sensor PEUGEOT 2008 2021 Instructieboekje (in Dutch)

Page 166 of 260

164
Praktische informatie
Met automatische transmissie
EAT8 en handbediende
parkeerrem
/
Procedure voor het activeren van de vrijloop
► Selecteer stand N terwijl de auto stilstaat en de
motor draait, en zet het contact uit.
Binnen 5 seconden:


Zet het contact weer aan.



Houd het rempedaal ingetrapt en duw de

selectiehendel naar voren of naar achteren om stand N
te bevestigen.


Zet het contact af.
Als de limiet van 5 seconden wordt overschreden,


schakelt de transmissie stand P in; u moet de
procedure dan opnieuw volgen.
Terug naar de normale werking
► Druk op toets P op de selectiehendel.
Met automatische transmissie
EAT8 of selectiehendel
(elektrisch) en elektrische
parkeerrem
/
Procedure voor het activeren van de vrijloop
► Selecteer stand N terwijl de auto stilstaat en de
motor draait, en zet het contact uit.
Binnen 5 seconden:


Zet het contact weer aan.



Houd het rempedaal ingetrapt en beweeg de

selectiehendel naar voren of naar achteren om stand N
te bevestigen.


Druk het rempedaal in en duw op de knop om de

parkeerrem uit te schakelen.


Laat het rempedaal los en zet het contact uit.
Als de limiet van 5 seconden wordt overschreden,


schakelt de transmissie stand P in; u moet de
procedure dan opnieuw volgen.
Terug naar de normale werking
► Houd het rempedaal ingetrapt en start de motor .
Elektronische sleutel
Trap het rempedaal niet in terwijl u het contact
aan en weer uit zet. Als u dat wel doet, start de
motor waardoor u de procedure opnieuw moet
uitvoeren.
Onderhoudstips
Algemene aanwijzingen
Houd u aan de volgende aanbevelingen om
beschadiging van de auto te voorkomen.
Buitenkant
Gebruik nooit een hogedrukspuit in de motorruimte - kans op schade aan elektrische
componenten!
Was de auto niet bij fel zonlicht of bij zeer lage
temperaturen.
Wanneer u de auto in een autowasstraat wast, vergrendel dan alle portieren en, afhankelijk
van de uitvoering, haal de elektronische sleutel uit
de detectiezone.
Wanneer u een hogedrukreiniger gebruikt, houd
de spuitmond dan op minimaal 30 cm van de auto
(vooral wanneer u gebieden met beschadigde lak,
sensoren of afdichtingen reinigt).
Verwijder meteen alle vlekken die chemicaliën
bevatten die de lak van uw auto kunnen
beschadigen (zoals boomhars, vogelpoep,
insectenafscheidingen, pollen en teer).
Afhankelijk van de omgeving moet u de auto vaker
wassen om zoutafzettingen (in kustgebieden), roet
(in industriële gebieden) of modder/zout (in natte of
koude gebieden) te verwijderen. Deze materialen
kunnen zeer corrosief zijn.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer
of gekwalificeerde werkplaats voor advies
over het verwijderen van hardnekkige vlekken
waarvoor speciale producten nodig zijn (zoals
verwijdermiddelen voor teer en insecten).
Laat lakschade bij voorkeur repareren door
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Binnenkant
Wanneer u de auto wast, gebruik dan nooit een waterslang of hogedrukreiniger om de
binnenkant te reinigen.
Bekers of andere open houders met vloeistof
kunnen lekken, met kans op schade aan het
instrumentenpaneel en de bedieningselementen op
het dashboard en de middenconsole. Wees altijd
voorzichtig!
Reinig instrumentenpanelen, touchscreens en
andere displays door ze voorzichtig met een zachte,
droge doek af te vegen. Gebruik geen producten
(zoals alcohol of desinfectiemiddelen) of zeepwater
direct op deze oppervlakken - kans op schade!
Carrosserie
Hoogglanslak
Gebruik nooit schurende producten, oplosmiddelen, benzine of olie om de
carrosserie te reinigen.
Gebruik nooit een schuursponsje om lastige vlekken
te verwijderen - kans op krassen in de lak!
Breng geen poetsmiddel aan als de zon fel schijnt,
of op kunststof of rubber onderdelen.
Gebruik een zachte doek met zeepwater of een pH-neutraal product.
Neem de carrosserie met een schone
microvezeldoek af zonder er hard op te wrijven.

