YAMAHA DT125R 2002 Instructieboekje (in Dutch)

Page 31 of 96

4-1
DAU01114
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4
De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van de machine. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en
wind vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het weg-
vallen van de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang om voorafgaand aan elke rit een visuele
inspectie uit te voeren en bovendien de volgende punten te controleren.
DAU03439
Controlelijst voor gebruik
ONDERDEEL CONTROLES PAGINA
Brandstof•Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
•Vul zo nodig brandstof bij.
•Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-5–3-7
Tweetakt motorolie•Controleer het olieniveau in het oliereservoir.
•Vul zo nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
•Controleer de machine op olielekkage.3-8
Versnellingsbakolie•Controleer het olieniveau in het versnellingsbakhuis.
•Vul zo nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.6-10–6-12
Koelvloeistof•Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
•Vul zo nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
•Controleer het koelsysteem op lekkage.6-12–6-15
Voorrem•Controleer de werking.
•Als de voorrem zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
•Controleer de vrije slag van de remhendel.
•Stel zo nodig bij.
•Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
•Vul zo nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
•Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.3-5, 6-23, 6-24–6-26
Achterrem•Controleer de werking.
•Als de achterrem zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
•Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
•Vul zo nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
•Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.3-5, 6-23–6-26
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 30

Page 32 of 96

4-2CONTROLES VOOR HET STARTEN
4
Koppeling•Controleer de werking.
•Smeer de kabel als dat nodig is.
•Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
•Stel zo nodig bij.3-4, 6-22
Gasgreep•Controleer of de werking soepel is.
•Controleer de vrije slag.
•Vraag zo nodig de Yamaha dealer om af te stellen of te smeren.6-18, 6-29
Bedieningskabels•Controleer of de werking soepel is.
•Smeer als dat nodig is.6-29
Aandrijfketting•Controleer of de ketting correct is aangespannen.
•Stel zo nodig bij.
•Controleer de conditie van de ketting.
•Smeer als dat nodig is.6-7–6-28
Wielen en banden•Controleer op schade.
•Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
•Controleer de bandspanning.
•Corrigeer als dat nodig is.6-19–6-21
Rem- en schakelpedalen•Controleer of de werking soepel is.
•Smeer de pedaalscharnierpunten als dat nodig is.6-30
Rem- en koppelingshendels•Controleer of de werking soepel is.
•Smeer zo nodig de hendelscharnierpunten.6-30
Zijstandaard•Controleer of de werking soepel is.
•Smeer zo nodig het scharnierpunt.6-31
Framebevestigingen•Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
•Zet zo nodig vast.— ONDERDEEL CONTROLES PAGINA
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 31

Page 33 of 96

4-3
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4
OPMERKING:Voordat de motorfiets wordt gebruikt moet telkens een korte algemene controle worden uitgevoerd. Zo’n inspectie neemt maar weinig
tijd in beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins waard.
DWA00033
X@Wanneer functies vermeld in de Controlelijst voor Gebruik niet naar behoren werken, laat dan een inspectie uitvoeren en
eventueel repareren voordat u de machine gebruikt.Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars•Controleer de werking.
•Corrigeer als dat nodig is.3-1–3-4, 6-36–6-38
Zijstandaardschakelaar•Controleer de werking van het startspersysteem.
•Als het systeem defect is, vraag dan een Yamaha dealer de machine na te kijken.3-15–3-17
Accu•Controleer het voeistofniveau.
•Vul zo nodig bij met gedistilleerd water.6-33–6-35 ONDERDEEL CONTROLES PAGINA
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 32

Page 34 of 96

5-1
DAU00372
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DAU00373
X@8Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties
en hun werking voordat u gaat rij-
den. Informeer bij een Yamaha
dealer als u de werking van een
schakelaar of functie niet volko-
men begrijpt.
8Start de motor nooit in een afge-
sloten ruimte en laat deze hierin
ook niet lange tijd aaneen draaien.
Uitlaatgassen zijn giftig en het
inademen ervan kan al binnen
korte tijd leiden tot bewusteloos-
heid en dodelijk letsel. Controleer
altijd of er voldoende ventilatie is.
8Controleer of de zijstandaard is
ingetrokken alvorens weg te rij-
den. Als de zijstandaard niet
behoorlijk is ingetrokken, kan
deze de grond raken en zo de
motorrijder afleiden, waardoor u
de macht over het stuur verliest.
DAU01177
Starten van een koude motorHet startspersysteem staat starten alleen
toe als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
8De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
8De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
DW000054
X@8Controleer voor het starten van de
motor de werking van het starts-
persysteem en volg daarbij de
werkwijze beschreven op pagina
3-17.
8Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
1. Draai de kraanhendel in “ON”.
2. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “#” is gezet.
3. Schakel de versnellingsbak in de
vrijstand.OPMERKING:Als de versnellingsbak in de vrijstand
staat, moet het vrijstandcontrolelampje
branden; zo niet, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
ON
FUEL
RES
OFF
1
ON
1. Pijlteken op “ON”
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 33

