TOYOTA PRIUS 2023 Instructieboekje (in Dutch)

Page 311 of 510

Auto's met een compact reservewiel of
volwaardig reservewiel
1. Open de afdekplaat en klap de haak
omhoog om hem te gebruiken.
2.
Klap de afdekplaat terug in zijn de oor-
spronkelijke stand om hem te sluiten.
WAARSCHUWING!
Om letsel te voorkomen, dienen de
bagagehaken altijd in de opbergpositie
te worden teruggezet wanneer ze niet
worden gebruikt.
TashakenDruk bij het gebruik van de haak op de
onderzijde ervan, zodat deze omhoog
komt.
Aan de andere kant zit ook een haak.
OPMERKING
Hang geen grote objecten of objecten
die zwaarder zijn dan 4 kg aan de
tashaken, om schade aan de haken te
voorkomen.
Opbergvak verbandtrommel (indien
aanwezig)
In dit vak kan een verbandtrommel
worden opgeborgen.
Opbergvak voor gevarendriehoek
De gevarendriehoek kan worden
opgeborgen in het extra opbergvak in het
midden. (De gevarendriehoek zelf
behoort niet tot de standaarduitrusting.)
Auto's met bandenreparatieset
(2WD-uitvoeringen)
5.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
309
5
Voorzieningen in het interieur

Page 312 of 510

Auto's met bandenreparatieset
(AWD-uitvoeringen)
Auto's met een compact reservewiel
Auto's met een volwaardig reservewiel
Afhankelijk van de afmeting en vorm van
de gevarendriehoekdoos, enz. kan deze
mogelijk niet worden opgeborgen.WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de gevarendriehoek,
enz. goed wordt opgeborgen. Als de
gevarendriehoek niet goed wordt
opgeborgen, kan hij bij hard remmen
door de auto vliegen, wat tot een
ongeval kan leiden.
Bagageafdekking
Plaatsen van de bagageafdekking
Plaats één zijde van de bagageafdekking
in de houder. Druk die zijde op zijn plaats
terwijl u de andere zijde in de houder aan
de andere zijde plaatst.
Gebruik van de bagageafdekking
Trek de bagageafdekking naar buiten en
zet deze vast in de steunen.
5.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
310

Page 313 of 510

Verwijderen van de bagageafdekking
Druk één zijde van de bagageafdekking in
en verwijder de afdekking uit de houder.
De bagageafdekking opbergen (behalve
auto's met een volwaardig reservewiel)
1. Open de afdekplaat en zet hem vast
met de tashaken.
2. Berg de bagageafdekking op in het
opbergvak onder de afdekplaat.
3. Sluit de afdekplaat.WAARSCHUWING!
• Plaats geen voorwerpen op de
bagageafdekking. Bij plotseling
remmen of het maken van een bocht
vliegt het voorwerp mogelijk rond en
kan het een inzittende raken. Dit kan
leiden tot een onverwacht ongeval
met dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg.
• Laat kinderen niet op de
bagageafdekking klimmen. Klimmen
op de bagageafdekking kan leiden
tot beschadiging van de
bagageafdekking waardoor het kind
dodelijk of ernstig letsel kan
oplopen.
• Zorg ervoor dat de achterste rand
van de afdekking vlak ligt. Als de
afdekking wordt geplaatst met de
achterste rand omhoog, kan het zicht
door de achterruit worden gehinderd
wat kan leiden tot een ongeval.
• Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
niet klem komen te zitten tussen de
bagageafdekking. Als een
veiligheidsgordel klem zit tussen de
afdekking, kan deze de inzittenden
wellicht niet goed vasthouden.
5.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden
311
5
Voorzieningen in het interieur

