sensor TOYOTA RAV4 HYBRID 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Page 352 of 642
351
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Als de voorligger een 
kinderfiets, een fiets 
met bepakking, een fiets met iemand ach-
terop of een fiets met een bijzondere vorm 
(fiets met een kinderzitje, tandem, enz.) 
is
*2
• Als een voetganger of de rijhoogte van een  fietser korter is dan ongeveer 1 m of langer 
is dan ongeveer 2 m
*2
• Als een voetganger of fietser breed val-lende kleding (regenjas, lange rok, enz.) 
draagt, waardoor zijn of haar silhouet 
onduidelijk wordt
*2
• Als een voetganger vooroverbuigt of 
gehurkt zit of een fietser vooroverbuigt*2
• Als een voetganger of fietser zich snel voortbeweegt*2
• Als een voetgangers een wandelwagentje, rolstoel, fiets of ander voertuig voortduwt*2
• Bij het rijden onder barre weersomstandig-heden, bijvoorbeeld bij zware regenval, 
mist, sneeuw of een zandstorm
• Bij het rijden door stoom of rook
• Als er weinig omgevi ngslicht is, zoals tij-
dens de schemering, of 's nachts of in een 
tunnel, waardoor een si gnaleerbaar object 
bijna dezelfde kleur l ijkt te hebben als zijn 
omgeving
• Bij het rijden in een omgeving waarbij de  helderheid van het omgevingslicht plotse-
ling verandert, zoals bi j het in- of uitrijden 
van een tunnel
• Nadat het hybridesyst eem gestart is, is er 
gedurende een bepaalde tijd niet met de 
auto gereden
• Bij het afslaan naar links/rechts en gedu- rende een paar seconden na het afslaan 
naar links/rechts
• Tijdens het rijden in een bocht en gedu- rende enkele seconden na het rijden in 
een bocht
• Wanneer uw auto slipt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of  omlaag staat
• Als de wielen niet  goed zijn uitgelijnd
• Als een ruitenwisserb lad de camera voor 
blokkeert • Er wordt met extreem hoge snelheden 
gereden
• Als op een helling wordt gereden
• Wanneer de radarsensor of de camera  voor niet goed is uitgelijnd
●In sommige situaties, zoals de onder-
staande, kan wellicht onvoldoende rem-
kracht worden gerealiseerd, waardoor het 
systeem mogelijk niet goed werkt:
• Als de remmen niet op volle sterkte kun- nen werken, bijvoorbeeld wanneer de 
onderdelen van het remsysteem extreem 
koud, extreem heet of nat zijn
• Als de auto niet volgens de voorschriften is  onderhouden (remmen of banden zijn in 
verregaande mate versleten, onjuiste ban-
denspanning, enz.)
• Als er met de auto gereden wordt op grind  of een andere gladde ondergrond
*1: Van toepassing op uitvoeringen voor lan-
den waar geen fietsers kunnen worden 
gesignaleerd ( →Blz. 344)
*2: Van toepassing op uitvoeringen voor lan-
den waar voetgangers en/of fietsers kun-
nen worden gesignaleerd ( →Blz. 344)
■Als de VSC wordt uitgeschakeld
●Als de VSC wordt uitgeschakeld 
(→ Blz. 426), worden ook de Pre-Crash 
Brake Assist-functie en de Pre-Crash 
Brake-functie uitgeschakeld.
●Het waarschuwingslampje PCS gaat bran-
den en “VSC Turned Off Pre-Collision 
Brake System Unavailable” (VSC uitge-
schakeld, Pre-Crash Brake-systeem niet 
beschikbaar) wordt weergegeven op het 
multi-informatiedisplay.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k  Page 351  Wednesday, October 9, 2019  11:15 AM 
Page 362 of 642
361
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●“LTA Unavailable” (LTA niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld als 
gevolg van een storing in een andere sensor 
dan de camera voor. Schakel het LTA-sys-
teem uit, wacht een poosje en schakel het 
LTA-systeem weer in.
●“LTA Unavailable at Current Speed” (LTA 
niet beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van 
het LTA-systeem. Rijd langzamer.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden 
gewijzigd. ( →Blz. 146)
*: Indien aanwezig
RSA (Road Sign Assist)*
Het RSA-systeem herkent 
bepaalde verkeersborden door 
gebruik te maken van de camera 
voor en/of het navigatiesysteem 
(als er informatie over de snel-
heidslimiet beschikbaar is) en 
voorziet de bestuurder via het dis-
play van informatie.
