TOYOTA AURIS 2016 Instructieboekje (in Dutch)

Page 461 of 640

4617-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
7
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
■Een veilige plaats voor het opladen van de accu
Laad de accu altijd op in een open ruimte. Laad de accu niet op in een
garage of in een afgesloten ruimte waar onvoldoende ventilatie is.
■ Procedure voor het opladen van de accu
Laad de accu alleen op met een druppellader (5 A of minder). Het opladen
van een accu met een snellader kan een explosie veroorzaken.
■ Noodmaatregelen met betrekking tot elektrolyt
● Als er elektrolyt in uw ogen terechtkomt
Spoel de ogen minstens 15 minuten met water en schakel direct medische
hulp in. Blijf zo mogelijk water met een spons of doek op de ogen deppen,
terwijl u naar een arts of het ziekenhuis gaat.
● Als er elektrolyt op uw huid terechtkomt
Was de huid zorgvuldig met veel water. Als het pijn doet of brandt, roept u
meteen medische hulp in.
● Als er elektrolyt op uw kleding terechtkomt
De elektrolyt kan via de kleding op uw huid terechtkomen. Trek onmiddel-
lijk de kleding uit en volg, indien nodig, de procedure zoals hierboven
beschreven.
● Als u per ongeluk elektrolyt binnenkrijgt
Drink zo veel mogelijk water of melk. Schakel zo snel mogelijk medische
hulp in.
OPMERKING
■Bij het opladen van de accu
Probeer de accu nooit op te laden bij draaiende motor. Controleer ook of
alle accessoires zijn uitgeschakeld.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 461 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page 462 of 640

4627-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
Auto's zonder koplampsproeier
Als een sproeier niet werkt, is het
sproeierreservoir mogelijk leeg.
Vul ruitensproeiervloeistof bij.
Auto's met koplampsproeier
Als het vloeistofpeil extreem laag
is, vul dan ruitensproeiervloeistof
bij.
Neem de dop van de opening, ter-
wijl u het gat in het midden van de
dop met uw vinger dichthoudt, en
controleer het vloeistofpeil in de
slang.
Ruitensproeiervloeistof
WAARSCHUWING
■ Bij het bijvullen van ruitensproeiervloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als de motor draait of nog niet is afge-
koeld. Ruitensproeiervloeistof bevat alcohol en kan vlam vatten als het bij-
voorbeeld op hete motoronderdelen wordt gemorst.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 462 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page 463 of 640

4637-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
7
Onderhoud en verzorging
U kunt het brandstoffilter zelf aftappen. Maar omdat dit lastig is, advi-
seren wij u het brandstoffilter te laten aftappen door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste desk undige. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als u het brand-
stoffilter toch zelf wilt aftappen.
Auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters
Het water in het brandstoffilter moet worden afgetapt wanneer het
waarschuwingslampje van het brandstoffilter gaat branden en er een
zoemer klinkt.
Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters
Het water in het brandstoffilter moet worden afgetapt wanneer de
waarschuwingsmelding “Drain water fr om fuel filter.” (tap water af uit
brandstoffilter) op het multi-info rmatiedisplay wordt weergegeven en
er een zoemer klinkt.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact
UIT.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact UIT.
Plaats een klein bakje onder de aftapplug om het water en de
brandstof in op te vangen.
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met ruitensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in plaats van ruitensproeiervloei-
stof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw auto worden aangetast.
■ Verdunnen van ruitensproeiervloeistof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruitensproeiervloeistoffles aangegeven
temperaturen voor de juiste mengverhouding.
Brandstoffilter (alleen 1ND-TV motor)
1
2
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 463 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page 464 of 640

