YAMAHA MT-03 2012 Instructieboekje (in Dutch)

Page 1 of 97

2BF-F819D-D0
MT-03
HANDLEIDING

Page 2 of 97

DAU26942
General manager of quality assurance div. Date of issue: 1 Aug. 2002 Place of issue: Shizuoka, Japan
DECLARATION of CONFORMITY
Company: YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD. We
Address: 1450-6, Mori, Mori-Machi, Shuchi-gun, Shizuoka-Ken, 437-0292 Japan
Kind of equipment: IMMOBILIZER Hereby declare that the product:
Type-designation: 5SL-00
is in compliance with following norm(s) or documents:
R&TTE Directive(1999/5/EC)
EN300 330-2 v1.3.1(2006-01), EN300 330-2 v1.5.1(2010-02)
EN60950-1:2006/A11:2009
Two or Three-Wheel Motor Vehicles Directive(97/24/EC: Chapter 8, EMC)
1
2
3
4Version up the norm of EN60950 to EN60950-1
To change company name
version up of the following norm:


27 Feb. 2006
1 Mar. 2007
8 Jul. 2010 Revision record
No. Contents
To change contact person and integrate type-designation.Date
9 Jun. 2005
Algemeen directeur afdeling kwaliteitsbeheer
Datum van afgifte: 1 augustus 2002 Plaats van afgifte: Shizuoka, Japan
CONFORMITEITSVERKLARING
Bedrijf: YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD. Wij,
Adres: 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan
Type apparaat: STARTBLOKKERING Verklaren hierbij dat het product:
Typeaanduiding: 5SL-00
in overeenstemming is met de volgende norm(en) of documenten:
R&TTE richtlijn(1999/5/EG)
EN300 330-2 v1.3.1(2006-01), EN300 330-2 v1.5.1(2010-02)
EN60950-1:2006/A11:2009
Richtlijn betreffende motorvoertuigen op twee of drie wielen(97/24/EG: Hoofdstuk 8, EMC)
1
2
3
4Overgang van norm EN60950 naar EN60950-1
Om bedrijfsnaam te wijzigen
overgang naar de volgende norm:
van EN300 330-2 v1.1.1 naar EN300 330-2 v1.3.1 en EN300 330-2 v1.5.1
27 februari 20061 maart 2007
8 juli 2010 Overzicht van wijzigingen
Nr. Inhoud
Om contactpersoon te wijzigen en typeaanduiding te integreren.Datum
9 juni 2005

Page 3 of 97

INLEIDING
DAU10100
Welkom in de wereld van Yamaha rijders!
Als eigenaar van de MT-03 profiteert u van Yamaha's ervaring en technische kennis in het ontwerpen en fabriceren van
producten van topkwaliteit, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw
MT-03. Deze gebruikershandleiding geeft instructies over bediening, inspectie en onderhoud van de motorfiets, terwijl
ook wordt beschreven hoe u uzelf en anderen persoonlijk letsel en schade kunt besparen.
Verder helpen allerlei tips in deze handleiding om uw motorfiets in optimale conditie te houden. Als er tenslotte toch nog
vragen zijn, aarzel dan niet en neem contact op met de Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijden toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!

Page 4 of 97

BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
WAARSCHUWING0
OPMERKING:
Het Safety Alert symbool betekent ATTENTIE! LET OP! HET GAAT OM UW VEILIG-
HEID!
Wanneer instructies vermeld in een WAARSCHUWING niet worden opgevolgd, kan
dit leiden tot ernstig of zelfs dodelijk letsel voor de motorrijder, omstanders of dege-
ne die de motorfiets inspecteert of repareert.
De aanduiding LET OP staat vermeld bij speciale voorzorgsmaatregelen die moeten
worden genomen om schade aan de motorfiets te voorkomen.
De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke informatie die procedures kan verge-
makkelijken of verhelderen.
OPMERKING:
●Deze handleiding moet worden gezien als een permanent onderdeel van deze motorfiets en moet altijd bij de motor-
fiets blijven, ook als deze ooit wordt verkocht.
●Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van productontwerp en kwaliteit. Om deze reden kan
soms sprake zijn van kleine tegenstrijdigheden tussen uw motor en de beschrijving ervan in deze handleiding, ook al
bevat de handleiding de meest recente productinformatie ten tijde van publicatie. Als u vragen heeft over deze hand-
leiding, neem dan contact op met uw Yamaha dealer.
DWA10030
WAARSCHUWING0
LEES DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG HELEMAAL DOOR VOORDAT U DEZE MOTORFIETS GAAT GEBRUIKEN.
*Product en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
DAU10151
LET OP: Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen:

