PEUGEOT 5008 2018 Instructieboekje (in Dutch)

Page 71 of 364

69
Voordat u gaat rijden
Stel de buitenspiegels en de binnenspiegel af om de
dode hoeken te minimaliseren.uw schouder en trek het heupgedeelte goed aan ter
hoogte van uw bekken.
Controleer of alle passagiers hun gordel goed
hebben omgedaan.
Zet als uw auto is uitgerust met elektrisch
verstelbare buitenspiegels eerst het contact
aan om de buitenspiegels te kunnen verstellen.
Tijdens het rijden
Doe uw veiligheidsgordel om: plaats het
schoudergedeelte van de gordel in het midden van Houd u
aan de voorgeschreven zitpositie en
houd het stuur wiel met beide handen vast op
'kwart over negen', zodat u op elk moment alle
bedieningsfuncties binnen handbereik hebt. Verstel de stoelen en het stuur wiel nooit tijdens
het rijden.
Houd uw voeten altijd op de vloer.
Vo or stoelen
Handmatig verstelbare stoelen
1.
Verstelling in lengterichting van de stoel
F B eweeg de stang omhoog en schuif de stoel
naar voren of naar achteren.
F

L
aat de stang los om de stoel in de betreffende
positie te vergrendelen.
3
Ergonomie en comfort

Page 72 of 364

70
2. De hoogte van de zitting verstellen
F B eweeg de hendel zo vaak omhoog of omlaag
tot de gewenste hoogte is bereikt.
3 . Hellingshoek rugleuning verstellen
F

D
raai de draaiknop naar voren of naar achteren
tot de gewenste hoek is bereikt.
of
F

T
rek bij een passagiersstoel die in de tafelstand
kan worden gezet aan de hendel en beweeg de
rugleuning naar voren of naar achteren.
4 . De hoogte van de hoofdsteun verstellen
Zie de desbetreffende rubriek.
5 . De lendensteun verstellen
(alleen aan bestuurderszijde)
F

D
raai de draaiknop naar voren of naar achteren
om de mate van steun voor de lendenen in te
stellen.
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar
achteren voor dat het schuiven van de stoel
niet wordt verhinderd door personen of
voorwerpen.
Er is een risico op bekneld raken van de
achterpassagiers of op blokkeren van de stoel
als grote voor werpen op de vloer achter de
stoel zijn geplaatst.Stoelen met AGR-kwaliteitslabel
Aanvullende verstelmogelijkheden
1 . De lengte van de zitting verstellen
F T rek de handgreep naar voren om de zitting te
ontgrendelen en beweeg vervolgens het voorste
deel van de zitting naar voren of naar achteren.
2. Elektrische verstelling van de hoek van de zitting
F

H
oud het voorste of achterste gedeelte van de
schakelaar ingedrukt om het voorste deel van de
zitting omhoog of omlaag te bewegen.
3. Elektrische lendensteunverstelling
Met deze schakelaar kan de lendensteun zowel in
diepte als in hoogte worden ingesteld.
F

H
oud het voorste of het achterste gedeelte van
de schakelaar ingedrukt om de mate van steun
voor de lendenen te vergroten of te verkleinen.
F

H
oud het bovenste of onderste gedeelte van
de schakelaar ingedrukt om de lendensteun te
verhogen of te verlagen.
Voorpassagiersstoel als
tafeltje gebruiken
De rugleuning van de voorpassagiersstoel kan
volledig worden neergeklapt en in die stand worden
vergrendeld.
Als ook de rugleuning van de achterbank is
neergeklapt, is dit een praktische functie voor het
vervoer van lange en grote voorwerpen.
Eerste handelingen:
F

z
et de hoofdsteun omlaag;
F

k
lap het uitklaptafeltje in;
F

s
chuif de stoel volledig naar achteren zodat de
hoofdsteun langs het dashboard kan bewegen;
F

z
et de stoel in de laagste stand;
F

c
ontroleer of er niets in de weg zit bij
het neerklappen van de rugleuning
(veiligheidsgordel, kinderzitje, kleding, tassen…).
Het deactiveren van de passagiersairbag vóór
wordt hierbij aanbevolen.
Ergonomie en comfort

