MAZDA MODEL CX-5 2017 Instruktionsbog (in Danish)

Page 31 of 889

2–11
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
OPMERKING
  Als de rijpositie niet veranderd
wordt, klinkt enkel de pieptoon.
  Een zittingpositie kan opgeroepen
worden ook als de motor niet draait.
  De afstelling van de rijpositie wordt
in de volgende gevallen geannuleerd:
 


 Wanneer een van de
zittingafstelschakelaars gebruikt
wordt.
 


 De toets SET wordt ingedrukt.



 Programmeertoets 1 of 2 wordt
ingedrukt.
 


 De sleuteltoets of toets wordt
bediend.
 


 Wanneer de auto begint te rijden.



 De Active Driving Display wordt
afgesteld.
(Met behulp van een geprogrammeerde
sleutel)
1. Ontgrendel de portieren door het
indrukken van een verzoekschakelaar
of de sleuteltoets
.
2. Na het ontgrendelen van de portieren
begint de afstelling van de zittingpositie
binnen 40 seconden na het openen van
het bestuurdersportier en klinkt er een
pieptoon wanneer de afstelling voltooid
is.
3. Zorg er voor dat de handrem
aangetrokken is.
4. (Automatische transmissie)
Controleer dat de keuzehendel in de
stand P staat.
5. Start de motor.
6. De afstelling van de Active Driving
Display begint.

OPMERKING
  Als er geen verandering in de
rijpositie nodig is, hoort u geen
pieptoon.
  De afstelling van de rijpositie wordt
in de volgende gevallen geannuleerd:
 


 Wanneer een van de
zittingafstelschakelaars gebruikt
wordt.
 


 De toets SET wordt ingedrukt.



 Programmeertoets 1 of 2 wordt
ingedrukt.
 


 De sleuteltoets of toets wordt
bediend.
 


 Wanneer de auto begint te rijden.



 De Active Driving Display wordt
afgesteld.
Wissen van de geprogrammeerde
rijposities
(Wissen van de rijposities die op de
sleutel geprogrammeerd zijn)
1. Zet het contact op OFF.
2. Druk op de toets SET op de zijkant van
de stoel totdat u eenmaal een pieptoon
hoort.
3. Druk na het klinken van de pieptoon de
sleuteltoets
binnen 5 seconden in
totdat u eenmaal een pieptoon hoort.

OPMERKING
Als u driemaal een pieptoon hoort,
wordt de bediening geannuleerd.

Page 32 of 889

2–12
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
*Bepaalde modellen.
Achterzitting
Afzonderlijk neerklapbaar
Door het neerklappen van de rugleuningen
van de achterzitting kan de bagageruimte
uitgebreid worden.
WAARSCHUWING
Maak lading in de bagageruimte stevig
vast wanneer deze vervoerd wordt met
de rugleuningen neergeklapt:
Rijden zonder lading en bagage stevig
vast te zetten is gevaarlijk omdat dit
van zijn plaats kan schuiven en bij
plotseling afremmen of een botsing
de besturing kan hinderen, waardoor
ongelukken veroorzaakt kunnen
worden.
OPGELET
Als de rugleuning niet handmatig
ondersteund wordt, kan deze onverwacht
verschuiven en letsel veroorzaken.
Neerklappen van beide rugleuningen
OPGELET
Controleer de stand van een
voorzitting alvorens de rugleuning
van een achterzitting neer te klappen.
Afhankelijk van de stand van de
voorzitting is het misschien niet
mogelijk de rugleuning van een
achterzitting volledig neer te klappen,
aangezien deze de rugleuning van de
voorzitting zou kunnen raken waardoor
de voorzitting of het opbergzakje ervan
bekrast of beschadigd zou kunnen
worden. Zet indien nodig de hoofdsteun
van de zitting aan de portierzijde van de
achterzitting omlaag of verwijder deze.
OPMERKING
Wanneer u de linkerrugleuning
neerklapt, klapt tegelijkertijd de
middelste rugleuning neer.
Gebruik van de afstandbediende
ontgrendelhendel
*
1. (Met achterste stoelverwarming)
Zet de stoelverwarmingschakelaar van
de achterzitting uit.
Zie Stoelverwarming op pagina 2-19 .

