Peugeot 301 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 111 of 260

109
301_nl_Chap07_securite_ed01-2016
Alvorens te gaan rijden dient de bestuurder
te controleren of alle passagiers hun
veiligheidsgordel goed hebben omgedaan
en vastgemaakt.
Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdens het
rijden hun veiligheidsgordel dragen, ook al
betreft het een korte rit.
Draai de gespen van de veiligheidsgordels
niet om; de gordels zijn dan niet voldoende
effectief.
De veiligheidsgordels zijn voorzien van een
oprolautomaat die ervoor zorgt dat de lengte
van de gordel automatisch wordt aangepast
aan de lichaamsbouw van de gebruiker. De
gordel wordt automatisch opgerold als deze
niet wordt gebruikt.
Controleer zowel voor en na het gebruik van
de gordel of deze goed is opgerold.
De heupgordel moet zo laag mogelijk op het
bekken worden geplaatst.
De schoudergordel moet langs het holle
gedeelte van de schouder worden geplaatst.
De oprolautomaten zijn voorzien van
een automatische blokkeerinrichting die
in werking treedt bij een aanrijding, een
noodstop of het over de kop slaan van
de auto.
u ku
nt de blokkeerinrichting
deblokkeren door stevig aan de riem te
trekken en deze weer los te laten, zodat de
riem weer een stukje wordt opgerold.Voorschriften voor kinderen
Maak voor kinderen tot 12 jaar of kleiner dan
1,50 m gebruik van een geschikt kinderzitje.
De veiligheidsgordel mag door niet meer dan
één persoon gedragen worden.
Laat nooit een kind op schoot zitten tijdens
het rijden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over kinderzitjes.
Voor een effectieve werking van de
veiligheidsgordel:
- die
nt deze strak om het lichaam te
worden gedragen,
-
moe

t deze in een vloeiende beweging
naar voren worden getrokken, zonder
dat de gordel gedraaid raakt,
-
mag d

eze door niet meer dan één
persoon worden gedragen,
-
mag d

eze geen beschadigingen of rafels
vertonen,
-
mag e

r om te voorkomen dat de gordel niet
goed werkt, niets aan worden gewijzigd.
Vanwege de wettelijke veiligheidsvoorschriften
moeten werkzaamheden en controles aan de
veiligheidsgordels worden uitgevoerd door het
P
euge

ot
-ne

twerk of een gekwalificeerde
werkplaats, die tevens voor de garantie zorgt en
de werkzaamheden volgens de voorschriften
uitvoert.
Laat de veiligheidsgordels van uw auto
regelmatig controleren door het P
eug

eot
-
net

werk of een gekwalificeerde werkplaats,
vooral als de gordels beschadigingen vertonen.
Reinig de veiligheidsgordels met zeepsop of
een reinigingsmiddel voor textiel, verkrijgbaar bij
het P
eug

eot
-net

werk.
Controleer na het neerklappen of verstellen van
een stoel of de achterbank of de gordel zich op
de juiste plaats bevindt en goed is opgerold.
Bij aanrijdingen
De gordelspanners kunnen, afhankelijk van
de aard en de kracht van de aanrijding ,
vóór en onafhankelijk van de airbags afgaan.
Het activeren van de gordelspanners gaat
gepaard met wat onschadelijke rook en een
knal, als gevolg van de activering van de
pyrotechnische lading die in het systeem is
geïntegreerd.
In alle gevallen gaat het verklikkerlampje van
de airbag branden.
Laat het systeem na een aanrijding
controleren en eventueel vervangen door het
P
euge

ot
-ne
twerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Adviezen
7
Veiligheid

Page 112 of 260

110
301_nl_Chap07_securite_ed01-2016
Airbags
De airbags zijn speciaal ontworpen om de
veiligheid van de inzittenden bij ernstige
aanrijdingen te verbeteren. Ze vormen
een aanvulling op de werking van de
veiligheidsgordels met spanbegrenzers.
De elektronische schoksensoren registreren
de frontale en zijdelingse aanrijdingen waaraan
de registratiezones voor een aanrijding worden
blootgesteld:
-
bij e
en ernstige aanrijding gaan de airbags
onmiddellijk af en zorgen ervoor dat de
inzittenden van de auto beter worden
beschermd. Direct na de aanrijding ontsnapt
het gas snel uit de airbags, zodat het zicht
niet wordt belemmerd en de inzittenden de
auto eventueel kunnen verlaten,
-
bij e