4647-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
Draai de aftapplug linksom,
ongeveer 2 - 2,5 slag.
Beweeg de pompknop tot er
brandstof uit de aftapplug komt.
Draai de aftapplug na het aftappen met de hand vast.
Het water in het brandstoffilter moet iedere 20.000 km worden afge-
tapt.
Laat het brandstoffilter aftappen door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.3
4
Brandstoffilter (alleen 1WW motor)
OPMERKING
■ Wanneer er water in het brandstoffilter zit
Rijd niet ononderbroken met water in het brandstoffilter. Anders kan de
brandstofpomp beschadigd raken.
5
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 464 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page 465 of 640

4657-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
7
Onderhoud en verzorging
Controleer of de slijtage-indicatoren op de banden te zien zijn. Contro-
leer de banden tevens op ongelijkmatige slijtage, zoals overmatige
slijtage aan een zijde van het loopvlak.
Controleer de staat en de bandenspanning van het reservewiel ook
als het niet gebruikt wordt.
Nieuwe band
Versleten band
Slijtage-indicator
De plaats van de slijtage-indicatoren wordt aangegeven met de tekst TWI
of
op de wang van de band.
Vervang de band als de slijtage-indicatoren te zien zijn
Banden
Vervang of verwissel banden afhankelijk van het onderhouds-
schema en het slijtagepatroon.
Controleren van de banden
1
2
3
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 465 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page 466 of 640

4667-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
Wissel de banden zoals aange-
geven in de afbeelding.
Toyota beveelt aan om de banden
ongeveer elke 10.000 km van
plaats te wisselen om een gelijk-
matig slijtagepatroon en een lan-
gere levensduur van de banden te
verkrijgen.
Vergeet bij het wisselen van voor-
en achterbanden met een verschil-
lende bandenspanning niet om na
het wisselen het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem te
initialiseren.
Wissel de banden zoals aangegeven in de afbeelding.
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer elke 10.000 km van
plaats te wisselen om een gelijkmatig slijtagepatroon en een langere
levensduur van de banden te verkrijgen.
Wisselen van banden (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Voor
Wisselen van banden (auto's zonder bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Auto's met een reservewiel van
een ander type dan de gemon-
teerde banden of auto's met
een bandenreparatiesetAuto's met een reservewiel
van hetzelfde type als de
gemonteerde banden
VoorVoor
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 466 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page 467 of 640

4677-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
7
Onderhoud en verzorging
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssys-
teem dat gebruikmaakt van bandenspanningssensoren en -zenders
om een lage bandenspanning te signaleren voordat deze tot proble-
men leidt. ( Blz. 523)
◆Plaatsen van bandenspanningssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspan-
ningssensoren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanning ssensoren en -zenders geplaatst
worden, moeten de identificati ecodes van deze componenten wor-
den geregistreerd in de ECU van het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem en moet het ban denspanningswaarschuwingssys-
teem worden geïnitialiseerd. Laat de identificatiecodes van de ban-
denspanningssensoren en -zenders registreren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. ( Blz. 469)
◆Initialiseren van het bandens panningswaarschuwingssysteem
■Het bandenspanningswaarschuwingssysteem moet worden
geïnitialiseerd onder de volgende omstandigheden:
●Verwisselen van voor- en achterwielen met een verschillende
bandenspanning.
● Als de bandenmaat wordt aangepast.
● Als de bandenspanning wordt gewijzigd (bijvoorbeeld wanneer
de rijsnelheid of de belading verandert).
Als het bandenspanningswaarschu wingssysteem wordt geïnitiali-
seerd, wordt de actuele bandenspanning als referentiespanning
beschouwd.
Bandenspanningswaarschuwingssy steem (indien aanwezig)
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 467 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page 468 of 640

4687-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)■
Initialiseren van bandenspanningswaarschuwingssysteem
Parkeer de auto op een veilige plaats en zet de motor uit.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt.
Breng de banden op de voorgeschreven bandenspanning bij
koude banden. ( Blz. 603)
Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in
koude toestand. Deze spanning vormt de referentiespanning voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact
AAN.
Auto's zonder Smart ent ry-systeem en startknop: Zet het contact
AAN.
Open het dashboardkastje.
Houd de resetknop inge-
drukt tot het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning
drie keer langzaam knippert.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Laat het contact
enkele minuten AAN staan en zet het vervolgens UIT.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Laat het con-
tact een paar minuten AAN staan en zet het vervolgens in de
stand ACC of UIT.
1
2
3
4
5
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 468 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page 469 of 640

