PEUGEOT 5008 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Page 81 of 364
79
5008_nl_Chap03_confort_ed01-2015
Spiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor
het benodigde zicht naar achteren bij een
inhaalmanoeuvre of het parkeren van de auto.
De buitenspiegels kunnen ook worden ingeklapt
voor het parkeren in een smalle straat.
Inklappen
- Automatisch: vergrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
-
H
andmatig: trek bij aangezet contact de
schakelaar A naar achteren.
Uitklappen
- Automatisch: ontgrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
-
H
andmatig: trek bij aangezet contact de
schakelaar A naar achteren.
Verstellen
F Zet de knop A naar links of rechts om de desbetreffende spiegel te selecteren.
F
D
uw de knop B in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen.
F
Z
et de knop A weer in het midden.
Ontwaseming - ontdooiing
Als uw auto voorzien is van spiegelver warming,
kunt u deze inschakelen door op de toets van
de achterruitverwarming te drukken.
Zie de paragraaf "Ontwaseming - Ontdooiing
achterruit". De achterruitverwarming werkt
uitsluitend bij draaiende motor. Uit veiligheidsover wegingen moet u de
spiegels zo afstellen dat de dode hoek
minimaal is.
De waargenomen objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden gehouden om
de afstand ten opzichte van achteropkomend
verkeer goed in te schatten.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp
van de schakelaar A, worden ze niet automatisch
uitgeklapt als de auto wordt ontgrendeld. Trek
nogmaals de schakelaar
A naar achteren om de
buitenspiegels uit te klappen.
Het automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
gedeactiveerd door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Klap de buitenspiegels in als u uw auto
in een automatische autowasstraat laat
wassen.
Buitenspiegels
Indien nodig kunt u de buitenspiegels
handmatig inklappen.
3
Comfort
Page 82 of 364
80
5008_nl_Chap03_confort_ed01-2015
Verstellen
F Stel de spiegel af als deze in de dagstand staat.
Binnenspiegel met handbediende dag-/nachtstand
Dag-/nachtstand
F Trek aan het hendeltje om de spiegel in de nachtstand te zetten.
F
D
uw het hendeltje naar voren om de
spiegel terug te zetten in de dagstand.
Binnenspiegel
Verstelbare spiegel voor het zicht recht achter
de auto.
De binnenspiegel is voorzien van een
antiverblindingsstand waardoor de spiegel
donkerder wordt en de bestuurder minder
hinder ondervindt van bijvoorbeeld de zon
en van de koplampen van achteropkomend
verkeer.Automatisch dimmende binnenspiegel
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand.
Z
odra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt de spiegel in de
dagstand gezet voor een maximaal
zicht naar achteren.
Comfort
Page 83 of 364
81
5008_nl_Chap03_confort_ed01-2015
Stuurwielverstelling
F Zorg dat de auto stilstaat en trek aan de hendel om het stuurwiel te ontgrendelen.
F
V
erstel het stuur wiel in hoogte en diepte
voor een optimale zithouding.
F
D
ruk de hendel goed vast om het stuur wiel
te vergrendelen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
3
Comfort
Page 84 of 364
82
5008_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
Lichtschakelaar
Hoofdverlichting
De verschillende lichten van de auto voor
en achter zijn ontwikkeld om de verlichting
geleidelijk aan de weersomstandigheden aan
te passen en zo het zicht van de bestuurder te
verbeteren:
-
p
arkeerlicht: om gezien te worden,
-
d
imlicht: voor een optimaal zicht zonder
medeweggebruikers te verblinden,
-
g
rootlicht: voor een optimaal zicht op
wegen zonder tegenliggers.
-
b
ochtverlichting: voor een optimaal zicht in
bochten.
Aanvullende verlichting
Uw auto is voorzien van aanvullende verlichting
voor specifieke rijomstandigheden:
-
m
istachterlicht: voor een optimale
zichtbaarheid van achteren als het zicht
minder dan 50
m is,
-
m
istlampen vóór: voor extra zicht bij slecht
w e e r,
-
v
erlichting overdag: voor een betere
zichtbaarheid van uw auto overdag.
Instelbare functies
U kunt de volgende verlichtingsfuncties in- en
uitschakelen:
-
a
utomatische follow me home-verlichting,
-
a
utomatische verlichting,
-
bochtverlichting.