Page 73 of 364

71
Neerklappen van de rugleuning
In deze stand kan de rugleuning worden belast
met een gewicht van maximaal 30 kg.
Let op: bij hard remmen kunnen op de
neergeklapte rugleuning geplaatste
voorwerpen veranderen in gevaarlijke
projectielen.
Rechtop zetten van de rugleuning
F Trek de hendel volledig omhoog om de rugleuning te ontgrendelen.
F

K
lap de rugleuning volledig neer.
F

T
rek de hendel volledig omhoog om de
rugleuning te ontgrendelen.
F

B
eweeg de rugleuning omhoog en naar achteren
tot deze wordt vergrendeld.
F

C
ontroleer of de rugleuning goed is vergrendeld.
Hoofdsteunen vóór
Hoogteverstelling
De juiste stand van de hoofdsteun is als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte
van de bovenzijde van het hoofd bevindt.
Een hoofdsteun verwijderen
F Beweeg de hoofdsteun omhoog tot tegen de aanslag.
F

D
ruk ver volgens de pal A in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en beweeg hem helemaal omhoog.
F

B
erg de hoofdsteun veilig op.
Een hoofdsteun aanbrengen
F Steek de pennen van de hoofdsteun in de geleiders van de desbetreffende rugleuning.
F

D
uw de hoofdsteun omlaag tot tegen de aanslag.
F

D
ruk de blokkeerpal A in en duw de hoofdsteun
omlaag.
F

S
tel de hoogte van de hoofdsteun af.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
ver wijderd. Deze moeten zijn aangebracht en
correct zijn afgesteld voor de desbetreffende
inzittende.
Elektrisch verstelbare
bestuurdersstoel
Voor het elektrisch verstellen van de stoel moet
het contact worden ingeschakeld of, wanneer
de eco-mode actief is, de motor worden
gestart.
De stoel kan tot ongeveer één minuut na het
openen van het bestuurdersportier elektrisch
worden versteld. De verstelfuncties worden
ongeveer één minuut na het afzetten van het
contact gedeactiveerd.
Omhoog:
F

t

rek de hoofdsteun omhoog tot de gewenste
hoogte; een klik geeft aan dat de hoofdsteun is
vergrendeld.
Omlaag:
F

d

ruk de blokkeerpal A in en duw de hoofdsteun
omlaag tot de gewenste hoogte.
3
Ergonomie en comfort

Page 74 of 364

72
1. De hoek en hoogte van de zitting verstellen/
Verstelling in lengterichting van de stoel
F

B
eweeg het voorste deel van de schakelaar
omhoog of omlaag tot de gewenste hoek van de
zitting is bereikt.
F

B
eweeg het achterste deel van de schakelaar
omhoog of omlaag om de zitting in hoogte te
verstellen.
F

B
eweeg de schakelaar naar voren of naar
achteren om de stoel naar voren of naar
achteren te bewegen.
2 . Hellingshoek rugleuning verstellen
F

B
eweeg de schakelaar naar voren of naar
achteren tot de gewenste hoek van de rugleuning
is bereikt.
3 . De hoogte van de hoofdsteun verstellen
Zie de desbetreffende rubriek. 4
. De lengte van de zitting verstellen
F
T
rek de handgreep naar voren om de zitting te
ontgrendelen en beweeg vervolgens het voorste
deel van de zitting naar voren of naar achteren.
5 . De lendensteun verstellen
Met deze schakelaar kan de lendensteun zowel in
diepte als in hoogte worden ingesteld.
F
H
oud het voorste of het achterste gedeelte van
de schakelaar ingedrukt om de mate van steun
voor de lendenen te vergroten of te verkleinen.
F
H
oud het bovenste of onderste gedeelte van
de schakelaar ingedrukt om de lendensteun te
verhogen of te verlagen.
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar
achteren voor dat het schuiven van de stoel
niet wordt verhinderd door personen of
voorwerpen.
Er is een risico op bekneld raken van de
achterpassagiers of op blokkeren van de stoel
als grote voor werpen op de vloer achter de
stoel zijn geplaatst.
Zitposities in het geheugen
opslaan
Deze functie, die is gekoppeld aan de elektrisch
verstelbare bestuurdersstoel, biedt de mogelijkheid
om twee standen van de bestuurdersstoel in het
geheugen op te slaan. Dit vergemakkelijkt het
instellen van de stoel als de auto regelmatig door
een andere bestuurder wordt gebruikt.
Opslaan van een zitpositie
Met de toetsen M/1/2
F N eem plaats op de bestuurdersstoel.
F

