Seat Alhambra 2016 Handleiding (in Dutch)
Page 111 of 340
Bestuurdersruimte
datum voor de overeenkomstige service. De
nog r e
st
erende kilometers worden steeds op
100 km afgerond en de tijd op volledige da-
gen. Het actuele servicebericht kan niet ge-
raadpleegd worden tot 500 km na de laatste
service. Tot dan verschijnen enkel streepjes
op de indicator.
Herinnering voor onderhoudsbeurt
Wanneer het bijna tijd is voor een service,
verschijnt bij het inschakelen van het contact
een Serviceherinnering.
In voertuigen zonder tekstberichten wordt op
het display van het instrumentenpaneel een
Engelse sleutel en een weergave in km ge-
toond. Het weergegeven aantal kilometers is
de maximale afstand die nog kan afgelegd
worden tot de volgende servicebeurt. Na en-
kele seconden verandert de weergavefunctie.
Er verschijnt een klok-symbool en het aantal
dagen tot de komende servicebeurt.
In wagens met tekstberichten wordt op het
display van het instrumentenpaneel Servi-
ce in --- km of --- dagen getoond.
Datum van de onderhoudsbeurt
Wanneer de datum van de service bereikt
wordt, weerklinkt een akoestisch signaal bij
het inschakelen van het contact en knippert
de Engelse sleutel op het display gedu-
rende enkele seconden. In wagens met tekst- berichten wordt op het display van het instru-
mentenpaneel
Service nu getoond.
Een servicemededeling raadplegen
Wanneer het contact is ingeschakeld, de mo-
tor niet draait en de wagen stilstaat, kan de
actuele servicemededeling geraadpleegd
worden: ● Druk verschillende malen op de toets op het instrumentenpaneel tot het symbool
v
an de En
gel
se sleutel weergegeven
wordt.
● OF: Selecteer het menu Instellingen.
● Selecteer in het
submenu Service de op-
tie Info .
Na het over
schrijden van de servicedatum ,
wordt het minteken weergegeven voor de in-
dicatie van de kilometers of dagen. In wa-
gens met tekstberichten wordt het volgende
getoond op het display: Service sinds
--- km of --- dagen .
Terugzetten van de service-intervalindicatie
Indien de service niet uitgevoerd is bij een
Technische Dienst, kan de indicator op de
volgende wijze gereset worden:
In wagens met tekstberichten:
Selecteer het menu Instellingen.
In wagens met tekstberichten:
In het submenu Service selecteert u de optie Terug-
zetten (Reset).
Bevestigen met OK wanneer het systeem dit vraagt.
In wagens zonder tekstberichten:
Contact uitschakelen.
Houd de toets 0.0 / SET ingedrukt.
Schakel het contact opnieuw in.
Laat de toets 0.0 / SET los en druk tijdens de volgende
20 seconden op de toets . De indicator tussen twee intervallen niet t
e-
rug zett
en, omdat de weergegeven indicaties
dan niet correct zullen zijn.
Indien de indicatie handmatig op nul wordt
gezet, wordt het volgende service-interval
weergegeven zoals in wagens met vaste ser-
vice-intervallen. Geadviseerd wordt daarom
om de service-intervallenindicatie uitsluitend
te laten resetten door een officiële SEAT-dea-
ler ››› brochure Onderhoudsprogramma. Let op
● Het serv ic
ebericht verdwijnt na enkele se-
conden, bij het starten van de motor of het
drukken op de toets OK .
● In wagens met LongLife Service waarvan de
accu g edur
ende langere tijd losgekoppeld is » 109
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 112 of 340
Bedienen
geweest, kan de datum van de volgende ser-
vice niet
ber
ekend worden. Daarom kunnen
de service-indicaties soms verkeerde bereke-
ningen tonen. Houd u in dat geval aan de
maximaal toegestane onderhoudsintervallen
››› brochure Onderhoudsprogramma. Controlelampjes
Contro l
e- en waarschuwingslampjesLees aandachtig de aanvullende informatie
› ›
›
p
ag. 33
De controle- en waarschuwingslampjes zijn
indicatoren voor mededelingen ››› , storin-
g en
›
››
of bepaalde functies. Een aantal
c ontr
ol
e- en waarschuwingslampjes gaat aan
wanneer het contact wordt ingeschakeld en
moet weer doven wanneer de motor in werk-
ing wordt gezet, of tijdens het rijden.
