TOYOTA C-HR 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Page 351 of 812
351
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Dynamic Radar Cruise Control∗
Wanneer de afstandsregelmodus is ingeschakeld, accelereert en
decelereert de auto automatisch overeenkomstig de veranderingen in
snelheid van de voorligger, zelfs wanneer het gaspedaal niet wo rdt
ingetrapt. In de constante-snelheidsregelmodus rijdt de auto me t een
constante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control op autowegen en snelwe-
gen.
● Afstandsregelmodus ( →Blz. 355)
● Constante-snelheidsregelmodus ( →Blz. 363)
Monochroomdisplay
Controlelampjes
Display
Ingestelde snelheid
Afstandsschakelaar
Cruise contro l-schakelaar
∗: Indien aanwezig
Overzicht van functies
1
2
3
4
5
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 351 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 352 of 812
3524-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Kleurendisplay
Display
Controlelampjes
Ingestelde snelheid
Afstandsschakelaar
Cruise control-schakelaar
1
2
3
4
5
WAARSCHUWING
■Voor het gebruik van de Dy namic Radar Cruise Control
Voor veilig rijden is alleen de bestuurder verantwoordelijk. Ve rtrouw niet
alleen op het systeem en rijd voorzichtig door altijd goed op d e omgeving te
letten.
Het Dynamic Radar Cruise Control-systeem biedt ondersteuning bi j het rij-
den om de bestuurder te ontlasten. Er zijn echter grenzen aan d e geboden
ondersteuning.
Zelfs als het systeem normaal werkt, kan de door het systeem ge signa-
leerde status van de voorligger afwijken van de door de bestuur der waarge-
nomen status. Daarom moet de bestuurder altijd alert blijven, h et gevaar
van elke situatie inschatten en veilig rijden. Volledig afgaan op het systeem
of aannemen dat het systeem de veiligheid garandeert tijdens het rijden kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 352 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 353 of 812
3534-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot de ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, aangezien er grenzen
zijn aan de door het systeem geboden ondersteuning.
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken, waardoor e rnstig letsel
kan ontstaan.
● De bestuurder helpen bij het meten van de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control dient alleen ter ondersteuning van de
bestuurder bij het bepalen van de volgafstand tussen de eigen a uto en
een bepaalde voorligger. Het systeem is niet bedoeld om zorgelo os of roe-
keloos rijgedrag te rechtvaardigen en kan de bestuurder ook nie t helpen
tijdens het rijden bij slecht zicht. Het blijft noodzakelijk da t de bestuurder
zelf de omgeving van de auto goed in de gaten houdt.
● De bestuurder helpen bij het bepalen van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control bepaalt of de volgafstand tusse n de
eigen auto en een bepaalde voorligger binnen een vastgelegd ber eik ligt.
Het systeem kan geen andere beoordelingen maken. Het is daarom strikt
noodzakelijk dat u zelf alert blijft en inschat of een situatie mogelijk
gevaarlijk is.
● De bestuurder helpen bij het bedienen van de auto
Het Dynamic Radar Cruise Control-systeem kan geen aanrijdingen met
een voorligger voorkomen. Daarom dient u wanneer er gevaar drei gt
direct de controle over de auto te nemen en juist te handelen om de veilig-
heid van alle betrokkenen te garanderen.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 353 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 354 of 812
3544-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
■Voorkomen van onbedoeld activeren van de Dynamic Radar Cruise
Control
Schakel het Dynamic Radar Cruise Control-systeem uit met de toe ts ON-
OFF als het niet wordt gebruikt.
■ Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de Dynamic Ra dar
Cruise Control
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control niet in de volgende sit uaties.
Als u dat wel doet, wordt de snelheid mogelijk niet goed gerege ld, waardoor
een ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
● Op wegen met voetgangers, fietsers, enz.
● In druk verkeer
● Op wegen met scherpe bochten
● Op slingerende wegen
● Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
● Op steile afdalingen of bij afwisselend sterk dalende en sterk stijgende
wegen
Bij het afdalen van een helling kan de rijsnelheid de geprogram meerde
snelheid overschrijden.
● Op invoegstroken van autowegen en snelwegen
● Als de weersomstandigheden zo slecht zijn dat ze een juiste sig nalering
door de sensoren onmogelijk zouden kunnen maken (mist, sneeuw, zand-
storm, zware regenval, enz.)
