TOYOTA PRIUS PLUG-IN HYBRID 2023 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: PRIUS PLUG-IN HYBRID, Model: TOYOTA PRIUS PLUG-IN HYBRID 2023Pages: 554, PDF Size: 107.79 MB
Page 151 of 554

Informatie op display Detail
Hybridesysteemindicator
Er wordt een handige hybridesysteemindicator weergegeven.
Raadpleeg blz. 154 voor informatie over het lezen van de hybride-
systeemindicator.
Actueel elektriciteitsverbruik
In de EV-/EV City-modus wordt het actuele elektriciteitsverbruik
tijdens het rijden weergegeven.
■Het merkteken
geeft het totale elektriciteitsverbruik aan
sinds de laatste keer resetten totdat het opnieuw gereset wordt.
■Als “Electricity Consumption Reset” (resetten van
elektriciteitsverbruik) (→blz. 172) wordt uitgevoerd, worden de
gegevens van het totale gemiddelde elektriciteitsverbruik
gewist en wordt het merkteken
gereset naar 0.
Actueel brandstofverbruik
Tijdens het rijden in de HV-modus wordt het actuele brandstofver-
bruik tijdens het rijden weergegeven.
■Het merkteken
geeft de waarde aan die wordt weergegeven
op het scherm voor het gemiddelde brandstofverbruik
(→blz. 147). Door de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik te wijzigen, verandert ook de positie van het
merkteken
.
■Als het gemiddelde brandstofverbruik wordt gereset, wordt het
merkteken
gereset naar 0.
Status batterijpakket (tractiebatterij)
Dezelfde inhoud als de status van het batterijpakket (tractiebatte-
rij) op de hybridesysteemindicator wordt weergegeven. (→Blz. 154)
Weergave buitentemperatuur
• Onder de volgende omstandigheden
wordt mogelijk niet de juiste
buitentemperatuur weergegeven of
duurt het langer voordat de weergave
wordt gewijzigd.
– Wanneer de auto stilstaat of met
lage snelheid rijdt (lager dan
20 km/h)
– Wanneer de buitentemperatuur
plotseling verandert (bijvoorbeeld
bij het in- of uitrijden van een
garage of tunnel)
• Wanneer - of E wordt weergegeven,
zit er mogelijk een storing in het
systeem.Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Elektriciteitsverbruik
Als de eenheid is ingesteld op “km/h”:
Het elektriciteitsverbruik is het verbruik
van elektrische energie tijdens
elektrisch rijden en is vergelijkbaar met
het brandstofverbruik van auto's met
een benzinemotor. Voor deze auto wordt
de verbruikte elektriciteit per 100 km
(“kWh/100 km”) weergegeven als
elektriciteitsverbruik op elk scherm.
3.1 Instrumentenpaneel
149
3
Instrumentenpaneel
Page 152 of 554

Als de eenheid is ingesteld op “MPH”
(indien van toepassing):
Het elektriciteitsverbruik is het verbruik
van elektrische energie tijdens
elektrisch rijden en is vergelijkbaar met
het brandstofverbruik van auto's met
een benzinemotor. Voor deze auto wordt
de gereden afstand per kWh
(“miles/kWh”) weergegeven als
elektriciteitsverbruik op elk scherm.
Actieradius elektrisch rijden
→Blz. 72
Actieradius
•
Deze afstand wordt berekend op basis
van het gemiddelde brandstofverbruik.
Hierdoor kan de werkelijke afstand die
nog kan worden gereden, afwijken van
de weergegeven afstand.
•Als er een kleine hoeveelheid brandstof
wordt getankt, wordt de weergave
mogelijk niet bijgewerkt. Zet bij het
tanken het contact UIT. Als brandstof
wordt getankt terwijl het contact niet
UIT staat, wordt de weergave mogelijk
niet bijgewerkt.
Wijzigen van de rijmodus (→blz. 282)
Als de rijmodus wordt gewijzigd,
verandert de rijmodusindicator en wordt
een animatie
*weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Tevens verandert de achtergrondkleur
van het hoofdscherm, de
energiemonitor (→blz. 152) en de
hybridesysteemindicator (→blz. 154) als
volgt.
Rijmodi Achtergrondkleur
Normal-modus Groen
POWER-modus Rood
ECO-rijmodus Blauw
*: De animatie die wordt weergegeven als de rijmodus wordt gewijzigd, kan worden
uitgeschakeld in de “Meter Customize”-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel). (→Blz. 171)
3.1.4 Multi-informatiedisplay
Verschillende soorten informatie met
betrekking tot de auto kunnen worden
weergegeven, inclusief de
bedrijfsstatus van elk systeem en
gegevens met betrekking tot
milieubewust rijden. Tevens kunnen de
instellingen van elk systeem worden
aangepast aan de persoonlijke
voorkeur.Informatie op display
3.1 Instrumentenpaneel
150
Page 153 of 554