Als het systeem vaststelt dat de 
snelheidslimiet wordt overschre-
den of wanneer er bijvoorbeeld 
verboden acties ten opzichte van 
de herkende verkeersborden wor-
den uitgevoerd, wordt de bestuur-
der gewaarschuwd door middel 
van een waarschuwingsdisplay en 
waarschuwingszoemer.
WAARSCHUWING
■Voordat u de RSA gebruikt
Vertrouw niet uitsluitend op het RSA-sys-
teem. De RSA is een systeem dat de 
bestuurder ondersteunt middels het bie-
den van informatie, maar het is geen ver-
vanging van het eigen inzicht en de 
oplettendheid van de bestuurder. Rijd 
voorzichtig door altijd goed op de ver-
keersregels te letten.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k  Page 361  Wednesday, October 9, 2019  11:15 AM 
Page 365 of 642
3644-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Wanneer de rijsnelheid de drempel-
waarde voor de snelheidswaarschu-
wing van het weergegeven 
verkeersbord met de maximaal toe-
gestane snelheid overschrijdt, wordt 
het verkeersbord duidelijker zicht-
baar gemaakt en klinkt er een zoe-
mer.
 Als het RSA-systee m een verkeers-
bord voor verboden in te rijden her-
kent en signaleert dat de bestuurder 
het inrijverbod negeert op basis van 
de kaartinformatie  van het navigatie-
systeem, knippert het verkeersbord 
voor verboden in te rijden en klinkt er 
een zoemer. (Auto' s met navigatie-
systeem)
 Als wordt gesignaleerd dat uw auto 
een ander voertuig inhaalt terwijl er 
een verkeersbord  voor een inhaal-
verbod wordt weergegeven op het 
multi-informatiedisp lay, gaat het ver-
keersbord knipperen en klinkt er een 
zoemer.
Afhankelijk van de situatie wordt de 
verkeerssituatie (ri chting en snelheid 
van het verkeer en hoeveelheid ver-
keer) mogelijk niet goed gesignaleerd 
en werkt de waarschuwingsfunctie 
mogelijk niet goed.
■Instellen
→ Blz. 146
■Automatisch uitschakelen van weer-
gave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer 
verkeersborden automatisch uitgeschakeld.
●Een nieuw verkeersbord wordt over een 
bepaalde afstand niet herkend.
●De weg verandert als gevolg van een 
afslag naar links of rechts, enz.
■Omstandigheden waaronder de functie 
mogelijk niet goed werkt of niet goed 
signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet 
normaal en worden verkeersborden mogelijk 
niet herkend, worden onjuiste verkeersbor-
den weergegeven, enz. Dit duidt echter niet 
op een storing.
●De camera voor is niet goed uitgelijnd 
doordat de sensor, enz. is blootgesteld aan 
hevige schokken.
●Er zit(ten) vuil, sneeuw , stickers, enz. op 
de voorruit in de buurt van de camera voor.
●Onder barre weersomstandigheden, bij-
voorbeeld bij zware regenval, mist, 
sneeuw of zandstormen
●Licht van een tegenligger, de zon, enz. 
dringt de camera voor binnen.
●Het verkeersbord is vui l of vervaagd, staat 
scheef of is krom.
●Het verkeersbord gaat helemaal of gedeel-
telijk verscholen achter boombladeren, een 
paal, o.i.d.
●Het verkeersbord is alleen korte tijd zicht-
baar voor de camera voor.
●De omgeving (bij afsl aan, rijstrookwisse-
ling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
●Ook wanneer een verkeersbord niet van 
toepassing is op de rijstrook waar op dat 
moment op wordt gereden, staat dit bord 
wel direct na een vertakking van de snel-
weg of bij een aangrenzende rijstrook net 
voordat rijstroken samenkomen.
●Er zitten stickers op de achterzijde van de 
voorligger.
●Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt 
op een verkeersbord dat compatibel is met 
het systeem.
●Mogelijk worden verkeersborden met de 
snelheidslimiet voor parallelwegen gesig-
naleerd en weergegeven (wanneer deze in 
het zicht van de camera voor staan) terwijl 
de auto op de hoofdweg rijdt.
●Mogelijk worden verkeersborden met de 
maximaal toegestane snelheid voor afsla-
gen van rotondes gesignaleerd en weerge-
geven (wanneer deze in het zicht van de 
camera voor staan) terwijl de auto op de 
rotonde rijdt.