Page 5 of 97

BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
DAUB1011
MT-03
HANDLEIDING
©2012 door MBK INDUSTRIE
1e uitgave, April 2012
Alle rechten voorbehouden.
Elke vorm van herdruk of onbevoegd
gebruik
zonder schriftelijke toestemming van
MBK INDUSTRIE
is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Nederland

Page 6 of 97

INHOUDSOPGAVE
VEILIGHEIDSINFORMATIE.................1-1
Veilig rijden........................................1-1
Beschermende kleding.....................1-2
Technische wijzigingen.....................1-2
Bagage en accessoires....................1-2
Benzine en uitlaatgassen..................1-4
BESCHRIJVING...................................2-1
Aanzicht linkerzijde ...........................2-1
Aanzicht rechterzijde.........................2-2
Bedieningen en instrumenten...........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN...............................3-1
Startblokkeersysteem.......................3-1
Contactslot/stuurslot.........................3-2
Controle- en waarschuwingslampjes...3-4
Multifunctioneel display .....................3-5
Toerenteller .......................................3-6
Kilometerteller- en rittellermodi .........3-6
Klokweergave ...................................3-7
Zelfdiagnosesystemen......................3-7
Instelfunctie voor helderheid
controlelampje ............................3-8
Antidiefstal-alarmsysteem (optie)......3-8
Stuurschakelaars..............................3-9
Koppelingshendel...........................3-10
Schakelpedaal................................3-10
Remhendel......................................3-11
Rempedaal......................................3-11Tankdop...........................................3-11
Brandstof .........................................3-12
Tankbeluchtingsslang/
overloopslang...........................3-13
Uitlaatkatalysator............................3-13
Zadels.............................................3-14
Afstellen van de schokdemperunit....3-16
Zijstandaard ....................................3-18
Startspersysteem ............................3-19
CONTROLES VOOR HET STARTEN....4-1
Controlelijst voor gebruik.....................4-2
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-
INFORMATIE.......................................5-1
Starten van de motor ..................................5-1
Schakelen.....................................................5-2
Tips voor een zuinig brandstofverbruik .....5-3
Inrijperiode ....................................................5-3
Parkeren .......................................................5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
KLEINERE REPARATIES....................6-1
Boordgereedschapsset........................6-1
Periodiek smeer-
en onderhoudsschema .................6-2
Panelen verwijderen en aanbrengen ..6-6
Controleren van de bougie..................6-6
Motorolie en oliefilterelement ...............6-8Koelvloeistof .......................................6-12
Vervangen van het luchtfilterelement en
reinigen van de aftapslangen .....6-13
Afstellen van het stationair toerental ....6-14
Controleren van de vrije
slag gaskabel ..............................6-15
Klepspeling.........................................6-15
Banden...............................................6-16
Gietwielen...........................................6-19
Vrije slag van koppelingshendel
afstellen .......................................6-19
Controleren van voor- en
achterremblokken.......................6-20
Controleren van remvloeistofniveau..6-21
Verversen van remvloeistof ...............6-22
Spanning aandrijfketting ....................6-23
Reinigen en smeren van de
aandrijfketting ..............................6-24
Controleren en smeren van kabels ...6-25
Controleren en smeren van gasgreep
en gaskabel.................................6-25
Controleren en smeren van rem-
en koppelingshendels.................6-26
Smeren van het rempedaal ...............6-26
Controleren en smeren
van zijstandaard..........................6-27
Smeren van de zijvering ....................6-27
Voorvork controleren..........................6-27
Controle van stuursysteem ................6-28

Page 7 of 97

INHOUDSOPGAVE
Controleren van wiellagers................6-29
Accu....................................................6-29
Zekeringen vervangen.......................6-31
Koplampgloeilamp vervangen ...........6-33
Vervangen van een
parkeerlichtgloeilamp..................6-34
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen...................................6-34
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen...................................6-35
Gloeilamp van de kentekenverlichting
vervangen...................................6-36
Ondersteunen van de motorfiets .......6-36
Voorwiel..............................................6-37
Achterwiel ...........................................6-38
Problemen oplossen..........................6-39
Storingzoekschema's.........................6-40
VERZORGING EN STALLING
VAN DE MOTORFIETS.......................7-1
Verzorging .........................................7-1
Stalling..............................................7-3
SPECIFICATIES...................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE...............9-1
Identificatienummers.........................9-1