Informatie met betrekking tot alle iconen
aan de bovenzijde van het multi-informatie-
display kan worden weergegeven door met
de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel het icoon te selecteren.De iconen worden weergegeven als opofvan de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel wordt gedrukt
en ze verdwijnen kort na het indrukken
van de toets.
Schermen die zijn gekoppeld aan voertuigfuncties worden mogelijk automatisch
weergegeven overeenkomstig de bedrijfsstatus van de desbetreffende functies.
Menu-iconen Inhoud Bladzijde
Rij-informatie
De energiemonitor die de bedrijfsstatus van het hybride-
systeem of andere informatie toont, zoals het elektrici-
teitsverbruik en het brandstofverbruik, wordt weergege-
ven.Blz. 152
Display klokinstellingen
De klokinstellingen kunnen worden gewijzigd.Blz. 165
Aan navigatiesysteem gekoppelde weergave
De informatie die betrekking heeft op het navigatiesys-
teem wordt weergegeven.Blz. 165
Aan audiosysteem gekoppelde weergave
De instellingen van het audiosysteem kunnen worden ge-
wijzigd.Blz. 166
Instelscherm airconditioning
De instellingen van de airconditioning kunnen worden ge-
wijzigd.Blz. 166
Informatie ondersteunende systemen
De informatie met betrekking tot ondersteunende syste-
men, zoals de LTA (Lane Tracing Assist) en het Dynamic
Radar Cruise Control-systeem met volledig snelheidsbe-
reik, wordt weergegeven.Blz. 168
Weergave waarschuwingsmelding*
De waarschuwingsmeldingen worden weergegeven.Blz. 169
Weergave instellingen
De instellingen van voertuigfuncties, de weergave op het
instrumentenpaneel, enz. kunnen worden gewijzigd.Blz. 169
*: Als er een waarschuwingsmelding is die kan worden weergegeven, verandert de kleur
vanin oranje.
3.1 Instrumentenpaneel
151
3
Instrumentenpaneel
Page 154 of 554

Basishandelingen
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en selecteer het
icoon van het gewenste item.
Het geselecteerde icoon licht op en er
wordt overgeschakeld op het
informatiescherm.
Als de RSA (Road Sign Assist) en de
snelheidsbegrenzer zijn
uitgeschakeld, kan het subscherm van
het hoofdscherm ook worden
geselecteerd. (→Blz. 148)
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de informatie
op het display te wijzigen.
3. Druk op
op schermen waar een
item geselecteerd of bevestigd moet
worden.
Druk op schermen met weergaven van
tabs op
om de weergave van de tab
te selecteren en druk opofvan
de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de weergave
op het scherm te wijzigen.
4. Druk op
om terug te keren naar het
vorige scherm.
Rij-informatie
Door als
is geselecteerd opofvan de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken kan de
volgende informatie worden
weergegeven.
• Energiemonitor (→blz. 152)
• Hybridesysteemindicator (→blz. 154)• “Fuel Consumption Record” (overzicht
brandstofverbruik) (→blz. 160)
• “Drive monitor” (aandrijflijnmonitor)
(→blz. 162)
• “Drive monitor 2” (aandrijflijnmonitor
2) (→blz. 163)
• “Eco-Diary” (eco-logboek)
(→blz. 164)
Energiemonitor
De energiemonitor kan worden gebruikt
om de rijstatus van de auto, de
bedrijfsstatus van het hybridesysteem
en de energieregeneratiestatus te
controleren.
Als er geladen wordt via een externe
voeding, wordt het stroomschema van
de elektrische energie tijdens het laden
weergegeven.
Bij auto's met een solarlaadsysteem
wordt eveneens weergegeven hoeveel
energie er ongeveer wordt opgewekt.
Als er energie stroomt, verschijnt er een
pijl en beweegt er een helder lichtpunt
om de richting van de energiestroom te
laten zien. Als er geen energie stroomt,
wordt het heldere lichtpunt niet
weergegeven.
• De pijlen in de afbeelding, tussen de
verbrandingsmotor en de
elektromotor (tractiemotor) of de
wielen, worden weergegeven in rood.
• De pijl die het verbruik van energie
aangeeft, is geel en de pijl die de
regeneratie van energie of het laden
aangeeft, is groen. Verder wijzigt de
kleur rond de afbeelding van het
batterijpakket (tractiebatterij).
Als voorbeeld worden alle pijlen in de
afbeelding getoond, maar de werkelijke
inhoud van het scherm zal anders zijn.
3.1 Instrumentenpaneel
152
Page 155 of 554

