PEUGEOT 5008 2013 Instructieboekje (in Dutch)

Page 181 of 364

ONDERHOUD
179









Roetfilter (diesel)

Als het roetfi lter vervuild is, wordt u
hierop geattendeerd door het tijdelijk
branden van dit lampje in combinatie
met een melding op het multifunctionele
display.
Ga om het roetfi lter te regenereren, zo-
dra de omstandigheden het toelaten,
met een snelheid van minimaal 60 km/h
rijden tot het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden is het mi-
nimum brandstofadditiefniveau bereikt:
raadpleeg de paragraaf "Niveau brand-
stofadditief".

Bij een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roet-
fi lter geregenereerd wordt een
brandlucht ruiken; dit is volkomen
normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargeno-
men worden. Dit heeft geen invloed
op de prestaties en heeft geen gevol-
gen voor het milieu.

CONTROLES


Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzijden in het on-
derhoudsboekje die betrekking hebben op de motoruitvoering
van uw auto voor het laten controleren van bepaalde onderde-
len volgens het onderhoudsschema van de constructeur.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.








Deze sticker, die hoort bij het
Stop & Start-systeem, geeft
aan dat er een speciale 12V-
loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen
mag worden door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalifi ceerde
werkplaats.













12V-accu


De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of
de accupolen en -klemmen
schoon zijn, vooral bij warm
weer en in de winter.
Raadpleeg voordat u de accukabels
losneemt de rubriek "12V-accu" voor
meer informatie over de te nemen voor-
zorgsmaatregelen.





















Luchtfilter en interieurfilter


Laat de fi lters periodiek ver-
vangen volgens de in het on-
derhoudsboekje aangegeven
intervallen.
Als de omgeving (veel stof...)
en het gebruik (veel stadsverkeer...)
daartoe aanleiding geven, moeten de
fi lters twee keer zo vaak worden ver-
vangen
.
Een verstopt interieurfi lter kan de pres-
taties van de airconditioning verstoren
en onaangename geuren veroorzaken.















Oliefilter

Laat bij het olie verversen te-
vens het oliefi lter vervangen.
Raadpleeg het onderhouds-
boekje voor het vervangings-
interval.

Page 182 of 364

ONDERHOUD
180

Staat van remschijven














Remblokken

De slijtage van de remblokken
is sterk afhankelijk van de rijstijl,
vooral bij stadsverkeer en veel
korte ritten. Hierdoor kan het
noodzakelijk blijken om de rem-
blokken vaker, tussen twee onderhouds-
controles door, te laten controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages,
duidt een te laag remvloeistofniveau
erop dat de remblokken versleten zijn.
Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceer-
de werkplaats voor informatie
over het controleren van de
slijtage van de remschijven.







Handgeschakelde
versnellingsbak
De versnellingsbak is onder-
houdsvrij (olie verversen niet
noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhouds-
boekje voor het interval van
de niveaucontrole.







EGS-versnellingsbak
met 6 versnellingen
De versnellingsbak is onder-
houdsvrij (olie verversen niet
noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhouds-
boekje voor het interval van
de niveaucontrole.







Automatische versnellingsbak

De automatische versnellings-
bak is onderhoudsvrij (olie
verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhouds-
boekje voor het interval van
de niveaucontrole. Dit systeem hoeft niet apart ge-
controleerd te worden. Als er
zich toch een probleem voor-
doet, laat het systeem dan con-
troleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats.
















Elektrische parkeerrem























Gebruik uitsluitend door
PEUGEOT aanbevolen pro-
ducten of gelijkwaardige kwa-
liteitsproducten.
Om de werking van belangrijke orga-
nen als het remsysteem te optimali-
seren, selecteert en biedt PEUGEOT
specifi eke producten aan.
Vanwege de kans op beschadiging
van het elektrisch systeem is het rei-
nigen van de motorruimte met een
hogedrukreiniger niet toegestaan
.

Raadpleeg voor meer infor-
matie de rubriek "Elektrische
parkeerrem - § Storingen".

Page 183 of 364


PRAKTISCHE INFORMATIE
181
BANDENREPARATIESET

De volledige set voor de reparatie van
een band bestaat uit een compressor en
een fl acon met afdichtmiddel. Hiermee
kunt u de band tijdelijk repareren
, zo-
dat u de dichtstbijzijnde garage kunt be-
reiken.
Met deze reparatieset kunnen de mees-
te lekke banden worden gerepareerd,
als het lek zich in het loopvlak of de hiel
van de band bevindt.


Al het gereedschap is specifi ek be-
stemd voor uw auto, gebruik het niet
voor andere doeleinden.


1. 12V-compressor.
De compressor bevat een afdich-
tingsproduct voor het tijdelijk re-
pareren van een band en regelt
de bandenspanning.

