PEUGEOT 5008 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: 5008, Model: PEUGEOT 5008 2016Pages: 364, PDF Size: 13.07 MB
Page 91 of 364

89
5008_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
Handmatige
hoogteverstelling van de
halogeen koplampen
Verstel de koplampen met halogeenlampen
afhankelijk van de belading van uw auto
om verblinding van medeweggebruikers te
voorkomen.
0.
1
of 2 personen op de voorstoelen.
-.
3
personen.
1.
5
personen.
-.
Tussenstand.
2.
5
personen + maximaal toegestane
belading.
-.
Tussenstand.
3.
Bes
tuurder + maximaal toegestane
belading.
Automatische
koplamphoogteverstelling
bij xenonlampen
Om verblinding van andere weggebruikers
te voorkomen corrigeert dit systeem bij
stilstaande auto automatisch de hoogte van de
lichtbundel van de xenonlampen, afhankelijk
van de belading van de auto.
In het geval van een storing
verschijnt dit pictogram op het
instrumentenpaneel, in combinatie
met een geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display.
Het systeem zet in dat geval de koplampen in
de lage stand.
Raak in het geval van een storing de xenonlampen
niet aan. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.Stand "0" : basisinstelling.
4
Zicht
Page 92 of 364

90
5008_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
Bochtverlichting
Met bochtverlichting
Zonder bochtverlichting
Configuratie
Storing
Deze functie kan worden
geactiveerd of gedeactiveerd
via het configuratiemenu van
de auto.
In het geval van een storing knippert
dit pictogram op het display in
combinatie met een melding op het
display.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Deze functie is alleen aanwezig in combinatie met xenonkoplampen.
Als het dimlicht of grootlicht is ingeschakeld, verlicht deze functie de binnenzijde van bochten
(vanaf 20
km/h).
De status van de functie blijft na het afzetten
van het contact in het geheugen opgeslagen.
Zicht
Page 93 of 364

91
5008_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
Ruitenwisserschakelaar
Uitvoering met
intervalstand
Uitvoering met automatische ruitenwissers
Instellen
U kunt de volgende functies instellen:
- automatische werking van de ruitenwissers
vó ó r,
-
a
utomatisch inschakelen van de
ruitenwisser achter bij het inschakelen van
de achteruitversnelling.
De ruitenwissers voor en achter zorgen
voor een optimaal zicht voor de bestuurder,
ongeacht de weersomstandigheden.
Handmatige functies
Ruitenwissers vóór
A.
Selecteer de wissnelheid met de hendel.
Hoge snelheid (hevige neerslag).
Normale snelheid (matige regenval).
Interval (wissnelheid aangepast aan
de wagensnelheid).
Automatisch en één keer
wissen.
Raadpleeg de
desbetreffende rubriek.
Uit.
Eén keer wissen (duw de hendel
even omlaag).
of
4
Zicht
Page 94 of 364

92
5008_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
Ruitenwisser achter
B. Ring voor de selectie van de ruitenwisser
achter:
Uit.
Interval.
Wissen en sproeien (gedurende
enige tijd). Achteruitversnelling
Als de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld
op het moment dat u de achteruitversnelling
inschakelt, wordt automatisch de ruitenwisser
achter ingeschakeld.
Instellen
Het automatisch inschakelen
van de ruitenwisser achter
bij het inschakelen van de
achteruitversnelling kan worden
geactiveerd of gedeactiveerd via
het configuratiemenu van de auto.
Deze functie is standaard
geactiveerd.
Vergeet niet de automatische
werking van de ruitenwisser achter
uit te schakelen bij sneeuwval of
strenge vorst en bij montage van een
fietsendrager op de achterklep.
Zicht
Page 95 of 364

93
5008_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
Ruitensproeiers vóór
Beweeg de ruitenwisserschakelaar naar u toe.
De ruitensproeiers treden in werking en de
ruitenwissers worden enige tijd ingeschakeld.
De koplampsproeiers treden gelijktijdig
in werking indien de dim-/grootlichten
branden.
Te laag niveau ruiten-/
koplampsproeiervloeistof
Als uw auto is voorzien van
koplampsproeiers en het niveau van
het reservoir te laag is, verschijnt dit
pictogram op het instrumentenpaneel
in combinatie met een geluidssignaal en een
melding.
Het pictogram verschijnt als het contact wordt
aangezet of als de schakelaar wordt bediend,
zolang het reservoir niet gevuld is.
Vul het ruiten-/koplampsproeierreservoir bij of
laat het bijvullen.
Koplampsproeiers
Druk op het uiteinde van de
verlichtingsschakelaar om de koplampsproeiers
in te schakelen. Deze werken alleen bij
ingeschakeld dim-/grootlicht.
4
Zicht
Page 96 of 364