Page 8 of 97

1-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
VEILIGHEIDSINFORMATIE
DAU10281
MOTORFIETSEN ZIJN TWEEWIELIGE
VOERTUIGEN. HUN VEILIG GEBRUIK
EN WERKING ZIJN AFHANKELIJK
VAN JUISTE RIJTECHNIEKEN EN VAN
DE DESKUNDIGHEID VAN DE BE-
STUURDER. ELKE BESTUURDER
MOET BEKEND ZIJN MET DE VOL-
GENDE VEREISTEN ALVORENS MET
DEZE MOTOR TE GAAN RIJDEN.
HIJ OF ZIJ MOET:
●DOOR EEN COMPETENTE IN-
FORMATIEBRON GRONDIG ZIJN
INGELICHT OVER ALLE ASPEC-
TEN VAN HET MOTORRIJDEN.
●ZICH HOUDEN AAN DE WAAR-
SCHUWINGEN EN ONDER-
HOUDSEISEN VERMELD IN DE
GEBRUIKERSHANDLEIDING.
●GRONDIG GETRAIND ZIJN IN
VEILIGE EN CORRECTE RIJ-
TECHNIEKEN.
●GEBRUIKMAKEN VAN PRO-
FESSIONELE TECHNISCHE
SERVICE, ZOALS AANGEGE-
VEN IN DE GEBRUIKERS-
HANDLEIDING EN/OF WAN-
NEER DE MECHANISCHE
CONDITIES DIT VEREISEN.Veilig rijden
●Controleer de machine altijd voor
u gaat rijden. Een zorgvuldige
controle kan een ongeval helpen
voorkomen.
●Deze motorfiets is gebouwd voor
het vervoer van de bestuurder
plus een passagier.
●Het niet opmerken en herkennen
van motorfietsen door andere
weggebruikers vormt de belang-
rijkste oorzaak van auto-/moto-
rongevallen. Vaak worden onge-
vallen veroorzaakt doordat een
autobestuurder de motor niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt,
dat blijkt het meest effectief om
het risico op een dergelijk type
ongeval te verminderen.
Dus:
• Draag een jack in felle kleuren.
• Wees extra voorzichtig bij het
naderen en passeren van krui-
singen, daar doen ongelukken
met motorfietsen zich namelijk
het meest voor.
• Ga daar rijden waar andere weg-
gebruikers u kunnen zien. Ga nietrijden in de dode zichthoek van
een andere weggebruiker.
●Bij veel ongevallen zijn onervaren
bestuurders betrokken. Veelal zijn
bestuurders die bij een ongeval be-
trokken waren zelfs niet in het bezit
van een geldig motorrijbewijs.
• Zorg dat u bekwaam bent om te
rijden en leen uw motorfiets al-
leen uit aan ervaren motorrij-
ders.
• Weet wat u wel en niet aankunt.
Door rekening te houden met uw
beperkingen helpt u ongelukken
voorkomen.
• We raden aan om het motorrijden
te oefenen op plekken waar geen
verkeer is, totdat u grondig be-
kend bent met de motor en zijn
bediening.
• Ongelukken worden vaak ver-
oorzaakt door een fout van de
motorbestuurder. Veel bestuur-
ders houden bij het ingaan van
een bocht een TE HOGE RIJ-
SNELHEID aan of rijden te lang
rechtop (onvoldoende schuin-
liggen bij de bewuste rijsnel-
heid), zodat de bocht dan te
wijd wordt genomen.

