Seat Arona 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: SEAT, Model Year: 2017, Model line: Arona, Model: Seat Arona 2017Pages: 320, PDF Size: 6.73 MB
Page 261 of 320

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
VOORZICHTIG
● Indien u de hendel v
asthoudt en niet volle-
dig omlaag tot de aanslag drukt, zal de af-
neembare kogelkop na verwijdering boven-
aan blijven en niet in de reservestand vastge-
zet zijn. De afneembare kogelkop moet in de-
ze stand worden geplaatst vóór de volgende
montage.
● Houd de afneembare kogelkop in de reser-
ves
tand met de sleutel ingestoken in de hou-
der, terwijl u hem omlaag brengt met de te-
genoverliggende kant. Er bestaat risico op
schade aan de sleutel!
● Oefen niet te veel druk uit bij het hanteren
van de hendel (g
a er bijv. niet op leunen)! Let op
Verwijder het vuil van de afneembare kogel-
kop v
oordat u hem bewaart met het wagenge-
reedschap. Werking en behandeling
Sluit de holte van de houder met de afdek-
k
in
g
zodat geen vuil kan binnendringen.
Voordat een aanhangwagen wordt aangekop-
peld, dient u altijd de kogelkop te controle-
ren en zo nodig te behandelen met geschikt
smeervet. Gebruik de beschermende afdekking om de
afneembar
e kogelkop te bewaren en zo de
bagageruimte te beschermen tegen vuil.
Indien er vuil is, reinig dan de oppervlakken
van de holte van de houder en behandel ze
met een geschikt onderhoudsmiddel. VOORZICHTIG
Het bovenste deel van de haakhouder is voor-
zien v
an smeervet. Let erop dat het vet niet
wordt weggeveegd. Rijden met een aanhangwagen
W aar moet
u op l
etten bij het rijden
met een aanhangwagen? De wagen kan ook gebruikt worden voor het
tr
ekk
en
van een aanhangwagen als deze
daarvoor technisch uitgerust is.
Voor het naderhand monteren van een trek-
haak ›››
pag. 263.
Stekerverbinding
Voor de elektrische verbinding tussen wagen
en aanhangwagen is uw wagen voorzien van
een 13-polig stopcontact.
Wanneer de aanhangwagen een 7-polige
stekker heeft, moet u een bijbehorende adapterkabel gebruiken. Deze is bij iedere Er-
kende Se
at Werkplaats verkrijgbaar.
Aanhangwagengewicht/kogeldruk
De toegestane aanhangwagengewicht mag
niet overschreden worden. Als u de toelaat-
bare aanhangwagenlast niet volledig ge-
bruikt, kunt u steilere hellingen oprijden.
De vermelde aanhangwagengewichten gel-
den alleen voor hoogten tot 1.000 m boven
de zeespiegel. Aangezien bij toenemende
hoogte door de afnemende luchtdichtheid
het motorvermogen daalt en daardoor ook
het klimvermogen vermindert, neemt ook het
toelaatbare aanhangwagengewicht overeen-
komstig af. Per 1.000 m hoogtetoename
moet het toelaatbare gewicht van de combi-
natie met 10% worden verminderd. Het trein-
gewicht is de som van het gewicht van de
(beladen) wagen en dat van de (beladen)
aanhangwagen. De toelaatbare kogeldruk op
de kogelkop van de trekhaak zo veel moge-
lijk gebruiken, maar niet overschrijden.
De gegevens over het aanhangwagengewicht
en de kogeldruk op het typeplaatje van de
trekhaak zijn slechts testwaarden. De waar-
den van de wagen, die vaak lager zijn dan
deze waarden, vindt u in de wagendocumen-
tatie of in de ›››
hoofdstuk Technische Gege-
vens. »
259
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 262 of 320

Bedienen
Verdeling van de lading
D e l
a
ding in de aanhangwagen zo verdelen,
dat zware voorwerpen zo dicht mogelijk bij
de as liggen. Ervoor zorgen dat voorwerpen
niet kunnen verschuiven.
