YAMAHA JOG50R 2008 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 76

laatst werd teruggesteld op nul
●een brandstofniveaumeter
●een zelfdiagnosesysteem
●een functietoets (om diverse
modi van het multifunctionele
display te selecteren, in te stellen
en terug op nul te stellen)
OPMERKING:
●Vergeet niet de sleutel naar “f”
te draaien voordat u de toets
gebruikt.
●Alleen voor Groot-Brittannië: De
kilometerteller en ritteller worden
weergegeven in mijlen.
De klok op tijd zetten:
1. Selecteer de kilometerteller en
houd de toets minstens twee
seconden ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te
knipperen, drukt u op de toets
om de uren in te stellen.3. Houd de toets minstens twee
seconden ingedrukt om de tien-
tallen van de minutenaanduiding
te veranderen.
4. Als het tientallencijfer begint te
knipperen, drukt u op de toets
om dit cijfer in te stellen.5. Houd de toets minstens twee
seconden ingedrukt om de een-
heden van de minutenaanduiding
te veranderen.
6. Als het cijfer van de eenheden
begint te knipperen, drukt u op
de toets om dit cijfer in te stellen.
7. Houd de toets minstens twee
seconden ingedrukt om de klok
te starten.
OPMERKING:
Nadat de klok op tijd is gezet, moet
de toets minstens twee seconden
lang worden ingedrukt alvorens de
sleutel naar “e” te draaien, anders
geeft de klok niet de juiste tijd aan.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 21

Page 22 of 76

Kilometerteller- en rittellermodus
Door indrukken van de toets wisselt
de weergave tussen de kilometerte-
llermodus “ODO” en de ritteller
“TRIP”, volgens onderstaande volgor-
de:
ODO
TRIP ODO
1. Kilometerteller
2. Ritteller
Om de ritteller op nul terug te stellen,
selecteert u deze door op de toets te
drukken en houdt u daarna de toets
ten minste twee seconden ingedrukt.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan
hoeveel brandstof in de tank aanwe-
zig is. De displaysegmenten van de
brandstofniveaumeter verdwijnen
richting “E” (leeg) naarmate hetbrandstofniveau daalt. Wanneer er
nog maar één segment naast “E” is
overgebleven, vul dan zo snel moge-
lijk brandstof bij.
Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelf-
diagnosesysteem voor het brandsto-
felektrische circuit.
Indien het brandstofelektrische circuit
een defect heeft, gaan alle display-
segmenten van de brandstofniveau-
meter knipperen. Als dit zich voordo-
et, vraag dan een Yamaha dealer het
voertuig te controleren.
DAU12347
Stuurschakelaars
1. Dimlichtschakelaar “j/k”
2. Richtingaanwijzerschakelaar “c/d”
3. Claxonschakelaar “a”
1. Startknop “g”
1
Rechts
1
2
3 Links
PRESS
BUTTON
PRESS
BUTTON
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 22

Page 23 of 76

DAU12400
Dimlichtschakelaar “j/k”
Zet deze schakelaar op “j” voor gro-
otlicht en op “k” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “c/d”
Druk deze schakelaar naar “d” om
afslaan naar rechts aan te geven.
Druk deze schakelaar naar “c” om
afslaan naar links aan te geven. Na
loslaten keert de schakelaar terug
naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “a”
Druk deze schakelaar in om een cla-
xonsignaal te geven.
DAUM1131
Startknop “g”
Druk op deze knop terwijl u de voor-
of achterrem bekrachtigt om de motor
te starten met de startmotor.
DCA10050
LET OP:
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
DAU12900
Voorremhendel
1. Voorremhendel
De voorremhendel bevindt zich aan
de rechterstuurgreep. Trek deze hen-
del naar het stuur toe om de voorrem
te bekrachtigen.
DAU12950
Achterremhendel
1. Achterremhendel
De achterremhendel bevindt zich aan
de linkerstuurgreep. Trek deze hendel
naar het stuur toe om de achterrem te
bekrachtigen.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 23

Page 24 of 76

DAU13201
Tankdop en dop van het
oliereservoir voor 2-takt
injectiesmering
1. Olietankdop
2. Tankdop
De tankdop en de dop van het oliere-
servoir voor 2-takt injectiesmering
bevinden zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-11.)
Tankdop
Om de tankdop te verwijderen wordt
deze linksom gedraaid en dan losge-
nomen.
Om de tankdop aan te brengen wordt
deze rechtsom gedraaid.Dop oliereservoir voor 2-takt
injectiesmering
De dop van het oliereservoir voor 2-
takt injectiesmering wordt losgetrok-
ken om te verwijderen.
Om de dop van het oliereservoir voor
2-takt injectiesmering aan te brengen
wordt deze vastgedrukt in de reser-
voiropening.
DWA10140
s s
WAARSCHUWING
Controleer alvorens te gaan rijden
of de tankdop en de dop van het
oliereservoir voor 2-takt injecties-
mering correct zijn aangebracht.
DAU13211
Brandstof
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
Controleer of voldoende brandstof in
de brandstoftank aanwezig is. Vul de
brandstoftank tot onderaan de vulpijp
zoals getoond.
DWA10880
s s
WAARSCHUWING
●Overvul de brandstoftank niet,
anders zal benzine uitstromen
zodra deze warm wordt en uit-
zet.
●Mors geen brandstof op een
heet motorblok.
1
2
ZAUM0020
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 24