●De voorzijde van de auto staat omhoog of 
omlaag door de belading van de auto.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k  Page 364  Wednesday, October 9, 2019  11:15 AM 
Page 367 of 642
3664-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■BedieningsschakelaarsAfstandsschakelaar
Schakelaar +RES
Cruise control-hoofdschakelaar
Uitschakeltoets
Schakelaar -SET
WAARSCHUWING
■Voordat u de Dynamic Radar Cruise 
Control met volledig snelheidsbereik 
gebruikt
●Voor veilig rijden is alleen de bestuurder 
verantwoordelijk. Vertrouw niet alleen 
op het systeem en rijd voorzichtig door 
altijd goed op de omgeving te letten.
●De Dynamic Radar Cruise Control met 
volledig snelheidsbereik biedt onder-
steuning bij het rijden om de bestuurder 
te ontlasten. Er zijn echter grenzen aan 
de geboden ondersteuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen 
aandachtig door. Vertrouw niet blindelings 
op dit systeem en rijd altijd voorzichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor  voorliggers mogelijk niet op de juiste 
manier signaleert: →Blz. 375
• Omstandigheden waaronder de  afstandsregelmodus mogelijk niet goed 
werkt: →Blz. 375
A
B
C
D
E
●Stel de geschikte s nelheid in op basis 
van de snelheidslimi et, de verkeersin-
tensiteit, de wegcondities, de weersom-
standigheden, enz. De bestuurder is 
verantwoordelijk voor het controleren 
van de ingestelde snelheid.
●Zelfs als het systeem normaal werkt, 
kan de door het systeem gesignaleerde 
status van de voorligger afwijken van de 
door de bestuurder waargenomen sta-
tus. Daarom moet de bestuurder altijd 
alert blijven, het gevaar van elke situatie 
inschatten en veilig rijden. Volledig ver-
trouwen op het systeem of aannemen 
dat het systeem de veiligheid garan-
deert tijdens het rij den kan leiden tot 
een ongeval met ernstig letsel als 
gevolg.
●Schakel de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met volledig snelheidsbereik uit met 
de cruise control-hoofdschakelaar als 
deze niet wordt gebruikt.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k  Page 366  Wednesday, October 9, 2019  11:15 AM 
Page 368 of 642
367
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot 
de ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht, aangezien er grenzen zijn aan de 
door het systeem geboden ondersteuning. 
Als u dat niet doet, kunt u een ongeval ver-
oorzaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
●De bestuurder helpen bij het meten van 
de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik dient alleen ter 
ondersteuning van de bestuurder bij het 
bepalen van de volgafstand tussen de 
eigen auto en een bepaalde voorligger. 
Het systeem is niet bedoeld om zorgeloos 
of roekeloos rijgedrag  te rechtvaardigen 
en kan de bestuurder ook niet helpen tij-
dens het rijden bij slecht zicht.
Het blijft noodzakelij k dat de bestuurder 
zelf de omgeving van de auto goed in de 
gaten houdt.
●De bestuurder helpen bij het bepalen 
van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik bepaalt of de volgaf-
stand tussen de eigen auto en een 
bepaalde voorligger binnen een vastge-
legd bereik ligt. Het systeem kan geen 
andere beoordelingen maken. Het is 
daarom strikt noodzakelijk dat u zelf alert 
blijft en inschat of een situatie mogelijk 
gevaarlijk is.
●De bestuurder helpen bij het bedienen 
van de auto
De Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik heeft geen functies 
om aanrijdingen met een voorligger te 
voorkomen of vermijden. Daarom dient u 
wanneer er gevaar dreigt direct de con-
trole over de auto te nemen en juist te han-
delen om de veiligheid van alle 
betrokkenen te garanderen.
■Situaties waarin de Dynamic Radar 
Cruise Control met volledig snel-
heidsbereik niet kan worden gebruikt
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control 
met volledig snelheidsbereik niet in de vol-
gende situaties. Als u dat wel doet, wordt 
de snelheid mogelijk niet goed geregeld, 
waardoor een ongeval met ernstig letsel 
kan ontstaan.
●Op wegen met voetgangers, fietsers, 
enz.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw 
glad zijn
●Op steile hellingen bergafwaarts of op 
afwisselend sterk dalende en sterk stij-
gende wegen 
Bij het afdalen van een steile helling kan 
de rijsnelheid de ingestelde snelheid over-
schrijden.
