Peugeot 406 Break 2002 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002, Model line: 406 Break, Model: Peugeot 406 Break 2002Pages: 166, PDF Size: 1.81 MB
Page 91 of 166

Achterbank 3e zitrij familiale Gebruik de achterbank op de 3e zitrij niet als de achterbank op de2e rij is neergeklapt. Opklappen:
– Verwijder de hoedenplank.
– Klap het paneel Amet behulp van
de handgreep omhoog.
– Trek de rugleuning Baan de hoof-
dsteunen omhoog. – Druk de rugleuning stevig vast,
waarbij u de zitting omhoog houdt.
– Kantel vervolgens de zitting naar beneden en let op dat deze in de vergrendelingen Cvalt. Opbergen Plaats de sluitingen van de veilig- heidsgordels in de houders. Klap de zitting omhoog uit de vergrendelingen
C.
Houd de rugleuning vast aan de hoo-fdsteunen en laat de zitting samenmet de rugleuning zakken. Het geheel past in het opbergvak in
de koffervloer. Druk op de uiteinden van het paneel A om het te sluiten.
UW 406 IN DETAIL
119
Installeer geen kinderzitje op de derde zitrij.
Page 92 of 166

UW 406 IN DETAIL
120
Isofix-bevestigingen* Met behulp van de Isofix bevesti- gingspunten op het 1/3 gedeelte vande achterbank, kan een speciaal
kinderzitje worden geïnstalleerd dat
voor auto's van het merk PEUGEOTis gehomologeerd en verkrijgbaar isbij de Peugeot-servicepunten. De bevestigingen van het kinderzitje worden verankerd aan de specialeIsofix-bevestigingspunten en zorgenzo voor een veilige, degelijke ensnelle montage van het zitje. Een kinderzitje kan tegen de rijrich- ting in of in de rijrichting worden aan-gebracht. Het is in dat geval uit vei-ligheidsoverwegingen noodzakelijk
de voorstoel niet te ver naar achte-ren te zetten en de rugleuning recht-op te zetten.
Een speciaal kinderzitje dat voor
auto's van het merk PEUGEOT is
gehomologeerd is het KIDDY Isofixzitje. Plaats dit kinderzitje voor kin-deren tot 13 kg tegen de rijrichting inen voor kinderen van 9 tot 18 kg inde rijrichting. Dit kinderzitje kantevens op plaatsen zonder Isofix-bevestigingen worden aangebracht:maak het zitje dan vast met dedriepuntsgordel.
Volg bij het plaatsen van hetkinderzitje de gebruiksaanwij-zing van de fabrikant.
* Volgens de wettelijke bepalingen.
Page 93 of 166

UW 406 IN DETAIL
120
Isofix-bevestigingen* Met behulp van de Isofix bevesti- gingspunten op het 1/3 gedeelte vande achterbank, kan een speciaal
kinderzitje worden geïnstalleerd dat
voor auto's van het merk PEUGEOTis gehomologeerd en verkrijgbaar isbij de Peugeot-servicepunten. De bevestigingen van het kinderzitje worden verankerd aan de specialeIsofix-bevestigingspunten en zorgenzo voor een veilige, degelijke ensnelle montage van het zitje. Een kinderzitje kan tegen de rijrich- ting in of in de rijrichting worden aan-gebracht. Het is in dat geval uit vei-ligheidsoverwegingen noodzakelijk
de voorstoel niet te ver naar achte-ren te zetten en de rugleuning recht-op te zetten.
Een speciaal kinderzitje dat voor
auto's van het merk PEUGEOT is
gehomologeerd is het KIDDY Isofixzitje. Plaats dit kinderzitje voor kin-deren tot 13 kg tegen de rijrichting inen voor kinderen van 9 tot 18 kg inde rijrichting. Dit kinderzitje kantevens op plaatsen zonder Isofix-bevestigingen worden aangebracht:maak het zitje dan vast met dedriepuntsgordel.
Volg bij het plaatsen van hetkinderzitje de gebruiksaanwij-zing van de fabrikant.
* Volgens de wettelijke bepalingen.
Page 94 of 166