Naargelang het model kunnen op het display
van het instrumentenpaneel bijkomende
tekstberichten verschijnen, die informatie be-
vatten of u aansporen om een bepaalde actie
te ondernemen ››› pag. 105, Instrumenten.
Volgens de uitvoering van de wagen is het
mogelijk dat, in plaats van het branden van
een lampje, een symbool weergegeven wordt
op het display van het instrumentenpaneel. Wanneer bepaalde controle- en waarschu-
wings
lampjes gaan branden, weerklinkt ook
een geluidssignaal. ATTENTIE
Indien geen rekening gehouden wordt met de
waars c
huwingslampjes en de berichten, kan
de wagen tot stilstand komen midden in het
verkeer, of kunnen zich ongevallen of ernstig
letsel voordoen.
● Nooit de indicatielampjes of tekstberichten
negeren.
● Br
eng de wagen tot stilstand zodra dit op
een veilig
e wijze mogelijk is.
● De wagen ver van het wegverkeer parkeren,
op een plaats
waar geen brandbare materia-
len met het uitlaatsysteem in aanraking kun-
nen komen (bijv. droog gras, brandstoffen).
● Een defecte auto brengt een verhoogd risi-
co op ongev
allen met zich mee, zowel voor de
inzittenden als voor de andere weggebrui-
kers. Zet zo nodig de alarmlichten aan en
plaats de gevarendriehoek om andere be-
stuurders te waarschuwen.
● Alvorens de motorkap te openen, moet de
motor uitgez
et worden en voldoende afkoe-
len.
● In elke wagen is de motorruimte een zone
die gevaren inhoudt
en ernstige letsel kan
veroorzaken ››› pag. 286. VOORZICHTIG
Het negeren van de controlelampjes die gaan
branden en de tek s
tberichten die verschijnen,
kan leiden tot storingen in de wagen. 110
Page 113 of 340
Communicatie en multimedia
Communicatie en multimedia
B edienin
gsel
ementen op het stuurwiel*
Bediening van het audio+telefoon systeem Afb. 121
Bedieningselementen aan het stuurwiel. Het stuurwiel bevat multifunctiemodulen van
w
aaruit
fu
ncties van audio, telefoonuitrus-
ting en radionavigatie van de wagen gecon- troleerd kunnen worden zonder de aandacht
van de best
uring af te leiden. ●
om de beschik bare audiofuncties (radio,
audio-cd, mp3-cd, iPod ®1)
, USB 1)
, SD 1)
) en
het Bluetooth-systeem vanaf het stuur te be-
dienen.
KnopRadioMedia (behalve AUX)AUXTelefoon a)Navigatiesysteem a)
ADraaien: volume omhoog/om-
laag brengen
Indrukken: StilteDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: PauzeDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: StilteDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: StilteDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: Stilte
» 1)
Afhankelijk van de wagenuitrusting.
111
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 114 of 340
BedienenKnopRadioMedia (behalve AUX)AUXTelefoon
a)Navigatiesysteem a)
B
Kort indrukken:
toegang tele-
foonmenu in instrumentenpa- neela)
.
Lang indrukken: nummer her- halena)Kort indrukken:
toegang tele-
foonmenu in instrumentenpa- neela)
.
Lang indrukken: nummer herha- lena)Kort indrukken:
toegang tele-
foonmenu in instrumentenpa- neela)
.
Lang indrukken: nummer herha- lena)
Kort indrukken:
beantwoor-
den / ophangen actieve ge-
sprek / telefoonmenu openen.
Lang indrukken: binnenkomen- de oproep afwijzen/privémo-
dus inschakelen of terugkeren
naar handenvrij/nummerherha- ling
Kort indrukken: toegang tele-
foonmenu in instrumentenpa- neela)
.