2. Twee wielblokken om de auto
veilig stil te zetten.

3. Dop voor slotbouten (in het dash-
boardkastje * ).
Specifi ek voor slotbouten.


Overzicht gereedschap
Overige accessoires

4. Afneembaar sleepoog.
Zie "Elektrische parkeerrem"
in het hoofdstuk "Rijden".
Zie de rubriek "Slepen van uw
auto".

5. Bediening voor de noodontgrende-
ling van de elektrische parkeerrem.

Plaats van de set
(5 ZITPLAATSEN)
*

De gereedschapsset bevindt zich onder
het harmonicagedeelte van de vloer-
plaat in de bagageruimte.
Het gereedschap 4
en 5
bevindt zich op
het linker zijpaneel in de bagageruimte.

*
Volgens land van bestemming.

Page 184 of 364

PRAKTISCHE INFORMATIE
182

Beschrijving van de set



A.
Schakelaar stand "Reparatie" of "Op
spanning brengen".

B.
Aan/uit schakelaar "I/O"
.

C.
Knop voor leeg laten lopen.

D.
Manometer (bar of psi).

E.
Opbergvak met:


- kabel + adapter voor 12V-aanslui-
ting,

- diverse opblaasnippels voor ac-
cessoires als ballonnen, fi etsban-
den, ...
F.
Flacon met afdichtmiddel.

G.
Witte slang met dop voor de repara-
tie.

H.
Zwarte slang voor het op spanning
brengen.

I.
Sticker met snelheidslimiet.

De sticker met snelheidslimiet
I
moet op het stuurwiel wor-
den geplakt om u te herinne-
ren aan het feit dat de band tijdelijk is
gerepareerd.
Rijd na het repareren met behulp van
de bandenreparatieset niet sneller
dan 80 km/h.

Page 185 of 364

PRAKTISCHE INFORMATIE
183

Reparatiemethode




)
Zet het contact af.



)
Rol de witte slang G
volledig uit.

)
Draai de dop van de witte slang los.

)
Sluit de witte slang aan op het ven-
tiel van de lekke band.



)
Sluit de stekker van de compres-
sor aan op de 12V-aansluiting in de
auto.

)
Start de motor en laat deze draai-
en.


Verwijder het voorwerp dat de
lekkage heeft veroorzaakt niet
uit de band.
1. Afdichting van het lek

Let op: dit product is schadelijk
(ethyleenglycol, colofonium...)
bij inname en irriterend voor
de ogen.
Houd het middel buiten het bereik
van kinderen.


)
Zet de schakelaar A
in de
stand "Reparatie".

)
Controleer of de schakelaar
B
in de stand "O"
staat.

Page 186 of 364

PRAKTISCHE INFORMATIE
184



)
Activeer de compressor door de
schakelaar B
in de stand "I"
te zet-
ten, tot de bandenspanning 2,0 bar
bedraagt.
Het afdichtmiddel wordt onder druk
in de band gespoten; neem gedu-
rende deze handeling de slang niet
los van de aansluiting (kans op spat-
ten).



)
Verwijder de set en draai de dop van
de witte slang vast.
Zorg ervoor dat restanten van de
vloeistof niet op of in de auto terecht
kunnen komen. Houd de set binnen
handbereik.

)
Maak direct een rit van ongeveer
vijf kilometer met matige snelheid
(tussen 20 en 60 km/h), zodat het
afdichtmiddel het lek kan dichten.

)
Zet de auto stil en controleer de re-
paratie en de bandenspanning met
de set.

Schakel de compressor niet in
voordat de witte slang is aan-
gesloten op het ventiel van de
band: het afdichtmiddel wordt anders
buiten de band gespoten.



Controlesysteem bandenspanning

Als uw auto is uitgerust met een
controlesysteem voor de banden-
spanning, zal het verklikkerlampje voor te
lage bandenspanning na het repareren van
een wiel blijven branden tot u het systeem
laat resetten door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats.


Als na vijf tot zeven minuten
de gewenste bandenspan-
ning niet is bereikt, is de band
niet te repareren met de bandenre-
paratieset; neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwali-
fi ceerde werkplaats om u verder te
helpen.

Page 187 of 364

PRAKTISCHE INFORMATIE
185



)
Sluit de stekker van de compressor
weer aan op de 12V-aansluiting in
de auto.

)
Start de motor opnieuw en laat de
motor draaien.



)
Zet de schakelaar A
in de
stand "Bandenspanning".

)
Rol de zwarte slang H
vol-
ledig uit.

)
Sluit de zwarte slang aan op het
ventiel van de gerepareerde band.



Ga zo snel mogelijk naar een
servicepunt van het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Vergeet niet de technicus te vertellen
dat u de set hebt gebruikt. Na nadere
inspectie kan de technicus u vertel-
len of de band gerepareerd kan wor-
den of moet worden vervangen.
2. Op spanning brengen



)
Breng de band met behulp van de
compressor op de voorgeschre-
ven spanning (spanning verhogen:
schakelaar B
in stand "I"
; spanning
verlagen: schakelaar B
in stand "O"

en knop C
indrukken), zoals vermeld
op de bandenspanningssticker in de
portieropening aan bestuurderszij-
de.
Als de bandenspanning sterk daalt,
is het lek niet goed gedicht; neem
contact op met het PEUGEOT-net-
werk of een gekwalifi ceerde werk-
plaats om u verder te helpen.

