Peugeot 3008 Hybrid 4 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 111 of 566

109
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Luchtopbrengstregeling
Rijd niet te lang met uitgeschakelde
aanjager - Kans op beslaan van
de ruiten en vermindering van de
luchtkwaliteit!
LuchtverdelingLuchtrecirculatie
Druk op een van deze toetsen om de
aanjagersnelheid te verhogen (+) of
te verlagen (-).
Het symbool van de luchtopbrengst (ventilator)
wordt geleidelijk opgevuld, afhankelijk van de
gewenste aanjagersnelheid.
Door de aanjagersnelheid in de laagst
mogelijke stand te zetten wordt de aanjager
volledig uitgeschakeld. Voorruit en zijruiten.
Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
Beenruimte.
De luchtstroom kan met meerdere toetsen
worden aangepast: als het verklikkerlampje
brandt, stroomt er lucht in de aangegeven
richting; als het verklikkerlampje uit is, stroomt
er geen lucht in de aangegeven richting.
Voor een gelijkmatige verdeling van de lucht
over het interieur kunnen de drie toetsen
gelijktijdig zijn geactiveerd. Met deze toetsen regelt u de verdeling van de
luchtstroom naar het interieur.
F

D
ruk op deze knop om de functie
in te schakelen. Het lampje van
de knop gaat branden.
F

D
ruk nogmaals op deze knop om de functie
uit te schakelen. Het lampje van de knop
gaat uit.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer van
buitenlucht weer in - Kans op beslaan
van de ruiten en vermindering van de
luchtkwaliteit!
De toevoer van buitenlucht voorkomt het
beslaan van de voorruit en zijruiten.
De luchtrecirculatie dient om de toevoer
van buitenlucht bij stank (bijvoorbeeld van
uitlaatgassen) af te sluiten.
In deze stand kunt u de lucht in het interieur
snel opwarmen of afkoelen.
3
ergonomie en comfort

Page 112 of 566

110
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Maximale werking
airconditioning
Deze functie zorgt ervoor dat de lucht in het
interieur sneller wordt afgekoeld.
Het systeem regelt automatisch de
temperatuurinstelling op het laagste
comfortniveau, de luchttoevoer naar de
middelste en buitenste ventilatieroosters en
de maximale luchtopbrengst en activeert de
luchtrecirculatie.F

D
ruk op deze toets om de functie
in te schakelen. Het lampje van
de toets gaat branden.
Automatisch programma
"Zicht"
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het ontdooien/
ontwasemen van de voorruit .
Airconditioning aan/uit
De airconditioning werkt doeltreffend in elk
jaargetijde, mits de ruiten zijn gesloten.
Het systeem stelt u in staat:
-

d
e temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
-

i
n de winter bij temperaturen boven 3°C
beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Aan
De airconditioning werkt niet als de
regeling voor de luchtopbrengst is
uitgeschakeld.
om s

neller koele lucht te verkrijgen kunt
u gedurende enige tijd de luchtrecirculatie
inschakelen. Schakel daarna de toevoer
van buitenlucht weer in.
Uit
Als de airconditioning is uitgeschakeld, kunnen
onaangename verschijnselen optreden (vocht,
beslagen ruiten). F

D
ruk op deze toets. Het lampje
van de toets gaat branden.
F
D
ruk nogmaals op deze toets.
Het verklikkerlampje gaat uit.
Uitschakelen van het systeem
Hierdoor worden alle functies van het systeem
uitgeschakeld.
Het thermische comfort wordt niet meer
geregeld. Door de rijwind blijft er nog wel een
kleine luchtstroom gehandhaafd. F

Druk op deze toets. Het lampje van
de toets gaat branden en alle andere
lampjes van het systeem gaan uit.
Rijd niet te lang met een uitgeschakelde
airconditioning - Kans op beslaan
van de ruiten en vermindering van de
luchtkwaliteit!
Druk op een willekeurige toets om
het systeem weer in te schakelen met
dezelfde instellingen als voordat het
systeem werd uitgeschakeld.
F
D
ruk nogmaals op deze toets om de
functie weer uit te schakelen en terug te
keren naar de voorgaande instellingen. Het
lampje van de toets gaat uit.
ergonomie en comfort

Page 113 of 566

111
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
1. Automatisch programma "Zicht".
2. Recirculatie van de interieurlucht.
3.


t
e
mperatuurregeling bestuurderszijde.
4.


t
e
mperatuurregeling passagierszijde.
5.
R

egeling luchtverdeling.
6.
R

egeling luchtopbrengst.
7.
uit

.
8.
A

irconditioning A AN/
uIt.
9. A

utomatisch programma "Comfort" AAN/
u
I
t.
10

.
M
aximumstand airconditioning.
11.