Lang indrukken: nummer her- halena)
CZoekopdracht vorige zenderKort indrukken:
terug naar vori-
ge track
Lang indrukken: snel achteruitGeen functieGeen functie b)Functie Radio / Media (behalve
AUX)
DVolgende zender zoekenKort indrukken: naar volgende
track
Lang indrukken: snel vooruitGeen functieGeen functie b)Functie Radio / Media (behalve
AUX)
E, FVeranderen van menu in het in-
strumentenpaneelVeranderen van menu in het in-strumentenpaneelVeranderen van menu in het in-strumentenpaneelVeranderen van menu in het in-strumentenpaneelVeranderen van menu in het in-strumentenpaneel
GSpraakbediening in- / uitscha- kelena)Spraakbediening in- / uitscha-
kelena)Spraakbediening in- / uitscha-
kelena)Geen functie b)Spraakbediening in- / uitscha-
kelen
H
Draaien: volgende / vorigevoorselectie c)
Indrukken: Werkt op de MFA of bevestigt de menu-optie van
het instrumentenpaneel afhan- kelijk van de menu-optieDraaien: volgende / vorige trackc)
Indrukken: Werkt op de MFA of bevestigt de menu-optie van
het instrumentenpaneel afhan- kelijk van de menu-optieDraaien: werkt op het menu vanhet instrumentenpaneel afhan-kelijk van dat waarin u zich be- vindt
Indrukken: Werkt op de MFA of bevestigt de menu-optie van
het instrumentenpaneel afhan- kelijk van de menu-optieDraaien: werkt op het menu
van het instrumentenpaneel af- hankelijk van dat waarin u zich bevindt
Indrukken: Werkt op de MFA of bevestigt de menu-optie van
het instrumentenpaneel afhan- kelijk van de menu-optieDraaien: werkt op het menu
van het instrumentenpaneel af- hankelijk van dat waarin u zich bevindt
Indrukken: Werkt op de MFA of bevestigt de menu-optie van
het instrumentenpaneel afhan- kelijk van de menu-optie
a)Afhankelijk van de uitrusting van de wagen.
b) Bij actief telefoongesprek, zo niet functie van Radio/Media (behalve AUX).
c) Uitsluitend indien het instrumentenpaneel zich in het menu Audio bevindt.
112
Page 115 of 340
Communicatie en multimedia
Multimedia In g
an g USB/A
UX-INAfb. 122
Middenarmsteun voorin: USB/AUX-
IN-in g
an g. Afhankelijk van de uitrusting en het land kan
de w
ag
en be s
chikken over een USB/AUX-IN-
aansluiting.
De USB/AUX-IN-ingang bevindt zich in het
vak voorin in de middenarmsteun ››› afb.
122.
De bedieningsinstructies bevinden zich in de
respectieve instructieboekjes van de audio of
het navigatiesysteem. 3-toets module in hemelbekle-
ding
3-toets
module* Afb. 123
3-toets module in hemelbekleding:
bedienin g
st
oetsen telefoon.
Functie
Kort indrukken
: oproep beantwoorden of ge-
sprek beëindigen.
Ingedrukt houden : oproep afwijzen.
Kort indrukken: spraakherkenning in- of uit-
schakelen, bijvoorbeeld om te bellen. a)
Langer dan 2 seconden ingedrukt houden
: in-
formatie opvragen over het merk SEAT en de
gekozen extra diensten met betrekking tot
verkeer en reis.
Functie
Langer dan 2 seconden ingedrukt houden
:
om in geval van storingen hulp te krijgen via
het netwerk met SEAT-dealers.
a) Dit geldt niet als een navigatiesysteem SEAT Media System
2.2 met spraakbediening ingebouwd is.
Informatie- en hulpoproepen Met behulp van de toetsen
en op de 3-
toets modu l
e wordt u verbonden met het Ser-
vice Call Center van SEAT 1)
. Het systeem zal
automatisch de hulpcentrale in het betreffen-
de land bellen. U kunt alleen opbellen als de
mobiele telefoon aanstaat en is verbonden
met de mobiele-telefoonvoorbereiding via
Bluetooth.
Info-oproep
De toets Informatieoproep biedt infor-
matie over het merk SEAT en over de gekozen
extra diensten met betrekking tot verkeer en
reis.
Om verbinding te maken, de toets langer
dan 2 seconden ingedrukt houden.
In landen die niet over een informatienum-
mer beschikken, de toets ingedrukt houden
voor een hulpoproep. »1)
Afhankelijk van het land.
113
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 116 of 340
Bedienen
Pechoproep
D e t
oets
Hulpoproep
biedt direct hulp bij
pech. Daartoe staat het netwerk met SEAT-
dealers met hun mobiele service tot uw
dienst.
Om verbinding te maken, de toets langer
dan 2 seconden ingedrukt houden. Let op
Een oproep via de toetsen en heeft v
oor-
rang op een gewone oproep. Drukt u tijdens
een normaal telefoongesprek op de toets of
, dan wordt het gesprek afgebroken en
wordt er een informatie- of hulpoproep ge-
daan. Let op
Drukt u tijdens het opvragen van informatie
op de pechknop , d
an wordt de informatie-
oproep afgebroken en wordt er een pechmel-
ding verzonden, en omgekeerd. Let op
Om gebruik te kunnen maken van de informa-
tie- en pechtoet s
dient een mobiel netwerk
aanwezig te zijn. Het kan zijn dat een dienst
in sommige landen niet beschikbaar is. Spraakbediening in- en uitschakelen
Spraakbediening inschakelen
●
De toets op het multif u
nctiestuurwiel in-
drukken.
