YAMAHA SR400 2014 Instructieboekje (in Dutch)

Page 61 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAUM1653
Achterbrugscharnierpunten
smerenDe achterbrugsch arnierpunten moeten
worden gesmeerd door een Yamaha dealer
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
DAU51951
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de voorvork op schade en over-
matige olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke on- dergrond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun
de machine zorgvuldig om omval-
len en mogelijk letsel te voorko-
men.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk hetstuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP
DCA10591
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te contro-leren.
Aanbevolen smeermiddel: Lithiumvet
2RD-9-D0.book 27 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分

Page 62 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU45512
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema. 1. Zet de machine op de middenbok. WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorko-
men.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het onder-
ste uiteinde beet en probeer ze naar
voren en achteren te bewegen. Als
speling wordt gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te in-
specteren of repareren.
DAU23292
Controleren van wiellagersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU40447
AccuDe accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-11.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld. Er moet echter wel worden gecon-
troleerd of de accustekker stevig is
aangesloten.
WAARSCHUWING
DWA10761

Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden nabij
1. Accu
1
2RD-9-D0.book 28 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分

Page 63 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel- heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi- nuten met water en roep direct
medische hulp in.

Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.

HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16522
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een speci-
ale acculader (met constante spanning) vereist. Bij gebruik van een conventione-
le acculader raakt de accu beschadigd.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig langer dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet
dan weg op een koele en droge plek.
LET OP: Als u de accu verwijdert.
draait u eerst de sleutel naar “OFF”
en haalt u daarna de stekker
los.
[DCA16323]
2. Als de accu langer dan twee maanden wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Als u de accu in-
stalleert, draait u eerst de sleutel
naar “OFF” en sluit u daarna de
stekker aan.
[DCA16931]
LET OP
DCA16531
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden totpermanente accuschade.
DAU59441
Zekeringen vervangenDe hoofdzekering bevindt zich in de accus-
tekker. (Zie pagina 6-28.)
Vervang de hoofdzekering als volgt als
deze is doorgebrand. 1. Draai de contactsle utel naar “OFF” en
schakel alle elektr ische circuits uit.
2. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-11.)
3. Verwijder de accu door de accuriem te verwijderen.1. Aansluitkast accukabel
2. Hoofdzekering
3. Reservehoofdzekering
3
1
2
2RD-9-D0.book 29 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分

Page 64 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
4. Maak de accustekker los.
5. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera- ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15132]
6. Sluit de accustekker aan.
7. Plaats de accu door de accuriem aan
te brengen.
8. Breng het zadel aan.
9. Draai de sleutel naar “ON”.
10. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
Het zekeringenkastje met de zekeringen
voor afzonderlijke circuits bevindt zich on-
der het zadel. (Zie pagina 3-11.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-11.)
3. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven am pèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
1. Accu
2. Accuriem
1. Aansluitkast accukabel
12
1
Voorgeschreven zekering: 30.0 A1. Zekeringenkastje
1
1. Koplampzekering
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering ontstekingssysteem
4. Backup-zekering
5. Zekering brandstofinjectiesysteem
6. Zekering parkeerlichten
7. Reservezekering
12
3 4
5
7
6
2RD-9-D0.book 30 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分

Page 65 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15132]
4. Draai de contactsleutel naar “ON” en schakel het betreff ende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
5. Als een zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha-dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU23799
Koplampgloeilamp vervangenDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zoda t dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.

Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattag e dan is voor-geschreven. 1. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Zekering signaleringssysteem: 15.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 7.5 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
7.5 A
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Schroef1
2RD-9-D0.book 31 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分

Page 66 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
2. Maak de koplampstekker los en ver- wijder dan de gloeilampkap.
3. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp. 4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit dan de stekker aan.
6. Monteer de koplampunit door de
schroeven aan te brengen.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dea- ler de koplamplichtbundel af te stellen.
DAU24134
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen1. Verwijder de lamplens van het rem-licht/achterlicht door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en.
1. Schroef
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1
1
2
1. Gloeilamphouder
1
1. Schroef
2. Lamplens achterlicht/remlicht
1 2
2RD-9-D0.book 32 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分