Bandenspanning
De maximaal toelaatbare bandenspanning is
aangegeven op de sticker aan de achterzijde
van de portierstijl rechtsvoor. De banden-
spanning van de aanhangwagen kiezen vol-
gens de aanbevelingen van de aanhangwa-
genfabrikant.
Buitenspiegels
Als u het verkeer achter de aanhangwagen
niet met de gewone buitenspiegels kunt
overzien, moet u extra buitenspiegels laten
plaatsen. Beide buitenspiegels moeten aan
inklapbare uitstekende delen zijn bevestigd.
De buitenspiegels zo instellen, dat u goed
zicht naar achteren hebt.
Sleepkabel
Gebruik altijd een kabel tussen de wagen en
de aanhangwagen ››› pag. 260.
Achterlichten van de aanhangwagen
De achterlichten van de aanhangwagen moe-
ten aan de overeenkomstige normen voldoen
››› pag. 260. ATTENTIE
Nooit personen in een aanhangwagen vervoe-
ren - l ev
ensgevaarlijk! Let op
● Van w
ege de hogere belasting van de wagen
bij regelmatig gebruik van een aanhangwa-
gen adviseren wij u om in zo'n geval de wa-
gen ook tussen de voorgeschreven onder-
houdsbeurten in te laten nakijken.
● Vraag na of er in uw land speciale voor-
schrif
ten gelden voor het rijden met een aan-
hangwagen. De aanhangwagen vasthaken en aan-
s
luit
en Afb. 233
Schematische weergave: toewijzing
v an de pinnen v
an het stopcontact voor de
aanhangwagen.
Legenda van de schematische weergave ››› afb.
233:
PinBetekenis
1Linker knipperlicht
2Achterste mistlicht
3Massa, pinnen 1, 2, 4 tot 8
4Rechter knipperlicht
5Rechterachterlicht
6Remlicht
7Linkerachterlicht
8Achteruitrijlicht
9Continu plus
10Kabel zonder positieve lading
11Aarding, pin 10
12Zonder functie
13Aarding, pin 9 Stopcontact voor aanhanger
V
oor de el
ektri
sche verbinding tussen de wa-
gen en de aanhangwagen beschikt de wagen
over een 13-polig stopcontact. Indien het
systeem vaststelt dat een aanhangwagen
elektrisch is aangesloten, ontvangen de ver-
bruikers van de aanhangwagen spanning via
de elektrische aansluiting.
260
Page 263 of 320

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
Pin 9 is continu plus. De binnenverlichting
v an de aanh
an
gwagen kan er bijvoorbeeld
mee worden gevoed. Pin 10 ontvangt enkel
spanning wanneer de motor draait. Met de
laadkabel (pin 10) wordt opgeladen, bijv. de
accu van een caravan.
Pin 9 en pin 10 mogen niet met elkaar ver-
bonden worden, om ontladen of beschadi-
ging van de accu van de wagen te vermijden.
De massakabels, pin 3, pin 11 en pin 13 mo-
gen nooit met elkaar verbonden worden om
het elektrisch systeem niet te overbelasten.
Wanneer de aanhangwagen een 7-polige ste-
ker heeft, moet u een bijbehorende adapter-
kabel gebruiken. In dat geval is de functie
van pin 10 niet beschikbaar.
Maximaal elektrisch verbruik van de aan-
hangwagen
Remlicht (totaal)84 watt
Knipperlichten, elke zijde42 watt
Remlicht (totaal)100 watt
Achterlichten (totaal)42 watt
Achterste mistlicht42 watt
Overschrijd de aangeduide waarden nooit! Let op
● Als
de achterlichten van de aanhangwagen
niet correct aangesloten zijn, kan de elektro-
nica van de wagen beschadigd raken.
● Als de aanhangwagen te veel stroom ver-
bruikt, kan de elektr
onica van de wagen be-
schadigd raken.
