Seat Arona 2017 Handleiding (in Dutch)
Page 291 of 320
Wielen
Accu laden of vervangen De accu is onderhoudsvrij en wordt in het ka-
der v
an ser
vicewerkzaamheden regelmatig
gecontroleerd. Alle werkzaamheden aan de
accu vereisen speciale deskundigheid en ge-
reedschap.
Wanneer veelvuldig korte afstanden worden
gereden en bij langdurige stilstand moet u
de accu vaker dan in het kader van de norma-
le service-intervallen door een gespeciali-
seerde werkplaats laten controleren.
Bij startproblemen vanwege te weinig accula-
ding kan dit op een defecte accu wijzen. In
dit geval adviseren wij u om de accu bij een
Erkende Seat Werkplaats te laten controleren
en respectievelijk op te laden of te vervan-
gen.
Opladen van de accu
Het laden van de accu dient door een specia-
list te gebeuren aangezien accu's met een
speciale technologie worden toegepast waar-
voor laden met spanningsbegrenzing vereist
is.
Accu vervangen
De accu is overeenkomstig de inbouwplaats
ontwikkeld en met veiligheidssystemen uit-
gerust. Originele SEAT-accu's voldoen aan alle on-
derhouds-,
v
ermogens- en veiligheidseisen
van de wagen. ATTENTIE
● Wij a dv
iseren u alleen onderhoudsvrije
resp. cyclusbestendige, lekvrije accu's vol-
gens de normen T 825 06 en VW 7 50 73 te
gebruiken. Deze norm moet van augus-
tus 2001 of recentere datum zijn.
● Vóór alle handelingen aan de accu's de
waars
chuwingen lezen en opvolgen ››› in
Gebruikt e symbo
len en waarschuwingen met
betrekking tot werkzaamheden aan de accu
van de wagen op pag. 287. Milieu-aanwijzing
Accu's bevatten giftige stoffen zoals zwavel-
zuur en lood. Z
ij moeten daarom volgens de
voorschriften worden opgeslagen en afge-
voerd en horen in geen geval bij het huisvuil. Wielen
W iel
en en b
anden
Algemene aanwijzingen Beschadigingen voorkomen
– Alleen langzaam en indien mogelijk in een
rec ht
e hoek tegen stoepranden en dergelij-
ke oprijden.
– De banden niet met olie, vet en brandstof
in aanrakin
g laten komen.
– De banden regelmatig op beschadigingen
contr o
leren (gaten, sneden, scheuren en
bulten). Scherpe voorwerpen uit het ban-
denprofiel verwijderen.
Banden opslaan
– Verwijderde banden markeren. Ze moeten
namelijk dez
elfde looprichting hebben als
ze weer worden gemonteerd.
– Verwijderde banden resp. wielen koel,
droog en z
o donker mogelijk bewaren.
– Banden in verticale stand opslaan, wan-
neer ze niet
op een velg zijn gemonteerd.
Nieuwe banden
Nieuwe banden moet u inrijden ›››
pag. 197.
Op basis van constructiekenmerken en pro-
fielvormen kan de profieldiepte van nieuwe »
289
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 292 of 320
Aanwijzingen
banden afhankelijk van de uitvoering en de
f abrik
ant
verschillend uitvallen.
Verborgen schade
Schade aan banden en velgen is vaak voor
het oog verborgen. Als de wagen vreemd trilt
of naar één kant neigt, is dit een teken dat de
banden mogelijk beschadigd zijn. De banden
moeten zo snel mogelijk bij een Erkende
Seat Werkplaats worden gecontroleerd.
Draairichtinggebonden banden
Bij draairichtinggebonden banden is de
wang van de band met pijlen gemarkeerd.
Deze draairichting beslist aanhouden. Hier-
door worden de optimale rij-eigenschappen
met betrekking tot aquaplaning, grip, geluid
en wrijving gegarandeerd. ATTENTIE
● Nieuw e b
anden hebben tijdens de eerste
500 km nog niet de optimale grip. Voorzichtig
rijden - gevaar voor ongevallen!