Behalve tijdens laden
1Benzinemotor
2Elektromotor (tractiemotor)
3Bediening airconditioningsysteem*1
4Batterijpakket (tractiebatterij)
5Wiel
6Helder lichtpunt dat de energiestroom
laat zien
(Voorbeeld display)
• Als het batterijpakket (tractiebatterij)
wordt opgeladen, beweegt het
heldere lichtpunt richting
4.
• Tijdens het rijden beweegt het
heldere lichtpunt van
1of2(of
beide, afhankelijk van de situatie)
richting
5.*2
• Als de aircocompressor in werking is,
beweegt een helder lichtpunt van
4naar3.
• Tijdens het rijden draaien de
afgebeelde wielen.
*1: Wordt weergegeven als het
airconditioningsysteem in werking is.
*2: De weergave is afhankelijk van de
rijstatus.Tijdens het laden
1Batterijpakket (tractiebatterij)
2Laadstekker
(Voorbeeld display)
Als het batterijpakket (tractiebatterij)
wordt opgeladen, beweegt een helder
lichtpunt van
2naar1.
Terwijl het solarlaadsysteem in werking
is (indien aanwezig)
De gebruiker wordt geïnformeerd over de
actuele gemiddelde hoeveelheid opge-
wekte zonne-energie door de weergave van
de actuele hoeveelheid opgewekte energie
en wijzigingen in de weergave
*van het dak
op de energiemonitor.
1. Geeft de actuele hoeveelheid
opgewekte energie aan
2. Geeft aan dat er geen zonne-energie
wordt opgewekt
3. Geeft aan dat de hoeveelheid
opgewekte zonne-energie bijna
maximaal is
*: De weergave is onderverdeeld in
5 niveaus.
3.1 Instrumentenpaneel
153
3
Instrumentenpaneel
Page 156 of 554

Als de laadstekker vergrendeld is
(→blz. 105)
wordt weergegeven in het
laadstekkergedeelte van het display van
de energiemonitor.
Bij een storing in het solarlaadsysteem
(indien aanwezig)
Het merkteken dat een storing aangeeft,
wordt weergegeven in het
zonnedakgedeelte van het display van de
energiemonitor. Laat uw auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als het merkteken wordt
weergegeven.Hybridesysteemindicator
Het display verandert overeenkomstig de
bediening van het gaspedaal en geeft de
huidige rijstatus en de
energieregeneratiestatus weer.
De weergave op de
hybridesysteemindicator is in de
EV-modus anders dan in de HV-modus.
De hybridesysteemindicator kan worden
weergegeven op het subscherm van het
hoofdscherm (→blz. 149) en op het
head-up display (indien aanwezig).
3.1 Instrumentenpaneel
154
Page 157 of 554

Lezen van het display
In de EV-modus
1Laadgebied
Geeft aan dat er energie wordt
teruggewonnen via het regeneratieve
opladen.
2EV-gebied
Toont dat de auto alleen aangedreven
wordt door de elektromotor
(tractiemotor).
3Benzinemotorgebied
Toont dat de benzinemotor wordt
gebruikt als extra krachtbron.
4Eco-gebied
Laat zien dat er milieuvriendelijk
wordt gereden.
Wijzigt binnen het “ECO Accelerator
Guidance”-bereik (begeleiding
milieubewust bedienen gaspedaal).
(→Blz. 157)
*1
5EV-controlelampje*1, 2
Het EV-controlelampje gaat branden
wanneer de auto alleen door de
elektromotor (tractiemotor) wordt
aangedreven of de benzinemotor niet
draait.
6Status batterijpakket (tractiebatterij)
→Blz. 159
7Eco Score
→Blz. 158
8Actieradius elektrisch rijden
→Blz. 174
• Door de naald tijdens het rijden in
het ECO-gebied te houden, rijdt u
milieuvriendelijker.
• In het laadgebied wordt de
regeneratiestatus
*3aangegeven. De
geregenereerde energie wordt
gebruikt om het batterijpakket
(tractiebatterij) te laden.
*1: Niet weergegeven op het subscherm of het head-up display.
*2: De functie van het controlelampje EV-modus kan worden uitgeschakeld in de “Meter
Customize”-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen instrumentenpaneel).
(→Blz. 171)
3.1 Instrumentenpaneel
155
3
Instrumentenpaneel
Page 158 of 554