● Sluit het elektrische systeem van de aan-
hang
wagen nooit direct aan op de elektrische
aansluitingen van de achterlichten of andere
voedingsbronnen. Gebruik alleen geschikte
aansluitingen voor de voeding van de aan-
hangwagen. Kogelkop van de trekhaak*
Een gebruiksaanwijzing voor het goed in- en
uit
bou
w
en van de kogelkop van de trekhaak
zit bij de kogelkop. ATTENTIE
De kogelkop van de trekhaak moet goed be-
ve s
tigd zijn zodat wordt voorkomen dat deze
rondvliegt in geval van een plotseling ma-
noeuvre en verwondingen veroorzaakt aan de
inzittenden. Let op
● Bij ritten z
onder aanhangwagen moet de
kogelkop worden verwijderd, als deze het
zicht op de kentekenplaat vermindert. Rijden met een aanhangwagen
Afb. 234
De 13-polige steker draaien Vóór elke rit
● Neem de 13-polige steker vast aan het deel
A en trek hem in de richting van de pijl
› ›
›
afb. 234 eruit.
● Verwijder de beschermende afdekking 5 ›››
afb. 222 n
aar boven.
Na elke rit
● Neem de 13-polige steker vast aan het deel
A en steek hem in tegengestelde richting
v an de pijl
›
›› afb. 234 erin.
● Plaats de beschermende afdekking 5 ›››
afb. 222 op de k
ogelkop.
Veiligheidsring
De veiligheidsring B
› ›
› afb
. 234 dient om de
bevestigingskabel van de aanhangwagen
vast te haken. »
261
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 264 of 320

Bedienen
Bij het vasthaken aan de veiligheidsring
moet de bev
e
stigingskabel buigen in alle
standen van de aanhangwagen ten opzichte
van het voertuig (scherpe bochten, achteruit
rijden enz.).
Koplampen
De voorkant van de wagen kan omhoog ko-
men wanneer de aanhangwagen is aange-
koppeld en het licht kan de andere wegge-
bruikers verblinden.
Pas de hoogte van de koplampen aan met de
draairegelaar van het bereik van de lichtbun-
del 1)
. ATTENTIE
● Gebruik nooit
de veiligheidsring om te sle-
pen!
● Pas de rijsnelheid aan op de staat van het
wegdek
en verkeerssituatie.
● De werkzaamheden aan het elektrisch sys-
teem mogen uit
sluitend in een gespeciali-
seerde werkplaats uitgevoerd worden.
● Sluit het elektrische systeem van de aan-
hang
wagen nooit rechtstreeks aan op de
elektrische aansluitingen van de achterlich-
ten of een andere voedingsbron.
● Na het vastkoppelen van de aanhangwagen
en het aans
luiten van de stekker moet de werking van de achterlichten van de aan-
han
g
wagen worden nagegaan. Let op
● Indien er een s torin
g is in de verlichting
van de aanhangwagen, controleert u de zeke-
ringen in de zekeringenhouder van het dash-
board ›››
pag. 59.
● Door het contact van de bevestigingskabel
met de v
eiligheidsring kan een mechanische
slijtage van de bescherming van het ringop-
pervlak plaatsvinden. Deze slijtage hindert in
geen geval de werking van de veiligheidsring
en vormt ook geen storing; ze is uitgesloten
van de garantie.
● Bij het aan- en loskoppelen van de aan-
hang
wagen moet de handrem van het trek-
kende voertuig bediend zijn. Alarmsysteem
Als de wagen vergrendeld is, wordt het alarm
g
e
activ
eerd wanneer de elektrische verbin-
ding met de aanhangwagen onderbroken
wordt.
Schakel het alarmsysteem altijd uit voordat u
een aanhangwagen aankoppelt of afkoppelt
››› pag. 136. Voorwaarden om een aanhangwagen op te
nemen in het al
armsysteem.
● De wagen is in de productie uitgerust met
een alarmsys
teem en een trekhaak.
● De aanhangwagen is via de steker van de
aanhang
wagen elektrisch verbonden met het
trekkende voertuig.