● Niet met beschadigde banden rijden. Ge-
vaar v
oor ongelukken.
● Wanneer u tijdens het rijden ongewone tril-
lingen of
eenzijdig trekken van de wagen con-
stateert, direct stoppen en de banden op be-
schadigingen controleren. Bandenspanning controleren
Afb. 238
Plaats van de sticker van de banden-
s p
annin
gen. De maximaal toelaatbare bandenspanning is
aan
g
e
geven op de sticker aan de achterzijde
van de portierstijl linksvoor ›››
afb. 238.
1. Sticker raadplegen voor de vereiste ban- densp
anning (zomerbanden).
2. Bandenspanning altijd bij koude banden contro
leren. Niet de bij warme banden ver-
hoogde spanning verminderen.
3. Bandenspanning aan de belading aanpas- sen. Bandenspanning
De banden
spanning is een heel belangrijke
factor, vooral bij hoge snelheden. De span-
ning moet daarom ten minste eenmaal per
maand en bovendien vóór elke lange rit wor-
den gecontroleerd.
Naargelang de wagen kan de spanning van
de banden aangepast worden op halve be-
lasting om het rijcomfort te verhogen ("com-
fort"-bandenspanning). Wanneer gereden
wordt met de comfortspanning, kan het
brandstofverbruik licht stijgen. ATTENTIE
Bij te geringe bandenspanning kan een band
gem akk
elijk klappen en een aanrijding ver-
oorzaken.
● Bij het rijden met hoge snelheden onder-
gaat een b
and met te lage bandenspanning
een grotere vervorming. Hierdoor wordt de
band te warm, wat tot het loslaten van het
loopvlak en zelfs tot het klappen van de band
kan leiden. Steeds de aangegeven banden-
spanning aanhouden.
● Te lage of te hoge bandenspanning verkort
de leven
sduur van de banden en verslechtert
het rijgedrag van de wagen - gevaar voor on-
gevallen! Milieu-aanwijzing
Te lage bandenspanning verhoogt het brand-
st of
verbruik.290
Page 293 of 320
Wielen
Levensduur van banden Afb. 239
Slijtagemerktekens van het banden-
pr ofiel
. Afb. 240
Schema voor het verwisselen van de
b anden. De levensduur is afhankelijk van de banden-
s
p
annin
g, de rijstijl en de correcte montage. Slijtagemerktekens
Op de bodem van de pr
ofielgroeven zitten
dwars op de rijrichting 1,6 mm hoge "slijta-
gemerktekens" ››› afb. 239. Deze slijtage-
merktekens zijn afhankelijk van de fabrikant
zes- tot achtmaal in dezelfde afstand op het
loopvlak geplaatst. Markeringen op de wan-
gen van de band (bijv. de letters "TWI" of
symbolen) geven de plaats van de slijtage-
merktekens aan. Bij 1,6 mm profiel, gemeten
in de profielgroeven naast de slijtagemerkte-
kens, is de wettelijk toegestane minimale
profieldiepte bereikt. Banden vervangen. In
bepaalde landen kunnen andere waarden
gelden ››› .
B anden
s
panning
Als de bandenspanning niet correct is kan er
een sterke slijtage optreden of kan de band
zelfs klappen. Bandenspanning daarom ten
minste eenmaal per maand controleren
››› pag. 290.
Rijstijl
snel rijden door bochten, snel accelereren en
sterk remmen verhogen de slijtage van de
banden.
Wielen verwisselen
Bij een sterkere slijtage van de banden van
de voorwielen is het raadzaam de voor- en
achterwielen overeenkomstig het weergege-
ven schema te verwisselen ››› afb. 240. Daar- door krijgen de banden ongeveer dezelfde le-
vensduur
.
Balans van de wielen
De wielen van een nieuwe wagen zijn geba-
lanceerd. Tijdens het rijden kan echter door
verschillende invloeden een onbalans ont-
staan die merkbaar is aan trillingen in het
stuurwiel.
