YAMAHA JOG50R 2008 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2008, Model line: JOG50R, Model: YAMAHA JOG50R 2008Pages: 76, PDF Size: 1.66 MB
Page 51 of 76

1. Stelmoer
Draai de stelmoer op de remankerpla-
at richting (a) voor meer vrije slag van
de remhendel. Draai de stelmoer rich-
ting (b) voor minder vrije slag van de
remhendel.
DWA10650
s s
WAARSCHUWING
Vraag een Yamaha dealer de afste-
lling te doen als de juiste afstelling
niet haalbaar is volgens de besch-
reven werkwijze.
DAU22380
Controleren van
voorremblokken en
achterremschoenen
De voorremblokken en achterrems-
choenen moeten worden gecontrole-
erd op slijtage volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het
periodieke smeer- en onderhoudss-
chema.
DAU22400
Remblokken voorrem
1. Inspectieplug1. Remvoeringdikte
Controleer elk voorremblok op scha-
de en meet de remvoeringsdikte. Als
een remblok beschadigd is of als de
remvoeringsdikte minder is dan 3,1
mm (0,12 in), vraag dan een Yamaha
dealer de remblokken als set te ver-
vangen.
(a)
(b)
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-15
6
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 51
Page 52 of 76

DAU22540
Remschoenen achterrem
1. Slijtage-indicator
2. Slijtagelimiet
De achterrem heeft een slijtage-indi-
cator zodat de remschoenslijtage kan
worden gecontroleerd zonder de rem
te hoeven demonteren. Bekrachtig de
rem en let op de stand van de slijtage-
indicator om de remschoenslijtage te
controleren. Wanneer een remschoen
zover is afgesleten dat de slijtage-
indicator bij de slijtagelimiet komt,
vraag dan een Yamaha dealer de rem-
blokken als set te vervangen.
DAU32344
Controleren van
remvloeistofniveau
1. Merkstreep minimumniveau
Bij een tekort aan remvloeistof kan
lucht het remsysteem binnendringen,
waarna de remwerking mogelijk min-
der effectief is.
Controleer alvorens te gaan rijden of
de remvloeistof boven de merkstreep
voor minimumniveau staat en vul
indien nodig bij. Een laag remvloeis-
tofniveau wijst mogelijk op verregaan-
de remblokslijtage en/of lekkage in
het remsysteem. Als het remvloeistof-
niveau laag is, controleer dan de rem-
blokken op slijtage en het remsyste-
em op lekkage.Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht:
●Zorg bij het controleren van het
remvloeistofniveau dat de boven-
zijde van de hoofdremcilinder
horizontaal is door het stuur te
draaien.
●Gebruik uitsluitend de voor-
geschreven kwaliteit remvloeis-
tof, anders kunnen de rubber
afdichtingen verslechteren en zo
lekkage en slechte remwerking
teweegbrengen.
●Vul bij met hetzelfde type remvlo-
eistof. Bij vermengen van vers-
chillende typen remvloeistof kun-
nen schadelijke chemische
reacties optreden en kan de rem-
werking verslechteren.
●Pas op en zorg dat tijdens bijvu-
llen geen water de hoofdremcilin-
der kan binnendringen. Water zal
het kookpunt van de remvloeistof
aanzienlijk verlagen zodat damp-
belvorming kan optreden.
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-16
6
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 52
Page 53 of 76

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-17
6
●Remvloeistof kan gelakte of
kunststof onderdelen aantasten.
Veeg gemorste remvloeistof ste-
eds direct af.
●Naarmate de remblokken afslij-
ten, zal het remvloeistofniveau
geleidelijk verder dalen. Vraag
echter wel een Yamaha dealer
om een inspectie als het remvlo-
eistofniveau plotseling sterk is
gedaald.
DAU22720
Verversen van remvloeistof
Vraag een Yamaha dealer de remvlo-
eistof te verversen volgens de inter-
valperioden voorgeschreven onder
OPMERKING in het periodieke sme-
er- en onderhoudsschema. Laat
bovendien de oliekeerringen van de
hoofdremcilinder, de remklauwen en
de remslang vervangen volgens de
intervalperioden of wanneer ze lekken
of zijn beschadigd.
●Oliekeerringen: Vervang elke
twee jaar.
●Remslang: Vervang elke vier jaar.
DAU23111
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel
De werking van de gasgreep hoort
voorafgaand aan elke rit te worden
gecontroleerd. Smeer ook de gaska-
bel volgens de intervaltijden gespeci-
ficeerd in het periodiek onderhoudss-
chema.
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 53
Page 54 of 76