●Op invoegstroken van autowegen en 
snelwegen
●Als de weersomstandigheden zo slecht 
zijn dat ze een juiste signalering door de 
sensoren onmogelijk zouden kunnen 
maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware 
regenval, enz.)
●Als er regen, sneeuw, enz. op de voor-
zijde van de radar of de camera voor zit
●In verkeersomstandigheden waarbij 
herhaaldelijk accelereren en decelere-
ren noodzakelijk is
●Bij het rijden met een aanhangwagen* 
of tijdens het slepen in een noodgeval
*: Auto's die een aanhangwagen kunnen 
trekken. ( →Blz. 294)
●Als er vaak een naderingswaarschu-
wing hoorbaar is
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k  Page 367  Wednesday, October 9, 2019  11:15 AM 
Page 369 of 642
3684-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
In deze modus registreert een radar of er binnen ongeveer 100 m eter voor u een 
voertuig rijdt. Deze sensor wor dt tevens gebruikt om de afstand  tussen uw auto en 
de voorligger te berekenen en een  geschikte afstand tussen uw auto en de voorlig-
ger te handhaven. De gewenste tu ssenafstand kan tevens met de afstandsschake-
laar worden ingesteld.
Bij het afdalen van een helling kan de tussenafstand korter wor den.
Voorbeeld van het rijden met een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingeste ld.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer r ijdt dan de ingestelde snelheid
Als er een voorligger wordt ges ignaleerd, verlaagt het systeem automatisch de snelheid van 
uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden gereduceerd, scha kelt het systeem het rem-
systeem in (de remlichten gaan dan branden). Het systeem regelt de snelheid van de auto zo 
dat de afstand die de bestuurder  heeft ingesteld tot de voorligger gehandhaafd blijft. Als het 
systeem de snelheid niet genoeg kan verlagen om een veilige afs tand tot de voorligger te cre-
ëren, klinkt er een naderingswaarschuwing.
Wanneer uw voorligger stopt, stopt uw auto ook (de auto wordt d oor het systeem stilgezet). 
Als uw voorligger begint te rijden, wordt het rijden met de vol gregeling hervat wanneer u op de 
schakelaar +RES drukt of het gaspedaal intrapt (bediening om we g te rijden). Als de bediening 
om weg te rijden niet wordt uitgevoerd, zorgt de regeling van h et systeem ervoor dat uw auto 
stil blijft staan.
Als u de richtingaanwijzers insc hakelt en bij een rijsnelheid van 80 km/h of hoger een rijstrook 
naar links opschuift (auto's met linkse besturing) of een rijst rook naar rechts opschuift (auto's 
met rechtse besturing), zal de auto snel accelereren zodat het voertuig op de rijstrook naast u 
sneller kan worden ingehaald.
Rijden in de afstandsregelmodus
A
B
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k  Page 368  Wednesday, October 9, 2019  11:15 AM 
Page 375 of 642
3744-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
U kunt de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist inschake-
len/uitschakelen via het scherm   op 
het multi-informatiedisplay. (→Blz. 146)
■De Dynamic Radar Cruise Control met 
volledig snelheidsbereik kan worden 
gebruikt als
●De selectiehendel in stand D staat.
●De gewenste snelheid kan worden inge-
steld wanneer de rijsnelheid ongeveer 30 
km/h of hoger is. 
(Als de snelheid echter wordt ingesteld ter-
wijl de rijsnelheid lager is dan ongeveer 30 
km/h, wordt de snelheid ingesteld op onge-
veer 30 km/h.)
■Accelereren na het instellen van de rij-
snelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na 
het accelereren gaat de auto weer rijden met 
de ingestelde snelheid. Als de afstandsregel-
modus is ingeschakeld, neemt de rijsnelheid 
echter mogelijk af to t onder de ingestelde 
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger 
gehandhaafd blijft.
■Als de auto stopt tijdens rijden met de 
volgregeling
●Door op de schakelaar +RES te drukken 
terwijl de voorligger  stopt, wordt, als de 
voorligger begint te rijden, binnen onge-
veer 3 seconden nadat op de schakelaar is 
gedrukt het rijden met de volgregeling her-
vat.
●Als de voorligger binnen 3 seconden nadat 
uw auto is gestopt begint te rijden, wordt 
het rijden met de volgregeling hervat.
■Automatisch uitschakelen van de 
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch 
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat 
hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
●De parkeerrem is geactiveerd.