UW 406 IN DETAIL
121
KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun vei-
ligheid natuurlijk ook afhankelijk van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:
- kinderen jonger dan 10 jaar moeten in goedgekeurde*, aan het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veiligheidsgordels uitgeruste plaatsen worden vervoerd.
- passagiersstoel*: kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het kinderzitje in de rijrichting worden vervoerd**. Het kinderzitje mag wel tegen de rijrichting in worden aangebracht. In deze stand is het verplicht de airbag aan passagierszijde uit te schakelen.
PEUGEOT beveelt de volgende systemen aan:
Vanaf de geboorte tot 18 maanden (tot 13 kg) 'Römer Babysure': wordt zowel voorin als achterin met de rug in de rijrichting aangebracht en met een driepuntsgordel vastgemaa kt.
Als het zitje voorin is aangebracht, moet de passagiersstoel in de middelste standworden gezet.
Van 9 maanden tot 3 of 4 jaar (9 tot 18 kg) 'Römer Prince': wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastgemaakt.
Omwille van de veiligheid van uw kinderen: gebruik het zitje en de gordelbeschermer nooit los van elkaar.
Van 3 tot 6 jaar (15 tot 25 kg) 'Römer Vario': wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastgemaakt.
* Volgens de wettelijke bepalingen.
** Alleen als de achterzitplaatsen al bezet zijn door andere kinderen of als de achterbank niet bruikbaar is (verwijderd, neerge klapt).
Zet in dat geval de passagiersstoel in de achterste stand en schakel de airbag niet uit.
1
2
3
Page 95 of 166

UW 406 IN DETAIL
122
Laat nooit een kind of een dier in uw auto achterwanneer alle ruiten geslo-ten zijn en de auto in dezon staat.
Laat de sleutels nooit binnenbereik van de kinderen achter inde de auto. Schakel de airbag aan passagiers- zijde uit als een kinderzitje op depassagiersstoel* wordt geplaatst.
Volg alle aanwijzingen van defabrikant met betrekking tot debevestiging van het kinderzitje op.Deze zijn aangegeven in de des-betreffende gebruiksaanwijzing.Van 3 tot 10 jaar (15 tot 36 kg)
'Recaro Start': wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastge- maakt. De hoogte en de breedte van de rugleuning kunnen naar gelang de leeftijd en de grootte van uw kind worden afgesteld. 'Klippan Optima': wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastge- maakt.
Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
Let erop dat de driepuntsgordels of de banden van het kinderzitje goed vastge- zet worden, zelfs bij een korte rit. Om te voorkomen dat de achterportieren per ongeluk worden geopend, gebruikt u de kindersloten. Let erop dat de achterportierruiten nooit meer dan 1/3 geopend worden.
* Volgens de wettelijke bepalingen.
4
5
Page 96 of 166

VEILIGHEIDSGORDELS Hoogteverstelling van de veiligheidsgordels vóór Druk knop 1in en verschuif het
bovenste bevestigingspunt.
Veiligheidsgordels omdoen
Trek aan de gordel en steek de gesp in de gordelsluiting. Veiligheidsgordels vóór metpyrotechnische gordelspannersen gordelkrachtbegrenzers Dankzij de toepassing van veilighe- idsgordels met gordelspanners engordelkrachtbegrenzers is de veilig-heid van de voorste inzittenden bijfrontale aanrijdingen nog verder ver-beterd. De gordelspanners dienenom, afhankelijk van de kracht van deaanrijding, de veiligheidsgordels ste-vig tegen de lichamen van de inzit-tenden te trekken. De veiligheidsgordels met gordels- panners werken alleen als het conta-ct is aangezet. De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee de gordel tegenhet lichaam van de inzittende getrok-ken wordt.
Veiligheidsgordels achter De zitplaatsen achter zijn voorzien van drie driepuntsgordels met oprol-automaat.
UW 406 IN DETAIL
123
De gordel heeft het meeste effect als dezestrak om het lichaamgedragen wordt.
De gordelspanners kunnen, afhan-kelijk van de aard en de kracht vande aanrijding, vóór en onafhankeli-jk van de airbags afgaan. Het verklikkerlampje van de air- bag gaat in ieder geval branden. Laat het systeem na een aanrij- ding controleren door een
PEUGEOT-servicepunt. Het systeem is ontworpen om 10 jaar volledig operationeel te zijn. Laat het daarna vervangen.
Page 97 of 166

SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de voorportieren en het dashboardka-stje vergrendeld of ontgrendeldworden, kan de passagiersairbagworden uitgeschakeld en wordt hetcontactslot bediend. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier kunnende portieren en de achterklep gelijk-tijdig vergrendeld of ontgrendeld
worden. Als één van de voor– ofachterportieren geopend is, werkt decentrale vergrendeling niet. Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitgevoerd. Afstandsbediening
VergrendelenDruk op de knop Aom de auto te
vergrendelen.
UW 406 IN DETAIL
108
Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden branden van de richtinga-anwijzers. OntgrendelenDruk op de knop Bom de auto te
ontgrendelen.Dit wordt bevestigd door het snel knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerking : druk de knop van de
afstandsbediening niet buiten het bereik van de auto in. Hierdoor kanhet systeem buiten werking raken. Indat geval moet de afstandsbedieningopnieuw geprogrammeerd worden. ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteem envoorkomt zo het starten van demotor bij een inbraak. In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke codebeschikt. Bij het aanzetten van hetcontact moet de code van de sleutelworden herkend door de startblokke-ring, waarna de motor gestart kanworden. Bij een storing in het systeem klinkt een geluidssignaal en verschi-jnt een melding op het multifunctio-
nele display. LET OP:
uw auto is dan niet meer
beveiligd.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats:
druk op de knop A, de plafonniers
gaan branden en de knipperli- chten knipperen gedurendeenkele seconden.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt, klinkt er een geluids-signaal.
Page 98 of 166

UW 406 IN DETAIL
109
Batterij van afstandsbediening vervangen Als de batterij leeg is, verschijnt in combinatie met een geluidssignaaleen melding op het multifunctionele
display. Wip het huis met een muntstuk bij het oog los om bij de batterij tekomen (CR 2016/3 V). Als de afstandsbediening na het vervangen van de batterij niet werkt,moet deze opnieuw geprogrammeerdworden.Codekaart Op deze kaart staat de identificatie-
code die uw PEUGEOT-servicepuntnodig heeft bij werkzaamheden aande startblokkering. De code is afge-dekt, verwijder de film alleen als ditstrikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veili- ge plaats buiten de auto.Herprogrammeren van de afstandsbediening
Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk meteen op de knop A.
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot. Deafstandsbediening werkt nuweer
.
Page 99 of 166

UW 406 IN DETAIL
110
Noteer de sleutelnummers zorgvuldig. De sleutelcode is als streepjescode aangegeven op het label bij de sleut-
el. Een PEUGEOT-servicepunt kan bij verlies snel voor nieuwe sleutels zorgen. De radiografische afstandsbediening is een krachtig systeem.
Het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening te spelen om te voorkomen dat de portieren per onge- luk ontgrendeld worden. De afstandsbediening kan niet functioneren als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als het contact uitstaat, behalve voor het herprogrammeren. Schakel nooit de supervergrendeling in als er zich iemand in de auto bevindt.Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen in de auto) de sleutel met afstandsbediening mee als u de auto verlaat,
zelfs al is dit voor korte duur. Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik van uw auto.De afstandsbediening kan dan onbruikbaar worden en moet opnieuw worden geprogrammeerd. Let bij het aanschaffen van een tweedehands auto erop dat: – u in het bezit bent van de codekaart;
– uw sleutels door een PEUGEOT-servicepunt in het elektronische geheugen worden opgeslagen, zodat u er zeker van kunt zijn dat de in uw bezit zijnde sleutels de enige zijn waarmee de auto kan worden gestart.
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering.
Page 100 of 166

SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de voorportieren en het dashboardka-stje vergrendeld of ontgrendeldworden, kan de passagiersairbagworden uitgeschakeld en wordt hetcontactslot bediend. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier kunnende portieren en de achterklep gelijk-tijdig vergrendeld of ontgrendeld
worden. Als één van de voor– ofachterportieren geopend is, werkt decentrale vergrendeling niet. Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitgevoerd. Afstandsbediening
VergrendelenDruk op de knop Aom de auto te
vergrendelen.
UW 406 IN DETAIL
108
Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden branden van de richtinga-anwijzers. OntgrendelenDruk op de knop Bom de auto te
ontgrendelen.Dit wordt bevestigd door het snel knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerking : druk de knop van de
afstandsbediening niet buiten het bereik van de auto in. Hierdoor kanhet systeem buiten werking raken. Indat geval moet de afstandsbedieningopnieuw geprogrammeerd worden. ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteem envoorkomt zo het starten van demotor bij een inbraak. In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke codebeschikt. Bij het aanzetten van hetcontact moet de code van de sleutelworden herkend door de startblokke-ring, waarna de motor gestart kanworden. Bij een storing in het systeem klinkt een geluidssignaal en verschi-jnt een melding op het multifunctio-
nele display. LET OP:
uw auto is dan niet meer
beveiligd.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats:
druk op de knop A, de plafonniers
gaan branden en de knipperli- chten knipperen gedurendeenkele seconden.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt, klinkt er een geluids-signaal.