Peugeot 406 Break 2002 Handleiding (in Dutch)
Page 121 of 166
Het ESP-systeem zorgt voor meer veiligheid tij-dens het rijden. Debestuurder mag zich ech-
ter nooit laten verleiden tot hetnemen van meer risico's en het tehard rijden. De goede werking van het sys- teem wordt verzekerd door denaleving van de voorschriften vande constructeur op het gebied vanwielen (banden en velgen), onder-delen van het remsysteem, elek-tronische onderdelen alsmede demontageprocedure en het uitvoe-ren van werkzaamheden door een
PEUGEOT-servicepunt. Laat het systeem na een aanrij- ding controleren door een
PEUGEOT-servicepunt.
RIJDEN MET UW 406
152
ANTI SPIN REGELING (ASR) EN
ELEKTRONISCH STABILITEITS
PROGRAMMA (ESP) Deze systemen staan in verbinding
met het ABS en zijn hier een aanvul-ling op.
Het ASR-systeem past de aandrijf- kracht aan om het doorspinnen vande wielen te voorkomen via de rem-men van de aangedreven wielen en
de motor. De ASR zorgt ook voormeer koersstabiliteit bij het accelere-ren. Het ESP-systeem grijpt automatisch via het remsysteem en de motor inals de koers van de auto afwijkt vande door de bestuurder gewensterichting.
Werking van het ASR- en ESP-systeem
Als één van deze twee syste-men is ingeschakeld, knippert
het desbetreffende pictogram. Handrem Aantrekken
Trek, als de auto volledig stilstaat, dehandrem aan. Let op:
draai, bij het parkeren op een
helling, de wielen van de auto naar het troittoir en trek de handrem aan. Loszetten
Trek aan de hefboom, druk de knopin en duw de handrem geheelomlaag.
Uitschakelen ASR/ESP In bijzondere omstandigheden (als
de auto vastzit in de modder,
sneeuw, in mulle grond, ...) kan het
nuttig zijn het ASR/ESP uit te scha-kelen, zodat de wielen kunnen slip-pen en weer grip kunnen krijgen.
Druk op de schakelaar "ESP
OFF" , die zich links van het stuur
bevindt.
Het verklikkerlampje van de schake- laar en het pictogram lichten op enop het multifunctionele display ver-schijnt de melding "ASR/ESP uit":
het ASR en ESP zijn uitgeschakeld. De systemen worden opnieuw: automatisch ingeschakeld als het contact is afgezet,
handmatig ingeschakeld doornogmaals op de schakelaar tedrukken.
Controle van werking Bij een storing in de syste-men zal het verklikkerlamp-je van de schakelaar gaanknipperen en het pictogramverschijnen.
Raadpleeg uw PEUGEOT-service-punt om het systeem na te laten kij-ken.
Page 122 of 166
SNELHEIDSREGELAAR Met behulp van de snelheidsregelaar kan de bestuurder met een constan-te snelheid rijden zonder gas te hoe-ven geven of te remmen ongeachthet profiel van de weg. Deze voorziening werkt alleen bij snelheden boven ongeveer 40 km/h. Inschakelen Zet de draaiknop 1in de stand
ON .
U kunt nu een snelheid instellen. Zet de draaiknop 1in de stand OFF
om het systeem uit te schakelen.
Instellen van de snelheidDruk op toets 2of 3zodra de
gewenste snelheid is bereikt. De snelheid is nu in het geheugen opge-slagen en zal automatisch wordenaangehouden. Opmerking: het is mogelijk even
gas te geven zonder dat de snel- heidsregelaar wordt uitgeschakeld. Ingestelde snelheid uitschakelen Als u het rijden met de ingestelde snelheid wilt onderbreken:
druk op de toets 4of trap op het
rem- of koppelingspedaal.
Ingestelde snelheid opnieuw oproepen Druk, na het uitschakelen van de ingestelde snelheid, op toets 4. De
auto neemt de laatst ingestelde snel-heid weer aan.