● OF: druk op de 3-toets module op de toets
.
● U hoort
een akoestisch signaal.
● Geef de opdracht.
● Volg de aanwijzingen (lange dialoog).
Spraakbedienin
g uitschakelen
● De toets op het multif u
nctiestuurwiel in-
drukken.
● OF: druk op de 3-toets module op de toets
.
Aanwijz
ingen onderbreken
● Tijdens de aanwijzingen de toets op het
multifunctie
stuurwiel indrukken.
● OF: druk op de 3-toets module op de toets
.
● Direct d
aarna kunt u een opdracht geven.114
Page 117 of 340
Openen en sluiten
Openen en sluiten
Aut o
sl
eutelset
Wagensleutel Afb. 124
Wagensleutel. Afb. 125
Wagensleutel voor wagens met elek-
tri s
che s
chuifdeuren. Autosleutels
M
et de w
ag
ensleutel ››› afb. 124 of ››› afb.
125 kan de wagen op afstand worden ver-
grendeld en ontgrendeld.
De zender met batterijen zit in de wagensleu-
tel. De ontvanger zit in het interieur van de
wagen. De actieradius van de wagensleutel
met nieuwe batterijen bedraagt enkele me-
ters rond de wagen.
Indien het niet lukt de wagen met de sleutel
te openen of te sluiten, synchroniseer dan
››› pag. 117 opnieuw of vervang de batterij
van de sleutel ››› pag. 116 .
Er kunnen verschillende autosleutels worden
gebruikt.
Sleutelbaard uit- en inklappen
Wanneer u drukt op de knop A , wordt de
s l
eut el
baard ontgrendeld en uitgeklapt.
Om deze weer in te klappen , drukt u tegelij-
kertijd op knop A en op de sleutelbaard tot-
d at
de s l
eutelbaard vastklikt.
Vervangende sleutel
Voor het bijmaken van reservesleutels of an-
dere autosleutels hebt u het chassisnummer
van de wagen nodig.
Elke sleutel moet een microchip bevatten en
met de gegevens van de elektronische weg-
rijblokkering van de wagen gecodeerd zijn.
Een autosleutel werkt niet als er geen micro- chip of een niet gecodeerde microchip in zit.
Dit geldt
ook voor gefreesde autosleutels.
De wagensleutels of de nieuwe reservesleu-
tels zijn verkrijgbaar bij een Technische
Dienst, gespecialiseerde werkplaatsen of ge-
autoriseerde sleutelspecialisten die gekwali-
ficeerd zijn om deze sleutels te vervaardigen.
De nieuwe sleutels of de reservesleutels
moeten voor gebruik gesynchroniseerd wor-
den ››› pag. 117. ATTENTIE
Onoplettend of onbeheerst gebruik van de
contact s
leutel kan lichamelijk letsel en onge-
lukken veroorzaken.
● Neem telkens wanneer u de wagen verlaat
alle s
leutels mee. Kinderen of andere onbe-
voegden kunnen de portieren en de achter-
klep vergrendelen, de motor starten of het
contact inschakelen waardoor een willekeurig
elektrisch onderdeel, bijvoorbeeld, de elektri-
sche ruitbediening, versteld kan worden.
● Laat kinderen of hulpbehoevenden nooit al-
leen in de wagen ac
hter. Zij zijn in een nood-
geval niet in staat de wagen zelfstandig te
verlaten of zichzelf te redden. In een afgeslo-
ten wagen kan het bijvoorbeeld, afhankelijk
van het jaargetijde, zo extreem warm of koud
worden dat dit, vooral bij kleine kinderen, tot
ernstig letsel, ziekte of zelfs de dood kan lei-
den.
● Trek de sleutel nooit uit het contactslot zo-
lang de wag
en nog in beweging is. De » 115
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 118 of 340
Bedienen
stuurinrichting kan vergrendeld raken en het
stuur
w
iel kan niet meer worden gedraaid. VOORZICHTIG
Alle wagensleutels bevatten elektronische
onder delen. B e
scherm ze tegen schade,
schokken en vocht. Let op
● Druk de knop v an de aut
osleutel alleen in
wanneer de bijbehorende functie echt ge-
bruikt moet worden. Als de knop onnodig
wordt ingedrukt, is het mogelijk dat de wa-
gen onbedoeld wordt ontgrendeld of dat het
alarm wordt geactiveerd. Dit is ook mogelijk
wanneer u denkt dat u zich buiten de actiera-
dius van de sleutel bevindt.