Z
et het contact aan.
F

Z
et uw stoel en de buitenspiegels in de gewenste
stand.
F

D
ruk op de knop M en vervolgens binnen
4
seconden op de knop 1 of 2.
Een geluidssignaal geeft aan dat de zitpositie is
opgeslagen.
Het opslaan van een andere stand annuleert
de vorige, in het geheugen opgeslagen stand.
Naast de stand van de elektrisch verstelbare stoel
wordt ook die van de buitenspiegels opgeslagen.
Ergonomie en comfort

Page 75 of 364

73
Oproepen van een opgeslagen
zitpositie
Contact aan of draaiende motor
F D ruk op de knop 1 of 2 om de desbetreffende
zitpositie op te roepen.
Een geluidssignaal geeft aan dat de opgeslagen
zitpositie is ingenomen.
U kunt de huidige beweging onderbreken
door te drukken op knop M , 1
of 2 of door een
stoelschakelaar te gebruiken.
U kunt een zitpositie niet oproepen tijdens het
rijden.
Het opvragen van een opgeslagen zitpositie is
tot ongeveer 45
seconden na het afzetten van
het contact mogelijk.
Stoelverwarming
De functie werkt alleen als de motor draait.
Inschakelen
F Elke keer dat u op de toets drukt, wijzigt de
sterkte van de verwarming; het bijbehorende
aantal verklikkerlampjes gaat branden:


1
oranje verklikkerlampje = zwak.


2
oranje verklikkerlampjes = gemiddeld.


3
oranje verklikkerlampjes = sterk.
Uitschakelen
F Druk nogmaals op de toets tot alle verklikkerlampjes uit zijn.
De status van de functie wordt niet opgeslagen bij
het afzetten van het contact.
Gebruik de functie niet als de stoel niet wordt
gebruikt.
Zet de stoelver warming zo snel mogelijk in
een lagere stand.
U kunt de functie uitschakelen zodra de
temperatuur van de stoelen en in het interieur
op een aangenaam niveau is gekomen. Dit
vermindert het stroomverbruik waardoor ook
het brandstofverbruik lager wordt.
F

D

ruk op de toets voor uw stoel. Langdurig gebruik wordt afgeraden voor
personen met een gevoelige huid.
Personen waar van de warmtewaarneming
beperkt is (ziekte, medicijnen enz.) kunnen
brandwonden krijgen.
Het systeem kan over verhit raken als materiaal
met isolerende eigenschappen zoals kussens
of stoelhoezen wordt gebruikt.
Gebruik het systeem niet:
- a
ls vochtige kleding wordt gedragen,
-
al

s kinderzitjes zijn aangebracht.
Om beschadiging van het verwarmingselement
in de stoel te voorkomen:
-

p
laats geen zware voor werpen op de stoel,
-

k
niel of sta niet op de stoel,
-

p
laats geen scherpe voor werpen op de
stoel,
-

m
ors geen vloeistoffen op de stoel.
Voorkomen kortsluiting:
-

g
ebruik geen vloeibare producten om de
stoel te reinigen,
-

g
ebruik de ver warmingsfunctie nooit
wanneer de stoel vochtig is.
3
Ergonomie en comfort

Page 76 of 364

74
Meerkeuzemassagefunctie
Systeem waarbij kan worden gekozen uit
verschillende massagesoorten en waarbij de
intensiteit van de massage kan worden ingesteld.
Dit systeem werkt bij draaiende motor en in de
STOP-stand van het Stop & Start-systeem.
Inschakelen/instellen
Via het touchscreen kunnen de instellingen van de
massagefunctie worden aangepast.
De functie kan rechtstreeks worden ingeschakeld
met de schakelaar van de voorstoel of door een
persoonlijke ambiance van de functie i-Cockpit
Amplify te activeren.
Met de schakelaar van de voorstoel: De meerkeuzemassagefunctie wordt
ook aangestuurd door de functie
i-Cockpit Amplify
.
Als u de instellingen wilt wijzigen:
F

s
electeer een andere soort massage; u hebt de
keuze uit vijf soorten,
F

s
electeer een massage-intensiteit uit de drie
verschillende niveaus: " 1" (Zacht), " 2" (Normaal)
of " 3" (Hard).
De wijzigingen in de parameters worden direct
doorgevoerd.
Zodra het systeem is ingeschakeld, wordt een één
uur durende massagecyclus gestart, bestaande uit
sessies van 6
minuten massage en 3 minuten pauze.
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld aan
het einde van de cyclus; het verklikkerlampje van de
schakelaar gaat uit.
Stuurwielverstelling
F Trek bij stilstaande auto aan de hendel om
het verstelmechanisme van het stuur wiel te
ontgrendelen.
F