Page 9 of 97

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
VEILIGHEIDSINFORMATIE
• Neem altijd de maximum snel-
heid in acht en rijd nooit sneller
dan de wegcondities en het
verkeer toestaan.
• Geef altijd richting aan voordat u
afslaat of van rijstrook wisselt.
Zorg dat andere weggebruikers u
kunnen zien.
●De zithouding van de bestuurder
en de passagier is belangrijk voor
een goede besturing.
• De bestuurder moet tijdens het
rijden beide handen aan het
stuur houden en beide voeten
op de bestuurdersvoetsteunen,
om zo de macht over het stuur
te behouden.
• De passagier hoort steeds de
bestuurder, de zadelband of de
handgreep, indien aanwezig,
met beide handen vast te hou-
den en beide voeten op de pas-
sagiersvoetsteunen te houden.
• Neem nooit een passagier mee
die niet in staat is om beide
voeten stevig op de passa-
giersvoetsteunen te zetten.
●Rijd nooit onder invloed van alco-
hol of andere drugs.
●Deze motorfiets is uitsluitend ont-
worpen voor gebruik op verharde
wegen. De machine is niet be-
doeld voor off-road gebruik.
Beschermende kleding
Motorongelukken met dodelijke afloop
betreffen meestal hoofdletsel. Het dra-
gen van een helm is de belangrijkste
factor bij het voorkomen of reduceren
van hoofdletsel.
●Draag altijd een goedgekeurde
helm.
●Draag ook een gezichtskap of
een veiligheidsbril. Zonder oog-
bescherming kan uw zicht door
de rijwind verslechteren, waar-
door u gevaren mogelijk te laat
opmerkt.
●Door een jack, stevige schoenen,
een lange broek, handschoenen
e.d. te dragen verkleint u de kans
op schaafwonden of ontvellingen.
●Draag nooit loszittende kleding,
deze kan blijven haken aan be-
dieningshandgrepen of door de
wielen worden gegrepen en zo
een ongeval of letsel veroorza-
ken.
●Raak nooit de motor of het uitlaat-
systeem aan terwijl de motor
draait. Deze onderdelen worden
zeer heet en kunnen zo brand-
wonden veroorzaken. Draag altijd
beschermende kleding die uw be-
nen, enkels en voeten bedekt.
●De hierboven vermelde voor-
zorgsmaatregelen gelden ook
voor passagiers.
Technische wijzigingen
Door het aanbrengen van technische
wijzigingen die niet door Yamaha zijn
goedgekeurd, of door originele onder-
delen te verwijderen, kan deze motor
onveilig worden in het gebruik en ern-
stig persoonlijk letsel veroorzaken.
Door dergelijke wijzigingen kan het
gebruik van uw motor ook onwettig
worden.
1-2

Page 10 of 97

VEILIGHEIDSINFORMATIE
Bagage en accessoires
Het monteren van accessoires of het
vervoer van bagage kan een negatief
effect hebben op de rijstabiliteit en het
weggedrag als hierdoor de gewichts-
verdeling van de motor verandert.
Wees uiterst voorzichtig bij het monte-
ren van accessoires of het beladen
van uw motor, om zo mogelijke onge-
vallen te vermijden. Pas extra op wan-
neer u op een motor rijdt die beladen
is of waaraan accessoires zijn gemon-
teerd. Hier volgen enkele algemene
richtlijnen bij het beladen van de motor
of het monteren van accessoires:
Beladen
Het totale gewicht van de bestuurder,
passagier, accessoires en bagage
mag de maximale gewichtslimiet niet
overschrijden.
Let op het volgende wanneer u tot de-
ze gewichtslimiet belaadt:
●Het zwaartepunt van bagage en
accessoires moet zo laag moge-lijk liggen en zo dicht mogelijk bij
de motor. Zorg dat het gewicht zo
gelijkmatig mogelijk over beide
zijden van de motor wordt ver-
deeld, om zo onbalans of instabi-
liteit te beperken.
●Als gewicht gaat schuiven kan
zich een plotselinge onbalans
voordoen. Controleer voordat u
gaat rijden of accessoires en ba-
gage stevig aan de motor zijn be-
vestigd. Controleer de bevesti-
gingspunten voor accessoires en
bagage regelmatig.
●Bevestig nooit omvangrijke of zware
goederen aan het stuur, de voorvork
of het voorwielspatbord. Dergelijke
voorwerpen, inclusief bagage als
slaapzakken, plunjezakken of ten-
ten, kunnen een instabiel wegge-
drag of een te trage reactie op het
stuur veroorzaken.
Accessoires
Originele Yamaha accessoires wer-
den speciaal ontworpen voor montage
aan deze motor. Yamaha is niet in
staat om alle overige leverbare acces-
soires te testen. U bent dus zelf ver-antwoordelijk voor de juiste keuze, in-
stallatie en gebruik van niet-Yamaha
accessoires. Wees zorgvuldig bij de
keuze en installatie van accessoires.
Volg bij de montage van accessoires
de onderstaande richtlijnen en die ver-
meld onder het kopje “Beladen”.
●Monteer nooit accessoires en ver-
voer nooit bagage als deze een
nadelige invloed hebben op de
prestaties van uw motor. Inspec-
teer het accessoire zorgvuldig al-
vorens het te gebruiken, om zeker
te zijn dat het de grondspeling of
de hellinghoek op geen enkele ma-
nier vermindert, de veerweg, de
stuuruitslag of de bediening be-
perkt of lampen of reflectors afdekt.
• Accessoires die aan of nabij
het stuur of de voorvork zijn ge-
monteerd zullen mogelijk insta-
biliteit veroorzaken door een
foutieve gewichtsverdeling of
door aërodynamische effecten.
Accessoires aan het stuur of
nabij de voorvork moeten zo
licht mogelijk zijn en tot een mi-
nimum worden beperkt.
1-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Maximale belasting:
186 kg (410 lb)

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 100 next >