Page 35 of 96

5-2
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
4. Zet de choke aan en draai de gas-
greep helemaal dicht. (Zie pagina 3-
10 voor de bediening van de choke.)
5. Start de motor door het kickstarter-
pedaal omlaag te trappen.
6. Zet na het starten van de motor de
chokehendel tot halverwege terug.
DCA00045
<>Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van
de motor!7. Zet de choke uit zodra de motor
warm is.OPMERKING:De motor is warm wanneer hij normaal
reageert op de gasbediening terwijl de
choke uit is gezet.
DAU01258
Starten van een warme motorVolg dezelfde procedure als bij starten
van een koude motor, alleen is het
gebruik van de choke niet nodig als de
motor warm is.
DAU00423
Schakelen van versnellingenDoor de versnellingen te schakelen kunt
u het beschikbare motorvermogen dose-
ren bij het wegrijden, optrekken, tegen
een helling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.OPMERKING:Om de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enke-
le malen ingetrapt totdat het einde van de
slag bereikt is, waarna het pedaal iets
wordt opgetrokken.
6
5
4
3
2
1 N
1
1. Schakelpedaal
N. Vrijstand
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 34

Page 36 of 96

5-3
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DC000048
<>8Rijd niet lange tijd met afgezette
motor, ook niet met de versnel-
lingsbak in de vrijstand, en sleep
de motorfiets niet over lange
afstanden. De versnellingsbak
wordt alleen afdoende gesmeerd
terwijl de motor draait. Door
onvoldoende smering kan de ver-
snellingsbak worden beschadigd.
8Gebruik altijd de koppeling om de
versnellingsbak te schakelen om
zo schade aan de motor, de ver-
snellingsbak en de aandrijving te
voorkomen; door hun constructie
zijn deze niet bestand tegen de
schokken die optreden bij belast
schakelen.
DAU02937
Aanbevolen schakelpunten
(alleen voor Zwitserland)De aanbevolen schakelpunten tijdens
accelereren staan vermeld in de tabel
hierna.OPMERKING:Wanneer twee versnellingen tegelijk
wordt teruggeschakeld, moet in gelijke
mate snelheid worden geminderd (bij-
voorbeeld minderen tot 35 km/u bij terug-
schakelen van de 5e naar de 3e versnel-
ling).
DAU00424
Tips voor een zuinig
brandstofverbruikHet brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips
om het brandstofverbruik te verlagen:
8Laat de motor goed warmdraaien.
8Zet de choke zo snel mogelijk uit.
8Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u acce-
lereert.
8Geef geen gas tijdens het terug-
schakelen en voorkom dat de motor
onbelast met een hoog toerental
draait.
8Laat de motor niet langdurig statio-
nair draaien maar zet hem af (bij-
voorbeeld in files, bij stoplichten of
bij spoorwegovergangen).
Aanbevolen snelheid
(km/u)
1e→2e
2e→3e
3e→4e
4e→5e
5e→6e20
30
40
50
60
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 35

Page 37 of 96

5-4
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DAU00436
Inrijden van de motorDe periode tussen de 0 en 1.000 km is de
belangrijkste periode in de levensduur
van de motor. Lees daarom de volgende
informatie aandachtig door.
Omdat de motor splinternieuw is, mag hij
tijdens de eerste 1.000 km niet overmatig
worden belast. De verschillende onderde-
len van de motor slijten op elkaar in totdat
de juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt.
Rijd tijdens deze periode nooit langdurig
volgas en vermijd ook andere manoeu-
vres die tot oververhitting van de motor
kunnen leiden.
DAU00453
0–500 km
8Laat de motor niet langdurig meer
dan 6,000 tpm draaien.
8Zet de motor steeds af nadat hij een
uur heeft gedraaid en laat hem dan
vijf minuten lang afkoelen.
8Varieer van tijd tot tijd het motortoe-
rental. Laat de motor niet steeds in
één vaste stand van de gasgreep
draaien.
500–1.000 km
8Laat de motor niet langdurig meer
dan 7,000 tpm draaien.
8Gebruik de motor in alle versnellin-
gen, maar draai het gas nooit hele-
maal open.
DC000060
<>Nadat de eerste 1000 km is afgelegd,
moet de versnellingsbakolie worden
ververst.
1.000 km en verder
De machine kan nu verder normaal wor-
den gebruikt.
DC000053
<>8Voer het toerental niet zover op
dat de toerenteller aanwijst in de
rode zone.
8Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 36