Page 314 of 510

5.4 Gebruik van de overige
voorzieningen in het
interieur
5.4.1 Overige voorzieningen in
het interieur
Zonnekleppen
1Klap de zonneklep omlaag om deze in
de vooruitgerichte stand te zetten.
2Klap de zonneklep omlaag, maak de
klep los en draai deze naar de zijkant om
de zonneklep in de zijdelingse stand te
zetten.
Make-upspiegels
Verschuif het klepje om de spiegel te
openen.
De verlichting gaat branden als het
afdekklepje opzij geschoven wordt.
Als de make-upverlichting blijft branden
nadat het contact UIT is gezet, gaat de
verlichting na 20 minuten automatisch
uit.
OPMERKING
Laat de make-upverlichting niet
langer branden dan noodzakelijk is als
het hybridesysteem is uitgeschakeld,
om ontladen van de 12V-accu te
voorkomen.
Accessoireaansluitingen
Gebruik deze als voeding voor
elektronische accessoires die minder dan
12 V gelijkstroom/10 A verbruiken
(stroomverbruik van 120 W).
Voor
Open het klepje.
Achter
Open het klepje.
De accessoireaansluiting kan worden
gebruikt als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
5.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
312

Page 315 of 510

Als het hybridesysteem wordt
uitgeschakeld
Koppel aangesloten elektrische
apparaten met een oplaadfunctie, zoals
een powerbank, los.
Als dergelijke apparaten niet worden
losgekoppeld, wordt het hybridesysteem
mogelijk niet op de normale manier
uitgeschakeld.
OPMERKING
• Sluit het kapje van de
accessoireaansluitingen als de
aansluiting niet in gebruik is, om
schade aan de accessoireaansluiting
te voorkomen. Vreemde voorwerpen
of vloeistoffen die in de
accessoireaansluitingen
terechtkomen, kunnen kortsluiting
veroorzaken.
• Gebruik de accessoireaansluiting niet
langer dan noodzakelijk is als het
hybridesysteem niet is ingeschakeld,
om te voorkomen dat de 12V-accu
ontladen raakt.
Draadloze lader (indien aanwezig)
U kunt een draagbaar apparaat opladen
door een standaard Wireless Qi-lader die
compatibel is met draagbare apparaten,
bijvoorbeeld smartphones en accu's voor
mobiele telefoons, op het laadgebied te
plaatsen overeenkomstig de
voorschriften van het Wireless Power
Consortium.
Deze functie kan niet worden gebruikt
met draagbare apparaten die groter zijn
dan het laadgebied. Ook werkt de functie
mogelijk niet normaal, afhankelijk van het
draagbare apparaat. Lees de handleiding
van de te gebruiken draagbare apparaten.Symbool “Qi”
Het symbool “Qi” is een handelsmerk van
het Wireless Power Consortium.
Namen van alle onderdelen
1Voedingsschakelaar
2Werkingsindicator
3Laadgebied
Gebruik van de draadloze lader
1. Druk op de voedingsschakelaar van de
draadloze lader.
Wordt met iedere druk op de voedings-
schakelaar aan- en uitgeschakeld.
Wanneer de schakelaar aan is, gaat de
werkingsindicator (groen) branden.
Ook wanneer het hybridesysteem is
uitgeschakeld, blijft de status aan/uit
van de voedingsschakelaar opgeslagen.
5.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
313
5
Voorzieningen in het interieur

Page 316 of 510

2. Plaats de laadzijde van het draagbare
apparaat naar beneden.
Tijdens het laden gaat de
werkingsindicator (oranje) branden.Wanneer er niet wordt geladen,
probeer dan het draagbare apparaat
zo dicht mogelijk bij het midden van
het laadgebied te plaatsen.
Wanneer het laden is voltooid, gaat de
werkingsindicator (groen) branden.
• Oplaadfunctie
– Wanneer het laden is voltooid en na
een bepaalde tijd in de
onderbrekingsstatus, wordt het
laden hervat.
– Wanneer het draagbare apparaat
wordt verplaatst, stopt het laden
even en wordt het vervolgens weer
hervat.
Voorwaarden voor verlichting van de werkingsindicator
Werkingsindicator Voorwaarden
Uitschakelen Wanneer de voeding voor de draadloze lader uit is
Groen (gaat branden)In stand-by (status opladen mogelijk)
Wanneer het laden is voltooid
*
Oranje (gaat branden)Wanneer het draagbare apparaat op het laadgebied
wordt geplaatst (het draagbare apparaat wordt gesigna-
leerd)
Laden
*: Afhankelijk van het draagbare apparaat kan het voorkomen dat de werkingsindicator
oranje blijft branden, ook al is het laden voltooid.
• Als de werkingsindicator knippert
Als zich een fout voordoet, knippert de werkingsindicator oranje. Los de fout op op basis
van onderstaande tabel.
Werkingsindicator Vermoedelijke oorzaken Oplossing
Knippert eens per seconde
herhaaldelijk (oranje)Fout in communicatie tus-
sen auto en lader.Neem contact op met een er-
kende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een an-
dere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Knippert continu 3 keer
herhaaldelijk (oranje)Er bevindt zich een vreemde
substantie tussen het
draagbare apparaat en het
laadgebied.Verwijder de vreemde substantie.
Het draagbare apparaat is
niet synchroon doordat het
van zijn plaats is geschoven.Plaats het draagbare apparaat in
het midden van het laadgebied.
Knippert continu 4 keer
herhaaldelijk (oranje)De temperatuur in de
draadloze lader stijgt.Stop direct met laden en start het
laden weer na een poos te heb-
ben gewacht.
5.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
314

Page 317 of 510

De draadloze lader kan worden bediend
als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
Bruikbare draagbare apparaten
Standaard Wireless Qi-laders kunnen
worden gebruikt voor draagbare
apparaten. Niet voor alle standaard
Qi-apparaten is echter compatibiliteit
gegarandeerd.
De draadloze lader is bedoeld voor
draagbare apparaten met een laag
vermogen van niet meer dan 5 W, zoals
mobiele telefoons en smartphones.
Wanneer er hoesjes of accessoires aan
de draagbare apparaten zijn bevestigd
Laad niet op wanneer er een hoesje of
accessoire aan het draagbare apparaat is
bevestigd dat niet compatibel is met Qi.
Afhankelijk van het type hoesje of
accessoire kan het zijn dat het laden niet
mogelijk is. Verwijder het hoesje of
accessoire als het draagbare apparaat op
het laadgebied is geplaatst, ook al wordt
er niet geladen.
Tijdens het laden is via AM-radio ruis te
horen
Schakel de draadloze lader uit en
controleer of de ruis is afgenomen. Als de
ruis afneemt, druk dan gedurende
2 seconden op de voedingsschakelaar
van de draadloze lader. Hiermee kan de
frequentie van de lader worden gewijzigd
en de ruis worden verminderd. In dat
geval gaat ook de werkingsindicator
2 keer oranje knipperen.
Belangrijke punten met betrekking tot
de draadloze lader
• Als de elektronische sleutel niet in het
interieur kan worden gesignaleerd,
kan er niet worden geladen. Wanneer
het portier wordt geopend en
gesloten, wordt het laden mogelijk
tijdelijk onderbroken.
• Tijdens het laden worden de draadloze
lader en het draagbare apparaat
warmer. Dit duidt echter niet op eenstoring. Wanneer een draagbaar
apparaat tijdens het laden warm
wordt, stopt het laden mogelijk als
gevolg van de beschermingsfunctie
van het draagbare apparaat. In dit
geval kunt u weer laden nadat de
temperatuur van het draagbare
apparaat aanmerkelijk is afgenomen.
Geluiden tijdens het gebruik
Wanneer de voeding wordt
ingeschakeld, is er tijdens het zoeken
van het draagbare apparaat een geluid
te horen. Dit duidt echter niet op een
storing.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig tijdens het rijden
Wanneer een draagbaar apparaat
wordt opgeladen, dient de bestuurder
uit veiligheidsoverwegingen het
hoofdgedeelte van het draagbare
apparaat niet te bedienen tijdens het
rijden.
Waarschuwing met betrekking tot
beïnvloeding van elektronische
apparatuur
Mensen met geïmplanteerde
pacemakers, CRT-pacemakers,
geïmplanteerde hartdefibrillatoren of
andere elektrische medische apparaten
dienen hun arts te raadplegen m.b.t.
het gebruik van de draadloze lader. De
werking van de draadloze lader heeft
mogelijk invloed op de medische
apparaten.
Voorkomen van schade en
brandwonden
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Anders
kan er een storing ontstaan in de
apparatuur en kunnen schade, brand of
brandwonden ontstaan als gevolg van
oververhitting.
• Plaats tijdens het laden geen
metalen voorwerpen tussen het
laadgebied en het draagbare
apparaat
5.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
315
5
Voorzieningen in het interieur