t
o
egang tot de secundaire pagina.
12 .
S

electie van de instelling voor het
automatische programma "Comfort".
13.
F

unctie "Air Quality System" (AQS).
14 .
C

entrale regeling / gescheiden regeling.
Dit airconditioningssysteem werkt bij draaiende
motor, maar de aanjager en bedieningsfuncties
zijn ook beschikbaar bij aangezet contact.
Het inschakelen van de airconditioning,
de temperatuur, de luchtopbrengst en
de luchtverdeling in het interieur worden
automatisch geregeld.
Druk op de toets van het menu
Airconditioning om de pagina
met de bedieningsfuncties van het
systeem weer te geven. F
D
ruk op een van deze toetsen
om de waarde te verhogen.
F D ruk op een van deze toetsen
om de waarde te verlagen.
Het is raadzaam het verschil tussen de
instellingen links en rechts niet meer
dan 3 te laten bedragen.
Regeling van de temperatuur
De bestuurder en voorpassagier kunnen de
temperatuur afzonderlijk en naar eigen wens
instellen.
De weergegeven waarde heeft betrekking op
een bepaald comfortniveau en niet op een
exacte temperatuur.
3
ergonomie en comfort

Page 114 of 566

62)7
$872
$872
1250$/
$872
)$67
112
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Automatisch programma
"Comfort"
F Druk op deze toets om het automatische programma van
de airconditioning in of uit te
schakelen.
Als het lampje van de toets brandt, werkt
het airconditioningssysteem automatisch:
afhankelijk van het comfortniveau dat u hebt
geselecteerd, zorgt het systeem voor een
optimale temperatuur, luchtopbrengst en
luchtverdeling in het interieur.
De intensiteit van het automatische programma
"Comfort" kan worden ingesteld door op de
secundaire pagina een van de standen te
selecteren. Deze pagina kan worden geopend
via de toets " OPTIES". Druk om de door het desbetreffende lampje
aangegeven ingestelde intensiteit te wijzigen
meerdere keren op deze toets tot de gewenste
intensiteit wordt weergegeven:
"Soft ": voor een aangenaam
comfort en een zo laag mogelijk
geluidsniveau, aangezien de
aanjagersnelheid beperkt wordt.
" Normal ": voor het beste
compromis tussen thermisch
comfort en een laag geluidsniveau
(standaardinstelling).
" Fast ": voor een doeltreffende en
dynamische luchttoevoer.
ge

bruik voor een aangenaam comfort van
de achterpassagiers bij voorkeur de standen
" Normal " en "Fast".
De intensiteit is uitsluitend gekoppeld aan de
automatische stand. Maar als de stand AUTO
wordt uitgeschakeld, blijft het lampje van de
geselecteerde intensiteit wel branden.
Als de intensiteit wordt gewijzigd ter wijl de
stand AUTO is uitgeschakeld, wordt de stand
AUTO hierdoor niet ingeschakeld.om b
ij koud weer en koude motor de
toevoer van koude lucht in het interieur
te beperken, wordt de luchtopbrengst
geleidelijk vergroot tot de gewenste
comfortwaarde is bereikt.
Als de temperatuur in de auto bij
het instappen veel lager of hoger
is dan de ingestelde waarde, heeft
het geen zin om voor een optimale
temperatuur de ingestelde waarde te
wijzigen. Het systeem compenseert
automatisch en zo snel mogelijk het
temperatuurverschil.
ergonomie en comfort

Page 115 of 566

113
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Automatisch programma
"Zicht"
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de ontwaseming en
ontdooiing van de voorruit.
Functie "Air Quality
System" (AQS)
Met behulp van een luchtkwaliteitssensor
schakelt deze functie automatisch de
recirculatie van de interieurlucht in als een
bepaalde grenswaarde voor de vervuiling van
de buitenlucht wordt bereikt.
Als de luchtkwaliteit weer voldoende is,
wordt de recirculatie van de interieurlucht
automatisch uitgeschakeld.
Deze functie is niet in staat om vervelende
geurtjes te detecteren.
De functie wordt automatisch ingeschakeld als
de ruitensproeiers vóór worden gebruikt of de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
De functie werkt niet als de buitentemperatuur
lager is dan 5°C om te voorkomen dat de
voorruit en zijruiten gaan beslaan.
u

kunt deze functie in- en uitschakelen op de
secundaire pagina die u kunt openen met de
toets " OPTIES ". Voorruit en zijruiten.
Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
Voeten van de inzittenden.
Handmatig instellen
Het is mogelijk één of meer functies van de
airconditioning handmatig in te stellen, terwijl de
overige functies door het systeem geregeld blijven:
-


luchtopbrengst,
-


luchtverdeling.
Zodra u een instelling wijzigt, gaat het lampje
van de toets " AUTO" uit.
F

D
ruk nogmaals op deze toets om
het automatische programma
"Comfort" weer in te schakelen.
Regeling van de luchtopbrengst
F Druk op een van deze toetsen om de aanjagersnelheid te
verhogen of te verlagen.
Het symbool van de luchtopbrengst
(ventilator) wordt afhankelijk van de ingestelde
luchtopbrengst geleidelijk opgevuld.
Door de luchtopbrengst tot het minimum te
verminderen, schakelt u de aanjager uit.
Naast de ventilator wordt " OFF" weergegeven.
Vermijd het te lang rijden met een
uitgeschakelde aanjager - Kans op
beslagen ruiten en vermindering van de
luchtkwaliteit!
Regeling van de luchtverdeling
u kunt de luchtverdeling in het interieur regelen
m et behulp van deze drie toetsen.
Door het indrukken van een toets wordt de
desbetreffende functie in- of uitgeschakeld. Als de
functie is ingeschakeld, brandt het lampje van de toets.
Voor een gelijkmatige luchtverdeling in het interieur
kunnen de drie functies gelijktijdig worden geactiveerd.
In de stand AUTO zijn de lampjes van deze drie
toetsen gedoofd.
3
ergonomie en comfort

Page 116 of 566

114
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
De airconditioning functioneert, als de ruiten
gesloten zijn, optimaal in elk seizoen.
Dit systeem maakt het mogelijk om:
-
i
n de zomer de temperatuur in het interieur
te verlagen,
-

i
n de winter, bij temperaturen hoger dan
3°C, de ruiten sneller te ontwasemen.
In-/uitschakelen van de
airconditioning
Inschakelen
Uitschakelen
Maximale stand van de airconditioning
F Druk op deze toets om de functie in te schakelen; het verklikkerlampje
van de toets gaat branden.
F

D

ruk nogmaals op deze toets om de functie
uit te schakelen en de vorige instellingen
weer te gebruiken; het verklikkerlampje van
de toets gaat uit.
In deze stand wordt de lucht in het interieur sneller
gekoeld.
Het systeem stelt automatisch de temperatuur in op
het laagste comfortniveau, verdeelt de lucht over de
middelste ventilatieroosters en zijventilatieroosters
en schakelt de maximale aanjagersnelheid en de
recirculatie van de interieurlucht in.
gebruik de recirculatie van de
interieurlucht niet langdurig - Kans op
beslagen ruiten en vermindering van de
luchtkwaliteit!
De toevoer van buitenlucht voorkomt dat de
voorruit en zijruiten beslagen raken.
Recirculatie van de
interieurlucht
De recirculatie van de interieurlucht dient
om de toevoer van buitenlucht bij stank en
stofoverlast af te sluiten.
Deze functie kan ook worden gebruikt om
sneller het gewenste temperatuurniveau in het
interieur te bereiken.
F

D
ruk op deze toets om de functie in
te schakelen; het verklikkerlampje
van de toets gaat branden.
F

D
ruk nogmaals op deze toets om de functie
uit te schakelen; het verklikkerlampje van
de toets gaat uit.
F

D

ruk op deze toets; het
verklikkerlampje van de toets
gaat branden.
De airconditioning werkt niet als de
aanjager is uitgeschakeld.
F

D

ruk nogmaals op deze toets;
het verklikkerlampje van de toets
gaat uit.
Door het uitschakelen van de airconditioning
kan hinder ontstaan (vocht, beslaan van ruiten).
ergonomie en comfort

Page 117 of 566

115
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Centrale regeling / gescheiden regeling
Het comfortniveau aan voorpassagierszijde kan
worden afgestemd op het comfortniveau aan
bestuurderszijde (functie centrale regeling).
u
kunt deze functie inschakelen op de
secundaire pagina die u kunt openen via de
toets " OPTIES ".
F