)
Verwijder de set en berg deze op.

)
Rijd niet harder dan 80 km/h en niet
verder dan 200 km.

Page 188 of 364

PRAKTISCHE INFORMATIE
186

Let op dat er geen afdichtmid-
del uit de fl acon stroomt.
De uiterste gebruiksdatum
staat op de patroon vermeld.
De patroon met afdichtmiddel kan
slechts één keer gebruikt worden en
moet daarna worden vervangen, ook
als hij niet leeg is.
Werp de patroon na gebruik niet weg,
maar lever deze in bij het PEUGEOT-
netwerk of een offi cieel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats een nieuwe patroon met
afdichtmiddel te kopen.



Uitnemen van de flacon




)
Berg de zwarte slang op.

)
Neem het gebogen aansluitstuk van
de witte slang los.

)
Houd de compressor rechtop.

)
Draai de fl acon aan de onderzijde
los.



Controle / aanpassen
bandenspanning

U kunt de compressor, zonder inspui-
ting van het afdichtmiddel, ook gebrui-
ken om:


- uw bandenspanning te controleren
of uw banden op spanning te bren-
gen,

- andere opblaasbare voorwerpen op
te pompen (ballen, fi etsbanden...).




)
Draai de schakelaar A
in de
stand "Op spanning bren-
gen".

)
Rol de zwarte slang H
vol-
ledig uit.

)
Sluit de zwarte slang aan op het
ventiel van de band of van de ac-
cessoire.
Breng indien nodig eerst een van de
meegeleverde verloopstukken aan.



)
Sluit de stekker van de compressor
aan op de 12V-aansluiting van de
auto.

)
Start de auto en laat de motor draai-
en.

)
Breng de band op spanning met be-
hulp van de compressor (op span-
ning brengen: schakelaar B
in stand
"I"
; leeg laten lopen: schakelaar B

in stand "O"
en druk op de knop C
),
zoals staat aangegeven op de ban-
denspanningssticker van de auto of
het opblaasbare voorwerp.

)
Verwijder de set en berg deze op.

Page 189 of 364

PRAKTISCHE INFORMATIE
187
NOODREPARATIESET VOORBANDEN
De gereedschapsset bevindt zich in de
bagageruimte, onder de linkerstoel op
de 3
e zitrij.


Gebruik van de set


*
Volgens land van bestemming.


)
Sluit de stekker van de compres-
sor aan op de 12V-aansluiting in de
auto.

)
Start de motor en laat deze draaien.
Deze reparatieset is verkrijg-
baar bij het PEUGEOT-net-
werk of een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Met deze reparatieset kunnen ga-
ten met een diameter van maximaal
6 mm in het loopvlak of de hiel van
de band worden gedicht. Haal scher-
pe voorwerpen die in de band steken
er niet uit.
(7 ZITPLAATSEN) *

De volledige set voor de reparatie van
een band bestaat uit een compressor en
een fl acon met afdichtmiddel. Hiermee
kunt u de band tijdelijk repareren
, zo-
dat u de dichtstbijzijnde garage kunt be-
reiken.



)
Controleer of de schakelaar A
in de
stand "0"
staat.

)
Sluit de slang van de fl acon 1
aan
op het ventiel van de lekke band.

)
Rol de slang van de compressor
2
helemaal af en verbind hem met
de fl acon.



)
Zet het contact af.

)
Kruis het wiel waarvan de band ge-
repareerd moet worden aan op de
bijgeleverde sticker met de snel-
heidslimiet en plak deze op het
stuurwiel om u er aan te herinneren
dat u met een tijdelijk gerepareerd
wiel rijdt.

)
Klik de fl acon 1
op de compressor 2
.

Page 190 of 364

PRAKTISCHE INFORMATIE
188



)
Activeer de compressor door de
schakelaar A
in de stand "1"
te zet-
ten, tot de bandenspanning 2,0 bar
bedraagt. Roep in dat geval de hulp
in van het -netwerk of van een .




)
Verwijder de compressor en berg de
fl acon op in de met de set meege-
leverde plastic zak, zodat restanten
van de vloeistof niet in de auto te-
recht kunnen komen.

)
Rijd onmiddellijk ongeveer drie kilo-
meter met beperkte snelheid (tussen
20 en 60 km/h), zodat het afdich-
tingsproduct het lek kan dichten.

)
Zet de auto stil en controleer de re-
paratie en de bandenspanning.
Als deze spanning niet binnen
ongeveer vijf tot tien minuten
bereikt kan worden, kan de
band niet worden gerepareerd; raad-
pleeg in dat geval het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalifi ceerde werk-
plaats.

)
Sluit de slang van de compressor
direct aan op het ventiel van de ge-
repareerde band.

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 ... 370 next >