Omdat onbalans ook voor extra slijtage van
de stuurinrichting, de wielophanging en de
banden zorgt, moeten de wielen opnieuw
worden gebalanceerd. Bovendien moet een
wiel opnieuw worden gebalanceerd, nadat
een nieuwe band is geplaatst.
Verkeerde uitlijning
Een verkeerde uitlijning van het onderstel
zorgt niet alleen voor verhoogde slijtage van
de banden, maar beïnvloedt ook de rijveilig-
heid. Bij sterke slijtage moet u daarom de
stand van de wielen bij een Erkende Seat
Werkplaats laten controleren. ATTENTIE
Wanneer een band tijdens het rijden klapt,
bes t
aat er gevaar voor een ongeval!
● De banden moeten op zijn laatst vervangen
worden a
ls de slijtagemerktekens gesleten
zijn ››› pag. 291. Anders bestaat er gevaar
voor ongelukken. Met versleten banden, » 291
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 294 of 320
Aanwijzingen
vooral bij hoge snelheid op nat wegdek heb-
ben de banden s
l
echt grip. Bovendien is de
kans groter dat de wagen gaat "glijden"
(aquaplaning).
● Bij het rijden met hoge snelheden onder-
gaat een b
and met te lage bandenspanning
een grotere vervorming. Hierdoor wordt de
band te warm. Dit kan tot het loslaten van het
loopvlak en zelfs tot een klapband leiden -
gevaar voor ongevallen! Steeds de aangege-
ven bandenspanning aanhouden.
● Bij sterke bandenslijtage de instellingen
van het onder
stel bij een Erkende Seat Werk-
plaats laten controleren.
● Chemicaliën zoals olie, brandstof of rem-
vloeist
of uit de buurt van de banden houden.
● Defecte banden of velgen direct vervangen! Milieu-aanwijzing
Te lage bandenspanning verhoogt het brand-
st of
verbruik. Nieuwe banden en velgen
Nieuwe banden en velgen moet u inrijden.
B
anden en
v
elgen zijn belangrijke construc-
tie-elementen. De door SEAT vrijgegeven ban-
den en velgen zijn exact op het bijbehorende
wagenmodel afgestemd en leveren daarmee
een belangrijke bijdrage tot een stabiele
wegligging en tot veilig rijden ››› .Banden niet afzonderlijk vervangen, maar
t
en min
s
te per as. Kennis van de bandenge-
gevens maakt de juiste keuze gemakkelijker.
Radiaalbanden zijn op de flanken voorzien
van een opschrift voor het bandentype, bijv.:
195/55 R16 91V
Dit betekent:
Bandbreedte in mm
Hoogte-breedteverhouding in %
Code voor het type band Radiaal
Diameter van de velgen in inches
Code voor het laadvermogen
Snelheidscode
Op de banden kunnen ook staan:
● een markering van de draairichting
● "Reinforced" als markering voor banden
met v
ersterkte uitvoering.
De productiedatum staat ook op de flank
(eventueel alleen op de binnenzijde van de
band).
"DOT ... 1116 ..." betekent bijvoorbeeld dat
de band in de 11e week van het jaar 2016 is
geproduceerd.
Wij adviseren u om alle werkzaamheden aan
de banden of velgen bij een Erkende Seat
Werkplaats te laten uitvoeren. Deze is met de
noodzakelijke speciale gereedschappen en
onderdelen uitgerust, bezit de vereiste vak- 195
55
R
16
91
V kennis en is erop ingesteld om oude banden
milieubewu
st op te slaan en af te voeren.
Bij een Erkende Seat Werkplaats weet men
welke technische mogelijkheden voor de
aanpassing en het naderhand plaatsen van
banden, velgen en wieldoppen nodig zijn. ATTENTIE
● Wij a dv
iseren u uitsluitend banden of vel-
gen te gebruiken die door SEAT voor uw mo-
del wagen zijn vrijgegeven. Anders kan de
verkeersveiligheid negatief worden beïnvloed
– gevaar voor ongelukken!