Page 33 of 889

2–13
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
2. Controleer eerst of de achterzittingen
vrij zijn van obstakels, open de
achterklep en zet de rugleuning
die u wilt neerklappen omlaag met
behulp van de afstandbediende
ontgrendelhendel.
Gebruik voor het neerklappen van de
linkerzijde het buitenste gedeelte van
de afstandbediende ontgrendelhendel.



WAARSCHUWING
Alvorens de afstandbediende
ontgrendelhendel voor de achterzitting
te gebruiken altijd eerst het kinderzitje
van de achterzitting verwijderen:
Bediening van de afstandbediende
ontgrendelhendel wanneer er zich een
achterwaarts gericht kinderzitje op
de achterzitting bevindt is gevaarlijk.
Wanneer de rugleuning plotseling naar
voren klapt, kan dit letsel toebrengen
aan een kind dat zich in het kinderzitje
bevindt.

Controleer of er zich niemand op
de achterzitting bevindt alvorens de
afstandbediende ontgrendelhendel te
gebruiken (trekken):
Het niet controleren of er zich
personen op de achterzitting bevinden
alvorens de rugleuningen met
behulp van de riem/afstandbediende
ontgrendelhendel neer te klappen is
gevaarlijk. De achterzitting is vanaf
de achterzijde van de auto moeilijk te
overzien. Het bedienen (trekken) van
de afstandbediende ontgrendelhendel
zonder te controleren kan iemand letsel
toebrengen wanneer een rugleuning
onverwacht naar voren klapt.

Page 34 of 889

2–14
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
OPGELET
  Controleer alvorens de rugleuningen
met behulp van de afstandbediende
ontgrendelhendel neer te klappen of
er zich geen beker in een achterste
bekerhouder bevindt. Wanneer de
rugleuningen met behulp van de
afstandbediende ontgrendelhendel
worden neergeklapt terwijl er
zich een beker in de bekerhouder
bevindt, kunnen het zitkussen en
de rugleuning verontreinigd of
beschadigd raken.
  Let bij het gebruik van de
afstandbediende ontgrendelhendel op
de volgende punten:
 


 Op een helling naar beneden kan
de rugleuning sneller naar voren
klappen dan op een horizontaal
weggedeelte.
 


 Op een helling naar boven is
het mogelijk dat de rugleuning
niet neerklapt. Wanneer de
rugleuningen niet met behulp
van de afstandbediende
ontgrendelhendel neergeklapt
kunnen worden, de rugleuningen
van de achterzitting vanuit de
binnenzijde van de auto naar voren
trekken.
OPGELET
 



 (Neerklappen van de linker
rugleuning)
 Wees voorzichtig bij het
bedienen van de afstandbediende
ontgrendelhendel wanneer
de middelste rugleuning is
neergeklapt. Als iemand die op de
rechterachterzitting zit zijn hand
op de middelste rugleuning legt,
kan deze door een rugleuning of
zittingonderdeel beklemd raken,
waardoor letsel veroorzaakt kan
worden.

Gebruik van de hendel

1. (Met achterste stoelverwarming)
Zet de stoelverwarmingschakelaar van
de achterzitting uit.
Zie Stoelverwarming op pagina 2-19 .
2. Trek aan de hendel en klap de
rugleuning naar voren.

Page 35 of 889

2–15
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
*Bepaalde modellen.
Neerklappen van enkel de middelste
rugleuning
Gebruik van de afstandbediende
ontgrendelhendel
*
1. (Met achterste stoelverwarming)
Zet de stoelverwarmingschakelaar van
de achterzitting uit.
Zie Stoelverwarming op pagina 2-19 .
2. Als de middelste hoofdsteun in de stand
voor gebruik staat, deze opbergen.
3. Controleer eerst of de middelste
zitting vrij is van obstakels, open
de achterklep en trek aan de
afstandbediende ontgrendelhendel
binnen aan de linkerzijde van het
achterklepcompartiment.


WAARSCHUWING
Alvorens de afstandbediende
ontgrendelhendel voor de achterzitting
te gebruiken altijd eerst het kinderzitje
van de achterzitting verwijderen:
Bediening van de afstandbediende
ontgrendelhendel wanneer er zich een
achterwaarts gericht kinderzitje op
de achterzitting bevindt is gevaarlijk.
Wanneer de rugleuning plotseling naar
voren klapt, kan dit letsel toebrengen
aan een kind dat zich in het kinderzitje
bevindt.

