YAMAHA NMAX 125 2021 Instructieboekje (in Dutch)

Page 51 of 114

Functies van instrumenten en bedieningselementen
6-18
6
Om een helm los te maken van de helm-
bevestiging
Open het zadel, neem de helm los van de
helmbevestiging en sluit het zadel weer.
DAUN2612
OpbergcompartimentenDit model is voorzien van 3 opbergcompar-
timenten. De voorste opbergcompartimen-
ten en het achterste opbergcompartiment
bevinden zich op de aangegeven plaatsen.
OPMERKINGSommige helmen kunnen vanwege hun
grootte of vorm niet in het achterste op-
bergcompartiment worden opgeborgen.Opbergcompartiment B
Trek om opbergcompartiment B te openen
het deksel van het opbergcompartiment
omhoog om het te ontgrendelen en vervol-
gens te openen.
Druk om opbergcompartiment B te sluiten
het deksel van het opbergcompartiment in
de oorspronkelijke positie.
1. Opbergcompartiment A
2. Opbergcompartiment B
1. Achterste opbergcompartiment12
1
1. Deksel
2. Opbergcompartiment B
12
UBALD0D0.book Page 18 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM

Page 52 of 114

Functies van instrumenten en bedieningselementen
6-19
6
Achterste opbergcompartiment
Draai om het achterste opbergcomparti-
ment te openen het contactslot naar
“OPEN” en druk vervolgens op de knop
“SEAT”.OPMERKINGLaat uw machine niet onbeheerd achter
met het zadel open.LET OP
DCA21150
Let op het volgende bij het gebruik van
het opbergcompartiment.
Het opbergcompartiment wordt
warm bij blootstelling aan zon en/of
warmte van de motor, dus bewaar
er geen etenswaren of voorwerpen
in die slecht tegen warmte kunnen
of die ontvlambaar zijn.
Stop natte voorwerpen in een plas-
tic zak alvorens deze in het opberg-
compartiment mee te nemen om te
voorkomen dat het vocht zich door
het opbergcompartiment ver-
spreidt.
Het opbergcompartiment kan nat
worden als de machine wordt ge-
reinigd, dus stop voorwerpen die u
wilt meenemen ter bescherming in
een plastic zak.Bewaar geen waardevolle of breek-
bare voorwerpen in het opberg-
compartiment.
WAARSCHUWING
DWA18950
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 1.5 kg (3.3 lb) voor op-
bergcompartiment A niet.
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 0.3 kg (1 lb) voor opberg-
compartiment B niet.
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 5.0 kg (11 lb) voor het
achterste opbergcompartiment
niet.
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 167 kg (368 lb) voor de
machine niet.
DAUN3020
Afstellen van de schokdem-
perunitsElke schokdemperunit is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.
WAARSCHUWING
DWA10211
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolg
zijn.De veervoorspanning afstellen
Draai de stelring in de richting (a) om de
veervoorspanning te verhogen.
Draai de stelring in de richting (b) om de
veervoorspanning te verlagen.
Lijn het gewenste nummer (1 of 2) op de
stelring uit met de positie-indicator op de
schokdemper.
UBALD0D0.book Page 19 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM

Page 53 of 114

Functies van instrumenten en bedieningselementen
6-20
6
DAUN2161
Aansluitcontact Dit model is uitgerust met een 12 V gelijk-
stroom aansluitcontact.LET OP
DCAN0140
Gebruik het aansluitcontact niet als de
motor uit staat, en overschrijd de gespe-
cificeerde elektrische belasting niet. Als
u dit toch doet, kan de zekering door-
branden of de accu ontladen raken.
Richt bij het reinigen van de machine de
straal van een eventuele hogedrukreini-
ger niet op het gebied rond het aansluit-
contact.
Het aansluitcontact gebruiken
1. Schakel de machinevoeding uit.
2. Verwijder de dop van het aansluitcon-
tact.
3. Zet het accessoire uit.
4. Steek de stekker van het accessoire in
het aansluitcontact.
5. Schakel de machinevoeding in en
start de motor.
6. Zet het accessoire aan.OPMERKINGSchakel na het rijden het accessoire uit en
koppel het los van het aansluitcontact.
Breng vervolgens de dop van het aansluit-
contact aan.
1. Positie-indicator
2. Stelring veervoorspanningAfstelling veervoorspanning:
Positie 1: Standaard
Positie 2: Hard
21
(a)(b)
1. Aansluitcontact
Maximale elektrische belasting:
12 W (1A)1
1. Dop van aansluitcontact1
UBALD0D0.book Page 20 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM

Page 54 of 114

Functies van instrumenten en bedieningselementen
6-21
6
WAARSCHUWING
DWAN0050
Breng om elektrische schokken of kort-
sluiting te voorkomen de dop aan wan-
neer het aansluitcontact niet in gebruik
is.
DAU15306
ZijstandaardDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de
bestuurder afleiden, waardoor de ma-
chine mogelijk onbestuurbaar wordt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om de bestuurder te helpen bij
zijn verantwoordelijkheid de zijstan-
daard op te trekken alvorens weg te rij-
den. Controleer dit systeem daaromregelmatig en laat het repareren
door
een Yamaha dealer als de werking niet
naar behoren is.
UBALD0D0.book Page 21 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM

Page 55 of 114

Functies van instrumenten en bedieningselementen
6-22
6
DAUT1098
StartspersysteemControleer de werking van de zijstandaard-
schakelaar als volgt.
UBALD0D0.book Page 22 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM

Page 56 of 114

Functies van instrumenten en bedieningselementen
6-23
6
Bij deze inspectie moet de machine op de
middenbok worden gezet.

WAARSCHUWING
Zet het contact aan.
Zet de zijstandaard omhoog.Zet de zijstandaard omlaag.Als de motor afslaat:
De zijstandaardschakelaar is in orde.Zet de machine op de middenbok.Druk op de startknop terwijl een van de
remhendels wordt bediend. De motor
slaat aan.
Laat als een storing wordt aangetroffen de
machine nakijken alvorens te gaan rijden.
UBALD0D0.book Page 23 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM

Page 57 of 114

Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
7-1
7
DAU1559B
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en proce-
dures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u
een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de machi-
ne dan nazien door een Yamaha dealer.Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Brandstof• Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer de tankoverloopslang op obstakels, scheuren of beschadiging en
controleer de slangaansluiting.6-15, 6-16
Motorolie• Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage.9-11
Versnellingsbakolie• Controleer de machine op olielekkage. 9-13
Koelvloeistof• Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage.9-14
UBALD0D0.book Page 1 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM

Page 58 of 114

Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
7-2
7
Voorrem• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge-
schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.9-21, 9-22, 9-23
Achterrem• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge-
schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.9-21, 9-22, 9-23
Gasgreep• Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel-
len en de kabel en het kabelhuis te smeren.9-19, 9-25
Bedieningskabels• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig.9-25
Wielen en banden• Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.9-19, 9-21
Remhendels• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.9-25
Middenbok, zijstandaard• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de scharnierpunten.9-26 ITEM CONTROLES PAGINA
UBALD0D0.book Page 2 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM

Page 59 of 114

Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
7-3
7
Framebevestigingen• Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast.—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaars• Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.—
Zijstandaardschakelaar • Controleer de werking van het startspersysteem.
• Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te
controleren.6-21 ITEM CONTROLES PAGINA
UBALD0D0.book Page 3 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM

Page 60 of 114

Gebruik en belangrijke rij-informatie
8-1
8
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk een
ongeval of letsel tot gevolg.
DAU16842
InrijperiodeDe belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1600 km (1000 mi) niet te
zwaar worden belast. De verschillende on-
derdelen van de motor slijten op elkaar in
totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn be-
reikt. Rijd tijdens deze periode nooit lang-
durig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAUM2012
0–1000 km (0–600 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig voorbij
1/3 opengedraaid. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moeten de motorolie en de eind-
overbrengingsolie worden ververst.[DCA11662]1000–1600 km (600–1000 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig voorbij
1/2 opengedraaid.
1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP
DCA10271
Als tijdens de inrijperiode motorschade
optreedt, vraag dan direct een Yamaha
dealer de machine te controleren.
UBALD0D0.book Page 1 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 120 next >