en minder ernstige aanrijding of een
aanrijding van achteren en in bepaalde
gevallen waarbij de auto over de kop
slaat, treden de airbags mogelijk niet
in werking. In deze situaties zorgen de
veiligheidsgordels voor uw bescherming.
De airbags werken alleen als het
contact aan is.
De airbags werken slechts eenmaal.
Als er een tweede aanrijding plaatsvindt
(tijdens hetzelfde of een volgend
ongeval), worden de airbags niet meer
opgeblazen. Het activeren van een airbag gaat
gepaard met wat rook en geluid,
als gevolg van de activering van
de pyrotechnische lading die in het
systeem is geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar kan
voor personen die hier gevoelig voor
zijn, irriterend zijn.
De knal die bij het afgaan van een
airbag wordt geproduceerd, kan het
gehoor gedurende een korte periode
enigszins verminderen.
Registratiezones voor een aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Impac tzone opzij.
Airbags vóór
Activering
De airbags worden opgeblazen, behalve de
airbag aan passagierszijde wanneer deze is
uitgeschakeld, bij een ernstige frontale aanrijding
binnen (een gedeelte van) de impactzone vóór
(A),
i

n de lengterichting van de auto en vanaf de
voorzijde richting de achterzijde van de auto, die
zich op een horizontale ondergrond moet bevinden.
De airbag vóór wordt opgeblazen tussen de
bestuurder en het stuur of tussen de passagier
voorin en het dashboard om te verhinderen dat
deze naar voren wordt geslingerd.
De airbags vóór beschermen de bestuurder
en voorpassagier bij een ernstige frontale
aanrijding, om de kans op hoofd- en borstletsel
te verkleinen.
De bestuurdersairbag is geïntegreerd in
het stuur wiel en de passagiersairbag in het
dashboard boven het dashboardkastje.
Veiligheid

Page 113 of 260

111
301_nl_Chap07_securite_ed01-2016
Uitschakelen
Dit waarschuwingslampje brandt op
het instrumentenpaneel bij aangezet
contact en zolang de airbag is
uitgeschakeld.Schakel voor de veiligheid van uw kind
altijd de airbag vóór aan passagierszijde
uit als u een kinderzitje "met de rug in
de rijrichting" op de voorpassagiersstoel
monteert. Zo niet, dan kan het kind
(levensgevaarlijk) gewond raken als de
airbag wordt geactiveerd.
Opnieuw inschakelen
Alleen de airbag aan passagierszijde kan
worden uitgeschakeld:
F
St

eek, bij afgezet contact , de sleutel in de
schakelaar voor uitschakelen van de airbag
aan passagierszijde.
F
Dra

ai de schakelaar in de stand "OFF" .
F
Hou

d de schakelaar in deze stand en
verwijder de sleutel. Als u het kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" hebt ver wijderd, zet dan met
afgezet contact
de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schakelen en zo de
veiligheid van uw passagier te garanderen.
Storing
Als dit lampje op het
instrumentenpaneel gaat branden,
neem dan altijd contact op met
het P
eug

eot
-ne
twerk of een
gekwalificeerde werkplaats om
het systeem te laten controleren.
De kans bestaat dat de airbags bij
een ernstige aanrijding niet worden
geactiveerd.
7
Veiligheid

Page 114 of 260

112
301_nl_Chap07_securite_ed01-2016
Zijairbags
Activering
De zijairbags worden aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse aanrijding
binnen (een gedeelte van) de impactzone opzij (B),
loodrecht op de lengteas van de auto en vanaf de
buitenzijde richting de binnenzijde van de auto.
De zijairbag zorgt ervoor dat het bovenlichaam
en het hoofd van de inzittenden voorin worden
beschermd. De zijairbags dragen bij aan de bescherming
van de bestuurder en de voorpassagier door
de kans op letsel bij een ernstige zijdelingse
aanrijding te verkleinen.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame van
de rugleuning, aan de portierzijde.
Detectiezones voor een
aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Impac tzone opzij. Als dit waarschuwingslampje gaat
branden, neem dan altijd contact op
met het P
eug

eot
-ne
twerk of een
gekwalificeerde werkplaats om het
systeem te laten controleren. De kans
bestaat dat de airbags bij een ernstige
aanrijding niet worden geactiveerd.
Storing
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of bij
over de kop slaan, kan het zijn dat de
airbag niet wordt geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een
frontale aanrijding wordt de airbag niet
geactiveerd.
Veiligheid