Reizen naar het
buitenland
Wanneer u uw auto gaat gebruiken
in een land waarin het verkeer aan
de andere kant van de weg rijdt,
moet de afstelling van de dimlichten
worden gewijzigd om te voorkomen
dat tegemoetkomend verkeer wordt
verblind.
Raadpleeg het netwerk van het merk
van uw auto of een gekwalificeerde
werkplaats.
Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich
een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.
Zicht
Page 85 of 364
83
5008_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
Uitvoering zonder automatische inschakeling
Uitvoering met automatische inschakeling
De lichtschakelaar bestaat uit de ring A en de
hendel B.
B.
T
rek de hendel naar u toe om over te
schakelen van dim- naar grootlicht en
terug.
Als de verlichting is uitgeschakeld of wanneer
alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt
u een lichtsignaal geven door de hendel naar u
toe te trekken. Automatische verlichting. Lichten uit (afgezet contact) /
Dagrijverlichting (draaiende
motor).
Parkeerlicht.
Dimlicht of grootlicht.
Verklikkerlampjes
Een verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat de
geselecteerde verlichting is ingeschakeld.
Handbediende functies
A.
Ring voor de selectie van de stand van de
hoofdverlichting: draai aan de ring om het
symbool van de gewenste stand tegenover
het merkteken te zetten.
4
Zicht
Page 86 of 364
84
5008_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
Uitvoering met alleen
mistachterlicht
Mistachterlicht.
Het mistachterlicht werkt alleen in combinatie
met ingeschakeld dimlicht of grootlicht.
F
D
raai de ring C naar voren om het
mistachterlicht in te schakelen.
F
D
raai de ring C naar achteren om het
mistachterlicht volledig uit te schakelen.
Als de verlichting automatisch wordt
ingeschakeld (uitvoeringen met de stand
AUTO), blijven het dimlicht en de parkeerlichten
branden zolang het mistachterlicht brandt.
Uitvoering met mistlampen vóór
en mistachterlicht
Mistlampen vóór en mistachterlicht.
Het mistachterlicht werkt alleen in combinatie
met ingeschakeld dimlicht of grootlicht.
De mistlampen vóór werken ook in combinatie
met de parkeerlichten.
F
D
raai de ring C naar voren om de
mistlampen vóór in te schakelen.
F
D
raai de ring C nogmaals naar voren om
het mistachterlicht in te schakelen.
F
D
raai de ring C naar achteren om het
mistachterlicht uit te schakelen.
F
D
raai de ring C nogmaals naar achteren
om de mistlampen vóór uit te schakelen.
Als de verlichting automatisch wordt
ingeschakeld (uitvoeringen met de stand
AUTO), blijven het dimlicht en het parkeerlicht
branden zolang het mistachterlicht brandt.
Als de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld (uitvoeringen met de stand
AUTO) of als het dimlicht handmatig wordt
uitgeschakeld, blijven de mistverlichting en het
parkeerlicht branden.
C.
R
ing voor de selectie van de mistverlichting.
Zicht
Page 87 of 364
85
5008_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
Uitschakelen van de verlichting
bij afzetten van het contact
Als u het contact afzet, worden alle lichten
automatisch uitgeschakeld, behalve als de
automatische "follow me home"-verlichting is
geactiveerd.
Bij helder of regenachtig weer,
zowel overdag als 's nachts,
zijn de mistlampen vóór en de
mistachterlichten verblindend voor
medeweggebruikers en daarom niet
toegestaan.
U moet zelf inschatten wanneer u de
mistlampen moet inschakelen, omdat
mogelijk de lichtsterktesensor van
de automatische verlichting ondanks
eventueel aanwezige mist toch
voldoende licht kan constateren.
Vergeet niet de mistlampen uit te zetten
zodra ze niet meer nodig zijn.
Aanzetten van de verlichting na
afzetten van het contact
Om de verlichting weer aan te zetten, draait u
de ring A in de stand "0"
- lichten gedoofd, en
kiest u vervolgens de door u gewenste stand.
Als het bestuurdersportier wordt geopend,
klinkt er een geluidssignaal om aan te geven
dat de verlichting nog brandt.