Controleer of er zich niemand op
de achterzitting bevindt alvorens de
afstandbediende ontgrendelhendel te
gebruiken (trekken):
Het niet controleren of er zich
personen op de achterzitting bevinden
alvorens de rugleuningen met
behulp van de riem/afstandbediende
ontgrendelhendel neer te klappen is
gevaarlijk. De achterzitting is vanaf
de achterzijde van de auto moeilijk te
overzien. Het bedienen (trekken) van
de afstandbediende ontgrendelhendel
zonder te controleren kan iemand letsel
toebrengen wanneer een rugleuning
onverwacht naar voren klapt.

Page 36 of 889

2–16
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
OPGELET
  Controleer alvorens de rugleuningen
met behulp van de afstandbediende
ontgrendelhendel neer te klappen of
er zich geen beker in een achterste
bekerhouder bevindt. Wanneer de
rugleuningen met behulp van de
afstandbediende ontgrendelhendel
worden neergeklapt terwijl er
zich een beker in de bekerhouder
bevindt, kunnen het zitkussen en
de rugleuning verontreinigd of
beschadigd raken.
  Let bij het gebruik van de
afstandbediende ontgrendelhendel op
de volgende punten:
 


 Op een helling naar beneden kan
de rugleuning sneller naar voren
klappen dan op een horizontaal
weggedeelte.
 


 Op een helling naar boven is
het mogelijk dat de rugleuning
niet neerklapt. Wanneer de
rugleuningen niet met behulp
van de afstandbediende
ontgrendelhendel neergeklapt
kunnen worden, de rugleuningen
van de achterzitting vanuit de
binnenzijde van de auto naar voren
trekken.
Gebruik van de riem

1. (Met achterste stoelverwarming)
Zet de stoelverwarmingschakelaar van
de achterzitting uit.
Zie Stoelverwarming op pagina 2-19 .
2. Als de middelste hoofdsteun in de stand
voor gebruik staat, deze opbergen. 3. Trek voor het naar voren klappen
van de rugleuning aan de riem aan de
achterzijde van de rugleuning.

Page 37 of 889

2–17
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Terugzetten van de rugleuningen in de
rechtop stand
WAARSCHUWING
Let er op dat de veiligheidsgordels
volledig van onder de rugleuningen
vandaan getrokken zijn:
Een veiligheidsgordel die onder
een rugleuning beklemd is geraakt
nadat de rugleuning in de rechtop
stand is geplaatst, is gevaarlijk. Bij
een botsing of plotselinge stop kan
de veiligheidsgordel geen voldoende
bescherming bieden.

Bij het terugbrengen van de rugleuning
in de rechtop stand ervoor zorgen dat
deze stevig vergrendeld is en dat de
rode indicatie niet zichtbaar is:
Als de rode indicatie zichtbaar is,
betekent dit dat de rugleuning niet
vergrendeld is. Als met de auto wordt
gereden terwijl de rugleuning niet
vergrendeld is, kan deze plotseling
neerklappen en een ongeluk
veroorzaken.
Vergrendelstand
Ontgrendelstand
Rode indicator 1. Zorg dat de veiligheidsgordel door de
veiligheidsgordelgeleider is gevoerd.

Veiligheidsgordelgeleider

2. Druk de rugleuning naar achteren en
vergrendel deze op zijn plaats. Na het
terugzetten van de rugleuning in de
rechtop stand, controleren dat deze
goed vergrendeld is.

Page 38 of 889

2–18
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Rugleuningverstelling achterzitting
WAARSCHUWING
Zorg er bij het afstellen van de
rugleuning voor dat deze stevig
vergrendeld is en dat de rode indicatie
niet zichtbaar is door de rugleuning
lichtjes naar voren en achteren te
bewegen:
Als de rode indicatie zichtbaar is,
betekent dit dat de rugleuning niet
vergrendeld is. Als met de auto
wordt gereden met onvergrendelde
rugleuning kan deze onverwacht
bewegen waardoor de zitpositie
onstabiel wordt. Dit kan ongelukken
veroorzaken.

