TOYOTA C-HR 2016 Instructieboekje (in Dutch)

Page 371 of 812

3714-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de
gewenste snelheid wordt bereikt.
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de hendel
kort in de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel
in de gewenste richting gedrukt.
De ingestelde snelhei d wordt als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: Ongeveer 1 km/h (0,6 mph)*1 of 1 mph (1,6 km/h)*2, tel-
kens als de hendel wordt bediend.
Ruime afstelling: De ingestelde snelheid wordt continu verhoogd of ver-
laagd totdat de hendel wordt losgelaten.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
Door de hendel naar u toe te
trekken wordt de constante-
snelheidsregeling uitgescha-
keld.
De snelheidsregeling wordt ook uit-
geschakeld als het rempedaal of
het koppelingspedaal (alleen hand-
geschakelde transmissie) wordt
ingetrapt.
Door de hendel omhoog te
drukken wordt de constante-
snelheidsregeling hervat.
Hervatten is echter mogelijk vanaf een rijsnelheid van hoger da n ongeveer
40 km/h.
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
Uitschakelen en hervatten van de constante-snelheidsregeling
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 371 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page 372 of 812

3724-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■De cruise control kan worden gebruikt als
Auto's met Multidrive CVT
● De selectiehendel in stand D staat.
● De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 40 km/h.
Auto's met handgeschakelde transmissie
De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 40 km/h.
■ Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
●Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na het accelereren gaat de auto
weer rijden met de ingestelde snelheid.
● De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de crui se control
uit te schakelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accel ereren en
vervolgens de hendel omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stel-
len.
■ Automatisch uitschakelen van de cruise control
De cruise control wordt automatisch uitgeschakeld in een van de volgende
situaties:
● De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan ongeveer 16 km/h on der de inge-
stelde snelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
● Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld door de schakelaar VSC OFF
in te drukken.
● De snelheidsbegrenzer is geactiveerd. (indien aanwezig)
■ Als “Check cruise control system visit your dealer” (Controleer cruise
control-systeem. Ga naar uw dealer ) wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk
vervolgens opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise con trol direct
na het activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een d efect in het
cruise control-systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behor en gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 372 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page 373 of 812

3734-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
■Onbedoeld inschakelen van de cruise control voorkomen
Schakel de cruise control uit met de toets ON-OFF als deze niet wordt
gebruikt.
■ Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de cruise con trol
Gebruik de cruise control niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, verliest u mogelijk de controle waardoor een ongeval
met ernstig letsel kan ontstaan.
● In druk verkeer
● Op wegen met scherpe bochten
● Op slingerende wegen
● Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
● Op steile hellingen
Bij het afdalen van een steile helling kan de rijsnelheid de in gestelde snel-
heid overschrijden.
● Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in ee n noodge-
val
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 373 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page 374 of 812

3744-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Stop & Start-systeem∗
■Uitzetten van de motorTrap het rempedaal in terwijl
het koppelingspedaal geheel
ingetrapt is en breng de auto
tot stilstand.
Zet de selectiehendel in
stand N ( →Blz. 250) en laat
het koppelingspedaal los.
Het controlelampje van het Stop
& Start-systeem gaat branden.

Opnieuw starten van de motor
Controleer of de selectiehendel in stand N staat en trap het ko ppe-
lingspedaal in.
Het controlelampje van het Stop & Start-systeem gaat uit.
∗: Indien aanwezig
Het Stop & Start-systeem schakelt de motor uit en start deze
weer overeenkomstig de bed iening van het koppelingspedaal
als de auto tot stil stand wordt gebracht.
Werking Stop & Start-systeem
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 374 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page 375 of 812

3754-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Druk op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem om het
Stop & Start-systeem uit te scha-
kelen.
Het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem gaat bran-
den.
Als nogmaals op de toets wordt
gedrukt, wordt het Stop & Start-
systeem weer ingeschakeld en
gaat het controlelampje uitgescha-
keld Stop & Start-systeem uit.