DAU43640
Smeren van voor- en
achterremhendels
De scharnierpunten van de voor- en
achterremhendels moeten worden
gesmeerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU23191
Controleren en smeren van
de middenbok
1. Middenbok
De werking van de middenbok moet
voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de scharnierpunten
en de metaal-op-metaal contactvlak-
ken moeten indien nodig worden ges-
meerd.
DWA11300
s s
WAARSCHUWING
Als de middenbok niet soepel
omhoog en omlaag beweegt, vraag
dan een Yamaha dealer deze te
controleren of te repareren.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
Aanbevolen smeermiddelen:
Voorremhendel:
Siliconenvet
Achterremhendel:
Lithiumvet (universeel vet)
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
6-18
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 54
Page 55 of 76

DAU23271
Voorvork controleren
De conditie en de werking van de
voorvork moeten als volgt worden
gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
DWA10750
s s
WAARSCHUWING
Zorg dat de machine veilig wordt
ondersteund, zodat hij niet kan
omvallen.
Controleer de binnenste vorkbuizen
op krassen, beschadigingen en over-
matige olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke
ondergrond en houd deze rech-
top.
2. Bekrachtig de voorrem en druk
het stuur een paar keer stevig
naar beneden om te controleren
of de voorvork soepel in- en uit-
veert.
DCA10590
LET OP:
Als schade wordt gevonden of de
voorvork niet soepel beweegt, vra-
ag dan een Yamaha dealer te repa-
reren of te controleren.
DAU23280
Controle van stuursysteem
Losse of versleten balhoofdlagers
kunnen gevaarlijk zijn. De werking van
het stuur moet als volgt worden
gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Plaats een standaard onder de
motor zodat het voorwiel los is
van de grond.
DWA10750
s s
WAARSCHUWING
Zorg dat de machine veilig wordt
ondersteund, zodat hij niet kan
omvallen.
2. Houd de voorvorkpoten beet bij
het ondereinde en probeer ze
naar voren en achteren te bewe-
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-19
6
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 55
Page 56 of 76

gen. Als speling kan worden
gevoeld, vraag dan een Yamaha
dealer het stuursysteem te tes-
ten.DAU23290
Controleren van wiellagers
De voor- en achterwiellagers moeten
worden gecontroleerd volgens de
intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onder-
houdsschema. Als de wielnaaf spe-
ling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer
de wiellagers te controleren.
DAU23390
Accu
1. Accu
De accu bevindt zich achter paneel A.
(Zie pagina 6-5.)
Dit model is uitgerust met een perma-
nent-dichte accu (onderhoudsvrij
type) waarvoor geen onderhoud
vereist is. De elektrolyt hoeft niet te
worden gecontroleerd en er hoeft
geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha
dealer de accu te laden als deze
ontladen lijkt te zijn. Vergeet niet dat
de accu sneller ontladen raakt als de
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-20
6
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 56
Page 57 of 76

machine is uitgerust met optionele
elektrische accessoires.
DWA10760
s s
WAARSCHUWING
●Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat,
een stof die ernstige brand-
wonden veroorzaakt. Vermijd
contact met de huid, ogen of
kleding en bescherm uw ogen
altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk con-
tact is geweest met elektrolyt.
• UITWENDIG: Spoel overvloe-
dig met water.
• INWENDIG: Drink grote hoeve-
elheden water of melk en roep
direct de hulp in van een arts.
• OGEN: Spoel gedurende 15
minuten met water en roep
direct medische hulp in.
●Accu’s produceren het explo-
sieve waterstofgas. Houd daa-
rom vonken, open vuur, siga-
retten e.d. uit de buurt van de
accu en zorg voor voldoende
ventilatie bij acculaden in een
afgesloten ruimte.
●HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDE-
REN.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig
langer dan een maand niet wordt
gebruikt, laad volledig bij en zet
hem dan weg op een koele en
droge plek.
2. Als de accu langer dan twee
maanden wordt weggeborgen,
moet deze minstens eenmaal per
maand worden gecontroleerd;
laad de accu dan indien nodig
steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvo-
rens te installeren.
4. Controleer na installatie of de
accukabels correct zijn aangeslo-
ten op de accupolen.
DCA10630
LET OP:
●Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontla-
den toestand weg te bergen
kan permanente accuschade
ontstaan.
●Om een permanent-dichte
accu (onderhoudsvrij type) teladen, is een speciale accula-
der (met constante laadspan-
ning) vereist. Bij gebruik van
een conventionele acculader
raakt de accu beschadigd.
Wanneer u niet beschikt over
een speciale acculader voor
permanent-dichte accu’s
(onderhoudsvrij type), vraag
dan een Yamaha dealer uw
accu op te laden.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-21
6
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 57
Page 58 of 76