Vergrendelstand
Ontgrendelstand
Rode indicator
OPGELET
Bij het afstellen van de rugleuning deze
altijd met uw hand ondersteunen. Als de
rugleuning niet handmatig ondersteund
wordt, kan deze onverwacht verschuiven
en letsel veroorzaken.
OPMERKING
Wanneer u de linkerrugleuning afstelt,
beweegt de middelste rugleuning mee.
De linker- en rechterrugleuning van de
achterzitting kunnen afzonderlijk worden
afgesteld.
Verstel de rugleuning met de hendel
omhoog getrokken.

Page 39 of 889

2–19
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
*Bepaalde modellen.
Stoelverwarming *
De achterzittingen worden elektrisch
verwarmd. Het contact moet op ON staan.
Druk voor gebruik van de stoelverwarming
de stoelverwarmingschakelaar in
terwijl het contact op ON staat. De
indicatielampjes gaan branden om aan te
geven dat de stoelverwarming in werking
is. De modus verandert als volgt telkens
wanneer de stoelverwarmingschakelaar
wordt ingedrukt.
Klap de armsteun naar voren bij gebruik
van de zittingverwarmer.
Zie Armsteun op pagina 2-21 .

UIT
Hoog
Midden
Laag

WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij gebruik van de
stoelverwarming:
De warmte van de stoelverwarming
kan voor bepaalde personen te heet
zijn, zoals als volgt aangegeven, en
kan een lage-temperatuur brandwond
veroorzaken.
 
 Baby's, kleine kinderen, ouderen en
gehandicapten
  Personen met een gevoelige huid 
 Personen die buitengewoon
vermoeid zijn
  Personen die onder invloed zijn 
 Personen die slaapverwekkende
medicijnen gebruiken zoals
slaaptabletten of medicijnen tegen
verkoudheid

Gebruik de stoelverwarming niet met
afdekkingen die in hoge mate vocht
vasthouden, zoals een deken of kussen
op de zitting:
De kans bestaat dat de zitting te
heet wordt en een lage-temperatuur
brandwond veroorzaakt.

Ook wanneer u slechts korte tijd in de
auto gaat slapen, de stoelverwarming
niet gebruiken:
De kans bestaat dat de zitting te
heet wordt en een lage-temperatuur
brandwond veroorzaakt.

Plaats geen zware voorwerpen met
scherpe uitsteeksels op de zitting en er
geen naalden of spelden in steken:
Dit kan tot gevolg hebben dat de zitting
overmatig verhit raakt en dat door een
kleine brandwond letsel veroorzaakt
wordt.

Page 40 of 889

2–20
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
OPGELET
  Alvorens de rugleuning van
een achterzitting neer te
klappen, er voor zorgen dat de
stoelverwarmingschakelaar van
de achterzitting uit staat. Als de
rugleuning van een achterzitting
wordt neergeklapt terwijl de
stoelverwarming van de achterzitting
is ingeschakeld, kan de zitting
oververhit raken waardoor de
buitenzijde van de zitting beschadigd
wordt.
  Gebruik geen organische
oplosmiddelen voor het reinigen van
de zitting. Dit kan schade aan het
zittingoppervlak en de verwarming
veroorzaken.

OPMERKING
  Gebruik de stoelverwarming
wanneer de motor draait. Als de
stoelverwarming gedurende langere
tijd ingeschakeld blijft terwijl de
motor niet draait, kan de accu
uitgeput raken.
  Wanneer de motor wordt stopgezet
terwijl de stoelverwarmingen
in werking zijn en vervolgens
het contact op ON wordt gezet,
zullen de stoelverwarmingen niet
automatisch terug ingeschakeld
worden. Bovendien wordt de
werking van de stoelverwarming
automatisch stopgezet nadat de
stoelverwarmingen gedurende
ongeveer 90 minuten hebben
gefunctioneerd.
 Druk de schakelaar in om de
stoelverwarming weer in te
schakelen.
  De temperatuur van de
stoelverwarming kan niet verder
worden afgesteld dan Hoog, Midden
en Laag, omdat de stoelverwarming
geregeld wordt door een thermostaat.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 890 next >