Automatisch opnieuw inschakelen van het Stop & Start-sys-
teem
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uits cha-
keltoets van het Stop & Start-systeem, zal het s ysteem automatisch
weer worden ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat
het contact UIT is gezet.
■Als op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem wordt
gedrukt terwijl de auto stilstaat
● Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem, kunt u de
motor weer starten door op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem te drukken.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld), zal de motor
niet worden uitgezet.
● Als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld en op de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem wordt gedrukt, wordt het
systeem weer ingeschakeld, maar zal de motor blijven draaien.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is ingeschakeld), zal de motor
worden uitgezet.
Uitschakelen van het Stop & Start-systeem
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 375 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page 376 of 812

3764-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■Werkingsvoorwaarden
●Het Stop & Start-systeem werkt als aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
• De voorruitverwarming wordt uitgeschakeld.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• Het koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.
• De buitentemperatuur is -5°C of hoger.
• De selectiehendel staat in stand N.
• De motorkap is gesloten.
● Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk niet u itge-
schakeld door het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op een storing van het
Stop & Start-systeem.
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de omgevingstemperat uur
hoog of laag is.
• De accu is niet voldoende opgeladen, bijvoorbeeld als de auto gedu-
rende lange tijd is geparkeerd en de ladingstoestand afgenomen is, als
de elektrische belasting hoog is, als de accutemperatuur extree m laag is
of als de accu verouderd is of periodiek wordt opgeladen.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• Door verkeersdrukte of andere omstandigheden komt de auto veel vuldig
tot stilstand.
• De auto rijdt op grote hoogte.
• De temperatuur van de koelvloeistof of van de transmissievloei stof is
extreem laag of hoog.
• De temperatuur van de accuvloeistof is extreem laag of hoog.
• Enige tijd nadat de accupolen zijn losgenomen en weer aangeslo ten.
• Enige tijd na het vervangen van de accu.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 376 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page 377 of 812

3774-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E●
Onder de volgende omstandigheden wordt de motor automatisch her start
wanneer deze is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem. (Rijd met de
auto om ervoor te zorgen dat de motor weer door het Stop & Start-systeem
wordt uitgeschakeld.)
• De airconditioning wordt ingeschakeld.
• De voorruitverwarming wordt ingeschakeld.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem wordt ingedrukt.
• De auto begint te rollen op een helling.
● Onder de volgende omstandigheden wordt de motor automatisch her start
wanneer deze is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem. (Rijd met de
auto om ervoor te zorgen dat de motor weer door het Stop & Start-systeem
wordt uitgeschakeld.)
• Het rempedaal wordt pompend of diep ingetrapt.
• De airconditioning wordt gebruikt.
• De laadtoestand van de accu is onvoldoende.
■ Motorkap
●Zelfs als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem en de motorkap
wordt geopend, slaat de motor af en kan de motor niet worden ge start door
de automatische motorstartfunctie. Start in dat geval de motor volgens de
normale startprocedure. ( →Blz. 233, 236)
● Als de motorkap wordt gesloten nadat de motor is gestart terwij l de motor-
kap was geopend, werkt het Stop & Start-systeem niet. Sluit de motorkap,
zet het contact UIT, wacht ten minste 30 seconden en start verv olgens de
motor.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 377 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page 378 of 812

3784-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
Gebruik van het Stop & Start-systeem
●Als de motor wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem en de selectie-
hendel in een andere stand dan N wordt gezet terwijl het koppel ingspedaal
niet is ingetrapt, klinkt er een zoemer en gaat het controlelam pje van het
Stop & Start-systeem knipperen. Dit geeft aan dat de motor alle en is uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem en niet helemaal is uitgezet.
● Wanneer het systeem niet werkt, wordt geannuleerd of een storin g heeft,
worden waarschuwingsmeldingen en een waarschuwingszoemer gebrui kt
om de bestuurder te informeren. ( →Blz. 697)
● Wanneer de motor wordt herstart door het Stop & Start-systeem, is de
accessoireaansluiting mogelijk tijdelijk niet bruikbaar. Dit du idt echter niet op
een storing.
● Het plaatsen en verwijderen van elektrische onderdelen en draadloze appa-
raten is mogelijk van invloed op het Stop & Start-systeem. Neem voor meer
informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of herstell er/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste d eskundige.
■ Als de voorruit is beslagen terwijl de motor is uitgezet door h et Stop &
Start-systeem
Schakel de voorruitverwarming in . (De motor wordt gestart door de automati-
sche motorstartfunctie.): →Blz. 569
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem om het systeem uit te schakelen.
■ Wanneer er een geur vrijkomt uit d e airconditioning als de motor is uit-
gezet door het Stop & Start-systeem
Druk op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem om het Stop & Start-
systeem uit te schakelen.
■ Airconditioning terwijl de motor door het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld
● Als de airconditioning wordt gebruikt in de automatische stand, wordt de
aanjagersnelheid mogelijk beperkt of wordt de aanjager uitgesch akeld ter-
wijl de motor is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem om veranderin-
gen in de temperatuur in de auto te beperken.
● Schakel het Stop & Start-systeem uit door de uitschakeltoets va n het Stop &
Start-systeem in te drukken om de prestaties van de airconditioning te
garanderen als de auto stilstaat.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 378 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page 379 of 812