●De auto wordt door het systeem stilgezet 
op een steile helling.
●Als de auto door het systeem is stilgezet, 
wordt het volgen van de voorligger in de 
volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgor- del.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stilge- staan.
Als de afstandsregelmodus om een andere 
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem 
contact op met een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Automatisch uitschakelen van de con-
stante-snelheidsregelmodus
De constante-snelhei dsregelmodus wordt 
automatisch uitgeschakeld in de volgende 
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 
30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
Als de constante-s nelheidsregelmodus om 
een andere dan de hierboven genoemde 
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, 
kan er een storing in het systeem aanwezig 
zijn. Neem contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Inschakelen/uitschakelen 
Dynamic Radar Cruise Control 
met Road Sign Assist (auto's 
met RSA)
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k  Page 374  Wednesday, October 9, 2019  11:15 AM 
Page 376 of 642
375
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■De Dynamic Radar Cruise Control met 
Road Sign Assist (auto's met RSA) 
werkt mogelijk niet goed wanneer
De Dynamic Radar Cruise Control met Road 
Sign Assist werkt mogelijk niet goed in situa-
ties waarbij de RSA mogelijk niet goed werkt 
of niet goed signaleert ( →Blz. 364). Contro-
leer daarom, wanneer u deze functie 
gebruikt, het weergegeven verkeersbord met 
de snelheidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de inge-
stelde snelheid mogelij k niet gewijzigd in de 
herkende snelheidslimiet door het ingedrukt 
houden van de schakelaar +RES/-SET:
●Als er geen informatie over de snelheidsli-
miet beschikbaar is
●Wanneer de herkende snelheidslimiet 
gelijk is aan de ingestelde snelheid
●Wanneer de herkende snelheidslimiet bui-
ten het snelheidsbereik van het Dynamic 
Radar Cruise Control-systeem ligt
■Werking van de remmen
Er kan een geluid van de remmen hoorbaar 
zijn en de reactie van het rempedaal kan ver-
anderen, maar dit duidt niet op een storing.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers 
voor de Dynamic Radar Cruise Control 
met volledig snelheidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te 
geven of om de bestuurder te informeren dat 
hij tijdens het rijden extra moet opletten. Lees 
de op het multi-informatiedisplay weergege-
ven waarschuwingsmelding en volg de aan-
wijzingen op. ( →Blz. 342, 556)
■Omstandigheden waarin de sensor 
voorliggers mogelijk niet op de juiste 
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhanke-
lijk van de omstandigheden het rempedaal 
wanneer het systeem onvoldoende decele-
reert of bedien het gaspedaal wanneer moet 
worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht 
niet op de juiste manier  signaleert, wordt er 
mogelijk geen naderingswaarschuwing 
( → Blz. 371) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
●Voertuigen met een relatief kleine achter-
zijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
●Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
●Als door omringend verkeer opgeworpen 
water of sneeuw de signalering door de 
sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver ingezakt 
is (omdat er zware lading in de bagage-
ruimte vervoerd wordt, enz.)
●De voorligger heeft een extreem grote 
bodemvrijheid
■Omstandigheden waaronder de 
afstandsregelmodus mogelijk niet goed 
werkt
Bedien indien nodig in onderstaande geval-
len het rempedaal (of, afhankelijk van de situ-
atie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet 
op de juiste manier signaleert, werkt het sys-
teem mogelijk niet goed.
●Als de weg erg bochtig is of de rijstroken 
erg smal zijn
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k  Page 375  Wednesday, October 9, 2019  11:15 AM 
Page 383 of 642
3824-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Multi-informatiedisplay
In-/uitschakelen van de BSM-functie/RCTA.
BSM (Blind Spot Monitor)*
De Blind Spot Monitor is een sys-
teem met 2 functies:
De BSM-functie (Blind Spot Moni-
tor)
Helpt de bestuurder bij het nemen 
van een beslissing  als van rijstrook 
wordt gewisseld
 RCTA (Rear Crossing Traffic 
Alert) (indien aanwezig)
Helpt de bestuurder bij het achteruit-
rijden
Deze functies maken gebruik van 
dezelfde sensoren.
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot 
het gebruik van de BSM-functie
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor 
een veilig rijgedrag. Rijd  altijd veilig en 
houd rekening met de omgeving.