● De werking van de wagensleutel wordt voor
een groot deel beïn
vloed door de overlapping
van zenders die zich in de buurt van de wa-
gen bevinden en die met dezelfde frequentie-
marge werken (bijv. radio's, mobiele tele-
foons).
● Door obstakels tussen de autosleutel en de
wagen, sl
echte weersomstandigheden en
leeg rakende batterijen kan het bereik hier-
van minder worden. Controlelampje in wagensleutel
Afb. 126
Controlelampje in autosleutel. Als een knop op de autosleutel kort wordt in-
g
edrukt, knip
pert
››› afb. 126 (pijl) het contro-
lelampje een keer kort. Als een knop langer
wordt ingedrukt, knippert het controlelampje
enkele keren (bijvoorbeeld in de comfortope-
ning).
Als het controlelampje na het indrukken van
de knop niet gaat branden, moeten de batte-
rijen van de autosleutel worden vervangen
››› pag. 116. Batterij vervangen Afb. 127
Autosleutel: deksel van het batterij-
v ak. Afb. 128
Autosleutel: de batterij vervangen. SEAT raadt aan om de batterij door een ge-
s
pec
iali
seerde werkplaats te laten vervan-
gen.
De batterij bevindt zich aan de achterzijde
van de wagensleutel, onder een deksel
››› afb. 127.
116
Page 119 of 340
Openen en sluiten
De batterij moet vervangen worden door een
nieu w e
xemp
laar van hetzelfde type, die ge-
plaatst wordt volgens de polariteit ››› .
D e b
atterij
vervangen
● De sleutelbaard van de wagensleutel uit-
klappen ›
›› pag. 115.
● Verwijder het deksel op achterkant van au-
tosl
eutel ››› afb. 127 in de richting van de pijl
››› .
● Haal de batterij met een geschikt dun voor-
w erp uit
het b
atterijvak ››› afb. 128.
● Plaats de nieuwe batterij in het batterijvak
en druk hem aan zo
als is aangegeven ››› afb.
128, in tegenovergestelde richting van de pijl
››› .
● Plaats het deksel in de behuizing van de
aut o
sl
eutel en druk het aan zoals wordt weer-
gegeven ››› afb. 127, in tegenovergestelde
richting van de pijl, totdat het deksel vast-
klikt. VOORZICHTIG
● Als de b
atterij niet correct wordt vervangen,
kan de autosleutel beschadigd raken.
● Het gebruik van ongeschikte batterijen kan
de autosl
eutel beschadigen. Vervang daarom
de lege batterij altijd door een nieuwe van de-
zelfde spanning en afmetingen, en met de-
zelfde kenmerken. Milieu-aanwijzing
● Lever de g e
bruikte batterijen met het oog
op milieubescherming in bij geschikte inza-
melpunten.
● De batterij van de wagensleutel kan per-
chloraat
bevatten. Leef de wettelijke bepalin-
gen voor hun verwijdering na. Autosleutel synchroniseren
Als de knop
vaak buiten de actieradius
w or
dt in
gedrukt, is het mogelijk dat de wa-
gen niet meer met de autosleutel vergren-
deld of ontgrendeld kan worden. In dit geval
moet de autosleutel zoals hierna aangege-
ven opnieuw gesynchroniseerd worden:
● De sleutelbaard van de wagensleutel uit-
klappen ›
›› pag. 115.
● Verwijder de kap van de portiergreep aan
bestuur
derszijde ›››
pag. 92.
● Druk op de knop van de autosleutel.
Hier v
oor moet in de b
uurt van de wagen zijn.
● Open de wagen binnen één minuut met de
sleutel
baard.
● Schakel met de autosleutel het contact in.
De synchr
onisatie is voltooid.
● Monteer de kap. Centrale vergrendeling en ver-
grendelsys
teem
Inleiding tot thema Lees aandachtig de aanvullende informatie
›››
p
ag. 8
De centrale vergrendeling werkt correct wan-
neer alle portieren en de achterklep volledig
gesloten zijn. Als het bestuurdersportier geo-
pend is, kan de wagen niet met de autosleu-
tel worden vergrendeld.