Page 25 of 76

DCA10070
LET OP:
Veeg gemorste brandstof direct af
met een schone, droge en zachte
doek, de brandstof kan immers
schade toebrengen aan de lak of
aan kunststof onderdelen.
DAU13270
Uw Yamaha motorblok is gebouwd
op het gebruik van normale loodvrije
benzine met een octaangetal van
RON 91 of hoger. Als de motor gaat
detoneren (pingelen), gebruik dan
benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan
bougies langer mee en blijven de
onderhoudskosten beperkt.
DAU13431
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaat-
katalysator.
DWA10860
s s
WAARSCHUWING
Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Controleer of
het uitlaatsysteem is afgekoeld
alvorens onderhoudswerkzaamhe-
den uit te voeren.
DCA10700
LET OP:
De volgende voorzorgsmaatrege-
len moeten worden genomen om
brand of andere schaderisico’s te
voorkomen.
●Gebruik uitsluitend loodvrije
benzine. Bij gebruik van lood-
houdende benzine zal onhers-
telbare schade worden toege-
bracht aan de uitlaatkataly-
sator.
●Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals
op gras of op ander materiaal
dat gemakkelijk vlamvat.
●Laat de motor niet te lang
aaneen stationair draaien.
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
5,5 L (1,45 US gal) (1,21 Imp.gal)
Brandstofreserve:
1,9 L (0,50 US gal) (0,42 Imp.gal)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 25

Page 26 of 76

DAU13452
2-takt injectiesmering
1. Olietankdop
Controleer of voldoende olie aanwe-
zig is in het reservoir voor 2-takt injec-
tiesmering. Vul indien nodig de voor-
geschreven 2-takt injectiesmering bij.
OPMERKING:
Controleer of de dop op het reservoir
voor 2-takt injectiesmering correct is
aangebracht.
DAUM1141
Oliereservoir voor 2-takt
injectiesmering
Om bij het oliereservoir voor 2-takt
injectiesmering te komen, opent u het
opbergcompartiment. (Zie pagina
3-12.)
1. Verwijder de dop van het oliere-
servoir voor 2-takt injectiesme-
ring door deze los te trekken.
2. Breng de dop van het reservoir
voor 2-takt injectiesmering weer
aan door deze in de reservoiro-
pening te drukken.
OPMERKING:
Controleer of de dop van het reservoir
voor 2-takt injectiesmering correct is
geplaatst alvorens met de machine te
gaan rijden.
Aanbevolen olie:
2-takt injectiesmering (JASO klas-
se “FC”, of ISO klasse “EG-C” of
“EG-D”)
Oliehoeveelheid:
1,4 L (1,48 US qt) (1,23 Imp.qt)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 26

Page 27 of 76

DAUS1050
Kickstarter
Trap om de motor te starten het
kickstartpedaal licht omlaag totdat de
tandwielen aangrijpen en trap het
pedaal dan soepel maar krachtig
omlaag.
1. Kickstarter
DAU14160
Rijderzadel
Openen van het rijderzadel
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contacts-
lot en draai hem dan linksom.
1. Openen.
OPMERKING:
Druk de sleutel niet in terwijl u deze
draait.
3. Klap het rijderzadel omhoog.
1. Zadel
Sluiten van het rijderzadel
1. Klap het zadel omlaag en druk
dan aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit het contacts-
lot als de scooter onbeheerd
wordt achtergelaten.
OPMERKING:
Controleer of het zadel stevig is ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.
1
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 27

Page 28 of 76

DAU14510
Opbergcompartiment
1. Opbergcompartiment
Onder het zadel is een opbergcom-
partiment aanwezig. (Zie pagina
3-11.)
DWA10960
s s
WAARSCHUWING
●Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 3,5 kg (7,7 lb) voor
het opbergcompartiment niet.
●Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van CS50/CS50M 169
kg (373 lb) CS50Z 166 kg (366
lb) voor de machine niet.
DCA10080
LET OP:
Let op het volgende bij het gebruik
van het opbergcompartiment.
●Het opbergcompartiment
wordt snel warmer als het is
blootgesteld aan direct zon-
licht, bewaar hierin dus geen
goederen die slecht tegen
warmte kunnen.
●Wikkel natte voorwerpen in
een plastic zak, om zo vochtig
worden van het opbergcom-
partiment te voorkomen.
●Het opbergcompartiment kan
nat worden als de scooter
wordt gewassen, omwikkel te
bewaren voorwerpen dus in
een plastic zak.
●Bewaar geen waardevolle of
breekbare voorwerpen in het
opbergcompartiment.
Om een helm op te bergen in het
opbergcompartiment, moet de helm
omgekeerd geplaatst worden en met
de voorkant naar voren toe.
OPMERKING:
●Sommige helmen kunnen vanwe-
ge hun grootte of vorm niet wor-
den weggeborgen in het opberg-
compartiment.
●Laat uw scooter niet onbeheerd
achter met het zadel open.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 28

Page 29 of 76

DAUT1071
Bagagehaak
1. Bagagehaak
DWAT1031
s s
WAARSCHUWING
●Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 1,5 kg (3,3 lb) voor
de bagagehaak niet.
●Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van CS50/CS50M 169
kg (373 lb) CS50Z 166 kg (366
lb) voor de machine niet.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 29

Page 30 of 76

DAU15593
De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van zijn of haar machine. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blo-
otstelling aan weer en wind vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele
schade, vloeistoflekkage of het wegvallen van de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van
belang om voorafgaand aan elke rit een visuele inspectie uit te voeren en bovendien de volgende punten te controle-
ren.
OPMERKING:
Voordat de machine wordt gebruikt moet telkens een korte algemene controle worden uitgevoerd. Zo’n inspectie neemt
maar weinig tijd in beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins waard.
DWA11150
s s
WAARSCHUWING
Als een onderdeel uit de Controlelijst voor gebruik niet naar behoren werkt, laat het dan controleren en repare-
ren alvorens de machine te gebruiken.
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-1
4
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 30

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 80 next >