V
erstel het stuur wiel in hoogte en diepte voor
een optimale zithouding.
F

D
uw tegen de hendel om het stuur wiel te
vergrendelen.
Voer deze handelingen om veiligheidsredenen
uitsluitend uit bij stilstaande auto.
F

D

ruk op deze toets. Het groene
verklikkerlampje gaat branden.
Het systeem wordt onmiddellijk geactiveerd waarbij
de laatst opgeslagen instellingen worden gebruikt.
Bovendien wordt de pagina voor het wijzigen van de instellingen geopend op het touchscreen.
Als de instellingen naar uw zin zijn, hoeft u

niets te
doen en zal deze pagina automatisch weer sluiten.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de functie i-Cockpit Amplify .
Spiegels
Buitenspiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor
het benodigde zicht naar achteren bij een
inhaalmanoeuvre of het parkeren van de auto.
De buitenspiegels kunnen ook worden ingeklapt voor
het parkeren in een smalle straat.
Ontwaseming/ontdooiing
Als uw auto is voorzien van
spiegelver warming, kunt u
deze
inschakelen door op de toets van de
achterruitverwarming te drukken.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de achterruitverwarming .
Ergonomie en comfort

Page 77 of 364

75
Instellingen
Stel om veiligheidsredenen de buitenspiegels
goed af om de "dode hoek" zo klein mogelijk
te maken.
De waargenomen objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden gehouden om
de afstand ten opzichte van achteropkomend
verkeer goed in te schatten.
Inklappen
F Van buitenaf: vergrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
F

V
anuit het interieur: trek bij aangezet contact
de schakelaar A vanuit de middelste stand naar
achteren.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp
van de schakelaar A , worden ze niet automatisch
uitgeklapt als de auto wordt ontgrendeld. Trek
nogmaals de schakelaar A naar achteren om de
buitenspiegels uit te klappen.
F Beweeg de schakelaar A naar rechts of links om de desbetreffende buitenspiegel te selecteren.
F

D
uw de knop B in een van de vier richtingen om
de spiegel af te stellen.
F

Ze
t de schakelaar A weer in het midden.
Uitklappen
F Van buitenaf: ontgrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
F

V
anuit het interieur: trek bij aangezet contact
de schakelaar A vanuit de middelste stand naar
achteren. Het in- en uitklappen van de buitenspiegels
met de afstandsbediening kan worden
uitgeschakeld door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Indien nodig kunnen de buitenspiegels
handmatig worden ingeklapt.
Automatisch kantelen buitenspiegels
bij het achteruitrijden
De buitenspiegels kunnen bij het achteruit
inparkeren naar de grond worden gericht.
Zodra bij draaiende motor de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld, wordt het spiegelglas van de
spiegels naar de grond gericht.
Ze keren terug naar de oorspronkelijke stand:
-

e
nkele seconden nadat uit de
achteruitversnelling is geschakeld,
-

z
odra sneller wordt gereden dan 10 km/h,
-

a
ls de motor wordt afgezet. Deze functie kan worden geactiveerd
of gedeactiveerd via het tabblad
Overige instellingen in het menu Auto/
Rijverlichting van het touchscreen.
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een
antiverblindingsstand waardoor de spiegel
donkerder wordt en de bestuurder minder hinder
onder vindt van bijvoorbeeld de zon en van de
koplampen van achteropkomend verkeer.
3
Ergonomie en comfort