Ingestelde snelheid wijzigen Ingestelde snelheid verhogen: druk op toets 3;
laat de toets los als de gewenste snelheid is bereikt.
Ingestelde snelheid verlagen: druk op toets 2;
laat de toets los als de gewenste snelheid is bereikt.
Ingestelde snelheid annuleren Zet de draaiknop 1in de stand
OFF of zet het contact uit.
RIJDEN MET UW 406
151
Gebruik de snelheidsre- gelaar niet op gladdewegen of bij zeer druk
verkeer.
ANTIBLOKKEERSYS- TEEM (ABS)
Met door de fabrikant gehomolo- geerde banden die in goede staatverkeren, zorgt het antiblokkeersys-teem tijdens het remmen voor eenbetere stabiliteit en bestuurbaarheidvan uw auto, vooral op een slecht ofglad wegdek. Het antiblokkeersysteem treedt auto- matisch in werking zodra één van dewielen dreigt te blokkeren. NOODREMASSISTENTIE Dit systeem zorgt ervoor dat in nood- gevallen de optimale remdruk snellerwordt bereikt, zodat de remafstandkleiner wordt.
Het systeem wordt ingeschakeld alsde snelheid waarmee het rempedaalwordt ingedrukt groot is en zorgtervoor dat de benodigde bedienings-
kracht minder wordt en dat de effecti-viteit van het remmen wordt vergroot.
De normale werking van het anti-blokkeersysteem kan merkbaarzijn door het trillen van het rem-pedaal.
Trap het rempedaal bij een noodstop krachtig en volledigin en laat het niet los.
Page 123 of 166
AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op de wer-king van de veiligheidsgordels metgordelkrachtbegrenzers. De elektronische schoksensors regi- streren een plotselinge vertragingvan de auto: als de drempelwaardevoor het in werking treden wordtoverschreden, worden de airbagsonmiddellijk opgeblazen en bescher-men ze de inzittenden van de auto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor eenafdoende bescherming; de krachtvan de aanrijding is afhankelijk vanhet soort obstakel en de snelheidvan de auto op dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. Opmerking:Het uit de airbags ont-
snappende gas kan enigszins irrite- ren. AIRBAGS VOOR Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd, behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld. Storing airbag voor
Als dit pictogram verschijnt op het instrumentenpaneelin combinatie met eengeluidssignaal en de mel-ding "Airbag(s) defect" op
het multifunctionele display, laat hetsysteem dan controleren door een
PEUGEOT-servicepunt.
RIJDEN MET UW 406
153
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot een airbag aanpassagierszijde
Auto’s met airbagschakelaar:
- schakel de air-bag aan passa- gierszijde uit alsu een kinderzit-je met de rug inde rijrichting opde voorstoelplaatst.
- schakel de air- bag in als ereen passagierop de voorstoelzit.
Auto’s zonder airbagschakelaar: - plaats geen kinderzitjemet de rug in de rij-richting op de voor-stoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten ofandere voorwerpen op hetdashboard.
Page 124 of 166
Controle van werking Het goed functioneren van het systeem wordt aange-geven door een pictogram
op het instrumentenpaneel in combi-natie met een geluidssignaal en eenmelding op het multifunctionele dis-
play. Als bij aangezet contact (2e stand), dit pictogram op het instrumentenpa-neel verschijnt in combinatie meteen geluidssignaal en de melding"Airbag passagierszijde uitge-schakeld" op het multifunctionele
display, betekent dit dat de airbagaan passagierszijde is uitgeschakeld(stand "OFF").
RIJDEN MET UW 406
154
Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszij-de altijd uit als u een kinderzitjemet de rug in de rijrichting op devoorstoel plaatst. Zet het contact uit, steek de sleutel in de schakelaar voor uitschakelenvan de airbag aan passagierszijde1, draai deze in de stand "OFF"en
verwijder de sleutel zonder de standvan de schakelaar te veranderen.
Het verklikkerlampje op het instru-mentenpaneel brandt zolang de air-bag is uitgeschakeld. In de stand "OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventu- ele aanrijding niet. Als u het kinderzitje heeft verwijderd, zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schake-len en zo de veiligheid van uw pas-sagier te garanderen.