94
5008_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
Automatische ruitenwissers
vóór
De ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de sensor achter de
binnenspiegel regen detecteert. De snelheid
van de ruitenwissers wordt aangepast aan de
hoeveelheid neerslag.
Inschakelen
Dit gebeurt handmatig door de hendel omlaag
te duwen in de stand "AUTO".
Dit wordt bevestigd door een melding op het
display.
Uitschakelen
Beweeg de hendel omhoog en vervolgens in
de stand "0" om de ruitenwissers handmatig te
bedienen.
Dit wordt bevestigd door een melding op het
display.
Storing
In het geval van een storing in de automatische
werking van de ruitenwissers werken deze in de
intervalstand.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Dek de regensensor, die zich
gecombineerd met de lichtsensor in
het midden van de voorruit achter de
binnenspiegel bevindt, niet af.
Schakel de automatische werking van
de ruitenwissers uit als de auto wordt
gewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelen
van de automatische ruitenwissers
tot de voorruit ontdooid is om de
wisserbladen niet te beschadigen.
Als het contact meer dan
1
minuut afgezet is geweest, moet
de automatische werking van de
ruitenwissers opnieuw worden geactiveerd
door de hendel kort omlaag te duwen.
Zicht
Page 97 of 364

95
5008_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
Speciale stand van de
ruitenwissers voor
Deze stand maakt het mogelijk de ruitenwissers los
te zetten van de voorruit.
In deze stand kunnen de ruitenwisserbladen worden
gereinigd of de ruitenwissers worden vervangen. In
de winter kan deze stand tevens worden gebruikt
om de ruitenwissers los te zetten van de voorruit.
F Als de ruitenwisserschakelaar binnen een minuut nadat het contact is afgezet
wordt bediend, worden de ruitenwissers in
de verticale stand gezet.
F
Z
et het contact aan en bedien de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers na de werkzaamheden weer
in de ruststand te zetten. Om een goede werking van de
ruitenwissers te behouden adviseren wij u:
-
v
oorzichtig met de ruitenwissers
om te gaan,
-
d
e ruitenwissers regelmatig te
reinigen met zeepsop,
- d e ruitenwissers niet te gebruiken
om een stuk karton tegen de
voorruit te houden,
-
d
e ruitenwissers te vervangen
zodra ze tekenen van slijtage
vertonen.
4
Zicht
Page 98 of 364

96
5008_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
Plafonniers
1. Plafonnier vóór
2. Kaartleeslampjes
Kaartleeslampjes
Plafonniers vóór en achter
In deze stand gaat de
interieurverlichting geleidelijk branden:
-
a
ls de auto wordt ontgrendeld,
-
a
ls de sleutel uit het contact wordt ver wijderd,
-
a
ls een portier wordt geopend,
-
a
ls op de ontgrendelknop van de
afstandsbediening wordt gedrukt om de
auto te lokaliseren.
Permanent uit.
Permanent aan.
De interieurverlichting gaat geleidelijk uit:
-
a
ls de auto wordt vergrendeld,
-
a
ls het contact wordt aangezet,
-
3
0
seconden na het sluiten van het laatste
portier.
3.
P
lafonnier achter Zorg ervoor dat er geen voor werpen
tegen de leeslampjes aan komen.
I
n de stand "interieurverlichting permanent
ingeschakeld", blijft de interieurverlichting
afhankelijk van de omstandigheden
gedurende een bepaalde tijd branden:
-
bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,- in de eco-mode: ongeveer 30 seconden,
-
b
ij draaiende motor: onbeperkt. F
D
ruk bij aangezet contact op de
desbetreffende schakelaar.
Zicht
Page 99 of 364

97
5008_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
Sfeerverlichting
Inschakelen
Als het buiten donker is, wordt de
sfeerverlichting van de plafonnier vóór
automatisch ingeschakeld zodra de
parkeerlichten gaan branden.
Uitschakelen
De sfeerverlichting gaat automatisch uit als de
parkeerlichten worden uitgeschakeld.
Ver lic hting
buitenspiegels
Om de toegang tot de auto te vergemakkelijken,
worden de volgende delen verlicht:
-
h
et oppervlak naast het bestuurders- en
het passagiersportier,
-
h
et oppervlak voor de buitenspiegels en
achter de voorportieren.
Inschakelen
De instapverlichting wordt ingeschakeld:
- bij het ontgrendelen,
-
bij
het verwijderen van de contactsleutel,
-
b
ij het openen van een portier,
-
b
ij het lokaliseren van de auto via de
afstandsbediening.
Uitschakelen
De verlichting dooft na een bepaalde tijd automatisch.
De gedempte interieurverlichting verbetert het
zicht in de auto als deze zich in een donkere
omgeving bevindt.
Ver lic hting
beenruimte
Inschakelen
De gedempte verlichting van de beenruimte
verbetert het zicht in de auto als deze zich in
een donkere omgeving bevindt.
De werking is gelijk aan die van de plafonniers.
De lampen gaan branden zodra één van de
portieren wordt geopend.
4
Zicht
Page 100 of 364

98
5008_nl_Chap04_visibilite_ed01-2015
De verlichting van de bagageruimte gaat
automatisch branden zodra de bagageruimte
wordt geopend en dooft zodra deze wordt
gesloten.
Verlichting bagageruimte
De verlichting van de bagageruimte kan
verschillende perioden blijven branden:
-
b
ij afgezet contact: ongeveer
10
minuten,
-
i
n de eco-mode: ongeveer
30
seconden,
-
b
ij draaiende motor: onbeperkt.
Zicht