● Het elektrische systeem van het voertuig en
de aanhang
wagen is gebruiksklaar.
● De wagen is met de contactsleutel vergren-
deld en het al
armsysteem is geactiveerd. VOORZICHTIG
Om technische redenen zijn de aanhangwa-
gen s
met led-achterlichten niet geïntegreerd
in het alarmsysteem. Aanwijzingen voor het rijden
Bij het rijden met aanhangwagen moet u bij-
z
onder
v
oorzichtig zijn.
Gewichtsverdeling
Bij een lege wagen en een beladen aanhang-
wagen is de gewichtsverdeling heel ongun-
stig. Als u toch een rit moet afleggen in deze
voorwaarden, rijd dan heel langzaam. 1)
Dit is niet geldig voor wagens met bixenon-ko-
pl ampen.
262
Page 265 of 320

Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen
Snelheid
M et
t
oenemende snelheid vermindert de
rijstabiliteit van de wagen met aanhangwa-
gen. Daarom bij slecht wegdek, slecht weer
en/of veel wind onder de wettelijk voorge-
schreven maximumsnelheid blijven. Deze
aanbeveling geldt vooral in het geval van
steile hellingen.
In elk geval de snelheid direct verlagen, zo-
dra u ook maar de minste slingerbeweging
van de aanhangwagen bemerkt. Probeer in
geen geval de wagen met aanhangwagen
weer "recht te krijgen" door te accelereren.
Op tijd remmen! Bij een aanhangwagen met
oplooprem eerst zacht , daarna stevig rem-
men. Zo voorkomt u remstoten door blokke-
rende wielen van de aanhangwagen. Op
steile hellingen tijdig terugschakelen, opdat
er op de motor geremd kan worden.
Oververhitting
Houd, wanneer u bij zeer hoge buitentempe-
raturen een langere helling moet oprijden in
een lage versnelling en met een hoog motor-
toerental, de koelvloeistoftemperatuurmeter
goed in de gaten ››› pag. 118.
Elektronische stabiliseringscontrole (ESC)*
De ESC* helpt een slippende of slingerende
aanhangwagen te stabiliseren. Trekhaak naderhand monteren*
Afb. 235
Bevestigingspunten voor de trek-
h aak. Het naderhand inbouwen van een trekhaak
moet
v
olgens de voorschriften van de trek-
haakfabrikant gebeuren. De bevestigingspunten
A voor de trekhaak
z itt
en aan de onderk
ant van de wagen.
De afstand tussen het midden van de af-
neembare kogelkop en de grond mag nooit
kleiner zijn dan de aangegeven maat, zelfs
met volbeladen wagen, met inbegrip van de
maximale kogeldruk.
Maten voor de bevestiging van de trekhaak:
Maten voor de bevestiging van de trekhaak:
B65 mm (minimum)
C350 mm tot 420 mm (volbeladen wa- gen)
D1.033 mm
E322 mm
F338 mm Inbouwen van een trekhaak
●
Het rijden met trekhaak betekent een extra
in s
p
anning voor de wagen. Laat daarom door
een Erkende Seat Werkplaats controleren of
het koelsysteem moet worden aangepast,
voordat u een trekhaak laat inbouwen.
● Wettelijke bepalingen (bv. het inbouwen
van een extr
a controlelampje) in uw land op-
volgen.
● Er moeten onderdelen van de wagen, zoals
bij v
oorbeeld de achterbumper, worden uit-
en ingebouwd. Bovendien moeten de beves-
tigingsbouten van de trekhaak met een »
263
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 266 of 320

Bedienen
momentsleutel worden aangetrokken en
moet er een s
t
opcontact op de elektrische in-
stallatie van de wagen worden aangesloten.
Hiervoor zijn speciale vakkennis en gereed-
schappen nodig.