* Volgens land van bestemming. DE ZIJ-AIRBAGS De zij-airbags zijn aan de zijde van de portieren in de rugleuningen vande voorstoelen aangebracht. Ze worden aan de zijde waar de aan- rijding plaatsvindt opgeblazen. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenpictogram in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display.
Als dit pictogram verschijntin combinatie met eengeluidssignaal en de mel-ding "Airbag(s) defect" op
het multifunctionele display,
raadpleeg dan een PEUGEOT-servi-cepunt om het systeem te laten con-troleren.
Page 125 of 166
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
Page 126 of 166
Controle van werking Het goed functioneren van het systeem wordt aange-geven door een pictogram
op het instrumentenpaneel in combi-natie met een geluidssignaal en eenmelding op het multifunctionele dis-
play. Als bij aangezet contact (2e stand), dit pictogram op het instrumentenpa-neel verschijnt in combinatie meteen geluidssignaal en de melding"Airbag passagierszijde uitge-schakeld" op het multifunctionele
display, betekent dit dat de airbagaan passagierszijde is uitgeschakeld(stand "OFF").
RIJDEN MET UW 406
154
Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszij-de altijd uit als u een kinderzitjemet de rug in de rijrichting op devoorstoel plaatst. Zet het contact uit, steek de sleutel in de schakelaar voor uitschakelenvan de airbag aan passagierszijde1, draai deze in de stand "OFF"en
verwijder de sleutel zonder de standvan de schakelaar te veranderen.
Het verklikkerlampje op het instru-mentenpaneel brandt zolang de air-bag is uitgeschakeld. In de stand "OFF"werkt de airbag
aan passagierszijde bij een eventu- ele aanrijding niet. Als u het kinderzitje heeft verwijderd, zet dan de schakelaar weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schake-len en zo de veiligheid van uw pas-sagier te garanderen.
* Volgens land van bestemming. DE ZIJ-AIRBAGS De zij-airbags zijn aan de zijde van de portieren in de rugleuningen vande voorstoelen aangebracht. Ze worden aan de zijde waar de aan- rijding plaatsvindt opgeblazen. Controle van werking Het goed functioneren van het sys- teem wordt aangegeven door eenpictogram in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op
het multifunctionele display.
Als dit pictogram verschijntin combinatie met eengeluidssignaal en de mel-ding "Airbag(s) defect" op
het multifunctionele display,
raadpleeg dan een PEUGEOT-servi-cepunt om het systeem te laten con-troleren.
Page 127 of 166
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
Page 128 of 166
1,6 liter 16 V benzinemotor 1 -Reservoir stuurbekrachtiging
2 - Reservoir koelvloeistof. 3 -
Reservoir ruiten- en koplampsproeiers.
4 - Accu.
5 - Luchtfilter. 6 -
Remvloeistof (bij)vullen.
7 - Motorolie (bij)vullen.
8 - Oliepeilstok.
ONDERHOUD VAN UW 406
26
Page 129 of 166
ONDERHOUD VAN UW 406
27
1, 8 liter 16V en 2 liter 16V benzinemotor 1 - Reservoir stuurbekrachtiging.
2 - Koelvloeistof bijvullen. 3 -
Reservoir van ruiten- en koplampsproeiers.
4 - Accu.
5 - Luchtfilter. 6 -
Rem- en koppelingsvloeistof(bij)vullen.
7 - Motorolie (bij)vullen.
8 - Oliepeilstok.
Page 130 of 166
ONDERHOUD VAN UW 406
28
2 liter HPI 16 V benzinemotor 1 - Reservoir stuurbekrachtiging.
2 - Koelvloeistof bijvullen. 3 -
Reservoir van ruiten- en koplampsproeiers.
4 - Accu.
5 - Luchtfilter. 6 -
Rem- en koppelingsvloeistof(bij)vullen.
7 - Motorolie (bij)vullen.
8 - Oliepeilstok.