Page 78 of 364

76
Handbediend model
Afstellen
F S tel de spiegel af als deze in de dagstand staat.
Dag-/nachtstand
F

T
rek aan het hendeltje om de spiegel in de
nachtstand te zetten.
F

D
uw het hendeltje naar achteren om de spiegel
terug te zetten in de dagstand.
" Elektrochromatische " binnenspiegel
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt de spiegel in de dagstand
gezet voor een maximaal zicht naar achteren.
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand.
Stoelen van de tweede zitrij
Hoofdsteunen achter
De hoofdsteunen achter kunnen worden verwijderd.
Verwijderen van een hoofdsteun:
F

b
eweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag,
F

d
ruk ver volgens de pal A in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en beweeg hem helemaal omhoog.
F

b
erg de hoofdsteun op.
Terugplaatsen van een hoofdsteun:
F

s
teek de pennen van de hoofdsteun in de
geleiders van de desbetreffende rugleuning,
F

d
uw de hoofdsteun omlaag tot aan de aanslag,
F

d
ruk de blokkeerpal A in en duw de hoofdsteun
omlaag.
Ga nooit rijden met passagiers op de
achterbank als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en in de hoge stand staan.
De hoofdsteunen hebben twee standen:
-

de hoge stand (gebruiksstand):
F

b

eweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag. -
de
lage stand (opgeborgen stand), als de
zitplaats onbezet is:
F
d
ruk de pal A in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en duw de hoofdsteun omlaag.
Ergonomie en comfort

Page 79 of 364

77
Stoelen verstellen
De drie stoelen van de tweede zitrij zijn onafhankelijk
en hebben dezelfde breedte. De rugleuning van
deze stoelen kan worden neergeklapt om de
bagageruimte te vergroten of te verkleinen.
Verstelling in lengterichting
A.Verstelling in lengterichting
B. De hoek van de rugleuning verstellen of de
rugleuning neerklappen
C. De rugleuning vanuit de bagageruimte
neerklappen en nooduitstapfunctie voor de
passagiers op de 3e zitrij
D. Toegang tot de 3e zitrij (uitvoeringen met
7


zitplaatsen)
De hoek van de rugleuning
verstellen. Buitenste ztplaatsen
F Trek de hendel B1
omhoog en beweeg de
rugleuning naar achteren of naar voren, beweeg
indien nodig uw lichaam met de rugleuning mee.
F

L
aat de hendel los en controleer of de rugleuning
goed is vergrendeld in de gewenste stand.
Middelste zitplaats
F Trek aan de lus B2 en beweeg de rugleuning
naar achteren of naar voren, beweeg indien
nodig uw lichaam met de rugleuning mee.
F

L
aat de lus los en controleer of de rugleuning
goed is vergrendeld in de gewenste stand.
F

T

rek de beugel A omhoog en schuif de stoel in
de gewenste stand.
F

L

aat de beugel los en controleer of de stoel goed
is vergrendeld.
Vlakke laadvloer
3
Ergonomie en comfort

Page 80 of 364

78
Neerklappen van de rugleuningen
F Controleer of de uitklaptafeltjes op de rugleuning van de voorstoelen volledig zijn ingeklapt.
F

Z
et de stoelen op de 2e zitrij zo ver mogelijk naar
achteren.
Zorg er voor dat tijdens uw handelingen met de
stoelen de handen en voeten van passagiers
(met name kinderen) uit te buurt blijven van de
bewegende delen (scharnieren, rails enz.) –
Kans op ernstig letsel!
Neerklappen van buitenaf Neerklappen vanuit de bagageruimte
In de oorspronkelijke stand
terugzetten van de stoel
Controleer voordat u handelingen uitvoert
m et de achterstoelen of de veiligheidsgordels
goed zijn gespannen, om beschadiging ervan
te voorkomen. De middelste veiligheidsgordel
moet in de hemelbekleding worden
opgeborgen.
Aansluitpanelen
F Trek aan de hendel B1 of de lus B2 tot de
rugleuning volledig naar achteren is bewogen.
F

L
aat de hendel of lus los.
F

D
uw de rugleuning iets naar voren zodat hij naar
voren kantelt en het zitkussen tegen de vloer
wordt geklapt. Bijvoorbeeld voor het ver voer van lange voor werpen,
of vanaf de 3e zitrij:
F

T
rek aan de lus C van de gewenste stoel om
deze te ontgrendelen en duw de rugleuning iets
naar voren. F
L
eg de aansluitpanelen van de 2e zitrij weer
tegen de rugleuningen.
F
Z
et de rugleuning rechtop tot hij wordt
vergrendeld.
Elke stoel is voorzien van een aansluitpaneel aan de
onderzijde van de rugleuning dat eenmaal uitgeklapt:
-
z
orgt voor een volledig vlakke laadvloer van
de bagageruimte, ongeacht de stand van de
stoelen,
Ergonomie en comfort

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 370 next >