Page 228 of 260

226
Event Data Recorders (EDR)
Event Data Recorders (EDR)
Er zijn elektronische regeleenheden in uw auto
gemonteerd. Regeleenheden verwerken gegeven die,
bijvoorbeeld, afkomstig zijn van autosensoren of die de
regeleenheden zelf aanmaken of onderling uitwisselen.
Sommige regeleenheden zijn vereist voor een veilige
werking van uw auto, andere bieden ondersteuning
tijdens het rijden (bestuurdersondersteuningssystemen)
of verzorgen comfort- of infotainmentfuncties.
Hieronder volgt algemene informatie over
gegevensverwerking in de auto. U vindt extra informatie
over welke specifieke gegevens worden geüpload,
opgeslagen en doorgegeven aan derden en voor
welke doeleinden in uw auto onder het trefwoord
Gegevensbescherming gekoppeld aan de verwijzingen
voor de desbetreffende functionele eigenschappen
in de desbetreffende gebruikershandleiding of in de
algemene verkoopvoorwaarden. U kunt deze ook
online inzien.
Bedieningsgegevens in de auto
Regeleenheden verwerken gegevens voor bediening
van de auto.
Dergelijke gegevens omvatten, bijvoorbeeld:

statusinformatie over de auto (bijv
.snelheid,
vertraging, dwarsversnelling, onderling verwisselen van
wielen, schermpje "veiligheidsgordels omgedaan")


omgevingsomstandigheden (bijv
. temperatuur,
regensensor, afstandssensor)
In de regel zijn dergelijke gegevens van voorbijgaande
aard en worden ze niet langer dan een bedrijfscyclus
opgeslagen en alleen aan boord van de auto zelf verwerkt. Vaak maken regeleenheden gebruik van
gegevensopslag (zo ook de autosleutel). Dit om
tijdelijke of permanente opslag mogelijk te maken
met betrekking tot de autoconditie, de belasting van
componenten, de onderhoudsvereisten en technische
gebeurtenissen en storingen.
Afhankelijk van de technische uitrustingsniveaus
worden de volgende gegevens opgeslagen:


bedieningsstatus van systeemcomponenten (bijv
.
vloeistofpeil, bandenspanning, accustatus)

storingen en gebreken in belangrijke

systeemcomponenten (bijv. verlichting, remmen)

systeemreacties in bepaalde rijsituaties (bijv
.
triggering van een airbag, activering van de
stabiliteitsregelingen)

informatie over gebeurtenissen die tot schade aan de

auto hebben geleid

bij elektrische voertuigen het oplaadniveau in de

hoogspanningsaccu, geschatte actieradius
In speciale gevallen (bijv. als de auto een storing heeft
gedetecteerd), moeten mogelijk gegevens worden
opgeslagen die anders vluchtig van aard zijn.
Wanneer u gebruikmaakt van diensten (bijv.
reparatie, onderhoud), zijn de bedieningsgegevens
samen met het chassisnummer uit te lezen en
waar nodig te gebruiken. Personeel werkzaam
binnen het servicenetwerk (bijv. garages,
fabrikanten) of derden (bijv. pechhulpverleners)
kunnen de gegevens uitlezen aan de auto.
Hetzelfde geldt voor garantiewerkzaamheden en
kwaliteitsborgingsmaatregelen.
Gegevens worden doorgaans uitgelezen in de auto
via de OBD-aansluiting (On-Board Diagnostics) zoals wettelijk voorgeschreven. De uitgelezen
bedieningsgegevens documenteren de technische
conditie van de auto of afzonderlijke componenten
en helpen om storingen op te sporen, te voldoen aan
garantievoorwaarden en de kwaliteit te verhogen. Deze
gegevens, in het bijzonder informatie over de belasting
van componenten, technische gebeurtenissen,
bedieningsfouten en andere storingen, worden
samen met het chassisnummer doorgegeven aan
de fabrikant, als dat nodig mocht zijn. De fabrikant is
tevens onderworpen aan productaansprakelijkheid. De
fabrikant gebruikt mogelijk ook bedieningsgegevens
van auto's nodig voor terugroepacties. Deze gegevens
kunnen ook worden gebruikt ter controle van
garantieclaims van klanten.
Storingscodegeheugens in de auto kunnen worden
gereset door een servicebedrijf in het kader van
onderhoud of reparatie of op uw verzoek.
Comfort- en
infotainmentfuncties
Comfortinstellingen en persoonlijke instellingen kunnen
worden opgeslagen in de auto en te allen tijde worden
gewijzigd of gereset.
Afhankelijk van het desbetreffende uitrustingsniveau,
zijn dergelijke gegevens:


instellingen voor de positie van stoelen en stuurwiel



instelling van het chassis en de airconditioning



persoonlijke instellingen zoals die voor de

interieurverlichting

Page 235 of 260

233
Trefwoordenregister
Parkeerhulp achter 131
Parkeerhulp achter met grafische weergave en
geluidssignalen

130
Parkeerhulpsystemen (algemene adviezen)

106
Parkeerhulp vóór

131
Parkeerhulp zijkant

131
Parkeerlichten

57–58, 58, 174
Persoonlijke instellingen

11
Plafonniers

53–54
Plafonnier voor

54
Portieren

35
Portieren sluiten

31, 35
Profielen

198, 221
Programmeerbare verwarming

27, 50
Proximity Keyless Entry and Start

30
Pyrotechnische gordelspanners

73
R
Radar (waarschuwingen) 106
Radio
191–192, 215
Radiozender

191–192, 215–216
RDS

192, 215
Recuperatief remmen (vertragen door
remmen op de motor)

99–100
Regeling luchtopbrengst ~ Aanjager, regeling

47–48
Regeling luchtverdeling ~ Luchtverdeling

48
Regelmatige controles ~ Controles

159–161
Regelmatig onderhoud

107, 159, 161
Regeneratie roetfilter

160
Registratie van voertuigdata en privacy

226
Reinigen (adviezen)

141, 164–165
Rembekrachtigingsysteem 68
Remblokken
160
Remmen

160–161
Remmen

100
Remschijven

160–161
Remvloeistof

158
Reservewiel

161, 166–168, 170
Reservoir ruitensproeiers ~
Ruitensproeierreservoir

159
Resetten bandenspanningscontrolesysteem

105
Resetten van het traject

24
Richtingaanwijzers

57, 57–58, 57–58, 174–175, 175
Rijadviezen

7, 86–87
Rijden

86–87
Rijhulpcamera (waarschuwingen)

106
Rijhulpsystemen (algemene adviezen)

106
Rijstanden

70–71, 101
Rijstrookcontrolesystemen

68
Rijverlichting

56, 59
Roetfilter

160
Ruitensproeier achter

62
Ruitensproeiers

62
Ruitensproeiers vóór

62
Ruitenwisser achter

62
Ruitenwisserbladen (vervangen)

62–63
Ruitenwisserbladen vervangen

62–63
Ruitenwissers

61, 63
Ruitenwisserschakelaar

61–63
Ruitenwissers vóór

61, 63S
Schakelaar 88–89
Schakelaars stoelverwarming ~
Stoelverwarming, schakelaars

43
Schuif-/kanteldak

38–39
SCR (Selective Catalytic Reduction)

21, 161
SCR-systeem

21, 161
Selectiehendel

96–99
Selectiehendel (elektrische auto)

99
Selectiehendel handgeschakelde versnellingsbak ~
Schakelen elektronisch bediende versnellingsbak

94
Sensoren (waarschuwingen)

106
Serienummer auto

187
Set voor tijdelijke bandenreparatie ~
Bandreparatieset

166–169
Sfeerverlichting

54
Signalering onoplettendheid

129–130
Slepen

179–181
Slepen van de auto

179–180
Slepen van een auto

179, 181
Sleutel

28–29, 33
Sleutel met afstandsbediening

28, 88
Sleutel niet herkend

91
Smartphone

27, 52
SMS

220
Sneeuwkettingen

105, 154
Sneeuwscherm

154
Sneeuwschermen

154
Snelheidsbegrenzer

109–112
Snelheidslimietherkenning

107, 109
Snelheidsregelaar

109–110, 112–114

Page 237 of 260

235
Trefwoordenregister
Visiopark 1 132
Voorruitverwarming
50
Voorstoelen

41–42
Voorverwarming/-koeling interieur
(elektrische auto)

27, 50
Vrijloop activeren

179
W
Waarschuwing kans op aanrijding 127–128
Waarschuwing oplettendheid bestuurder
130
Waarschuwingssignaal sleutel in contact

89
Waarschuwing vergeten verlichting

57
Wallbox (elektrische auto)

142
Wassen

107
Wassen (adviezen)

141, 164–165
Webbrowser

210, 213
Wiel demonteren

171–172
Wiel monteren

171–172
Wielophanging

161
Wiel verwisselen

167, 170
WiFi-netwerkverbinding

214
Window-airbags

75–76
Z
Zekeringen 175
Zekeringen vervangen
175
Zicht

50
Zij-airbags

75–76
Zijspots

59
Zonder gereedschap afneembare kogel 150–152
Zonneklep
51
Zonnescherm

38–39
Zonnesensor

46
Zuinig rijden

7

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30