4697-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
7
Onderhoud en verzorging
◆Registreren van identificatiecodes
De bandenspanningssensoren en -zenders zijn voorzien van een
unieke identificatiecode. Bij het vervangen van een bandenspan-
ningssensor en -zender is het noo dzakelijk om de identificatiecode
te registreren. Laat de identificatiecodes registreren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Wanneer moeten banden worden vervangen
Banden moeten worden vervangen als:
●De slijtage-indicatoren zijn te zien op een band.
● De banden beschadigingen vertonen, zoals insnijdingen, scheuren of bar-
sten die zo diep zijn dat het binnenmateriaal zichtbaar wordt en bulten die
duiden op een interne beschadiging
● Een band vaak leegloopt of niet goe d kan worden gerepareerd vanwege de
grootte of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als u er
niet zeker van bent.
■ Vervangen van banden en velgen (a uto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als de identificatiecode op de bandenspanningssensor en -zender niet is
geregistreerd, werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet goed.
Na ongeveer 20 minuten rijden gaat het waarschuwingslampje lage banden-
spanning gedurende 1 minuut knipperen en het blijft daarna branden om aan
te geven dat er een storing in het systeem aanwezig is.
■ Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten altijd door gekwalificeerd werk-
plaatspersoneel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of nauwelijks met de
banden is gereden en de banden niet lijken te zijn beschadigd.
■ Routinecontrole van de bandenspanning (auto's met bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem vervangt de periodieke con-
trole van de bandenspanning niet. Controleer daarom ook zelf regelmatig de
bandenspanning.
■ Brede banden (17 inch-banden)
In het algemeen slijten brede banden eerder en kan de grip op besneeuwde\
en/of gladde wegen beperkt zijn in vergelijking met standaard banden.
Gebruik daarom winterbanden of sneeuwkettingen* op besneeuwde en/of
gladde wegen en rijd voorzichtig waarbij u uw snelheid aanpast aan de toe-
stand van de weg en de weersomstandigheden.
*: Sneeuwkettingen kunnen niet worden gemonteerd op 225/45R17 banden.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 469 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page 470 of 640

4707-3. Zelf uit te voeren onderhoud
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)■
Als de profieldiepte van winterbanden minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de winterbanden verloren.
■ Situaties waarin het bandenspan ningswaarschuwingssysteem mogelijk
niet goed werkt (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
● Onder de volgende omstandigheden werkt het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem mogelijk niet goed.
• Er worden niet-originele Toyota-velgen gebruikt.
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet overeenkomt met
de OE-specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet de voorgeschre-
ven maat heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er zijn slotmoeren gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteunende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radio- grafische signalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wiel- kasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven
waarde.
• Als er banden zonder bandenspanningssensor worden gebruikt.
• Als de identificatiecode op de bandenspanningssensoren en zenders niet
is geregistreerd in de ECU van het waarschuwingssysteem voor de ban-
denspanning.
● In de volgende situaties kunnen de prestaties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radio-
golven of elektromagnetische velden aanwezig zijn.
• Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of een
ander draadloos communicatiemiddel bij u draagt.
● Wanneer de auto geparkeerd is, kan het langer duren voordat de waarschu-
wing verschijnt of verdwijnt.
● Wanneer de bandenspanning snel daalt, zoals bij een klapband, dan ver-
schijnt de waarschuwing mogelijk niet.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 470 Monday, March 16, 2015 12:05 PM

Page:   < prev 1-10 ... 421-430 431-440 441-450 451-460 461-470 471-480 481-490 491-500 501-510 ... 640 next >