Page 38 of 96

5-5
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DAU00458
ParkerenZet om te parkeren de motor af, neem de
sleutel uit het contactslot en draai dan de
benzinekraan naar “OFF”.
DW000058
X@8De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking
kunnen komen.
8Parkeer niet op een helling of op
een zachte ondergrond, de motor
zou dan kunnen omvallen.
DC000062
<>Parkeer nooit op een plek waar sprake
is van brandgevaar, zoals op droog
gras of nabij ander ontvlambaar mate-
riaal.
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 37

Page 39 of 96

6-1
DAU00462
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU00464
Veiligheid is de verantwoordelijkheid van
de eigenaar. Door periodiek inspecties,
afstellingen en smeerbeurten uit te laten
voeren, zorgt u ervoor dat uw machine in
zo veilig en efficiënt mogelijke conditie
blijft. Op de volgende pagina’s wordt de
belangrijkste informatie met betrekking tot
inspecties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema zijn
slechts te beschouwen als algemene
richtlijn voor normale rijomstandigheden.
Het is echter mogelijk dat de INTERVAL-
PERIODEN VOOR ONDERHOUD MOE-
TEN WORDEN VERKORT AFHANKE-
LIJK VAN HET WEER, HET TERREIN,
DE GEOGRAFISCHE LOCATIE EN INDI-
VIDUEEL GEBRUIK.
DW000060
X@Vraag een Yamaha dealer het onder-
houdswerk uit te voeren als u hiermee
niet echt vertrouwd bent.
DAU01175
BoordgereedschapssetDe boordgereedschapsset is te vinden
achter paneel B. (Zie pagina 6-8 voor het
verwijderen en aanbrengen van het
paneel.
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van pre-
ventief onderhoud en kleinere reparaties.
Het gebruik van extra gereedschap zoals
een momentsleutel kan echter nodig zijn
om bepaalde onderhoudswerkzaamhe-
den correct uit te voeren.
1
1. Boordgereedschapsset
OPMERKING:Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het
gereedschap of de ervaring die voor
bepaalde werkzaamheden vereist zijn.
DW000063
X@Door modificaties die niet door
Yamaha zijn goedgekeurd kan het
motorvermogen achteruitgaan of de
machine te onveilig worden om nog te
gebruiken Raadpleeg een Yamaha
dealer voordat u zelf wijzigingen aan-
brengt.
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 38

Page 40 of 96

6-2
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 6 12 18 24
1
*Brandstofleiding•Controleer de brandstofslangen op scheuren of
beschadiging.√√√√ √
2 Bougie•Vervangen.√√√√ √
3 Luchtfilterelement•Reinigen.√√
•Vervangen.√√
4*Accu•Electrolytniveau en soortelijk gewicht controleren.
•Correcte ligging van ontluchtingsslang controleren.√√√√ √
5 Koppeling•Werking controleren.
•Afstellen.√√√√√
6*Voorrem•Werking en vloeistofniveau controleren, machine
controleren op vloeistoflekkage.
(Zie OPMERKING op bladzijde 6-4.)√√√√√ √
•Remblokken vervangen.Indien afgesleten tot aan slijtagelimiet.
7*Achterrem•Werking en vloeistofniveau controleren, machine
controleren op vloeistoflekkage.
(Zie OPMERKING op bladzijde 6-4.)√√√√√ √
•Remblokken vervangen.Indien afgesleten tot aan slijtagelimiet.
8*Remslangen•Controleren op scheuren of beschadiging.√√√√ √
•Vervangen. (Zie OPMERKING op bladzijde 6-4.)Elke 4 jaar
DAU03686
Periodiek smeer- en onderhoudsschema
OPMERKING:8De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.
8Herhaal de intervalperioden vanaf 30.000 km, te beginnen bij 6.000 km.
8Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal
gereedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 39

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 100 next >