DAUS1180
Zekering vervangen
De hoofdzekeringhouder bevindt zich
naast de accubehuizing.
Vervang de zekering als volgt als deze
is doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “e”
en schakel alle elektrische circuits uit.
2. Verwijder de doorgebrande zeke-
ring en breng een nieuwe zeke-
ring met de voorgeschreven
ampèrewaarde aan.
1. Hoofdzekering
DCA10640
LET OP:
Gebruik geen zekering met een
hoger ampèrage dan is voorgesch-
reven, om ernstige schade aan het
elektrisch systeem en mogelijk
brandgevaar te vermijden.
3. Draai de contactsleutel naar “f”
en schakel de elektrische circuits
in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw
doorbrandt, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrisch
systeem te controleren.
DAUS1431
Vervangen van de
koplampgloeilamp of de
gloeilamp van een voorste
richtingaanwijzer
Vervang een gloeilamp als volgt als
deze is doorgebrand.
DCA10670
LET OP:
Het is aan te bevelen dit werk uit te
laten voeren door een Yamaha dea-
ler.
Koplampgloeilamp
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A.
2. Maak de koplampbedrading los,
en maak vervolgens de borging
van de gloeilamphouder los zoals
afgebeeld.
Voorgeschreven zekering:
7,5 A
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-22
6
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 58
Page 59 of 76

1. Gloeilampstekker
2. Gloeilamphouder
3. Verwijder de gloeilamphouder
door eraan te trekken, en verwij-
der dan de defecte gloeilamp
door deze linksom te draaien.
1. Gloeilamphouder
2. Druk de gloeilamp in en draai deze linksom
3. Verwijder de gloeilamp
4. Koplampgloeilamp
DWA10790
s s
WAARSCHUWING
Koplampgloeilampen worden zeer
heet. Houd daarom brandbare pro-
ducten uit de buurt van een
koplampgloeilamp en raak het
lampglas niet aan zolang dit niet is
afgekoeld.
4. Plaats een nieuwe koplampgloei-
lamp in de gloeilamphouder en
draai de gloeilamp rechtsom.
5. Plaats de gloeilamphouder terug
in zijn oorspronkelijke positie en
zet hem vast met de borging van
de gloeilamphouder, zoals afge-
beeld.
6. Sluit de koplampbedrading aan
en bevestig het stroomlijnpaneel.7. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af
te stellen.
Gloeilamp linker richtingaanwijzer
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A.
2. Verwijder de lampfitting met de
gloeilamp door deze linksom te
draaien.
1. Fitting
3. Verwijder de defecte gloeilamp
uit de fitting door eraan te trek-
ken.
GGYYBB
1 2
3
4
GYB
1
2
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-23
6
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 59
Page 60 of 76

1. Gloeilamp richtingaanwijzer
4. Plaats een nieuwe gloeilamp in
de fitting.
5. Plaats de lampfitting door deze
rechtsom te draaien.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
Gloeilamp rechter
richtingaanwijzer
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A.
2. Verwijder de lampfitting met de
gloeilamp door deze rechtsom te
draaien.1. Fitting
3. Verwijder de defecte gloeilamp
uit de fitting door eraan te trek-
ken.
4. Plaats een nieuwe gloeilamp in
de fitting.
5. Plaats de lampfitting door deze
linksom te draaien.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
DAUS1250
Vervangen van gloeilamp
voor remlicht/achterlicht of
van gloeilamp voor achterste
richtingaanwijzer
Gloeilamp remlicht/achterlicht
1. Verwijder de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roeven los te draaien.
1. Schroef
2. Lamplens achterlicht/remlicht
2. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
6
5RW-F8199-D4.QXD 23/11/07 15:10 Página 60