en
het systeem van de veiligheidsgordelvoorspanner van de voorpassagiersstoel worden
geactiveerd als het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de voorpassagiersairbag
gaat branden.
Om de kans op letsel veroorzaakt door het activeren van de passagiersairbag te verminderen,
schakelt het systeem de voor- en zij-airbags van de voorpassagiersstoel en ook het
gordelspannersysteem uit wanneer het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de
voorpassagiersairbag gaat branden. Zie onderstaande tabel voor de omstandigheden waarbij
het airbag-uitgeschakeld indicatielampje van de voorpassagiersairbag gaat branden.

Dit systeem schakelt de voor- en zij-airbags en het systeem van de
veiligheidsgordelvoorspanner van de voorpassagiersstoel uit, dus controleer of het
airbag-uitgeschakeld indicatielampje van de voorpassagiersairbag brandt overeenkomstig
onderstaande tabel.

Het waarschuwingslampje van het systeem van airbag/veiligheidsgordelvoorspanner gaat
knipperen en het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de voorpassagiersairbag
gaat branden in het geval er een defect is in de sensoren. Als dit gebeurt, zullen de voor- en
zij-airbags en het systeem van de veiligheidsgordelvoorspanner van de voorpassagiersstoel
niet geactiveerd worden.

Page 95 of 889

2–75
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
Airbag-uitgeschakeld indicatielampjes van de voorpassagiersairbag
Deze indicatielampjes gaan branden om u er aan te herinneren dat de voor- en zij-airbags
van de voorpassagiersstoel en de veiligheidsgordelvoorspanner tijdens een botsing niet
geactiveerd zullen worden.


Als de inzittende voorpassagier detectiesensor in orde is, zullen beide indicatielampjes gaan
branden wanneer het contact op ON gezet wordt. De lampjes zullen na enkele seconden
uitgaan. Vervolgens zullen de indicatielampjes onder de volgende condities branden of
uitgaan:

Tabel voor aan/uit conditie van airbag-uitgeschakeld indicatielampje van
voorpassagiersairbag
Conditie bespeurd door systeem
van inzittende voorpassagier
detectiesysteem Indicatielampje van de
deactiveringsschakelaar
van de
voorpassagiersairbag Voor- en zij-
airbags van
voorpassagierszitting Veiligheidsgordelvoorspanner
van voorpassagierszitting
Leeg (niet bezet)

Uitgeschakeld Uitgeschakeld
Er bevindt zich een kind in een
kinderzitje
*1
Uitgeschakeld Uitgeschakeld
Volwassene
*2 Deze worden na een
korte periode van tijd
uitgeschakeld. Gereed Gereed
*1 Het is mogelijk dat de inzittende passagier detectiesensor een kind dat op de zitting, in een kinderstoeltje of op
een peuterzitje zit niet bespeurt, afhankelijk van de lengte van het kind en de zithouding.
*2 Als een kleine volwassene op de voorpassagierszitting plaatsneemt, is het mogelijk dat afhankelijk van de
fysieke kenmerken van de persoon de sensoren de persoon als een kind detecteren.

Page 96 of 889

2–76
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
De gordijn-airbag is klaar voor activering, ongeacht wat is aangegeven is de tabel voor de
aan/uit conditie van de airbag-uitgeschakeld indicatielampje van de voorpassagiersairbag.
Als beide airbag-uitgeschakeld indicatielampjes van de voorpassagiersairbag niet gedurende
een bepaalde tijd gaan branden wanneer het contact op ON wordt gezet of als deze niet gaan
branden zoals aangegeven in de tabel voor de aan/uit conditie van het airbag-uitgeschakeld
indicatielampje van de voorpassagiersairbag, niet toestaan dat een inzittende op de
voorpassagierszitting plaatsneemt en zo spoedig mogelijk contact opnemen met een of¿ ciële
Mazda-reparateur. De kans bestaat dat het systeem in het geval van een aanrijding niet
correct werkt.
WAARSCHUWING
Laat niet een inzittende op de voorpassagiersstoel plaatsnemen in een houding die het
voor de inzittende voorpassagier detectiesensor moeilijk maakt de inzittende correct te
detecteren:
Zitten op de voorpassagiersstoel in een houding die het voor de inzittende voorpassagier
detectiesensor moeilijk maakt de inzittende correct te bespeuren is gevaarlijk. Als de
inzittende voorpassagier detectiesensor de inzittende die zich op de voorpassagiersstoel
bevindt niet correct kan bespeuren, is het mogelijk dat de voor- en zij-airbags van de
voorpassagiersstoel en het systeem van de veiligheidsgordelvoorspanner niet in werking
treden (niet-geactiveerd worden) of dat deze abusievelijk in werking treden (geactiveerd
worden). De voorpassagier heeft dan niet de aanvullende beveiliging van de airbags,
of het abusievelijk in werking treden (activeren) van de airbags zou ernstig of dodelijk
letsel kunnen veroorzaken.
Onder de volgende condities kan de inzittende voorpassagier detectiesensor een
passagier die zich op de voorpassagiersstoel bevindt niet correct bespeuren en kan de
activering/niet-activering van de airbags niet geregeld worden zoals aangegeven in
de tabel voor de aan/uit conditie van het airbag-uitgeschakeld indicatielampje van de
voorpassagiersairbag. Bijvoorbeeld:

Page 97 of 889

2–77
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
WAARSCHUWING
 
 Een voorpassagier zit zoals getoond in de volgende afbeelding:

 Een achterpassagier duwt met de voeten tegen de voorpassagierszitting. 
 Het zitkussen van de voorpassagierszitting wordt omhoog geduwd door bagage of
andere voorwerpen die zijn geplaatst onder de voorpassagierszitting of tussen de
voorpassagierszitting en de bestuurdersstoel.
  Er is een voorwerp, zoals een kussen, geplaatst op de voorpassagiersstoel of tussen
de rug van de passagier en de rugleuning.
  Er is een zittinghoes over de voorpassagiersstoel geplaatst. 
 Er is bagage of er zijn andere voorwerpen op de zitting geplaatst waarop het
kinderzitje is geïnstalleerd.
  Een achterpassagier of bagage drukt tegen de rugleuning van de
voorpassagierszitting aan of trekt deze naar beneden.
  Er is bagage of er zijn andere voorwerpen op de rugleuning geplaatst of aan de
hoofdsteun gehangen.
  De zitting is afgewassen. 
 Er is vloeistof op de zitting gemorst.

Page 98 of 889

2–78
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
WAARSCHUWING
  De voorpassagierszitting is naar achteren geschoven en drukt tegen bagage of
andere voorwerpen aan die erachter zijn geplaatst.
  De rugleuning van de voorpassagierszitting raakt de achterzitting. 
 Er is bagage of er zijn andere voorwerpen geplaatst tussen de voorpassagierszitting
en de bestuurdersstoel.
  Er is een elektrisch apparaat op de voorpassagierszitting geplaatst. 
 Er is een extra elektrisch apparaat, zoals een zittingverwarmer, bovenop de
voorpassagierszitting geïnstalleerd.

De voor- en zij-airbags en het systeem van de veiligheidsgordelvoorspanner van
de voorpassagiersstoel worden uitgeschakeld als het airbag-uitgeschakeld OFF-
indicatielampje van de voorpassagiersairbag gaat branden.
OPGELET
  Om er zeker van te zijn dat de voor-airbag juist wordt geactiveerd en beschadiging van
de sensor in de voorstoelzitting wordt voorkomen:
 


 Plaats geen scherpe voorwerpen op de voorstoelzitting en laat er geen zware bagage
op achter.

Mors geen vloeistoffen op of onder de voorstoelen.  
 Let altijd op de volgende punten om er voor te zorgen dat de sensoren goed kunnen
functioneren:
 


 Zet de voorstoelen zover mogelijk naar achteren, ga altijd rechtop tegen de
rugleuningen zitten en maak op de juiste wijze gebruik van de veiligheidsgordels.
 


 Als u uw kind meeneemt op de passagiersstoel, het kinderzitje goed vastmaken en de
passagiersstoel zover mogelijk naar achteren schuiven binnen de positie waarin het
kinderzitje kan worden geïnstalleerd.

Page 99 of 889

2–79
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
OPMERKING
  Het systeem heeft ongeveer 10 seconden nodig om het systeem van de
voor- en zij-airbags van de voorpassagierszitting en het systeem van de
veiligheidsgordelvoorspanner beurtelings in of uit te schakelen.
  Het is mogelijk dat het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de
voorpassagiersairbag bij herhaling gaat branden als bagage of andere voorwerpen op
de voorpassagierszitting worden geplaatst, of als de temperatuur in het interieur van de
auto onverwacht verandert.
  Het is mogelijk dat het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de
voorpassagiersairbag gedurende 10 seconden gaat branden als de elektrostatische
capaciteit van de voorpassagierszitting verandert.
  De kans bestaat dat het waarschuwingslampje van airbag/gordelspannersysteem gaat
branden als de voorpassagierszitting aan een zware schok wordt blootgesteld.
  Als het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de voorpassagiersairbag
niet gaat branden na het installeren van een kinderzitje op de voorpassagierszitting,
eerst uw kinderzitje opnieuw installeren volgens de procedure aangegeven in dit
instructieboekje. Vervolgens, als het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van
de voorpassagiersairbag nog steeds niet brandt, het kinderzitje op de achterzitting
monteren en zo spoedig mogelijk een of¿ ciële Mazda-reparateur raadplegen.

 Als het airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de voorpassagiersairbag gaat
branden direct zodra een inzittende op de voorpassagierszitting heeft plaatsgenomen,
de passagier opnieuw zijn houding laten aanpassen door te gaan zitten met de voeten
op de bodem en vervolgens de veiligheidsgordel opnieuw vast te maken. Als het
airbag-uitgeschakeld OFF-indicatielampje van de voorpassagiersairbag blijft branden,
de passagier op de achterzitting laten plaatsnemen. Als niet op de achterzitting kan
worden plaatsgenomen, de voorpassagierszitting zo ver mogelijk naar achteren
schuiven. Raadpleeg zo spoedig mogelijk een of¿ ciële Mazda-reparateur.

Page 100 of 889

2–80
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
Constante controle
De volgende onderdelen van de aanvullende beveiligingssystemen worden door een
diagnosesysteem gecontroleerd:

 


 Impactsensoren en diagnosemodule (SAS eenheid)



 Voorste airbagsensors



 Airbagmodules



 Zij-impactsensors



 Waarschuwingslampje voor systeem van airbag/voorspanner van veiligheidsgordel



 Voorspanners van veiligheidsgordels



 Aanverwante bedrading

(Met Inzittende voorpassagier detectiesysteem) 



 Indicatielampje van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag



 Zittingverstellingssensor bestuurdersstoel



 Inzittende voorpassagier detectiesensor



 Inzittende voorpassagier detectiemodule

De diagnosemodule controleert constant of het systeem bedrijfsklaar is. Dit begint zodra het
contact op ON is gezet en gaat door terwijl er met de auto wordt gereden.

Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 ... 890 next >