● Als er regen, sneeuw, enz. op de voorzijde van de radarsensor of de
camerasensor zit
● In verkeersomstandigheden waarbij herhaaldelijk accelereren en decele-
reren noodzakelijk is
● Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in ee n noodge-
val
● Als er vaak een naderingswaarschuwing hoorbaar is
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 354 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 355 of 812
3554-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
In deze modus registreert een radarsensor of er binnen ongeveer 100
meter voor u een voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens gebruikt om
de afstand tussen uw auto en de voorligger te berekenen en een
geschikte afstand tu ssen uw auto en de vo orligger te handhaven.
Let erop dat de afstand tot uw voorligger kleiner wordt als u een lange hel-
ling afrijdt.
Rijden in de afstandsregelmodus
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 355 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 356 of 812
3564-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Voorbeeld van het rijden met een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingeste ld. De
gewenste tussenafstand kan ook worden ingesteld door de afstand srege-
ling te bedienen.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelheid
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automa-
tisch de snelheid van uw auto. Als de snelheid nog meer moet wo rden
gereduceerd, schakelt het systeem het remsysteem in (de remlich ten gaan
dan branden). Het systeem regelt de snelheid van de auto zo dat de
afstand die de bestuurder heeft ingesteld tot de voorligger geh andhaafd
blijft. Als het systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen om een veilige
afstand tot de voorligger te creëren, klinkt er een naderingswa arschuwing.
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de inge-
stelde snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt
wordt. Het systeem schakelt vervolgens weer over op het rijden met con-
stante snelheid.
1
2
3
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 356 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 357 of 812
3574-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Monochroomdisplay
Schakel de cruise control in met
de toets ON-OFF.
Het controlelampje van de Dyna-
mic Radar Cruise Control gaat
branden en er wordt een melding
weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Als de toets ON-OFF gedurende
ten minste 1,5 seconden ingedrukt
wordt gehouden, schakelt het sys-
teem over op de constante-snel-
heidsregelmodus. (→Blz. 363)
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (hoger
dan ongeveer 50 km/h) en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control
SET gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat
de hendel wordt losgelaten, wordt
de ingestelde snelheid.
Instellen van de rijsnelh eid (afstandsregelmodus)
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 357 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 358 of 812
3584-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Kleurendisplay
Schakel de cruise control in met
de toets ON-OFF.
Het controlelampje van de Dyna-
mic Radar Cruise Control gaat
branden en er wordt een melding
weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Als de toets ON-OFF gedurende
ten minste 1,5 seconden ingedrukt
wordt gehouden, schakelt het sys-
teem over op de constante-snel-
heidsregelmodus. (→Blz. 363)
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (hoger
dan ongeveer 50 km/h) en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control
SET gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat
de hendel wordt losgelaten, wordt
de ingestelde snelheid.
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 358 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 359 of 812
3594-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de
gewenste snelheid wordt weergegeven.
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de hen-
del kort in de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hen-
del omhoog of omlaag om de
snelheid te wijzigen en laat hem
los als de gewenste snelheid is
bereikt.
Als de afstandsregelmodus is ingeschakeld, wordt de ingestelde
snelheid als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 5 km/h (3,1 mph)*1 of 5 mph (8 km/h)*2, telkens als de
hendel wordt bediend
Ruime afstelling: In stappen van 5 km/h (3,1 mph)*1 of 5 mph (8 km/h)*2
zolang de hendel wordt vastgehouden
In de constante-snelheidsregelmodus ( →Blz. 363) wordt de inge-
stelde snelheid als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h (0,6 mph)*1 of 1 mph (1,6 km/h)*2, telkens als de
hendel wordt bediend
Ruime afstelling: Zolang de hendel wordt vastgehouden, wordt de snel-
heid gewijzigd.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 359 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 360 of 812
3604-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Monochroomdisplay
Door de schakelaar in te drukken
wordt de tussenafstand als volgt
gewijzigd: Lang
Gemiddeld
Kort
De tussenafstand wordt automa-
tisch op Lang ingesteld als het con-
tact AAN wordt gezet.
Als er een auto voor u rijdt, wordt
het symbool voor een voorligger
ook weergegeven.
Kleurendisplay
Door de schakelaar in te drukken
wordt de tussenafstand als volgt
gewijzigd: Lang
Gemiddeld
Kort
De tussenafstand wordt automa-
tisch op lang ingesteld als het con-
tact AAN wordt gezet.
Als er een auto voor u rijdt, wordt het symbool voor een voorli gger ook
weergegeven.
Wijzigen van de tussenafstand (afstandsregelmodus)
Symbool voorligger
1
2
3
Symbool voorligger
N
O
P
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 360 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM