TOYOTA PRIUS PLUG-IN HYBRID 2023 Instructieboekje (in Dutch)

Page 171 of 554

Control-systeem met volledig
snelheidsbereik, en waarschuwingen
worden weergegeven.
Raadpleeg de bladzijde over de
desbetreffende functie voor meer
informatie over de ondersteunende
systemen.
Weergave waarschuwingsmelding
De waarschuwingsmeldingen die zijn
weergegeven sinds het contact AAN is
gezet, kunnen worden bekeken.
Als meerdere waarschuwingsmeldingen
zijn weergegeven kan de weergave
worden gewijzigd door op
ofvan
de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken.
Waarschuwingsmeldingen die zijn gewist
en bepaalde andere
waarschuwingsmeldingen worden niet
weergegeven. Als er geen
waarschuwingsmeldingen zijn die kunnen
worden bekeken, wordt ook weergegeven
dat er geen meldingen zijn.
Weergave instellingen
Informatie met betrekking tot de werking
van de ondersteunende systemen en
instellingen van de weergave op het
instrumentenpaneel kunnen worden
gewijzigd.
Om ondersteunende systemen, zoals het
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) en de
Blind Spot Monitor (indien aanwezig) in
en uit te schakelen hoeft u alleen op
te
drukken. Zorg ervoor dat u de systemen
niet per ongeluk uitschakelt.Instellen
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het stuurwiel
en selecteer
.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel, selecteer het
item dat u wilt wijzigen en druk
vervolgens op
.
Als de functie wordt in- en
uitgeschakeld of als de gevoeligheid,
enz. wordt gewijzigd op het
instelscherm, wordt de instelling,
telkens wanneer op
wordt gedrukt,
gewijzigd.
Het instelscherm wordt weergegeven
voor functies waarvoor informatie
over de werking, de informatie op het
display, enz. van een functie kan
worden geselecteerd.
3. Selecteer de instelling of de gewenste
waarde (tijd, enz.) met de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel als het
instelscherm wordt weergegeven.
*1, 2
3.1 Instrumentenpaneel
169
3
Instrumentenpaneel

Page 172 of 554

Selecteer voor selecteerbare
informatie over de werking en
instelwaarden de gewenste instelling
of waarde en druk vervolgens op
.
Druk op
om de selectie te
annuleren.
Selecteer “Proceed” (doorgaan) of
“Cancel” (annuleren) en druk op
als het controlescherm voor de
instellingen wordt weergegeven.
*1: Afhankelijk van het item kan na het
selecteren van een item een volgend
instelscherm worden weergegeven.
*2: Voor items waarbij het
aanpassingsniveau of de tijd wordt
ingesteld, wordt na het instellen van het
item het instelscherm weergegeven
totdat op
wordt gedrukt.
Tabel instellingen
Item Instellingen Resultaat van instelling
“On” (aan)
Schakelt de Lane Centering-functie van de LTA
(Lane Tracing Assist) in en uit. (→Blz. 257)
“Off” (uit)
“On” (aan)
Schakelt de stuurassistentiefunctie van de LTA
(Lane Tracing Assist) in en uit. (→Blz. 257)
“Off” (uit)
“High” (hoog)
Wijzigt de gevoeligheid van de waarschuwing van
de LTA (Lane Tracing Assist). (→Blz. 257)
“Standard” (standaard)
“On” (aan)
Schakelt het PCS (Pre-Crash Safety-systeem) in en
uit. (→Blz. 252)
“Off” (uit)
“Early” (vroeg)
Wijzigt het waarschuwingstijdstip van het PCS
(Pre-Crash Safety-systeem). (→Blz. 252) “Middle” (gemiddeld)
“Late” (laat)
*1
“On” (aan)
Schakelt de Toyota Parking Assist-sensor in en uit.
(→Blz. 305)
“Off” (uit)
*1
“On” (aan)
Schakelt de Parking Support Brake-functie in en
uit. (→Blz. 314)
“Off” (uit)
*1
“On” (aan)
Schakelt de Blind Spot Monitor in en uit.
(→Blz. 286)
“Off” (uit)
“On” (aan)
Schakelt de waarschuwing slingeren auto van de
LTA (Lane Tracing Assist) in en uit. (→Blz. 257)
“Off” (uit)
“High” (hoog)
Wijzigt de gevoeligheid van de waarschuwing slin-
geren auto van de LTA (Lane Tracing Assist).
(→Blz. 257) “Standard” (standaard)
“Low” (laag)
*1
“Height” (hoogte)
Wijzigt de weergavepositie en helderheid van het
head-up display. (→Blz. 176) “Brightness” (helder-
heid)
“On” (aan)
Schakelt de RSA (Road Sign Assist) in en uit.
(→267)
“Off” (uit)
3.1 Instrumentenpaneel
170

Page 173 of 554

Item Instellingen Resultaat van instelling
“On” (aan)Schakelt het Dynamic Radar Cruise Control-
systeem met Road Sign Assist in en uit.
(→Blz. 278) “Off” (uit)
*1
“km/h”
Wijzigt de eenheid voor de snelheid die wordt
weergegeven op het scherm.
“MPH”
*2
“Meter brightness” (hel-
derheid instrumentenpa-
neel)Wijzigt de helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel. (→Blz. 133)
“Meter Customize”-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen instru-
mentenpaneel):→blz. 170
“Vehicle Settings”-instellingen (voertuiginstellingen):→blz. 478
*1: Indien aanwezig
*2: Alleen auto's met rechtse besturing
“Meter Customize”-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel) (
)
Item Instellingen Resultaat van instelling
“Screen OFF”
(scherm UIT)
*1“Yes” ( ja)
Uitschakelen van het multi-
informatiedisplay.
“No” (nee)
“HV System Indica-
tor” (controlelampje
hybridesysteem)
(→blz. 154)“ECO Accelera-
tor Guidance”
(begeleiding
milieubewust
bedienen gas-
pedaal)“On” (aan)
Schakelt de “ECO Accelerator
Guidance” (begeleiding milieu-
bewust bedienen gaspedaal) in
en uit.
“Off” (uit)
“EV Indicator
Light On/Off”
(EV-
controlelampje
aan/uit)“On” (aan)
Schakelt het EV-controlelampje
in en uit.
“Off” (uit)
“EV Drive Moni-
tor” (EV-
aandrijflijnmo-
nitor)“EV Energy”
(EV-energie)
Wisselt de informatie in de linker
bovenhoek van de hybridesys-
teemindicator. (→Blz. 158) “EV Distance”
(actieradius
elektrisch rij-
den)
“Blank” (geen
weergave)
3.1 Instrumentenpaneel
171
3
Instrumentenpaneel

Page 174 of 554

Item Instellingen Resultaat van instelling
“Pop-up Display On/
Off” (pop-updisplay
aan/uit)“Instrument
Panel Light”
(verlichting in-
strumentenpa-
neel)
*2
“On” (aan)
Schakelt het pop-updisplay van
het geselecteerde item op het
multi-informatiedisplay in en uit. “Off” (uit)
“Climate set-
tings” (instellin-
gen klimaatre-
geling)“On” (aan)
“Off” (uit)
“Cruise Control
Operation Dis-
play” (weergave
werking cruise
control)“On” (aan)
“Off” (uit)
“HUD Settings”
(instellingen
HUD)
*3
“On” (aan)
“Off” (uit)
“Driving Mode
Select” (rijmo-
dusselectie)“On” (aan)
“Off” (uit)
“Traction Bat-
tery Cooler”
(koeler tractie-
batterij)
*3
“On” (aan)
“Off” (uit)
“Language” (taal)
*4
“English” (Engels)
Wijzigt de taal die op het scherm
wordt weergegeven. “Français” (Frans)
“Español” (Spaans)
“Deutsch” (Duits)
“Italiano” (Italiaans)

” (Russisch)
“Calendar” (kalender) Dag/maand/jaarWijzigt de datum die wordt ge-
bruikt voor het registreren van
de elektriciteits- en brandstof-
verbruiksgegevens en de laad-
schemafunctie.
“History Reset” (re-
setten geschiedenis)“Eco-Diary
(Daily)” (eco-
logboek (dage-
lijks))“Yes” ( ja)
Wist gegevens van “Eco-Diary
(Daily)” (eco-logboek (dage-
lijks)). (→Blz. 164)
“No” (nee)
“Eco-Diary
(Monthly)”
(eco-logboek
(maandelijks))“Yes” ( ja)
Wist gegevens van “Eco-Diary
(Monthly)” (eco-logboek (maan-
delijks)). (→Blz. 164)
“No” (nee)
“Electricity Con-
sumption Reset” (re-
setten van elektrici-
teitsverbruik)“Yes” ( ja)
Wist de gegevens van het totale
gemiddelde elektriciteitsver-
bruik. (→Blz. 149, blz. 163)
“No” (nee)
3.1 Instrumentenpaneel
172

Page 175 of 554

Item Instellingen Resultaat van instelling
“Initialization” (initi-
alisatie)“Yes” ( ja)Zet de instellingen van het in-
strumentenpaneel weer op de
standaardinstellingen. “No” (nee)
*1: Als het instelscherm is uitgeschakeld, wordt het weer weergeven door opte
drukken.
*2: Alleen auto's met linkse besturing
*3: Indien aanwezig
*4: De talen die kunnen worden weergegeven, zijn per regio verschillend.
In te stellen onderwerpen
• Tijdens het rijden kunnen de
instelitems “Meter Customize”
(persoonlijke voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel) en “Vehicle
Settings” (voertuiginstellingen) niet
worden geselecteerd en bediend.
Tevens wordt het instelscherm in de
volgende situaties tijdelijk
uitgeschakeld.– Er wordt een
waarschuwingsmelding
weergegeven.
– De auto rijdt weg.
• Instellingen voor functies waarmee de
auto niet is uitgerust, worden niet
weergegeven.
• Als een functie is uitgeschakeld,
kunnen de instellingen voor de
desbetreffende functie niet worden
geselecteerd.
Kalenderinstelling
De informatie in de kalenderinstelling is gekoppeld aan de geregistreerde informatie voor
“Eco-Diary” (eco-logboek) (→blz. 164). Als de kalenderdatum wordt gewijzigd, wordt de
registratie voor “Eco-Diary” (eco-logboek) als volgt verwerkt:
Soort datumwijziging Registratie “Eco-Diary” (eco-logboek)
Datum gewijzigd in datum in de toekomst Niet gewist*
Datum gewijzigd in datum vóór vorige maand Alles gewist
Datum gewijzigd in vroegere datum in hui-
dige maandAlleen gegevens “Daily” (dagelijks) gewist
*: Niet geregistreerde maand-/datuminformatie wordt ingesteld op “0” of “0.0”.
WAARSCHUWING!
Aandachtspunten tijdens het
instellen van het display
Zorg dat de auto geparkeerd staat op
een plaats met voldoende ventilatie,
aangezien het hybridesysteem tijdens
het instellen van het display moet
draaien. In een afgesloten ruimte, zoals
een garage, kunnen uitlaatgassen die
het schadelijke koolmonoxide (CO)
bevatten, zich ophopen en in de auto
WAARSCHUWING!(Vervolg)
terechtkomen. Dit kan leiden tot de
dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
Tijdens het instellen van het display
Zorg ervoor dat het hybridesysteem
draait tijdens het instellen van het
display om te voorkomen dat de
12V-accu leeg raakt.
3.1 Instrumentenpaneel
173
3
Instrumentenpaneel

Page 176 of 554

3.1.5 Head-up display*
*: Indien aanwezig
Het head-up display kan de huidige rijsnelheid en de hybridesysteemindicator vóór de
bestuurder weergeven. Het kan ook verschillende soorten informatie weergeven om
de bestuurder te helpen.
Bedieningstoetsen en informatie op display
1Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel
Deze toetsen worden gebruikt voor
het aanpassen van de positie en de
helderheid van het head-up display.
(→Blz. 176)
2Toets HUD (head-up display)
(→blz. 175)
3Weergave rijsnelheid
Auto's met rechtse besturing: De
eenheid voor de snelheid verschijnt
onder de weergave van de rijsnelheid.
4Weergave cruise control (→blz. 271)
5Hybridesysteemindicator (→blz. 154)
De weergave op de
hybridesysteemindicator is in de
EV-modus anders dan in de
HV-modus.
6Actieradius elektrisch rijden
Geeft de geschatte afstand aan die
nog kan worden gereden met de
resterende energie in het
batterijpakket (tractiebatterij).
(→Blz. 72)
Als het airconditioningsysteem in
werking is, wordt de actieradius met
ingeschakeld airconditioningsysteem
weergegeven.
De eenheden die op het display worden aangegeven, kunnen per model/type verschillend
zijn.
3.1 Instrumentenpaneel
174

Page 177 of 554

De actieradius voor elektrisch rijden
kan kleiner worden, zelfs als er niet
wordt gereden, door energieverbruik
door het systeem.7Hulpdisplay (→blz. 176)
Op dit display wordt informatie
weergegeven voor alle
ondersteunende systemen
overeenkomstig de
rijomstandigheden.
Toets HUD (head-up display)
De toets HUD kan worden gebruikt om
het head-up display in en uit te schakelen
en de weergave op het display te wijzigen.
Als het head-up display is
uitgeschakeld
Door op de toets HUD te drukken wordt
het head-up display ingeschakeld en de
weergave gestart.
Het controlelampje in de toets HUD gaat
branden.
Het scherm voor het aanpassen van de
positie en de helderheid van het display
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 176)
Als het head-up display is ingeschakeld
De items die worden weergegeven,
kunnen worden gewijzigd door op de
toets HUD te drukken.
1Weergave rijsnelheid en weergave
cruise control*1
2Weergave rijsnelheid/
hybridesysteemindicator*1, 2/actieradius
elektrisch rijden
Raadpleeg blz. 154 voor informatie
over de hybridesysteemindicator.
3Geen weergave (head-up display is uit)
Het controlelampje in de toets HUD
gaat uit.
*1: Als het hulpdisplay van een
ondersteunend systeem wordt
weergegeven, wordt het display tijdelijk
uitgeschakeld.
*2: De weergave op de
hybridesysteemindicator is in de
EV-modus anders dan in de HV-modus.
3.1 Instrumentenpaneel
175
3
Instrumentenpaneel

Page 178 of 554

Afstellen van positie en helderheid
display
Om de zichtbaarheid van het head-up
display te verbeteren, kunnen de positie
en de helderheid van het display worden
afgesteld.
1. Weergeven van het afstelscherm op
het multi-informatiedisplay.
Als het head-up display is
ingeschakeld: Selecteer
op
het schermvan het multi-
informatiedisplay en druk vervolgens
op
.(→Blz. 169)
Als het head-up display is
uitgeschakeld: Als op de toets HUD
wordt gedrukt, wordt het
afstelscherm voor het head-up
display automatisch weergegeven.
*1
Als binnen ongeveer 6 seconden geen
aanpassingen worden gedaan*2, keert
het multi-informatiedisplay
automatisch terug naar het vorige
scherm.
2. Afstellen van de positie en de
helderheid van het display met de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.De positie van het head-up display
verandert als op
ofwordt gedrukt.
De helderheid van het head-up display
verandert als op
ofwordt gedrukt.
Als op
wordt gedrukt, keert het
multi-informatiedisplay terug naar het
vorige scherm.
*1: Deze functie kan worden
uitgeschakeld. (→Blz. 171)
*2: Het afstelscherm kan plotseling
worden geannuleerd als het wordt
onderbroken door een
waarschuwingsmelding die wordt
weergegeven op het display.
Hulpdisplay
Hulpdisplays van de ondersteunende systemen
Hulpdisplays zijn gekoppeld aan de werking van de volgende systemen en worden
gebruikt om bepaalde informatie die wordt getoond op het multi-informatiedisplay op
het head-up display weer te geven.
Systeem Weergegeven informatie
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (→blz. 250) Pre-Crash-waarschuwing
LTA (Lane Tracing Assist) (→blz. 257) Display Lane Departure Alert-functie
Waarschuwing handen van het stuurwiel
Weergave waarschuwing voor slingeren
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik (→blz. 271)Display naderingswaarschuwing
RSA (Road Sign Assist) (→blz. 267) Verkeersborden, aanvullende tekens, enz.
Parking Support Brake-functie
*(→blz. 313) Weergave werking (weergave symbool)
*: Indien aanwezig
3.1 Instrumentenpaneel
176

Page 179 of 554

Hulpdisplay centraal
waarschuwingslampje
Als het centrale waarschuwingslampje
(→blz. 439) brandt of knippert, wordt op
het head-up display een hulpdisplay
weergegeven om de bestuurder te
informeren.
Als het centrale waarschuwingslampje
brandt of knippert, bekijk dan de melding
die wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay en voer de
desbetreffende storingzoekprocedure
uit. (→Blz. 442)
Auto's met rechtse besturing: Het
centrale waarschuwingslampje verschijnt
onder de weergave van de rijsnelheid.
Inschakelen/uitschakelen van het
head-up display
Als het head-up display wordt
uitgeschakeld met de toets HUD, wordt
het niet weergegeven totdat het head-up
display weer wordt ingeschakeld met de
toets HUD. (De werking van het head-up
display is niet gekoppeld aan het
contact.)
Helderheid display
• De helderheid van het head-up
display wordt automatisch aangepast
aan de bedrijfsstatus van de
koplampen (aan/uit) en de helderheid
van de omgeving.
• Als de helderheid van het head-up
display boven een bepaald niveau
wordt ingesteld, wordt het display
automatisch gedimd als de auto tot
stilstand wordt gebracht. Zodra deauto wegrijdt en een rijsnelheid van
ongeveer 5 km/h of hoger bereikt,
keert het display automatisch terug
naar de vorige helderheid.
Weergave rijsnelheid
In een extreem koude omgeving wijken
de weergave van de snelheidsmeter en
de rijsnelheid van het head-up display
mogelijk iets af.
Head-up display
Met een (gepolariseerde) zonnebril op is
het head-up display soms moeilijk
afleesbaar.
Als de 12V-accu wordt losgekoppeld
De aangepaste instellingen van het
head-up display worden gereset.
WAARSCHUWING!
Voordat u het head-up display
gebruikt
• Controleer of de positie en de
helderheid van het head-up display
geen belemmering vormen voor
veilig rijden. Als de positie of de
helderheid van het display niet goed
is afgesteld, kan het zicht van de
bestuurder worden belemmerd, kan
dat leiden tot een ongeval met
dodelijk of ernstig letsel kan tot
gevolg.
• Kijk tijdens het rijden niet
voortdurend op het head-up display,
aangezien u anders voetgangers,
objecten op de weg, enz. over het
hoofd kunt zien.
3.1 Instrumentenpaneel
177
3
Instrumentenpaneel

Page 180 of 554

OPMERKING
Voorkomen van beschadiging van de
onderdelen
• Plaats geen bekers of blikjes drinken
in de buurt van de projector van het
head-up display. Als de projector nat
wordt, kunnen er elektrische
storingen ontstaan.
• Plaats geen voorwerpen op de
projector van het head-up display en
plak er ook geen stickers op. Als u dat
toch doet, worden er mogelijk geen
meldingen meer op het head-up
display weergegeven.
• Raak de binnenzijde van de projector
van het head-up display niet aan en
steek ook geen scherpe voorwerpen
in de projector. Dit kan tot
mechanische defecten leiden.
3.1.6 Energiemonitor/
verbruiksscherm
De status van het hybridesysteem kan
worden afgelezen op het scherm van
het navigatiesysteem.
De energiemonitor en het
brandstofverbruiksscherm kunnen ook
worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay en het
beginscherm van het navigatiesysteem.
Raadpleeg blz. 150 voor meer informatie
over het multi-informatiedisplay.Systeemonderdelen
1Scherm navigatiesysteem
2Toets MENU
Energiemonitor
De energiemonitor kan worden gebruikt
om de rijstatus van de auto, de
bedrijfsstatus van het hybridesysteem en
de energieregeneratiestatus te
controleren.
Weergaveprocedure
1. Druk op de toets MENU.
2. Selecteer “Info” op het scherm
“Menu”.
Als een ander scherm dan “Energy
monitor” (energiemonitor) wordt
weergegeven, selecteert u “Energy”
(energie).
Het display aflezen
De pijlen verschijnen overeenkomstig de
energiestroom. Wanneer er geen
energiestroom is, worden er geen pijlen
weergegeven.
De kleur van de pijlen wijzigt als volgt:
Groen: Als het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt geregenereerd of
opgeladen. Geel: Als het batterijpakket
(tractiebatterij) wordt gebruikt. Rood: Als
de benzinemotor wordt gebruikt.
3.1 Instrumentenpaneel
178

Page:   < prev 1-10 ... 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 ... 560 next >