● De gegevens in de afbeelding markeren de
afmeting
en en bevestigingspunten, die bij
het naderhand inbouwen van een trekhaak in
elk geval moeten worden aangehouden. ATTENTIE
Het naderhand inbouwen van een trekhaak
bij een g e
specialiseerde werkplaats laten uit-
voeren.
● Als de trekhaak niet goed gemonteerd
wordt, be
staat er gevaar voor ongevallen.
● Let voor uw eigen veiligheid op de gege-
vens
in de erbij geleverde montagebeschrij-
ving van de fabrikant van de trekhaak. VOORZICHTIG
● Wanneer het s
topcontact verkeerd wordt
aangesloten, kan schade aan de elektrische
installatie van de wagen ontstaan. Let op
● SEA T a
dviseert om het naderhand inbou-
wen van een trekhaak bij een gespecialiseer-
de werkplaats te laten uitvoeren. Raadpleeg
uw SEAT-dealer indien bijkomende wijzigin-
gen aan uw wagen vereist zouden zijn. ●
In sommige s por
tuitvoeringen wordt, we-
gens het specifieke design van de uitlaat, de
montage van een conventionele oplossing
van de trekhaak niet aanbevolen. Raadpleeg
uw Erkende Seat Werkplaats. 264
Page 267 of 320

Verzorging en onderhoud
Aanwijzingen
V er
z
orging en onderhoud
Accessoires en technische wij-
zigingen Accessoires, vervanging van onderde-
len en wijzigingen Uw wagen biedt een hoge mate aan actieve
en p
a
s
sieve veiligheid.
Vóór de aankoop van accessoires en onder-
delen alsmede vóór technische wijzigingen
een Erkende Seat Werkplaats van SEAT raad-
plegen.
Uw SEAT dealer geeft u graag informatie over
het nut, de wettelijke bepalingen en de aan-
bevelingen van productie inzake accessoires
en onderdelen.
Wij adviseren alleen Goedgekeurde SEAT ac-
cessoires ®
en Goedgekeurde SEAT Onderde-
len ®
te gebruiken. Hiervan heeft SEAT de be-
trouwbaarheid, veiligheid en geschiktheid
vastgesteld. Vanzelfsprekend verzorgen de
Erkende Seat Werkplaatsen van SEAT het
deskundig inbouwen.
Van producten die niet door SEAT zijn goed-
gekeurd, kunnen we de betrouwbaarheid,
veiligheid en geschiktheid voor uw wagen niet beoordelen, ondanks het feit dat we de
ontwikkelin
gen op de markt nauwgezet vol-
gen – zelfs niet als in afzonderlijke gevallen
een rapport van een officiële technische keu-
ringsdienst of van een overheidsinstantie is
bijgevoegd.
Naderhand ingebouwde apparaten die direct
de controle van de bestuurder over de wagen
beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld snelheidsre-
gelsystemen of elektronisch geregelde dem-
pingssystemen, moeten voorzien zijn van
een e-code (keuringscode van de Europese
Unie) en voor uw wagen door SEAT zijn goed-
gekeurd.
De extra aangesloten elektrische apparaten,
bijv. koelboxen, computers of ventilators, die
niet voor de directe controle van de wagen
dienen, moeten zijn voorzien van een CE-co-
de (conformiteitsverklaring van de fabrikan-
ten in de Europese Unie). ATTENTIE
Accessoires zoals telefoonhouders of beker-
houders mog
en nooit op de afdekkingen van
airbags of binnen de actieradius van de air-
bags aangebracht worden. De reden hiervoor
is dat, als de airbag bij een aanrijding geacti-
veerd wordt, er een groter gevaar voor ver-
wondingen bestaat. Technische wijzigingen
Bij technische wijzigingen onze voorschriften
opv
o
lgen. Wijzigingen van elektronische on-
derdelen en de bijbehorende software kun-
nen tot storingen leiden. Vanwege de koppe-
ling van elektrische onderdelen kunnen deze
storingen ook direct doorwerken in systemen
die er niet in eerste instantie mee te maken
hebben. Dit betekent dat de betrouwbare
werking van uw wagen in gevaar gebracht
kan zijn en dat de onderdelen van de wagen
eerder slijten dan normaal. Dit kan ertoe lei-
den dat de wagen niet meer wettelijk wordt
goedgekeurd.
De Erkende Seat Werkplaats van SEAT wijst
iedere aansprakelijkheid af voor beschadi-
gingen als gevolg van ongeschikte wijzigin-
gen. Wij adviseren daarom alle werkzaamhe-
den uitsluitend door de SEAT Erkende Seat
Werkplaats te laten uitvoeren met SEAT Origi-
nele Onderdelen ®
. ATTENTIE
Werkzaamheden of wijzigingen aan uw wa-
gen, die onde sk
undig worden uitgevoerd,
kunnen storingen veroorzaken - gevaar voor
ongevallen! 265
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 268 of 320

Aanwijzingen
Zend- en kantoorapparatuur Ingebouwde zendapparatuur
Voor het
n
aderhand inbouwen van zendappa-
ratuur in de wagen is in het algemeen goed-
keuring vereist. SEAT staat het inbouwen van
goedgekeurde zendapparatuur in de wagen
toe onder de voorwaarden dat:
● De installatie van de antenne deskundig
gebeur
t.
● De antenne buiten het interieur van de wa-
gen is
aangebracht (met gebruik van afge-
schermde kabels en niet-reflecterende anten-
ne-aanpassing).
● Het effectieve zendvermogen aan de voet
van de ant enne niet
meer dan 10 W be-
draagt.
Een officiële SEAT-dealer of een erkend auto-
bedrijf kan u meer informatie geven over de
inbouwmogelijkheden en de werking van
zendapparatuur met een hoger zendvermo-
gen.
Mobiele zendapparatuur
Bij het gebruik van universele mobiele tele-
foons en zendapparatuur kunnen storingen
in de werking van de elektronica van uw wa-
gen ontstaan. De oorzaken hiervoor kunnen
zijn:
● Wagen zonder buitenantenne. ●
Verkeer
d geïnstalleerde buitenantenne.
● Zendvermogen van meer dan 10 W.
Daarom mogen dr
aagbare telefoons of zend-
apparatuur zonder of met verkeerd geïnstal-
leerde buitenantenne niet in het interieur van
de wagen worden gebruikt ››› .
Houd er bo v
endien r
ekening mee dat alleen
met een buitenantenne de optimale reikwijd-
te van de apparaten wordt bereikt.
Kantoorapparatuur
Het naderhand inbouwen van apparaten uit
de woon-/werkomgeving in de wagen is toe-
gestaan, zo lang deze apparaten niet de di-
recte controle van de bestuurder over de wa-
gen beïnvloeden en voorzien zijn van een -
code. Naderhand ingebouwde apparaten die
de controle van de bestuurder over de wagen
kunnen beïnvloeden, moeten daarentegen
altijd een typegoedkeuring voor uw wagen
bezitten en van een e-markering zijn voor-
zien. ATTENTIE
In het interieur van de wagen gebruikte
draag b
are telefoons of zendapparatuur zon-
der of met verkeerd geïnstalleerde buitenan-
tenne kunnen door te hoge elektromagneti-
sche velden schadelijk voor de gezondheid
zijn. Let op
● Het n a
derhand inbouwen van elektrische of
elektronische apparaten in deze wagen heeft
gevolgen voor de typegoedkeuring en kan in
bepaalde omstandigheden het intrekken van
het kentekenbewijs tot gevolg hebben.
● Let op de aanwijzingen voor de bediening
van de mob
iele telefoons en zendapparatuur. Verzorging en schoonmaak
Ba s
isrichtlijnen Regelmatig onderhoud
R
e
g
elmatig, deskundig onderhoud is belang-
rijk voor de waardevastheid van de wagen.
Dit kan één van de voorwaarden zijn voor het
behoud van garantie-aanspraken bij eventu-
ele corrosie en lakschade aan de carrosserie.
