TOYOTA VERSO 2017 Instructieboekje (in Dutch)

Page 301 of 668

301
2-5. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO_EE_OM64517E
Toyota Parking Assist-sensor∗
∗: Indien aanwezig
De afstand van uw auto tot obstakels bij het fileparkeren en achteruit
inparkeren in een garage wordt gemeten door sensoren en wordt
doorgegeven via een controlelampje en een zoemer. Controleer bij
gebruik van dit systeem ook altijd zelf de omgeving.
■Soorten sensoren
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
■Schakelaar Toyota Parking Assist-sensor
Schakelt Toyota Parking
Assist-sensor in/uit
Als de schakelaar aan is, gaat
het controlelampje branden
om de bestuurder te informe-
ren dat het systeem geacti-
veerd is.
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 301 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM

Page 302 of 668

302 2-5. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO_EE_OM64517E
Display
Als de sensoren een obstakel signaleren, wordt het controlelampje
Toyota Parking Assist-sensor verlicht door een LED afhankelijk van
de positie van en de afstand tot het obstakel.
Werking binnenste sensor
voor
Werking hoeksensoren voor
Werking hoeksensoren achter
Werking binnenste sensor
achter
Het lampje gaat branden om
aan te geven dat het systeem
in werking is.
De afstandsweergave en zoemer
Als een sensor een obstakel signaleert worden de richting van en
de afstand tot het obstakel bij benadering weergegeven en klinkt
de zoemer.
■Werking sensor en afstand tot een obstakel
Het systeem werkt wanneer de auto een obstakel nadert,
zoals hieronder aangegeven.
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 302 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM

Page 303 of 668

303 2-5. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO_EE_OM64517EBinnenste sensor voor
Hoeksensor voor
Hoeksensor achter
Binnenste sensor achter
Afstand tot een obstakel in cmControlelampje en zoemer
Ongeveer 100 - 50
Intermitterend
Ongeveer 50 - 37,5
Snel intermitterend
Ongeveer 37,5 - 30
Zeer snel intermitterend
Ongeveer 30 of minder
Continu
Afstand tot een obstakel in cmControlelampje en zoemer
Ongeveer 60 - 45
Intermitterend
Ongeveer 45 - 30
Snel intermitterend
Ongeveer 30 of minder
Continu
Afstand tot een obstakel in cmControlelampje en zoemer
Ongeveer 60 - 45
Intermitterend
Ongeveer 45 - 30
Snel intermitterend
Ongeveer 30 of minder
Continu
Afstand tot een obstakel in cmControlelampje en zoemer
Ongeveer 150 - 60
Intermitterend
Ongeveer 60 - 45
Snel intermitterend
Ongeveer 45 - 35
Zeer snel intermitterend
Ongeveer 35 of minder
Continu
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 303 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM

Page 304 of 668

304 2-5. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO_EE_OM64517E■Werking zoemer en afstand tot een obstakel
Een zoemer klinkt als de hoeksensoren en de middelste sensoren
in werking zijn.
●De geluidssignalen volgen elkaar sneller op naarmate de auto
dichter bij het obstakel komt. Als de auto het obstakel genaderd
is tot onderstaande afstanden, klinkt er een continu geluidssig-
naal.
• Hoeksensoren voor: ongeveer 30 cm
• Binnenste sensoren voor: ongeveer 30 cm
• Hoeksensoren achter: ongeveer 30 cm
• Binnenste sensoren achter: ongeveer 35 cm
●Wanneer gelijktijdig aan de voor- en achterzijde van de auto
obstakels worden gesignaleerd:
• De zoemer klinkt als reactie op het dichtstbijzijnde obstakel.
• Wanneer een obstakel aan de voor- of achterzijde van de
auto zeer dichtbij is, klinkt de zoemer afwisselend continu en
intermitterend.
• Wanneer obstakels zowel aan de voor- als achterzijde van de
auto zeer dichtbij zijn, klinkt de zoemer afwisselend continu
en sneller intermitterend.
■Sensoren die werken
Vooruit Achteruit
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 304 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM

Page 305 of 668

305 2-5. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO_EE_OM64517E
Detectiebereik van de sensoren
Ongeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 60 cm
Het schema toont het detectiebe-
reik van de sensoren. Merk op dat
de sensoren geen obstakels kun-
nen detecteren die zich extreem
dicht bij de auto bevinden.
Het bereik van de sensoren kan
verschillend zijn, afhankelijk van
bijvoorbeeld de vorm van het
object.
■De Toyota Parking Assist-sensor kan worden gebruikt als
De schakelaar van de Toyota Parking Assist-sensor is ingeschakeld.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop:
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop:
Het contact AAN staat.
●Binnenste sensoren voor:
• De selectiehendel staat in een andere stand dan P (Multidrive CVT) of R.
• De rijsnelheid is lager dan ongeveer 10 km/h.
●Hoeksensoren voor:
• De selectiehendel staat in een andere stand dan P (Multidrive CVT).
• De rijsnelheid is lager dan ongeveer 10 km/h.
●Hoeksensoren en binnenste sensoren achter:
• De selectiehendel in stand R staat.
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 305 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM

Page 306 of 668

306 2-5. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO_EE_OM64517E
■Detectie-informatie sensoren
●De staat van de auto en de omgeving kunnen van invloed zijn op de
capaciteit van de sensor om een obstakel correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet u hieronder.
• De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of ijs.
• De sensor is bevroren.
• Een sensor wordt ergens door afgedekt.
• De auto helt sterk over naar één zijde.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind
of op gras.
• Er is veel omgevingslawaai rond de auto van claxons, motorfietsmoto-
ren, luchtremmen van vrachtwagens of andere geluidsbronnen die
ultrasone geluidsgolven produceren.
• Er is een andere auto uitgerust met Parking Assist-sensoren in de
nabije omgeving.
• Een sensor is bedekt met een waterfilm of er is sprake van zware
regenval.
• De auto is uitgerust met een staafantenne of een radioantenne.
• Er is een sleepoog gemonteerd.
• Een bumper of sensor krijgt een harde klap.
• De auto nadert een hoge of rechthoekige stoeprand.
• In fel zonlicht of zeer koud weer.
• Als een niet-originele Toyota-wielophanging (bijvoorbeeld verlaagde
wielophanging) is gemonteerd.
Naast bovenstaande voorbeelden zijn er situaties waarin verkeersborden en
andere objecten vanwege hun vorm door de sensor dichterbij worden
gezien dan ze in werkelijkheid zijn.
●De vorm van een obstakel kan ervoor zorgen dat een sensor het obsta-
kel niet signaleert. Let goed op bij de volgende obstakels:
• Kabels, hekken, touwen, enz.
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Objecten met scherpe hoeken
• Lage obstakels
• Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van
uw auto
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 306 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM

Page 307 of 668

307 2-5. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO_EE_OM64517E
■Wanneer de sensor abnormaal werkt of defect is
■Persoonlijke voorkeursinstellingen die bij een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige kunnen worden geconfigureerd
<002700480003004c0051005600570048004f004f004c0051004a00030059004400510003004b004800570003004a0048004f0058004c0047005600590052004f00580050004800030059004400510003004700480003005d00520048005000480055000300
4e004400510003005a005200550047004800510003004a0048>wijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
→Blz. 646)
WAARSCHUWING
■Wees alert tijdens het gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
●Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.
●Monteer geen accessoires binnen het bereik van de sensor.
●Als een van de sensoren vuil of bevro-
ren is, gaat het controlelampje voor de
abnormaal werkende sensor branden
en klinkt er gedurende 8 seconden een
zoemer. Nadat de zoemer heeft geklon-
ken, gaan alle controlelampjes van de
sensoren branden.
Reinig de sensoren met een zachte
doek.
●Als een van de sensoren defect is, gaat
het controlelampje voor de defecte sen-
sor branden en klinkt er gedurende 8
seconden een zoemer. Nadat de zoe-
mer heeft geklonken, gaan alle contro-
lelampjes van de sensoren knipperen.
Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.Controlelampjes sensor
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 307 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM

Page 308 of 668

308 2-5. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO_EE_OM64517E
OPMERKING
■Opmerkingen bij het wassen van de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet bloot aan sterke waterstralen
of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 308 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM

Page 309 of 668

309
2-5. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO_EE_OM64517E
Stop & Start-systeem∗
∗: Indien aanwezig
Het Stop & Start-systeem stopt en start de motor overeenkomstig de
bediening van het koppelingspedaal voor het stoppen van en wegrij-
den met de auto.
■Uitzetten van de motor
Breng de auto tot stilstand terwijl het koppelingspedaal
geheel ingetrapt is. Zet vervolgens de selectiehendel in
stand N.
Laat het koppelingspedaal los.
De motor wordt uitgezet en het
controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat branden.
■Opnieuw starten van de motor
Controleer of de selectiehendel in stand N staat en trap het kop-
pelingspedaal in.
De motor wordt weer gestart. Het controlelampje van het Stop & Sta r t -
systeem dooft.
(In dit geval wordt de motor niet uitgezet als het koppelingspedaal
wordt losgelaten.)
STAP1
STAP2
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 309 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM

Page 310 of 668

310 2-5. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO_EE_OM64517E
Uitschakelen van het Stop & Start-systeem
Druk op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem om het
Stop & Start-systeem uit te scha-
kelen.
Het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem gaat bran-
den.
Wanneer het koppelingspedaal
wordt ingetrapt, zal de motor niet
elke keer dat de auto tot stilstand
komt, worden uitgeschakeld.
(→Blz. 309)
Druk nogmaals op de toets om
het Stop & Start-systeem weer in
te schakelen.-
■Als op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem wordt
gedrukt terwijl de auto stilstaat
●Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem, kunt u de
motor weer starten door op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem te drukken.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld), zal de motor
niet worden uitgezet.
●Als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld en op de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem wordt gedrukt, wordt het
systeem weer ingeschakeld, maar zal de motor blijven draaien.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is ingeschakeld), zal de motor
worden uitgezet.
VERSO_OM_Europe_OM64517E.book Page 310 Wednesday, December 14, 2016 3:33 PM

Page:   < prev 1-10 ... 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 ... 670 next >