Seat Ateca 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 101 of 348

Zekeringen en lampjes
Motorkap openen.
D e b
anden ››
› afb. 102 1 verplaatsen in
pijlric htin
g en de k ap

verwijderen.
Stekkerverbinding ››› afb. 103 2 van de
l amp
ver

wijderen.
Haak de houderveer ››› afb. 103 3 los
door de v
eer n aar b

innen en naar rechts
te drukken.
Verwijder het lampje en plaats het nieu-
we, zodat het bevestigingsuitsteeksel
van de schotel past in de uitsparing van
de reflector.
Ga in omgekeerde volgorde te werk voor
de montage.
Lampje grootlicht en lampje knipper-
licht Afb. 104
In de motorruimte: de afdekking ver-
w ijder
en. 1.
2.
3.
4.
5.
6.
Afb. 105
In de motorruimte: lampje grootlicht
2 en lampje knipperlicht
3 .
De handelingen in de aangegeven volgorde
uit
v
oer en:
Lamp

je van het grootlicht
Motorkap openen.
De band ››› afb. 104 1 verplaatsen in
pijlric htin
g en de k ap

verwijderen.
Druk de connector ››› afb. 105 2 vanaf
de z
ijk ant

naar links of rechts en trek.
Trek de lamp los door de connector los
te maken.
Ga in omgekeerde volgorde te werk voor
de montage.
1.
2.
3.
4.
5. Lampje van het knipperlicht
Motorkap openen.
De b

and ››› afb. 104 1 verplaatsen in
pijlric htin
g en de k ap

verwijderen.
Fitting ››› afb. 105 3 naar links draaien
en tr ekk
en.
V er

wijder het lampje door dit naar links
te draaien en tegelijkertijd op de fitting
te drukken.
Ga in omgekeerde volgorde te werk voor
de montage.
1.
2.
3.
4.
5.
99Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten

Page 102 of 348

Noodgevallen
Lamp van mistlicht* Afb. 106
Mistlamp: rooster verwijderen. Afb. 107
Mistlamp: fitting uitbouwen De handelingen in de aangegeven volgorde
uit
v
oer en:
V
erwijder de bout ››› afb. 106 1 A v
an
het roo

ster van het mistlicht met behulp
van een schroevendraaier en haal het
rooster weg.
Verwijder de bouten (3x) ›››
afb. 106 2 B om de mi
stlamp te kunnen verwijde-
r en.
V er

wijder de metalen klem aan de bo-
venzijde van de mistlamp door de klem
uit de auto te trekken 3 .
St ekk
erv

erbinding ›››
afb. 107 1 van de
l amp
ver

wijderen.
Fitting ›››
afb. 107 2 naar links draaien
en tr ekk
en.
V er

wijder het lampje door deze naar
links te draaien en op de fitting te druk-
ken.
1.
2.
3.
4.
5.
6. Ga in omgekeerde volgorde te werk voor
de montage.
Werk

ing van het nieuwe lampje controle-
ren. Let op
Vanwege de moeilijke bereikbaarheid van de
mistlic ht

en voor, wordt geadviseerd om naar
de werkplaats van een officiële dealer of ge-
specialiseerde werkplaats te gaan voor ver-
vanging. Gloeilampjes achteraan vervan-
g
en
Ov erz

icht achterlichten Achterlichten in zijpaneel
KnipperlichtPY21W NA LL
Parkeer- en remlichtP21W LL
Achterlicht in achterklep
Links
StadslichtP21W LL
Mistlicht/stadslichtP21W LL
AchteruitrijlichtW16W
Rechts7.
8.
100

Page 103 of 348

Zekeringen en lampjesStadslicht2x P21W LL
AchteruitrijlichtW16W
De tabel geldt voor een wagen met stuur
links. Afhank
elijk

van de afzetmarkt kan de
positie van de lichten verschillen.
Achterlampen (in het zijpaneel) Afb. 108
Bagageruimte: toegang tot de be-
v e
stigin

gsbout van het achterlicht. Afb. 109
Bevestigingslippen aan de achterzij-
de van het ac

hterlicht. De handelingen in de aangegeven volgorde
uit
v
oer en:
C

ontroleren welk lampje defect is.
Achterklep openen.
Afdekking met de platte zijde van de
schroevendraaier bij de uitsparing los-
wippen ››› afb. 108 1 .
St ek
er v