*3: Met “regenereren” wordt in deze handleiding het omzetten van bewegingsenergie van
de auto in elektrische energie bedoeld.
In de HV-modus
1Laadgebied
Geeft aan dat er energie wordt
teruggewonnen via het regeneratieve
opladen.
2Eco-gebied
Laat zien dat er milieuvriendelijk
wordt gereden.
Wijzigt binnen het “ECO Accelerator
Guidance”-bereik (begeleiding
milieubewust bedienen gaspedaal).
(→Blz. 157)
*1
3PWR-gebied
Laat zien dat de grens van een bereik
voor milieuvriendelijk rijden wordt
overschreden (bij rijden op vol
vermogen en dergelijke).
4Hybride eco-gebied*2
Laat zien dat er niet vaak gebruik
wordt gemaakt van het vermogen van
de benzinemotor.
De benzinemotor wordt automatisch
gestopt en opnieuw gestart onder
verschillende omstandigheden.
5EV-controlelampje*1, 3
Het EV-controlelampje gaat branden
wanneer de auto alleen door de
elektromotor (tractiemotor) wordt
aangedreven of de benzinemotor niet
draait.
6Status batterijpakket (tractiebatterij)
→Blz. 159
7Eco Score
→Blz. 158
8Actieradius elektrisch rijden
→Blz. 174
• Door de naald tijdens het rijden in
het ECO-gebied te houden, rijdt u
milieuvriendelijker.
• In het laadgebied wordt de
regeneratiestatus
*4aangegeven. De
geregenereerde energie wordt
gebruikt om het batterijpakket
(tractiebatterij) te laden.
3.1 Instrumentenpaneel
156
Page 159 of 554

*1: Niet weergegeven op het subscherm of het head-up display.
*2: Niet weergegeven op het subscherm.
*3: De functie van het controlelampje EV-modus kan worden uitgeschakeld in de “Meter
Customize”-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen instrumentenpaneel).
(→Blz. 171)
*4: Met “regenereren” wordt in deze handleiding het omzetten van bewegingsenergie van
de auto in elektrische energie bedoeld.
“ECO Accelerator Guidance”
(begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal)
In het Eco-gebied wordt een blauwe zone
weergegeven die kan worden gebruikt als
referentiewerkingsgebied voor het
gebruiken van het gaspedaal
overeenkomstig de rijomstandigheden,
zoals bij wegrijden en rijden met
constante snelheid.
Het display “ECO Accelerator Guidance”
(begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal) verandert overeenkomstig de
rijomstandigheden, zoals bij wegrijden en
rijden met constante snelheid.
Het is gemakkelijker om milieuvriendelijk
te rijden door te rijden overeenkomstig
het display dat de bedieningen van het
gaspedaal toont en binnen het “ECO
Accelerator Guidance”-bereik
(begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal) te blijven. (→Blz. 213)
De functie “ECO Accelerator Guidance”
(begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal) kan worden uitgeschakeld in
de “Meter Customize”-instellingen
(persoonlijke voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel). (→Blz. 171)In de EV-modus
In de HV-modus
3.1 Instrumentenpaneel
157
3
Instrumentenpaneel
Page 160 of 554

Eco Score
De rijstatus voor de volgende 3 situaties
wordt geëvalueerd op 5 niveaus: soepel
accelereren bij wegrijden (Eco-Start),
rijden zonder plotseling accelereren
(Eco-Cruise) en soepel stoppen
(Eco-Stop). Elke keer dat de auto tot
stilstand wordt gebracht, wordt een score
weergegeven op basis van een perfecte
score van 100 punten.
1Score
2Status “Eco-Start”
3Status “Eco-Cruise”
4Status “Eco-Stop”
Lezen van het staafdisplay:
Score Laag*Hoog
Staafdisplay
*: Voor items die niet onlangs zijn geëvalueerd, wordt 0 weergegeven.
• Telkens als de auto wegrijdt, wordt de
Eco Score gereset en wordt een
nieuwe evaluatie gestart.
• Als de selectiehendel in stand P staat,
wordt alleen de displayzone voor de
Eco Score vergroot en weergegeven.
Wanneer de selectiehendel vanuit P in
een andere stand wordt gezet, keert
het display terug naar de normale
weergave.
• Als het hybridesysteem stopt, worden
de huidige totaalscore en een advies
voor het verhogen van de score
weergegeven. (→Blz. 135)
Informatiedisplay elektrisch rijden
Een van de 2 onderstaande
informatie-items van “HV System
Indicator” (HV-systeemindicator) in
“Meter Customize” (persoonlijke
voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel) kan wordengeselecteerd om weergegeven te
worden in de linker bovenhoek van de
hybridesysteemindicator. (→Blz. 171)
“EV Energy” (EV-energie)
Het percentage van de resterende
energie in het batterijpakket
(tractiebatterij) dat kan worden gebruikt
voor elektrisch rijden wordt
weergegeven.
Wordt 100% als het batterijpakket
(tractiebatterij) volledig geladen is.
3.1 Instrumentenpaneel
158