D
ruk op deze toets om de functie
" MONO " (centrale regeling) in
te schakelen; de functie krijgt de
status " ON".
De functie wordt automatisch uitgeschakeld
als de passagier de toetsen voor de
temperatuurregeling aan zijn zijde bedient
(functie gescheiden regeling).
Ventilatie bij aangezet contact
Bij aangezet contact kunt u het
ventilatiesysteem gebruiken en de
luchtopbrengst en de luchtverdeling in het
interieur regelen.
Deze functie is ook tot enkele minuten na
het afzetten van het contact beschikbaar,
afhankelijk van de laadtoestand van de accu
van de auto.
u

kunt met behulp van de toetsen voor de
temperatuurregeling ook de restwarmte van de
motor gebruiken om het interieur te ver warmen.
Bij deze functie wordt de airconditioning niet
ingeschakeld.
Uitschakelen van het systeem
F Druk op deze toets; het verklikkerlampje
van de toets gaat branden en alle andere
verklikkerlampjes van het systeem gaan uit.
Alle functies van het airconditioningssysteem
zijn nu uitgeschakeld.
De temperatuur wordt dan niet meer geregeld,
maar tijdens het rijden blijft er een kleine
luchtstroom gehandhaafd.
Rijd niet te lang met uitgeschakelde
airconditioning - Kans op beslagen ruiten
en vermindering van de luchtkwaliteit!
Door op een willekeurige toets te
drukken wordt het systeem weer
ingeschakeld waarbij de instellingen
van vóór het uitschakelen weer worden
gebruikt.
3
ergonomie en comfort

Page 118 of 566

116
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
ontwasemen - on tdooien vóór
Met semi-automatische en
automatische airconditioning
Als bij auto's met Stop & Start de
ontwaseming, de airconditioning en de
aanjager zijn ingeschakeld, is de S
t

o
P
-
stand niet beschikbaar.
Automatisch programma
"Zicht"
Bij auto's met een Stop & Start-systeem geldt
dat zolang de voorruitontwaseming in werking
is, de S
t

o
P
-functie niet beschikbaar is.
Het systeem regelt automatisch de
airconditioning (volgens uitvoering), de
luchtopbrengst en de luchttoevoer en stelt de
luchtverdeling zodanig in dat de voorruit en de
zijruiten zo snel mogelijk schoon worden.
F

D
ruk nogmaals op deze toets om het
programma uit te schakelen. Het lampje
van de toets gaat uit.
Met handbediende
airconditioning
F Zet de temperatuur op de hoogste stand
(rood).
F

Z
et de aanjager op de hoogste stand; alle
lampjes gaan branden.
F

Z
et de luchtverdeling in de stand " Voorruit";
het desbetreffende lampje gaat branden
F

C
ontroleer of de luchtrecirculatie is
uitgeschakeld; het desbetreffende lampje
moet uit zijn.
F

S
chakel de airconditioning in door
de toets
"A /C " in te drukken; het
desbetreffende lampje gaat branden. F

D
ruk op deze toets om de
voorruit en de zijruiten snel te
ontwasemen of te ontdooien.
Het lampje van de toets gaat
branden.
De luchtopbrengst kan handmatig worden
gewijzigd zonder dat het automatische
programma "Zicht" wordt uitgeschakeld.
ergonomie en comfort

Page 119 of 566

117
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Voorruitverwarming
Inschakelen
Uitschakelen
Druk bij draaiende motor op deze
toets; het lampje van de toets gaat
branden.
Druk nogmaals op deze toets om
de functie weer uit te schakelen; het
lampje van de toets gaat uit.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld als
de motor wordt afgezet. Deze functie is actief zodra de
buitentemperatuur lager is dan 0°C.
Bij koud weer ver warmt deze functie de
onderzijde van de voorruit en het gedeelte
langs de voorruitstijlen.
Zonder dat u daarvoor de instellingen van de
airconditioning hoeft te wijzigen, zorgt deze
functie ervoor dat de ruitenwisserbladen
sneller loskomen van de voorruit als ze zijn
vastgevroren en dat opeenhoping van sneeuw
door de werking van de ruitenwissers wordt
voorkomen.
3
ergonomie en comfort

Page 120 of 566

118
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
ontwaseming - on tdooiing achterruit
Aan
Uit
F Druk op deze toets om de
achterruit en de buitenspiegels
(afhankelijk van de uitvoering) te
ontwasemen.
De achterruitverwarming wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te voorkomen.
De achterruitverwarming werkt
uitsluitend bij draaiende motor.
Schakel, zodra de omstandigheden
het toelaten, de achterruit- en
buitenspiegelverwarming uit omdat een
geringer stroomverbruik leidt tot een
verlaging van het brandstofverbruik.
F
u
kunt de achterruitver warming
ook eerder uitschakelen door
nogmaals op de toets te drukken.
Het verklikkerlampje van de toets gaat uit. Het verklikkerlampje van de toets gaat
branden.
ergonomie en comfort

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 ... 570 next >