De BSM-functie is een aanvullende functie 
die de bestuurder er attent op maakt dat er 
zich een auto in de dode hoek van de bui-
tenspiegels bevindt of snel van achteren 
nadert richting dode hoek. Vertrouw niet 
alleen op de BSM-functie. De functie kan 
niet beoordelen of u v eilig van rijstrook 
kunt wisselen. Wanneer u alleen op de 
functie vertrouwt, kan dit leiden tot een 
ongeval met ernstig letsel tot gevolg. 
Aangezien het systeem onder bepaalde 
omstandigheden mogelijk niet goed werkt, 
dient de bestuurder altijd zelf de veiligheid 
te controleren.
■Waarschuwingen met betrekking tot 
het gebruik van de RCTA
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor 
een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en 
houd rekening met de omgeving.
De RCTA is slechts een aanvullende func-
tie die de bestuurder waarschuwt wanneer 
er een auto van rechts of links achter de 
auto nadert. Aangezien de RCTA onder 
bepaalde omstandigheden mogelijk niet 
goed werkt, dient de bestuurder altijd zelf 
visueel de veiligheid te controleren.
Wanneer u te veel op deze functie ver-
trouwt, kan dit leiden tot een ongeval met 
ernstig letsel tot gevolg.
Systeemonderdelen
A
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k  Page 382  Wednesday, October 9, 2019  11:15 AM 
Page 384 of 642
383
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Indicatoren in buitenspiegel
BSM-functie:
Wanneer een auto wordt gesignaleerd in de 
dode hoek van de buitenspiegels of van ach-
teren snel de dode hoek nadert, gaat de 
indicator in de buitenspiegel aan die zijde 
branden. Als de richtingaanwijzerschake-
laar wordt bediend in de richting van de zijde 
waar een auto wordt gesignaleerd, gaat de 
indicator in de buitenspiegel knipperen.
RCTA:
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die 
van rechts of links achter nadert, gaan de 
indicatoren in beide buitenspiegels knippe-
ren.
Controlelampje BSM/controlelampje 
RCTA OFF
Als de Blind Spot Monitor wordt ingescha-
keld, gaat het controlelampje BSM branden.
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld, 
gaat het controlelampje RCTA OFF bran-
den.
Weergave monitorscherm (alleen 
RCTA)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die 
van rechts of links achter nadert, wordt het 
RCTA-icoon (
→Blz. 394) voor de desbetref-
fende zijde weergegeven.
RCTA-zoemer (alleen RCTA)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die 
van rechts of links achter nadert, klinkt er 
een zoemer vanachter de achterstoel.
De BSM-functie en de RCTA kunnen 
worden ingeschakeld/uitgeschakeld via 
het scherm   van het multi-informa-
tiedisplay. ( →Blz. 146)
■Zichtbaarheid van de indicatoren in de 
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Hoorbaarheid van de RCTA-zoemer
De RCTA-zoemer komt mogelijk moeilijk 
boven harde geluiden uit, zoals wanneer het 
volume van het audiosysteem hoog staat.
■Wanneer “Blind Spot Monitor Unavaila-
ble” (Blind Spot Monitor niet beschik-
baar), “Rear Cross Traffic Alert 
Unavailable” (Rear Cross Traffic Alert 
niet beschikbaar) of “RCTA Unavaila-
ble” (RCTA niet beschikbaar) wordt 
weergegeven op het multi-informatie-
display
De sensorspanning is niet in orde of water, 
sneeuw, modder, enz. hopen zich mogelijk op 
in de buurt rondom de sensor in de achter-
bumper. ( →Blz. 391)
Wanneer het water, de sneeuw, de modder, 
enz. rondom de sensor worden verwijderd, 
moet het systeem weer normaal gaan wer-
ken.
Ook werkt mogelijk de sensor niet normaal bij 
extreem warm of koud weer.
■Wanneer “Blind Spot Monitor System 
Malfunction Visit Your Dealer” (Storing 
in Blind Spot Monitor. Ga naar uw dea-
ler), “Rear Cross Traffic Alert Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Rear 
Cross Traffic Alert. Ga naar uw dealer) 
of “RCTA Malfunction Visit Your Dea-
ler” (Storing in RCTA. Ga naar uw dea-
ler) op het multi-informatiedisplay 
wordt weergegeven
Er zit mogelijk een storing in de sensor of de 
sensor is niet goed uitgelijnd. Laat de auto 
controleren door een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast 
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 146)In-/uitschakelen van de 
BSM-functie/RCTA
B
C
D
E
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k  Page 383  Wednesday, October 9, 2019  11:15 AM