● Alleen in geval van nood en met overeen-
komstig
voorzichtige rijstijl banden gebrui-
ken, die ouder dan 6 jaar zijn.
● Geen gebruikte banden opleggen waarvan
u de "vorige g
ebruiksomstandigheden" niet
kent.
● Wanneer u naderhand wieldoppen mon-
teert, er
op letten dat voldoende luchttoevoer
voor de koeling van het remsysteem is ge-
waarborgd.
● Op alle vier de wielen radiaalbanden van
hetzelfde ty
pe, dezelfde grootte (afrolomtrek)
en met hetzelfde profiel gebruiken. Milieu-aanwijzing
Oude banden moeten overeenkomstig de mi-
lieuv oor
schriften worden opgeslagen en afge-
voerd. 292
Page 295 of 320
Wielen
Let op
● in een Ser v
icecentrum van SEAT moet geke-
ken worden of velgen en banden met een an-
dere afmeting dan de oorspronkelijke plaat-
sing bij SEAT gemonteerd kunnen worden, en
welke combinaties zijn toegestaan tussen de
vooras (as 1) en achteras (as 2).
● Om technische redenen kunt u normaal ge-
sprok
en de velgen van andere wagens niet
gebruiken. Dit geldt soms zelfs voor velgen
van hetzelfde model wagen. Als u banden of
velgen gebruikt die niet door SEAT voor uw
model zijn goedgekeurd, dan kan de toela-
ting van uw wagen voor de openbare weg on-
geldig worden.
● Als de uitvoering van het reservewiel af-
wijkt
van de banden waarmee wordt gereden
- zoals bij winterbanden - mag het reserve-
wiel alleen in geval van pech korte tijd en met
overeenkomstig voorzichtige rijstijl worden
gereden. Het moet zo snel mogelijk weer door
een normaal wiel worden vervangen. Wielbouten
De constructie van velgen en wielbouten is
op elk
aar af
g
estemd. Bij elke aanpassing
aan andere velgen de erbij behorende wiel-
bouten met de juiste lengte en vorm gebrui-
ken. De bevestiging van de wielen en de
werking van het remsysteem hangt daarvan
af. Soms mag u geen wielbouten van wagens
van dezelf
de productieserie gebruiken
››› pag. 265. ATTENTIE
Bij verkeerde behandeling van de wielbouten
kan het w
iel tijdens het rijden losraken - ge-
vaar voor ongevallen!
● Wielbouten moeten schoon zijn en gemak-
kelijk dr
aaien. Zij mogen echter nooit met vet
of olie worden behandeld.
● Alleen die wielbouten gebruiken, die bij de
betreffende
velg horen.
● Wanneer de wielbouten met een te laag
aanhaalmoment
zijn aangetrokken, kunnen
de wielen tijdens het rijden losraken - gevaar
voor ongevallen! Door een te groot aanhaal-
moment kan de wielbout resp. de schroef-
draad worden beschadigd. VOORZICHTIG
Het voorgeschreven aantrekmoment van de
wiel bout
en bij stalen en lichtmetalen velgen
bedraagt 120 Nm. Bandenspanningscontrole*
Afb. 241
Middenconsole: toets van de ban-
den s
p
anningscontrole. Het bandenspanningscontrolesysteem verge-
lijkt
de om
w
entelingen en dus de loopcirkel-
diameter van elk wiel met behulp van de ESC.
Een wijziging in de loopcirkeldiameter van
een wiel wordt aangegeven door het contro-
lelampje van de banden . De loopcirkeldia-
meter van een band varieert als:
● De bandenspanning onvoldoende is.
● De bandenstructuur beschadigd is.
● De wagen onevenwichtig geladen is.
● De wielen van een as dragen meer last (bij-
voorbeeld b
ij het rijden met een aanhangwa-
gen of bij het op- en afrijden van steile hellin-
gen).
● De wagen met sneeuwkettingen rijdt.
● Het reservewiel gemonteerd is. »
293
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 296 of 320
Aanwijzingen
● Het w
iel
van een as werd vervangen.
Bandenspanning instellen
Nadat u de bandenspanning heeft gewijzigd
of een of meerdere wielen heeft vervangen,
moet de nieuwe bandenspanning in het Easy
Connect-systeem worden opgeslagen met de
toets en de functietoets
S
ETUP ›››
p
ag. 33.
U k u
nt ook de toets ››› afb. 241 ingedrukt
houden, bij ingeschakeld contact, tot een
akoestisch signaal klinkt.
Als de wielen een hoge last dragen (bijvoor-
beeld bij het rijden met een aanhangwagen
of bij een zware belasting), dient de banden-
spanning te worden bijgesteld volgens de
aanbevolen waarde in geval van maximale
belasting (zie de sticker aan de achterzijde
van de portierstijl linksvoor). Indrukken de
toets van het controlesysteem voor banden
om de nieuwe spanningswaarde te bevesti-
gen.
Het controlelampje van de bandenspan-
ningscontrole licht op
Als de bandenspanning onder de door de be-
stuurder ingestelde waarde komt, zal het
controlelampje van het bandenspannings-
controlesysteem oplichten ››› . ATTENTIE
● Wanneer het c
ontrolelampje voor de ban-
den oplicht, onmiddellijk de snelheid vermin-
deren en bruuske rem- of draaimanoeuvres
vermijden. Zo snel mogelijk stoppen en de
staat en de spanning van alle banden contro-
leren.
● De bestuurder draagt de verantwoordelijk-
heid voor de c
orrecte bandenspanning. Daar-
toe dient de spanning regelmatig gecontro-
leerd te worden.
● In bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij spor
tief rijden, winterse weersomstandig-
heden of niet-geasfalteerde wegen) is het
mogelijk dat het controlelampje voor de ban-
den met vertraging of helemaal niet werkt. Let op
Bij het loskoppelen van de accu zal het gele
contr o
lelampje oplichten bij het inschake-
len van het contact. Na een korte rit dient het
lampje uit te gaan. Reservewiel (noodloopwiel)*
Pl aat s
en gebruik van het noodreser-
vewiel U vindt het noodreservewiel onder de laad-
vloer in de b
ag
ag
eruimte en het is met een
wieltje vastgezet. Gebruik van het noodreservewiel
Het noodre
servewiel is alleen bedoeld om
naar een werkplaats te rijden in geval van
een lek of spanningsverlies. Daarom het
noodreservewiel zo snel mogelijk door een
normaal wiel vervangen.
Voor het gebruik van het noodreservewiel
zijn er enkele beperkingen. Het noodreserve-
wiel is speciaal voor uw wagenmodel ontwor-
pen en het moet daarom niet met een ander
noodreservewiel verwisseld worden.
Om de velg van het noodreservewiel mag
geen normale of winterband worden gelegd.
Sneeuwkettingen
Het gebruik van sneeuwkettingen op het
noodreservewiel is om technische redenen
niet toegestaan.
Als u toch met sneeuwkettingen moet rijden
en bandenpech bij een voorwiel hebt, het
noodreservewiel op de plaats van een achter-
wiel plaatsen. Bevestig de sneeuwkettingen
op het achterwiel en verwissel dit met het
lekke voorwiel.
Verwijdering van het reservewiel in wagens
met Beats Audio ®
-systeem (6 luidsprekers +
1 subwoofer)*
● Bouw de vloer van het ruim (mat) van de
sub woofer
op onderstaande wijze uit:
294
Page 297 of 320
Wielen
● Tr
ek
de mat naar boven om hem te verwij-
deren.
● Koppel de kabel van de subwoofer
-luid-
spreker los.
● Draai het bevestigingswiel tegen de klok
in.
● Haal de subwoofer-luidspreker en het re-
serv
ewiel eruit.
● Plaats bij het opnieuw inbouwen van het
reser
vewiel, de subwoofer in de richting van
de pijl en met de aanduiding "FRONT" naar
voren.
● Sluit de kabel van de luidspreker opnieuw
aan en draai het w
ieltje krachtig rechtsom
om het geheel van subwoofer en wiel stevig
te bevestigen. ATTENTIE
● Na montag e
van het noodreservewiel moet
u de bandenspanning zo snel mogelijk con-
troleren - gevaar voor ongelukken! U vindt de
bandenspanning aan de achterzijde op de
portierstijl rechtsvoor.
● Rij met het noodreservewiel niet harder
dan 80 km/u (50 mph): gev
aar op ongeluk-
ken!
● Acceleraties, stevig remmen en snel door
bochten rijden
vermijden - gevaar op onge-
lukken!
● Nooit met meer dan één noodreservewiel
rijden - gevaar
voor ongelukken! ●
Om de v el
g van het noodreservewiel mag
geen normale of winterband worden gelegd. Winterservice
Wint erb
anden In de winter worden de rij-eigenschappen van
de wag
en door w
interbanden beduidend be-
ter. Zomerbanden hebben wegens hun con-
structie (breedte, rubbersamenstelling, pro-
fielvorming) op ijs en sneeuw minder grip.
De bandenspanning voor winterbanden moet
0,2 bar (2,9 psi/20 kPa) hoger zijn dan voor
zomerbanden (zie sticker aan de achterzijde
van de portierstijl linksvoor).
Gebruik winterbanden op alle vier de wielen.
De toegelaten winterbandenmaten zijn in de
wagendocumentatie aangegeven. Alleen win-
terradiaalbanden gebruiken. Alle in de wa-
genpapieren aangegeven banden kunnen
ook als winterbanden worden gebruikt.
Winterbanden verliezen grotendeels hun win-
tereigenschappen, als het profiel tot op 4
mm is afgesleten.
Voor winterbanden gelden afhankelijk van de
snelheidscode ››› pag. 292, Nieuwe banden
en velgen de volgende snelheidsbeperkin-
gen: ››› max. 160 km/u (99 mph)
m
ax. 180 km/u (112 mph)
m ax. 190 km/u (118 mph)
m
ax. 210 km/u (130 mph)
Bij wagens die de betreffende topsnelheid
van de winterbanden kunnen overschrijden,
moet een sticker in het blikveld van de be-
stuurder zijn aangebracht. Deze stickers zijn
bij de Erkende Seat Werkplaats verkrijgbaar.
Houd u aan de wettelijke bepalingen van elk
land.
Op tijd de winterbanden verwijderen, want
op sneeuw- en ijsvrije straten zijn de rij-ei-
genschappen met zomerbanden beter.
Let bij bandenpech op de aanwijzing voor het
reservewiel ››› pag. 292, Nieuwe banden en
velgen. ATTENTIE
De toegestane maximumsnelheid voor win-
terb anden m
ag niet overschreden worden.
Anders raken de banden beschadigd – gevaar
voor ongelukken. Milieu-aanwijzing
Op tijd weer de zomerbanden plaatsen. Op
deze m anier i
s er minder lawaai onder het rij-
den, slijten de banden minder en verbruikt de
wagen minder brandstof. Q
S
T
H
295
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 298 of 320
Technische gegevens
Technische gegevens
T ec
hni
sche kenmerken
Wat u moet weten Belangrijk De gegevens in de officiële documenten bij
uw w
ag
en hebben altijd voorrang op de ge-
gevens in dit instructieboekje.
Alle technische gegevens in dit boekje gel-
den voor de modellen met standaarduitrus-
ting in Spanje. De motor waarmee uw wagen
is uitgerust, wordt vermeld op de sticker met
wagengegevens in het Onderhoudsprogram-
ma of in de wagendocumentatie.
Door meeruitvoeringen of speciale type-uit-
voeringen en ook bij speciale wagens en wa-
gens voor andere landen kunnen de aange-
geven waarden afwijken. De afkortingen die in dit hoofdstuk techni-
sc
he g
egevens gebruikt worden
kWKilowatt, aanduiding voor het motorver-
mogen.
pkPaardenkracht, (verouderde) aanduiding
voor het motorvermogen.
bij
omw/minOmwentelingen per minuut van de motor
(toerental).