3794-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
Wijzigen van de tijd voor uit schakeling bij stilstand bij inges chakelde
airconditioning
De werkingsduur van het Stop & Start-systeem als de airconditio ning is inge-
schakeld, kan als volgt worden gewijzigd. (De werkingsduur van het Stop &
Start-systeem als de airconditioning is uitgeschakeld, kan niet worden gewij-
zigd.)
● Wijzigen van de instelling via het multi-informatiedisplay
Gebruik de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel om “
Instellingen” te selecteren en druk op . ( →Blz. 128)
● Wijzigen van de instelling via de uitschakeltoets van het Stop & Start-sys-
teem
Telkens wanneer de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem gedu-
rende ten minste 3 seconden ingedrukt wordt gehouden, schakelt h et sys-
teem tussen standaard en verlengd. De systeemstatus kan worden
gecontroleerd op het instelscherm op het multi-informatiedispla y.
( →Blz. 128)
■ Beveiligingsfunctie van het Stop & Start-systeem
●Als het volume van het audiosysteem hoog staat, wordt het audio systeem
mogelijk automatisch uitgeschakeld om het stroomverbruik te bep erken. Zet
als dit gebeurt het contact UIT, wacht gedurende ten minste 3 seconden en
zet vervolgens het contact in stand ACC of AAN om het audiosyst eem weer
in te schakelen.
● Het audiosysteem wordt mogelijk niet ingeschakeld wanneer de ac cukabels
zijn losgenomen en weer aangesloten. Zet als dit gebeurt het co ntact UIT
en herhaal de onderstaande procedure tweemaal om het audiosyste em nor-
maal in te schakelen.
• Zet het contact AAN en vervolgens UIT.
■ Batterij vervangen
→Blz. 753
■ Weergeven van de status van het Stop & Start-systeem
→Blz. 128 Selecteer de gewenste instelling en
druk op .
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag
e 379 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page 380 of 812

3804-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
Meldingen multi-informatiedisplay
In de volgende gevallen kunnen en een melding worden weergegev en
op het multi-informatiedisplay.
● Wanneer de motor niet kan worden uitgeschakeld door het Stop & Start-
systeem
MeldingDetails
“For climate con-
trol” (voor klimaat-
regeling)
• De airconditioning wordt gebruikt wan- neer de omgevingstemperatuur hoog of
laag is.
Het systeem treedt in werking wanneer het
verschil tussen de ingestelde temperatuur
en de temperatuur in het interieur te klein
is.
• wordt ingeschakeld.
“Battery charging”
(accu aan het
opladen)
• De accu is mogelijk bijna leeg. Het uitschakelen van de motor is tijdelijk
niet mogelijk om voorrang te geven aan
het laden van de accu, maar als de motor
kortstondig draait, wordt het uitschakelen
van de motor toegestaan.
• Er wordt mogelijk een onderhoudslaad- procedure uitgevoerd, bijvoorbeeld
wanneer de accu periodiek wordt opge-
laden enige tijd nadat de accupolen zijn
losgenomen en weer aangesloten,
enige tijd nadat de accu is vervangen,
enz.
Wanneer de onderhoudslaadprocedure na
ongeveer 5 - 60 minuten is voltooid, kan
het systeem worden bediend.
Als de melding continu (meer dan 60 secon-
den) wordt weergegeven, is de accu moge-
lijk verouderd. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 380 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM

Page:   < prev 1-10 ... 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 401-410 411-420 ... 820 next >