an de lamp lostrekken.
Met de hand of een schroevendraaier de
bevestigingsbout van de lamp ››› afb.
108 2 losdraaien.
D e l
amp v

an de carrosserie weghalen
door ze voorzichtig naar u te trekken en
op een schone en vlakke ondergrond
leggen.
De fitting demonteren door de bevesti-
gingslippen ››› afb. 109 1 te ontgrende-
l en.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7. D
ef ect
e lampje vervangen.
In omgekeer
de volgorde te werk gaan
voor de montage en speciaal opletten
bij het plaatsen van de fitting. De beves-
tigingslippen moeten hoorbaar vastklik-
ken. VOORZICHTIG
Ga bij het uitbouwen van het achterlicht voor-
zichtig t e w

erk, om te voorkomen dat onder-
delen resp. lak beschadigd raken. Let op
● Een z ac

hte doek klaarleggen, zodat er geen
krassen op het achterlichtglas komen als dit
wordt neergelegd.
● In het geval van led-achterlichten kan uit-
sluitend het knip
perlicht worden vervangen. 8.
9.
101
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten

Page 104 of 348

Noodgevallen
Achterlampen (in de achterklep) Afb. 110
Achterklep open: de afdekking ver-
w ijder
en. Afb. 111
Fitting uitbouwen. Voor het vervangen van de gloeilampjes
moet
de ac
hterk
lep geopend zijn.
De handelingen in de aangegeven volgorde
uitvoeren: Trek de afdekking van de achterklep in
pijlrichting los

››› afb. 110.
De bevestigingslippen van de fitting
››› afb. 111 1 ontgrendelen of de fitting
n aar link
s dr

aaien 2 en
3 .
Fittin g uit
de houder h al
en.
Defect lampje iets in de fitting drukken,
linksom draaien en verwijderen.
Nieuw lampje plaatsen, in de fitting
drukken en tot de aanslag rechtsom
draaien.
Met een doek eventuele vingerafdruk-
ken op het glas van het lampje verwijde-
ren.
Werking van het nieuwe gloeilampje
controleren.
In omgekeerde volgorde te werk gaan
voor de montage en speciaal opletten
bij het plaatsen van de fitting, daarbij
controleren of de bevestigingslippen
goed vastzitten. Let op
In geval van een achterlicht met led kunt u
uitsluit end de l

amp van het achteruitrijlicht
vervangen. 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Lampjes van de kentekenplaatverlich-
tin
g
ver

vangen Afb. 112
In de achterbumper: kentekenplaat-
v erlic
hting. Afb. 113
kentekenverlichting: fitting uitbou-
w en. De handelingen in de aangegeven volgorde
uit
v
oer en:
102

Page 105 of 348

Zekeringen en lampjes
Druk de pal van de kentekenplaatver-
lic htin
g in de ric htin
g van de pijl ››› afb.
112.
Verwijder de kentekenplaatverlichting
een beetje.
Druk in het connectorblok ››› afb. 113 in
de richting van de pijl 1 en trek de con-
nect or lo
s.
Dr aai de fittin

g in de richting van de pijl
2 en verwijder deze samen met de
l amp
.
V er

vang de defecte lamp door een nieu-
we lamp van hetzelfde type.
Steek de fitting in de kentekenplaatver-
lichting en draai in de richting tegenge-
steld aan pijl 2 tot tegen de aanslag.
Sluit de c
onnect or aan op de fittin

g.Let op
Afhankelijk van het uitrustingsniveau van de
wagen k an de k

entekenplaatverlichting voor-
zien zijn van led's. Led's hebben een levens-
duur die veel hoger is dan die van de wagen.
Bij een defect aan een led-verlichting moet u
naar de werkplaats van een officiële dealer
gaan voor vervanging. 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
103
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten

Page 106 of 348

Bedienen
Afb. 114
Bestuurdersruimte.104

Page 107 of 348

Bestuurdersgedeelte
Bedienen
B e
st
uurdersgedeelte
Overzicht Portiergreep binnenzijde
Schak
el

aar centrale vergrende-
ling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
Bedieningselement voor elektrische
buitens
piegelverstelling . . . . . . . . . .148
Luchtroosters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168
Bedieningshendel voor:
– Knipperlicht en gr

ootlicht . . . . . . . 138
– Rijstr ook

assistent (Lane Assist) .226
– Grootlichta
ssistent . . . . . . . . . . . . . 139
– Snelheidsreg
elsysteem (SRS) . . .204
Afhankelijk van de uitrusting:
– Hendel v oor c

ruise control . . . . . .204
Stuurwiel met claxon en
– Best

uurdersairbag . . . . . . . . . . . . . . 15
– Bediening v

oor boordcomputer .30
– Bedienings
toetsen voor radio, te-
lefoon, navigatiesysteem en
spraakbedieningssysteem ›››
bro-
chure Radio
– Hendels voor tiptronic-bediening
(automatische transmissie) . . . . .190
1 2
3
4
5
6
7 Instrumentenpaneel
. . . . . . . . . . . . . .107
Bedieningshendel voor:
– Ruit
enw

issers/-sproeiers . . . . . . . .146
– Ruitenw
issers/-sproeier . . . . . . . . .146
– Boordcomput
er . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Afhankelijk van de uitrusting: radio
of disp
lay van Easy Connect-sys-
teem (navigatie, radio, tv/video) . .113
Afhankelijk van de wagenuitrusting
zijn de vo
lgende toetsen beschik-
baar:
– Start/stop-systeem . . . . . . . . . . . . .199
– Inparkeer sy

steem . . . . . . . . . . . . . . 259
– Alarmlic
hten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142
– Bandensp
anningscontrolescha-
kelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 316
– Control
elampje airbag gedeacti-
veerd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Afhankelijk van de wagenuitrus-
ting, da shbo

ardkastje met: . . . . . . .155
– Cd-s pel

er* en/of SD-kaart*
››› brochure Radio
Bijrijdersairbag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Schakelaar bijrijdersairbag . . . . . . .82
Bediening stoelverwarming aan bij-
rijdersz ijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
Afh

ankelijk van de wagenuitrusting
bedieningsel ement

en voor:
8 9
10
11
12
13
14
15
16 –
Ver
warmin

gs- en ventilatiesys-
teem resp. handbediende aircon-
ditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48, 46
– Automatis
che airconditioning . . .44
Afhankelijk van de wagenuitrus-
ting:
– USB/AUX-IN-in

gang . . . . . . . . . . . . . 116
– Sigaretten
aansteker/stopcon-
tact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
– Draadloz
e lader . . . . . . . . . . . . . . . . . 116
– Opbergv ak
V

ersnellingshendel voor:
– Schakelbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186
– Automatis
che versnellingsbak . .187
Draaiknop (Driving Experience
button) v

oor rijfuncties . . . . . . . . . . .238
Schakelaar van Auto Hold . . . . . . . .202
Schakelaar van de elektronische
parkeerrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179
St

artknop (Keyless Access sluit- en
startsy
steem zonder sleutel) . . . . . .176
Bediening stoelverwarming aan be-
stuurder
szijde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
Contactslot (wagens zonder Keyless
Acce
ss) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174
Hefboom voor aanpassing van de
stuurko
lom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Knieairbag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Ontgrendeling voor motorkap . . . . .301»
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
105
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten

Page 108 of 348

Bedienen
Lichtbundel-hoogteverstelling . . . .144
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
Elektrische ruitbediening . . . . . . . . .132
28 29
30 Let op
● Sommige v an de hier g
etoonde instrumen-
ten of knoppen horen alleen bij bepaalde ty-
pe-uitvoeringen of zijn optioneel.
● Bij wagens met af fabriek ingebouwde ra-
dio, cd-lez
er, AUX-IN aansluiting of navigatie-
systeem wordt een apart instructieboekje ge-
leverd. ●
Bij wagen s

met rechts stuur* wijkt de rang-
schikking van de bedieningselementen ge-
deeltelijk van de in ››› pag. 104 weergegeven
rangschikking af. De symbolen die de bedie-
ningselementen markeren, zijn echter gelijk. 106

Page 109 of 348

Instrumenten en controlelampjes
Instrumenten en controlelampjes
In s
trument en
Ov
erzicht van het instrumentenpaneel Afb. 115
Instrumentenpaneel, in het dashboard. Uitleg over de instrumenten
››

afb
. 115:
Toerenteller (van de draaiende motor, in
duizend omwentelingen per minuut).
Het begin van de rode zone van de toe-
renteller geeft het maximale toerental
aan in elke willekeurige versnelling na
het inrijden en met warme motor. Vóór
het bereiken van dit gebied, wordt aan-
bevolen op te schakelen, de keuzehendel
1 in stand D t
e zetten of de voet van het
g as
pedaal nemen ››› .
K oelvloei
st
oftemperatuurmeter ››› pag.
110.
Elementen op het display ››› pag. 108.
Instel- en weergaveknop ››› pag. 110.
Snelheidsmeter.
Brandstofmeter ››› pag. 111.
2 3
4
5
6 ATTENTIE
Iedere afleiding kan tot een ongeval leiden
met het d aar
aan verbonden risico van ver-
wondingen.
● De knoppen e.d. van het instrumentenpa-
neel niet tijdens
het rijden bedienen. » 107
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten

Page 110 of 348

Bedienen
VOORZICHTIG
● Om de motor niet t e be
schadigen, mag de
naald van de toerenteller slechts beperkte
tijd in de rode zone blijven.
● Vermijd hoge motortoerentallen als de mo-
tor nog koud is, g
eef niet vol gas en belast de
motor niet sterk. Milieu-aanwijzing
Door op voorhand op te schakelen, vermin-
dert z

owel het brandstofverbruik als het la-
waai. Toerenteller
De toerenteller geeft het motortoerental per
minuut
aan ›
››

afb. 115 1 .
D e t
oer ent
eller geeft u, samen met de toeren-
talindicatie, de mogelijkheid om de motor
van uw wagen altijd te gebruiken op het
meest geschikte toerental.
Het begin van het rode veld in de toerenteller
geeft het voor alle versnellingen maximaal
toelaatbare motortoerental aan voor een in-
gereden motor die op bedrijfstemperatuur is.
Schakel op voordat dit veld wordt bereikt bij
wagens met schakelbak of plaats de keuze-
hendel in de stand "D", of haal uw voet van
het gaspedaal bij wagens met automatische
transmissie. Beter is het echter om de hoge toerentallen
te mijden en te lett

en op de versnellingsindi-
caties. Voor aanvullende informatie, zie
›››  pag. 32, Indicatie van de versnellin-
gen. VOORZICHTIG
De naald van de toerenteller 1
››› afb. 115
m ag de r

ode zone slechts kort bereiken, dit
om te voorkomen dat de motor beschadigd
raakt. Milieu-aanwijzing
Vroeg opschakelen helpt om brandstof te be-
spar en, de uit

stoot te beperken en rijgeluiden
te verminderen! Aanwijzingen op het display
Bij het inschakelen van het contact kan op
het
di
sp

lay van het instrumentenpaneel
››› afb. 115 3 uiteenlopende informatie
w eer
ge

geven worden, naargelang de uitvoe-
ring van de wagen:
● Motorkap, achterklep en portieren geopend
›››  p

ag. 33.
● Waarschuwings- en informatieberichten
›››  p

ag. 33.
● Afgelegde afstand ›››

p
ag. 110.
● Tijd ›››

p
ag. 109. ●
Navigatieaan
wijzingen.
● Buitentemperatuur ›››
 p

ag. 32.
● Kompas ››› pag. 109.
● K

euzehendelstand ››› p
ag. 187.
● Aanbevolen versnelling (handgeschakelde
versnel
lingsbak) ›››
 pag. 32.
● Multifunctie-indicatie (MFA) en menu's voor
versc
hillende instellingsopties ›››
 pag.
30
● Service-intervalindicatie ›››
 p

ag. 37.
● Tweede snelheidsindicatie ›››
 p

ag. 30.
● Snelheidssignaal ›››
 p

ag. 36.
● Statusindicatie van het start-stopsysteem
››› p

ag. 199.
● Indicatie van de staat van het actieve cilin-
derbeheer (ACT ®
)* ›››

pag. 195
● Borden herkend door het systeem van ver-
keerst
ekenherkenning ››› pag. 241
● Staat van rijden met laag verbruik (ECO)
››› p

ag. 109
● Motorcode (MKB).
Kilometers
tand
De totale kilometerteller registreert de totaal
afgelegde afstand van de wagen.
De dagkilometerteller (trip ) geeft het aantal
kilometers of mijlen weer dat na de laatste
keer terugzetten van de dagteller is afgelegd.
108

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 350 next >