Als de wagen uitgerust is met Keyless Access
sluit- en startsysteem, kan de wagen enkel
vergrendeld worden als het contact uitge-
schakeld is en het bestuurdersportier geslo-
ten is.
Als een ontgrendelde wagen gedurende lan-
gere tijd geparkeerd staat (bijvoorbeeld in
een garage), is het mogelijk dat de accu van
de wagen zich ontlaadt en de motor niet ge-
start kan worden. ATTENTIE
Onjuist gebruik van de centrale vergrendeling
kan erns tig l
etsel veroorzaken.
● De centrale vergrendeling sluit alle portie-
ren af. Al
s een wagen van binnenuit vergren-
deld is, kunnen niet-geautoriseerde personen
de portieren van buitenaf de portieren niet » 117
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Page 120 of 340
Bedienen
openen en zich toegang tot de wagen ver-
sch
aff
en. In noodgevallen of bij ongelukken
kunnen de vergrendelde portieren echter de
toegang tot wagen om de inzittenden te hel-
pen in de weg staan.
● Laat kinderen of hulpbehoevenden nooit al-
leen achter in de w
agen. Met de drukknop
voor de centrale vergrendeling kunnen alle
portieren van binnenuit vergrendeld worden.
Hierdoor komen de inzittenden in de wagen
opgesloten te zitten. Opgesloten personen
kunnen aan extreem hoge of lage temperatu-
ren blootstaan.
● In een afgesloten wagen kan het, afhanke-
lijk van het
jaargetijde, zo extreem warm of
koud worden dat dit, vooral bij kleine kinde-
ren, tot ernstig letsel, ziekte of zelfs de dood
kan leiden.
● Laat nooit iemand in een vergrendelde wa-
gen achter
. In noodgevallen kan het voorko-
men dat opgesloten inzittenden de wagen
niet zelfstandig kunnen verlaten of geen hulp
kunnen krijgen. Beschrijving van centrale vergrende-
lin
g Met de centrale vergrendeling kunt u alle por-
tier
en en de ac
hterk
lep centraal ont- en ver-
grendelen:
● Van buitenaf, met autosleutel. ●
Van buiten
af met het Keyless Access
››› pag. 120-systeem,
● Van binnenuit, met drukknop voor centrale
vergrendelin
g ››› pag. 119.
Via het submenu Comfort van het menu
Configuratie of in een gespecialiseerde
werkplaats kunnen speciale functies van de
centrale vergrendeling worden in- of uitge-
schakeld ›››
pag. 26.
Als de autosleutel defect raakt, kunnen de
portieren en achterklep handmatig worden
vergrendeld of ontgrendeld.
Automatische vergrendeling (Auto Lock)
Zo nodig wordt de wagen automatisch ver-
grendeld wanneer er gereden wordt tegen
een snelheid vanaf ca.15 km/h (10 mph)
››› pag. 26. Wanneer de auto vergrendeld
is, licht het controlelampje van de knop van
de centrale vergrendeling geel ››› afb. 130
op.
Automatische ontgrendeling (Auto Unlock)
Wanneer de sleutel uit het contactslot wordt
gehaald, wordt de wagen en, zo nodig, alle
portieren en de achterklep automatisch ont-
grendeld ›››
pag. 26.
Wagen blokkeren na activeren airbags
Als de airbags door een ongeval afgaan,
wordt de wagen volledig ontgrendeld. Naar- gelang de ernst van de schade, wordt de wa-
gen na het on
geluk op de volgende manier
vergrendeld:
FunctieHandeling
De wagen ver-
grendelen met de drukknop
voor de centrale
vergrendeling:– Schakel het contact uit.
– Open een deur van de auto en
sluit ze opnieuw.
– Druk op de knop van de centrale
vergrendeling
.
De wagen ver-
grendelen met
de autosleutel:– Schakel het contact uit.
OF: de sleutel uit het contact trek-
ken.
– Een portier van de wagen één keer
openen.
– De wagen met de sleutel vergren-
delen. Let op
Als u de knoppen van de autosleutel ››› afb
.
129 of een van de centrale vergrendelings-
knoppen ››› afb. 130 herhaalde malen binnen
een korte tijd indrukt, wordt de centrale ver-
grendeling korte tijd afgesloten als bescher-
ming tegen overbelasting. De wagen is dan
ontgrendeld gedurende ca. 30 seconden. Als
u in die tijd geen van de portieren of de ach-
terklep opent, wordt de wagen automatisch
opnieuw vergrendeld. 118