NmNewtonmeter, eenheid voor het motor-
koppel.
CZCetan-Zahl (cetaangetal), maat voor de
bepaling van de zelfontbranding van de
dieselolie.
RONResearch Octane Number (octaangetal),
maat voor de bepaling van de klopvast-
heid van benzine. Kenmerkende wagengegevens
Afb. 242
Sticker met wagengegevens (baga-
g eruimt
e). Afb. 243
Chassisnummer. Chassisnummer
Het
ch
assisnummer vindt u in het Easy Con-
nect-systeem, op de gegevenssticker van de
296
Page 299 of 320
Technische kenmerken
wagen en onder de voorruit, aan bestuur-
der s
z
ijde ››› afb. 243. Bovendien is het chas-
sisnummer te vinden in het motorcomparti-
ment, aan de rechterzijde. Het nummer is in-
gegraveerd in de bovenste langsligger, maar
is daar deels afgedekt.
Chassisnummer in Easy Connect-systeem
● Selecteer: toets > functietoets
SETUP >
Service > Chassisnummer .
T y
pep
laatje
Het typeplaatje zit op de achterste stijl van
het portier rechtsvoor. Wagens voor bepaalde
landen hebben geen typeplaatje.
Sticker met wagengegevens
De sticker met wagengegevens is in de reser-
vewielkuip in de bagageruimte en op de ach-
terzijde van het Onderhoudsprogramma aan-
gebracht.
Op de sticker met wagengegevens staan de
volgende gegevens: ››› afb. 242
Chassisnummer (wagennummer)
Soort auto, model, cilinderinhoud, type
motor, afwerking, motorvermogen en ty-
pe versnellingsbak
Code motor, code versnellingsbak, code
lak buitenzijde en code interieuruitvoe-
ring
Optionele uitrusting en PR-nummers
1 2
3
4 Motorcode
D
e mot
or
code kan worden geraadpleegd in
het instrumentenpaneel bij uitgezette motor
en ingeschakeld contact.
● Houd de toets 0.0/SET
4
› ››
afb
. 124 lan-
g
er dan 15 seconden ingedrukt.
Gegevens inzake het brand-
stof
verbruik
Brandstofverbruik Het goedgekeurde brandstofverbruik is afge-
l
eid uit
metin
gen uitgevoerd door of onder
toezicht van keuringsinstanties die zijn ge-
certificeerd door de EG conform de geldende
voorschriften op elk moment (voor gedetail-
leerde informatie raadpleegt u het bureau
verantwoordelijk voor publicaties van de Eu-
ropese Unie op EUR-Lex: © Europese Unie,
http://eur-lex.europa.eu/) en geldt voor de
aangegeven wagenkenmerken.
Het brandstofverbruik en de CO 2-uitstoot
kunnen worden geraadpleegd in de docu-
mentatie die wordt overhandigd aan de ko-
per van de wagen op het moment van aan-
schaf.
Het brandstofverbruik en de CO 2-uitstoot
hangen af van de uitrusting/accessoires van
elk individueel voertuig alsook van de rijstijl, de wegomstandigheden, de verkeerssituatie,
de omgev
ingscondities, de lading en het
aantal passagiers. Let op
In de praktijk kunt u, t.g.v. alle zojuist ge-
noemde fact or
en, verbruikswaarden verkrij-
gen die afwijken van de berekende waarden
aan de hand van de geldende Europese richt-
lijnen. Gewichten
De waarde voor het leeggewicht geldt voor
het
b
a
sismodel met 90% gevulde brandstof-
tank zonder optionele uitrusting. In de aan-
gegeven waarde zijn 75 kg opgenomen voor
de bestuurder.
Bij speciale modellen en meeruitvoering of
door het naderhand monteren van accessoi-
res kan het leeggewicht toenemen ››› .
ATTENTIE
● Let er
op dat bij het vervoer van zware voor-
werpen de rij-eigenschappen door verplaat-
sing van het zwaartepunt wijzigen - gevaar
voor ongelukken! Pas uw rijstijl en de snel-
heid steeds aan de omstandigheden aan.
● Overschrijd nooit de toelaatbare asbelas-
tingen en het
toelaatbare totaalgewicht.
Wanneer de toelaatbare gewichten overschre-
den worden, veranderen de rij-eigenschappen » 297
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 300 of 320
Technische gegevens
van de wagen waardoor mogelijk ongevallen,
lich
amelijk
letsel en wagenschade veroor-
zaakt kunnen worden. Rijden met een aanhangwagen
Aanhan g
wagengewichtenDe door ons vrijgegeven aanhangwagenge-
wic
ht
en en kogeldrukken zijn in het kader
van intensieve tests bepaald volgens exact
vastgelegde criteria. De goedgekeurde ge-
wichten van aanhangwagens gelden voor wa-
gens in de EU en altijd tot een maximale
snelheid van 80 km/u (50 mph) (in uitzon-
derlijke gevallen tot 100 km/u (62 mph)). Bij
wagens voor andere landen kunnen deze
waarden afwijken. U moet altijd uitgaan van
de gegevens op het kentekenbewijs ››› .
K og
el
druk
De maximaal toelaatbare kogeldruk mag niet
hoger zijn dan 75 kg.
In het belang van de rijveiligheid adviseren
wij tijdens het rijden de maximaal toelaatba-
re kogeldruk te benutten. Een te geringe ko-
geldruk heeft een negatieve invloed op het
rijgedrag van de wagen met aanhangwagen.
Als de maximaal toelaatbare kogeldruk niet
kan worden gehaald (bijv. bij kleine, lege en
lichte eenassige aanhangwagens resp. tan- demaanhangwagens met een asafstand klei-
ner dan 1,0 m), is
ten minste 4% van het
daadwerkelijke aanhangwagengewicht als
kogeldruk wettelijk voorgeschreven. ATTENTIE
● Uit v
eiligheidsoverwegingen mag u met
een aanhangwagen niet harder rijden dan 80
km/u (50 mph). Dat geldt ook voor landen
waarin een hogere maximumsnelheid geldt.
● Overschrijd nooit het toelaatbare aanhang-
wagen
gewicht en de toelaatbare kogeldruk.
Wanneer de toelaatbare gewichten overschre-
den worden, veranderen de rij-eigenschappen
van de wagen waardoor mogelijk ongevallen,
lichamelijk letsel en wagenschade veroor-
zaakt worden. Wielen
B anden
s
panning en wielbouten Bandenspanning
D
e s
tic
ker met de bandenspanningswaarden
vindt u aan de achterzijde op de portierstijl
linksvoor. De daar aangegeven waarden voor
de bandenspanning gelden voor koude ban-
den. De verhoogde bandenspanning bij war-
me banden niet verlagen ››› .
D e s
p
anning van de winterbanden is zoals
die van de zomerbanden plus 0,2 bar
(2,9 psi / 20 kPa). Wielbouten
Na het v
erwisselen van een wiel het aanhaal-
moment van de wielbouten zo snel mogelijk
met een momentsleutel controleren ››› . Het
aanh aalmoment
b
ij stalen en lichtmetalen
velgen bedraagt 120 Nm. ATTENTIE
● Ten min s
te eenmaal per maand de banden-
spanning controleren. De juiste waarden voor
de bandenspanning zijn van groot belang. Als
de bandenspanning te laag of te hoog is, be-
staat vooral bij hoge snelheden het gevaar
voor ongevallen!
● Wanneer de wielbouten met een te klein
aanhaalmoment
zijn gemonteerd, kunnen de
wielen tijdens het rijden losraken - gevaar
voor ongevallen! Door een te groot aanhaal-
moment kan de wielbout resp. de schroef-
draad worden beschadigd. Let op
Wij adviseren u om u in de werkplaats van
een officiël e de
aler te laten informeren over
de afmetingen van de velgen, banden en
sneeuwkettingen. 298