Page 318 of 510

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Bevestig geen stickers, metalen
voorwerpen, enz. op het laadgebied
of op het draagbare apparaat
• Bedek het laadgebied of het
draagbare apparaat tijdens het laden
niet met een doek o.i.d.
• Laad geen andere draagbare
apparaten dan die zijn aangegeven
• Probeer de lader niet te demonteren
of te wijzigen
• Sla niet op de lader en oefen er geen
overmatige kracht op uit
OPMERKING
Omstandigheden waaronder de
functie mogelijk niet goed werkt
Onder de volgende omstandigheden
werkt de lader mogelijk niet goed
• Het draagbare apparaat is volledig
geladen
• Er bevinden zich verontreinigingen
tussen het laadgebied en het
draagbare apparaat
• De temperatuur van het draagbare
apparaat neemt toe als gevolg van het
laden
• Het laadgedeelte van het draagbare
apparaat is naar boven gericht
• Het draagbare apparaat is niet op de
juiste plaats op het laadgebied
geplaatst
• In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven of
andere locatie waar sterke
radiogolven of elektromagnetische
velden aanwezig zijn
• Wanneer de elektronische sleutel
tegen een van de volgende metalen
voorwerpen wordt gehouden of
erdoor wordt bedekt
– Kaarten met aluminiumfolie
– Sigarettenpakjes met
aluminiumfolie erin
– Metalen portemonnees of tassen
OPMERKING(Vervolg)
– Muntgeld
– Metalen handwarmers
– Media zoals CD's en DVD's
• Als er andere sleutels met
afstandsbediening (die radiogolven
uitzenden) in de buurt gebruikt
worden
Wanneer, afgezien van het
bovenstaande, de lader niet normaal
werkt of de werkingsindicator continu
knippert, zit er waarschijnlijk een storing
in de draadloze lader. Neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Voorkomen van storingen of schade
aan gegevens
• Houd tijdens het laden geen
magnetische kaarten (zoals
creditcards), magnetische
opslagmedia e.d. in de buurt van de
lader. Anders kunnen onder invloed
van magnetisme gegevens verloren
gaan. Houd ook precisie-apparatuur
zoals polshorloges uit de buurt van de
lader, aangezien deze voorwerpen
kunnen breken.
• Laat draagbare apparaten niet in de
auto achter. De temperatuur in de
auto kan in de zon hoog oplopen,
waardoor het apparaat beschadigd
kan raken.
Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Gebruik de draadloze lader niet
gedurende lange tijd wanneer het
hybridesysteem is uitgeschakeld.
5.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
316

Page 319 of 510

Armsteun
Trek de armsteun naar beneden om hem
te kunnen gebruiken.
OPMERKING
Plaats geen al te zware last op de
armsteun om schade aan de armsteun
te voorkomen.
Kledinghaakjes
De handgrepen achter zijn voorzien van
kledinghaakjes.
WAARSCHUWING!
Hang geen kleerhangers, harde
voorwerpen of voorwerpen met
scherpe punten aan het kledinghaakje.
Als de curtain airbags geactiveerd
worden, kunnen deze voorwerpen
projectielen worden en dodelijk of
ernstig letsel veroorzaken.Handgrepen
Een handgreep aan het dak kan ter
ondersteuning van uw lichaam worden
gebruikt wanneer u zit.
WAARSCHUWING!
Gebruik de handgreep niet bij het in- of
uitstappen of bij het opstaan vanaf uw
zitplaats.
OPMERKING
Hang geen zware voorwerpen aan de
handgreep en belast de greep niet
overmatig, om schade aan de
handgreep te voorkomen.
5.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
317
5
Voorzieningen in het interieur

Page 320 of 510

5.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
318

Page:   < prev 1-10 ... 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 ... 510 next >