De beste bescherming van de wagen tegen
schadelijke milieu-invloeden is de wagen
vaak te wassen en een goed onderhoud. Hoe
langer insectenresten, uitwerpselen van vo-
gels, boomhars, straat- en industriestof, teer,
roetdeeltjes, strooizout en andere agressieve
stoffen op de lak blijven zitten, hoe groter de
schadelijke werking ervan is. Hoge tempera-
turen die bijvoorbeeld door intensieve zonne-
stralen ontstaan versterken de roestwerking.
266
Page 269 of 320

Verzorging en onderhoud
Na de winter (als er is gestrooid) moet beslist
ook de
onder
z
ijde van de wagen grondig
worden gewassen.
Onderhoudsmiddelen
De benodigde conserveringsmiddelen voor
uw wagen zijn verkrijgbaar bij de Erkende
Seat Werkplaatsen. Bewaar de verpakking
van de conserveringsmiddelen tot de conser-
veringsmiddelen volledig zijn verbruikt. ATTENTIE
● Con ser
veringsmiddelen van de wagen kun-
nen giftig zijn. Daarom moeten ze gesloten in
de originele verpakking bewaard worden.
Buiten bereik van kinderen bewaren. Anders
bestaat er vergiftigingsgevaar.
● Vóór het gebruik van de onderhoudsmidde-
len de aanw
ijzingen en waarschuwingen op
de verpakking lezen. Bij verkeerd gebruik
kunnen deze producten schadelijk voor de
gezondheid zijn of schade aan de wagen ver-
oorzaken. Het gebruik van producten die
schadelijke dampen kunnen veroorzaken,
dient in goed geventileerde ruimten uitge-
voerd te worden.
● Nooit brandstof, terpentine, motorolie, ace-
ton of ander
e heel vluchtige vloeistoffen ge-
bruiken. Deze zijn giftig en snel ontvlambaar.
Brand- en ontploffingsgevaar!
● Voordat u uw wagen wast of onderhoudt, de
motor afzett
en, handrem aantrekken en con-
tactsleutel uit het contactslot trekken. VOORZICHTIG
Probeer in geen geval om vuil, modder of stof
te v
erwijderen, wanneer het oppervlak van de
wagen droog is. Hiertoe ook geen droge lap
of spons gebruiken, omdat u anders de lak of
de ruiten van uw wagen kunt beschadigen.
Vuil, modder of stof met veel water inweken. Milieu-aanwijzing
● Bij aankoop v
an onderhoudsmiddelen mili-
euvriendelijke producten kiezen.
● Resten van conserveringsmiddelen horen
niet bij het
huisvuil. Let hiertoe op de aanwij-
zingen op de verpakking. Verzorging van de wagen, bui-
t
en
z
ijde
Automatische wasinstallaties De wagenlak is zo sterk dat de wagen nor-
m
aal
g
esproken in automatische wasinstalla-
ties kan worden gewassen. De slijtage die de
lak te lijden heeft, hangt natuurlijk af van het
type installatie en de wasrollen, de toevoer
van het water en de kwaliteit van de schoon-
maak- en conserveringsproducten.
Voordat u de wagen in een automatische
wasinstallatie laat wassen, hoeft u behalve
de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen (slui- ten van ruiten) met niets bijzonders rekening
te houden.
Zitt
en er speciale aanbouwdelen aan de wa-
gen - bijvoorbeeld spoilers, een dakdrager-
systeem of een antenne -, dan kunt u het
beste met de verantwoordelijke van de was-
installatie overleggen.
Na het wassen is het mogelijk dat de remmen
trager reageren omdat de remschijven en -
blokken nat of, in de winter, zelfs bevroren
zijn. De remmen moeten eerst worden
"drooggeremd". ATTENTIE
Vocht, ijs en strooizout in het remsysteem
verminder en de r
emwerking - gevaar voor on-
gevallen! Met de hand wassen
Wassen van de wagen
– Eerst het vuil met water inweken en daarna
afs
poel
en.
– De wagen met een zachte spons, een spe-
cial
e washand of een wasborstel met zach-
te druk van boven naar beneden schoon-
maken.
– De spons of de washand vaak in water uit-
spoelen.
– Bij h
ardnekkig vuil shampoo gebruiken. »
267
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 270 of 320

Aanwijzingen
– Met
een tw
eede spons of washand de wie-
len, het onderste gedeelte van de portieren
en dergelijke schoonmaken.
– De wagen grondig met water afspoelen.
– Het oppervlak van de wagen met een zeem
voorz
ichtig drogen.
– Bij een koud klimaat de afdichtingsrubbers
en de cont
actoppervlakken van de afdicht-
rubbers drogen, zodat deze niet vastvrie-
zen. Afdichtrubbers met een siliconenspray
behandelen.
Na het wassen van de wagen – Na het wassen van de wagen abrupte en
plotseling
e remmanoeuvres vermijden. De
remmen moeten eerst worden "droogge-
remd". ATTENTIE
● De w ag
en alleen wassen bij uitgeschakeld
contact.
● De handen en armen beschermen tegen
metal
en delen met scherpe randen, wanneer
u bijvoorbeeld de onderkant of de binnenkant
van de wielkasten schoonmaakt - gevaar voor
verwondingen!
● Vocht, ijs en strooizout in het remsysteem
verminderen de r
emwerking - gevaar voor on-
gevallen! VOORZICHTIG
● Pro beer in g
een geval om vuil, modder of
stof te verwijderen, wanneer het oppervlak
van de wagen droog is. Hiertoe ook geen dro-
ge lap of spons gebruiken, omdat u anders op
de lak of de ruiten van uw wagen krassen
kunt veroorzaken.
● Bij koud weer de wagen wassen: wanneer u
de wagen met
een slang afspuit, moet u erop
letten de waterstraal niet direct op de sloten
of de naden van de portieren te richten. An-
ders is er kans dat deze dichtvriezen. Milieu-aanwijzing
De wagen alleen op speciaal daarvoor be-
doelde w a
splaatsen wassen, opdat het even-
tueel door olie verontreinigde water niet in de
riolering terechtkomt. In bepaalde gebieden
is het wassen van de wagen buiten zulke was-
plaatsen verboden. Let op
De wagen niet in de volle zon wassen. Wassen met een hogedrukreiniger
Let bij het wassen van de wagen met een ho-
g
edruk
r
einiger bijzonder goed op!
– Let op de gebruiksaanwijzingen voor de ho-
gedrukr
einiger, vooral wat de druk en de
spuitafstand betreft. –
Vol
doende afstand tot zacht materiaal en
gespoten bumpers houden.
– Het schoonmaken van bevroren of met
sneeuw bedekt
e ruiten met de hogedruk-
reiniger vermijden ››› pag. 270.
– Geen rondstraalsproeikoppen ("vuilfrezen")
›››
gebruiken.
– Na het wassen van de wagen abrupte en
plotselin
g
e remmanoeuvres vermijden. De
remmen moeten eerst worden "droogge-
remd" ››› pag. 180. ATTENTIE
● Banden mog en nooit
met een rondstraals-
proeikop ("vuilfrees") worden schoonge-
maakt. Zelfs wanneer de spuitafstand betrek-
kelijk groot is en er kort gespoten wordt, kun-
nen de banden hierdoor beschadigd worden.
Gevaar voor ongelukken.
● Vocht, ijs en strooizout in het remsysteem
verminderen de r
emwerking - gevaar voor on-
gevallen! VOORZICHTIG
● Het w at
er mag niet warmer dan +60°C
(+140°F) zijn om schade aan de wagen te
voorkomen.
● Om beschadigingen aan de wagen te voor-
komen, v
oldoende afstand houden tot gevoe-
lige materialen zoals rubberslangen, kunst-
stof delen, isolatiemateriaal, enz. Dit geldt
ook bij het schoonmaken van in de kleur van 268