Page 115 of 260

113
301_nl_Chap07_securite_ed01-2016
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag
en de inzittenden (kinderen, huisdieren,
objecten...) en bevestig niets in de buurt van
de airbags of in het gebied waar de airbags
afgaan. Dit kan de inzittende bij het afgaan van
de airbag verwonden.
Verander niets aan de oorspronkelijke
uitvoering van uw auto, voer met name geen
wijzigingen door aan de onderdelen in de
directe nabijheid van de airbags.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto
de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen mogen
uitsluitend door het P
eug
eot
-ne
twerk of
door een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan op
letsel of lichte brandwonden aan het hoofd,
de borst of de armen als de airbag wordt
geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer
snel opgeblazen (binnen enkele milliseconden)
en loopt vervolgens even snel leeg, waarbij
de warme gassen via de daarvoor bestemde
openingen naar buiten stromen.Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor
goedgekeurde stoelhoezen, die in
combinatie met actieve zijairbags gebruikt
kunnen worden. Voor informatie over de
stoelhoezen die geschikt zijn voor uw auto
kunt u zich wenden tot het P
eug

eot
-
netwe

rk.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de accessoires.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de
stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van
de airbags kunnen leiden tot verwondingen
aan armen of borstkas.
ga nie

t onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op
het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag afgaat,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten
in de stuur wielbekleding en sla er niet op.
Bevestig geen voor werpen of stickers op
het stuur wiel of op het dashboard. Deze
kunnen bij het afgaan van de airbags letsel
veroorzaken.
Adviezen
Houd u aan de onderstaande veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
7
Veiligheid

Page 116 of 260

114
301_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2016
Algemene informatie met betrekking tot kinderzitjes
Volg voor een optimale veiligheid de volgende
adviezen op:
-
con
form de
euro
pese wetgeving dienen
kinderen jonger dan 12
ja

ar of kleiner
dan 1,50
m in g

ehomologeerde, aan
het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjes op met veiligheidsgordels of
IS
oFIX

-bevestigingen uitgeruste plaatsen
te worden vervoerd*,
-
de ve

iligste plaats voor het ver voeren
van een kind is volgens de statistieken
een plaats op de achterbank van uw
auto,
-
kin

deren tot 9
kg mo
eten zowel voor-
als achterin met de rug in de rijrichting
worden vervoerd. PEUGEOT
beveelt u aan kinderen op
de buitenste achterzitplaatsen van
uw auto te vervoeren:
-
met d

e rug in de rijrichting tot 3
ja
ar,
-
met

het gezicht in de rijrichting
vanaf 3
ja

ar.
Hoewel P
eug

eot
bi
j het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan
veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van uzelf.
*
De re
gelgeving met betrekking tot het vervoer
van kinderen zijn per land verschillend.
Raadpleeg de in uw land geldende regels.
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen

Page 117 of 260

115
301_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2016
Kinderzitje achterin
"Rug in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" achterin plaatst de voorstoel naar
voren en zet de rugleuning van de voorstoel
rechtop, zodat het kinderzitje de voorstoel niet
raakt.
"Gezicht in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met het gezicht
in de rijrichting" achterin plaatst de voorstoel
naar voren en zet de rugleuning van de
voorstoel rechtop, zodat de benen van het kind
de voorstoel niet raken.
Controleer of de veiligheidsgordel goed
strak staat. Controleer bij kinderzitjes
met een standaard of deze goed op de
vloer steunt.
8
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen

Page 118 of 260

116
301_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2016
Kinderzitje op de passagiersstoel voor*
"Met de rug in de rijrichting""Met het gezicht in de rijrichting"
Passagiersstoel in de middelste stand van
de verstelling in lengterichting.
Controleer of de veiligheidsgordel goed
strak staat.
Controleer bij kinderzitjes met een
steun of deze goed op de vloer rust.
Verstel indien nodig de passagiersstoel.
Wanneer een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de passagiersstoel voor
wordt
geplaatst, moet de stoel in de middelste stand
van de verstelling in lengterichting worden
geschoven en moet de rugleuning rechtop
worden gezet.
De airbag vóór aan passagierszijde moet
zijn uitgeschakeld.
gebe

urt dit niet, dan
kan het kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken .Wanneer een kinderzitje met het gezicht in de
rijrichting op de passagiersstoel voor
wordt
geplaatst, moet de stoel in de middelste stand
van de verstelling in lengterichting worden
geschoven, moet de rugleuning rechtop
worden gezet en mag de airbag vóór aan
passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
*
Raa

dpleeg de wetgeving in uw land voordat u
een kinderzitje op deze plaats bevestigt.
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen

Page 119 of 260

117
301_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2016
Airbag aan passagierszijde OFF
uitschakelen van de airbag vóór aan passagierszijde
Plaats nooit een kind in een kinderzitje
"met de rug in de rijrichting" op de
voorpassagiersstoel als de airbag vóór
aan passagierszijde is ingeschakeld.
Het kind kan in dat geval bij een
aanrijding ernstig en zelfs dodelijk
gewond raken.Raadpleeg de rubriek "Airbags" voor
meer informatie over het uitschakelen
van de airbag vóór aan passagierszijde.
Dit voorschrift wordt tevens vermeld op de
waarschuwingssticker aan beide zijden van de
zonneklep aan passagierszijde. Conform de
wettelijke voorschriften vindt u op de volgende
tabellen deze waarschuwing in alle benodigde
talen.
Deze sticker is op de middenstijl, aan
passagierszijde, aangebracht.
8
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen

Page 120 of 260

118
AR
B
gНИКОГА НЕ инсталирайте детско столче на седалка с АКТИВИРАНА предна ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦ А. Това може да причини СМЪ РТ ил и СЕ РИОЗНО НА РАНЯВАНЕ на де тето.
CSNIKDY neumisťujte dětské zádržné zařízení orientované směrem dozadu na sedadlo chráněné AKTIVOVANÝM čelním AIRBAGEM. Hrozí nebezpečí SM RTI DÍ TĚTE ne bo VÁ ŽNÉHO ZR ANĚNÍ.
DABrug ALDRIg en bagudvendt barnestol på et sæde, der er beskyttet af en AKtIV AI RBAg. BAR Net ri sikerer at blive ALVoRLIgt
K V ÆStet el ler DR ÆBt.
DeMontieren Sie auf einem Sitz mit AKtIVIeRteM Fro nt-Airbag NIeMAL S einen Kindersitz oder eine Babyschale entgegen der Fahr trichtung,
das Kind könnte schwere oder sogar tödliche Verletzungen erleiden.
eLΜη χρησιμοποιείτε ΠΟΤΕ παιδικό κάθισμα με την πλάτη του προς το εμπρός μέρος του αυτοκινήτου, σε μια θέση που προστατεύεται από ΜΕΤ ΩΠΙΚΟ αε ρόσακο πο υ εί ναι ΕΝ ΕΡΓΟΣ. Αυ τό μπ ορεί να έχ ει σα ν συ νέπεια το ΘΑ ΝΑΤΟ ή το ΣΟ ΒΑΡΟ ΤΡ ΑΥΜΑΤΙΣΜΟ το υ ΠΑ ΙΔΙΟΥ
eNNeVeR use a rear ward facing child restraint on a seat protected by an ACtIVe AIRBAg in f ront of it, DeAtH or SeRIouS INJuRY to t he
CHILD can occur
eSNo INStALAR NuNCA u n sistema de retención para niños de espaldas al sentido de la marcha en un asiento protegido mediante un
AIRBAG fr ontal AC TIVADO, ya qu e po dría ca usar le siones GR AVES o in cluso la MU ERTE de l ni ño.
etÄrge MItte KuNAgI paigaldage “seljaga sõidusuunas“ lapseistet juhi kõrvalistmele, mille eSItuRVA PADI on AKtIVeeRItuD. turv apadja
avanemine võib last tÕSI SeLt võ i eLuoHtLIKuLt vi gastada.
FIÄLÄ KoSK A AN aseta lapsen tur vaistuinta selkä ajosuuntaan istuimelle, jonka edessä suojana on käyttöön aktivoitu tuRVAtY YN Y. Sen
laukeaminen voi aiheuttaa LAPSeN KuoLeMAN t ai VAK AVAN LouKK A ANtuMISeN.
FRNe JAMAIS installer de système de retenue pour enfants faisant face vers l’arrière sur un siège protégé par un CouSSI N goNFL ABLe
fr ontal AC TIVÉ.
Cela peut provoquer la M
oRt de l


eNFA
N
t ou l
e BL
eSSeR gR AVeMeNt
HRNIK ADA ne postavljati dječju sjedalicu leđima u smjeru vožnje na sjedalo zaštićeno UKLJUČENIM prednjim ZR AČNIM JASTUKOM. To bi moglo uzrokovati SMRt il i teŠKu oZL JeDu dj eteta.
HuSOHA ne használjon menetiránynak háttal beszerelt gyermekülést AKTIVÁLT (BEK APCSOLT) FRONTLÉGZSÁKK AL védett ülésen. Ez a gyermek HA LÁLÁT va gy SÚ LYOS SÉ RÜLÉSÉT ok ozhatja.
ItNoN installare MAI seggiolini per bambini posizionati in senso contrario a quello di marcia su un sedile protetto da un AIRBAg fr ontale
AttIVAto. Ciò p otrebbe provocare la MoRte o FeRIte gR AV I al bambino.
LtNIEK ADA neįrenkite vaiko prilaikymo priemonės su atgal atgręžtu vaiku ant sėdynės, kuri saugoma VEIKIANČIOS priekinės ORO PAGALVĖS. Iš siskleidus or o pa galvei va ikas ga li bū ti MI RTINAI ar ba SU NKIAI TR AUMUOTAS.
LVNEK AD NEuzstādiet uz aizmuguri vērstu bērnu sēdeklīti priekšējā pasažiera sēdvietā, kurā ir AKTIVIZĒTS priekšējais DROŠĪBAS GAISA S P ILVeN S .
T
as
va
r
iz
raisīt

RNA

VI
va
i
ra
dīt
NO
PIETNUS
IE
VAINOJUMUS.
301_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2016
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 ... 260 next >