Page 67 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit- ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroe- ven aan te brengen. LET OP: Draai
de schroeven niet te vast, hierdoor
kan de lens breken.
[DCA10682] DAU60010
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen1. Verwijder de lamplens, omlijsting en
pakking van de richtingaanwijzer door
de schroeven los te halen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp doordeze in te drukken en linksom te draai-
en.
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
4. Monteer de pakking, omlijsting en
lamplens van de richtingaanwijzer
door de schroeven aan te brengen.
Zorg dat de inkepingen op de omlijs-
ting en de lamplens naar binnen wijzen
zoals getoond. LET OP: Draai de
schroeven niet te vast, hierdoor kan
de lens breken.
[DCA10682]
1. Gloeilamp remlicht/achterlicht
1
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
1
2
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Omlijsting richtingaanwijzer
3. Pakking
3
2
1
2RD-9-D0.book 33 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分

Page 68 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU33416
Parkeerlichtgloeilamp vervangenVervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand. 1. Verwijder de koplampunit door de schroeven los te halen.
2. Verwijder de lampfitting (samen met de gloeilamp) door deze in te drukken
en linksom te draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en.
4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-1. Schroef
1. Schroef1
1
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
2. Parkeerlichtgloeilamp
1
1 2
2RD-9-D0.book 34 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分

Page 69 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
5. Breng de lampfitting (samen met de gloeilamp) aan door deze in te drukken
en rechtsom te draaien tot hij stuit.
6. Monteer de koplampunit door de schroeven aan te brengen.
DAU24361
Voorwiel
DAU59600
Om het voorwiel te verwijderen
WAARSCHUWING
DWA10822
Zorg dat de machine veilig wordt onder-steund, zodat deze niet kan omvallen.
1. Draai de wielasmoer terug.
2. Draai de moeren aan de wielashouder los. 3. Zet de motorfiets op de middenbok.
4. Maak de snelheidsmeterkabel los van
het voorwiel.
5. Verwijder de wielasmoer en de onder- legring.
6. Trek de wielas uit en verwijder dan de bus en het wiel. LET OP: Bekrachtig1. Wielasmoer
1
1. Wielashoudermoer
1. Snelheidsmeterkabel
1
1
2RD-9-D0.book 35 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分

Page 70 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
de rem niet terwijl het wiel en de
remschijf zijn verwijderd, anders
worden de remblokken tegen elkaar
geperst.
[DCA11073]
Aanbrengen van het voorwiel 1. Monteer de wielnaaf en de tand- wieloverbrenging voor de snelheids-
meter zodanig aan elkaar dat de
nokjes in de sleuven vallen.
2. Plaats de bus aan de rechterzijde van de wielnaaf.
3. Breng het wiel omhoog tussen de vorkpoten.OPMERKINGControleer of er voldoende afstand bestaat tussen de remblokken alvorens de rem-
schijf ertussen te schuiven; de sleuf in de
tandwieloverbrenging voor de snelheids-
meter moet over de aanslag op de vorkpoot
vallen.
4. Steek de wielas in vanaf de linkerzijde en breng dan de onderlegring en de
wielasmoer aan.
5. Haal de motorfiets van de middenbok,
zodat het voorwiel op de grond staat
en klap daarna de zijstandaard om-
laag.
6. Draai de wielasmoer en de wielashou- dermoeren vast met de voorgeschre-
ven aanhaalmomenten. 7. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
8. Sluit de snelheidsmeterkabel aan.
1. Sleuf
2. Tandwieloverbrenging snelheidsmeter
3. Uitsteeksel
2
3
1
1. Borging
2. Sleuf
1
2
Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:104 Nm (10.4 m·kgf, 74 ft·lbf)
Wielashoudermoer:
9 Nm (0.9 m·kgf, 6.5 ft·lbf)
2RD-9-D0.book 36 ページ 2013年12月3日 火曜日 午後2時30分

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 next >