De verlichting gaat vanzelf na enige tijd uit; hoe
lang dit duurt is afhankelijk van de laadtoestand
van de accu (overgang naar eco-modus).
4
Zicht
Page 88 of 364
86
5008_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
Handbediende follow me
home-verlichting
Deze functie zorgt ervoor dat na het afzetten
van het contact de dimlichten nog even blijven
branden om het uitstappen in het donker te
vergemakkelijken.
Inschakelen
F Geef bij afgezet contact een "lichtsignaal" met de lichtschakelaar.
F
G
eef nogmaals een "lichtsignaal" om de
functie uit te schakelen.
Uitschakelen
Na het vergrendelen van de auto wordt de
handbediende follow me home-verlichting na
een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld.
Verlichting overdag vóór
(LED-verlichting)
Bij het starten van de motor wordt deze
verlichting automatisch ingeschakeld als de
lichtschakelaar in de stand " 0" of " AUTO " staat.
Inschakelen
Uitschakelen
De instapverlichting buitenzijde gaat
automatisch uit of gaat uit na het afzetten van
het contact of het weer vergrendelen van de
auto. F
D
ruk op het geopende hangslot
van de afstandsbediening.
Het dimlicht en parkeerlicht gaan branden en
uw auto wordt gelijktijdig ontgrendeld.
Instapverlichting
buitenzijde
De instapverlichting wordt afhankelijk van de
door de lichtsensor gesignaleerde hoeveelheid
licht geactiveerd om op donkere plaatsen het
lokaliseren van de auto en het instappen te
vergemakkelijken.
De duur van het branden van de
instapverlichting is gelijk aan die van
de automatische follow me home-
verlichting.
Zicht
Page 89 of 364
87
5008_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
Automatische verlichting
F Draai de ring in de stand "AUTO". Het
activeren van de functie wordt bevestigd
door een melding op het display.
Uitschakelen
F Draai de ring in een andere stand. Het uitschakelen van de functie wordt
bevestigd door een melding op het display.
Storing
Bij een storing in de lichtsterktesensor gaat
de verlichting branden, wordt dit pictogram
weergegeven op het instrumentenpaneel en/
of verschijnt een melding op het display, in
combinatie met een geluidssignaal.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Automatische follow me
home-verlichting
Als de functie automatische verlichting is
geactiveerd (lichtschakelaar in de stand
"AUTO "), blijft onder donkere omstandigheden
het dimlicht branden bij het afzetten van het
contact.
Bij mist of sneeuw kan de
lichtsterktesensor ten onrechte
voldoende licht waarnemen; de
verlichting wordt dan niet automatisch
ingeschakeld.
Dek de met de regensensor
gecombineerde lichtsterktesensor,
die zich in het midden van de voorruit
achter de binnenspiegel bevindt, niet af.
De aan de sensor gekoppelde functies
worden dan niet meer bediend.
Met behulp van een lichtsterktesensor worden
de kentekenplaatverlichting, het parkeerlicht en
het dimlicht automatisch ingeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving onvoldoende is.
De verlichting kan ook, in geval van neerslag,
gelijktijdig met het automatisch inschakelen van
de ruitenwissers vóór worden ingeschakeld.
De verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is
of nadat het wissen is gestopt.
InschakelenProgrammeren
Het inschakelen of uitschakelen
en de tijdsduur van de follow
me home-verlichting zijn in te
stellen via het configuratiemenu
van de auto.
4
Zicht
Page 90 of 364
88
5008_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
Instapverlichting buitenzijde
De instapverlichting wordt afhankelijk van de door de lichtsensor gesignaleerde hoeveelheid
licht geactiveerd om op donkere plaatsen het lokaliseren van de auto en het instappen te
vergemakkelijken.
Inschakelen
De duur van het branden van de
instapverlichting is gelijk aan die van
de automatische follow me home-
verlichting.
F
D
ruk op het geopende hangslot
van de afstandsbediening.
Het dimlicht en parkeerlicht gaan branden en
uw auto wordt gelijktijdig ontgrendeld.
Uitschakelen
De instapverlichting buitenzijde gaat
automatisch uit of gaat uit na het afzetten van
het contact of het weer vergrendelen van de
auto.
Zicht